Carl Boel · 28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014 · pagina 153 - 156
6. Literatuuronderwijs
Illustraties: © Jorge De Wintere
Concept & tekst Ezelsoor: Sebastiaan Leenaert & Geert De Meyer
Ronde 3
Carl Boel
Technisch Instituut Sint-Carolus, Sint-Niklaas Contact: carl.boel@gmail.com
Literatuur en nieuwe media: motiverende webtools om literatuur te bespreken
Leerlingen aan het lezen krijgen, is een moeilijke opdracht. Hen daarbij leesplezier bezorgen, is nog moeilijker. De traditionele literatuuropdrachten zijn vaak de spelbreker. Deze tekst beschrijft welke literatuuropdrachten ik heb opgesteld om mijn leerlingen te motiveren het boek effectief te lezen én er dieper over na te denken.
De voorgestelde aanpak gebruik ik bij jongens en meisjes van 16 tot 18 jaar oud uit het technisch onderwijs. In één schooljaar lezen zij twee tot vier boeken, zowel adolescentenliteratuur als volwassenliteratuur. Per graad (= twee schooljaren) verzamelen ze hun literatuuropdrachten in een leesdossier of literatuurportfolio. Met behulp van allerlei webtools probeer ik de leerlingen te motiveren voor de verschillende opdrachten. Mijn aanpak stimuleert de creativiteit van de leerlingen, zet hen aan om samen te werken en biedt hen een mogelijkheid om de opdrachten op een alternatieve manier te presenteren.
6
153
28ste HSN-CONFERENTIE
Alle voorgestelde webtools:
-
zijn gratis (soms als edu-account, soms als beperkte versie);
-
zijn webbased, zodat er niets op de lokale pc moet worden geïnstalleerd;
-
bewaren het project online (in the cloud), waardoor het vanaf elke pc kan worden bekeken/bewerkt;
-
bieden soms ondersteuning voor tablet en/of smartphone (vaak beperkter dan de pc-versie);
-
bieden eenvoudige manieren aan om het project te delen en om het te presenteren;
-
bieden vaak mogelijkheden om online samen te werken binnen hetzelfde project én soms zelfs tegelijkertijd;
-
zijn geschikt voor de bespreking van een boek, een film of toneel.
In wat volgt, beschrijf ik kort hoe elke toolwerkt en hoe ik ze heb ingezet in mijn lessen literatuur.
In een leesbelevingsverslag beschrijven de leerlingen wat de lectuur van een bepaald boek met hen ‘gedaan heeft’. Een dergelijk verslag legt de nadruk op de leeservaring. Blogger, de blogtool binnen de Google-apps, is hiervoor zeer geschikt. Tijdens het lezen bloggen de leerlingen op vastgelegde momenten over hun leeservaring. Zo krijgt de leerkracht heel wat informatie over het leesproces: de leerkracht merkt snel of het boek in de smaak valt en welke delen uit het boek de leerlingen interessant vinden en waarom. Ze citeren in hun blog uit het boek en schrijven er hun commentaren bij. Ze motiveren dus hun leesbeleving met een citaat. Zo worden de leerlingen gedwongen om dieper na te denken over het boek. Via reacties op hun blogbericht kan de leerkracht tussenkomen en de leerlingen wijzen op elementen die ze niet hebben opgemerkt of hen extra vragen stellen om op die manier echt tot een gesprek over literatuur te komen. Voor een voorbeeld van een dergelijke blog, zie: http://leesbelevingparfumjana.blogspot.be/.
Leerlingen moeten zich er ook van bewust worden dat literatuur in interactie gaat met de media en met andere vormen van cultuur. Leerlingen tonen de leerkracht dat ze de literaire actualiteit volgen door zogenaamde ‘literatuuractua’ bij te houden. Een eenvoudige manier voor de leerlingen – én de leerkracht – om dat te doen en te organiseren is Scoop.it. De gebruiker verzamelt ‘nieuwsscoops’ op basis van interesse en/of zoektermen. De webtool doet suggesties die je eenvoudig kunt verzamelen op een virtueel prikbord. Belangrijk daarbij is dat de leerlingen hun keuze verantwoorden: waarom hebben ze net dat nieuwsartikel gekozen? Wat heeft het met hen gedaan? Vonden ze het verrassend? Viel het ze tegen? Etc. Voor hun opdracht moesten de leerlingen ook een aantal artikels van medeleerlingen ‘rescoopen’ en becommentariëren. Op die manier ontstond er opnieuw interactie met literatuur als onderwerp. De leerkracht kan de borden eenvoudig volgen en zo de evolutie van en de interactie tussen de leer-
154
6. Literatuuronderwijs
lingen bijhouden. Voor een voorbeeld, zie: http://www.scoop.it/t/literatuuractua-vantom-borghgraef.
Als het aankomt op een creatieve verwerking van een boek, dan zijn er vele tools beschikbaar. Een aantal dankbare zijn Pinterest, Storybird, Fakebook en Glogster.
In Pinterest verzamelen leerlingen pins op een virtueel prikbord. Die pins geven een duidelijk beeld van het verhaal. Het gebruik van multimediale links (afbeelding, audio, video) biedt de leerlingen mogelijkheden om hun leeservaring beter te beschrijven. Zo kunnen leerlingen een videofragment toevoegen dat volgens hen past bij het verhaal of dat gelijkenissen vertoont met een scène uit het boek, ze kunnen een audiofragment selecteren dat een perfecte soundtrack zou kunnen zijn, ze kunnen afbeeldingen zoeken die hun verbeelding van een personage moet uitdrukken, etc. Bij elke pin verantwoorden ze opnieuw hun keuze. Ze maken dus de link met het verhaal dat ze hebben gelezen. Voor een voorbeeld, zie: http://www.pinterest.com/Breathesweet/ dag-van-de-wraak/.
Storybird vertrekt van afbeeldingen (artwork) en niet vanuit de tekst. Met Storybird maken leerlingen, aan de hand van prenten, een verkorte versie van het verhaal. Op een eenvoudige manier krijgen leerlingen een mooi resultaat, wat erg motiverend werkt. Storybird biedt ook de mogelijkheid om gedichten te maken. Storybird heeft zich recent op het onderwijs gericht en biedt nu ondersteuning voor volledige klasgroepen, waarbij de leerkracht opdrachten kan sturen naar leerlingen (en die ook kan innemen), binnen de werkomgeving van Storybird. Voor een voorbeeld, zie: https://storybird.com/books/moord-in-de-bibliotheek/?token=x679mmuwp4.
Fakebook biedt de mogelijkheid om, op een privacy-vriendelijke manier, een Facebookprofiel van een personage op te stellen, compleet met vrienden, profiel, profielfoto en omslagfoto. De leerlingen maken een profiel van een personage en vertellen het verhaal vanuit het standpunt van dat personage. De leerlingen krijgen de opdracht om te vertrekken vanuit een ander vertelperspectief dan dat in het boek. De leerlingen vertellen, aan de hand van berichten op hun tijdlijn, wat er gebeurt in het verhaal. Ze hebben daarbij aandacht voor reacties van andere personages uit het verhaal. De ondersteuning met afbeeldingen, audio en video zorgt voor een hoog realiteitsgehalte. Het resultaat is een bijna perfecte kopie van een Facebook-profiel. Voor een voorbeeld (hier van een filmverwerking), zie: http://www.classtools.net/FB/1224-qj9ZYF.
Een laatste – populaire – tool is Glogster. Met deze tool kunnen leerlingen een interactieve poster maken (ideaal als filmposter), een omslag voor een boek of een flyer (rond een scène in het boek). De tool werkt zeer eenvoudig via drag and drop: je sleept content naar de plaats waar je die wil hebben en dan kan je die bewerken. Ook hier zijn afbeeldingen, audio en video mogelijk. Via de optie om een bijlage toe te voegen, ver-
6
155
28ste HSN-CONFERENTIE
antwoorden de leerlingen hun keuze.
Andere, zeer bruikbare tools zijn Popplet (mindmap), ToonDoo (stripverhaal), YouTube (videoverslag over leeservaring), Google Sites (wiki over boek), Voki (avatar van een personage) en zelfkrantmaken.be(een krantenbericht over het verhaal).
Jarenlang heb ik gezocht naar literatuuropdrachten die de leerlingen dwingen om het verhaal effectief te lezen en hen aanzetten om grondig over de verschillende verhaalelementen na te denken. Daarbij ben ik geëvolueerd van papieren, traditionele boekbesprekingen naar digitale, creatieve literatuuropdrachten. Deze nieuwe aanpak pas ik nu twee jaar toe en ik ondervind dat de leerlingen meer gemotiveerd zijn om hun opdrachten te maken. Daardoor zijn hun opdrachten ook opmerkelijk beter: ze doen er meer moeite voor en ze denken beter na over het verhaal. De integratie van ICT maakt de opdrachten speelser en dat motiveert de leerlingen. Bij de besproken tools moeten ze geen lange teksten schrijven, maar veeleer een korte verantwoording bij een afbeelding, video- of audiofragment. Bovendien nemen de tools het intensieve werk uit handen van de leerlingen: het format wordt hen aangereikt; zij moeten enkel hun inhoud toevoegen. Op een eenvoudige manier komen ze snel tot een mooi resultaat. Ook voor de leerkracht zijn de voordelen legio: hij kan de leerlingen van dichtbij en tijdens het leesproces opvolgen, samenwerking en creativiteit worden gestimuleerd en de papierberg wordt verkleind.
Ronde 4
Erwin Mantingh Universiteit Utrecht
Contact: e.mantingh@uu.nl
Beestachtige lessen en fabelachtige vertellingen van Wim Helsen en Hans Teeuwen tot ‘Willem die Madocke makede’. Over de lessenreeks Bij beesten in de leer in het spoor van de vos
Dierenverhalen lenen zich al eeuwenlang voor aanstekelijke humor en afschrikwekkende lering; zoveel wordt duidelijk als je het spoor terug volgt van de fabelachtige vossenvertellingen van Wim Helsen en Hans Teeuwen naar het middeleeuwse dierenepos over Reinaert de vos. De wrange dierenverhaaltjes van deze hedendaagse komieken staan in meer dan één opzicht op één lijn met de bijtende maatschappelijke satire van Willem die Madocke makede, Vanden vos Reinaerde. Hoewel ze zich bedienen
156