Erwin Mantingh · 28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014 · pagina 156 - 159
28ste HSN-CONFERENTIE
antwoorden de leerlingen hun keuze.
Andere, zeer bruikbare tools zijn Popplet (mindmap), ToonDoo (stripverhaal), YouTube (videoverslag over leeservaring), Google Sites (wiki over boek), Voki (avatar van een personage) en zelfkrantmaken.be(een krantenbericht over het verhaal).
Jarenlang heb ik gezocht naar literatuuropdrachten die de leerlingen dwingen om het verhaal effectief te lezen en hen aanzetten om grondig over de verschillende verhaalelementen na te denken. Daarbij ben ik geëvolueerd van papieren, traditionele boekbesprekingen naar digitale, creatieve literatuuropdrachten. Deze nieuwe aanpak pas ik nu twee jaar toe en ik ondervind dat de leerlingen meer gemotiveerd zijn om hun opdrachten te maken. Daardoor zijn hun opdrachten ook opmerkelijk beter: ze doen er meer moeite voor en ze denken beter na over het verhaal. De integratie van ICT maakt de opdrachten speelser en dat motiveert de leerlingen. Bij de besproken tools moeten ze geen lange teksten schrijven, maar veeleer een korte verantwoording bij een afbeelding, video- of audiofragment. Bovendien nemen de tools het intensieve werk uit handen van de leerlingen: het format wordt hen aangereikt; zij moeten enkel hun inhoud toevoegen. Op een eenvoudige manier komen ze snel tot een mooi resultaat. Ook voor de leerkracht zijn de voordelen legio: hij kan de leerlingen van dichtbij en tijdens het leesproces opvolgen, samenwerking en creativiteit worden gestimuleerd en de papierberg wordt verkleind.
Ronde 4
Erwin Mantingh Universiteit Utrecht
Contact: e.mantingh@uu.nl
Beestachtige lessen en fabelachtige vertellingen van Wim Helsen en Hans Teeuwen tot ‘Willem die Madocke makede’. Over de lessenreeks Bij beesten in de leer in het spoor van de vos
Dierenverhalen lenen zich al eeuwenlang voor aanstekelijke humor en afschrikwekkende lering; zoveel wordt duidelijk als je het spoor terug volgt van de fabelachtige vossenvertellingen van Wim Helsen en Hans Teeuwen naar het middeleeuwse dierenepos over Reinaert de vos. De wrange dierenverhaaltjes van deze hedendaagse komieken staan in meer dan één opzicht op één lijn met de bijtende maatschappelijke satire van Willem die Madocke makede, Vanden vos Reinaerde. Hoewel ze zich bedienen
156
6. Literatuuronderwijs
van het cliché van de fabel, doorbreken ze op speelse wijze de ‘fabelwetten’, zoals het verwachtingspatroon dat de vos met zijn sluwheid andere dieren te slim af is en dat de inhoud kinderachtig en voorspelbaar is. Inzet van de lessenreeks Bij beesten in de leer in het spoor van de vos is dat spel met literaire procedés en genreconventies duidelijk te maken en daardoor het inzicht en genoegen bij de leerlingen te vergroten. Een toelichting op deze lessen vormt de hoofdmoot van mijn workshop/bijdrage. Daarnaast zal ik kort ingaan op de literairhistorische site Lessen over middeleeuwse literatuur, waarop deze lessen digitaal beschikbaar worden gesteld.
Van de lessenreeks bestaat een versie voor Nederlandse en voor Vlaamse scholieren. Beide versies vertrekken vanuit de vertoning en bespreking van een moderne, flitsende vossenvertelling. De Nederlandse lessen openen met ‘Kiekerjan’. Hans Teeuwen vertelt daarin letterlijk adembenemend over de fatale confrontatie tussen een vos, een raaf en een vogelverschrikker. De sketch uit de show ‘Hard en Zielig’ (1995) zet alle wetten van de fabel op zijn kop met in de hoofdrollen een heldhaftige vogelverschrikker, een sluwe en gewetenloze raaf en een naïeve, vredelievende vos. Met de laatste loopt het niet goed af... De Vlaamse lessenreeks begint met een zo mogelijk nog absurdere vertelling: een salamander-en-vosverhaal dat Wim Helsen in zijn show ‘Bij mij zijt ge veilig’ (2005) heeft verwerkt. Als een vos in de woestijn een salamander verschalkt – let wel: deze salamander is een in de liefde bedrogen bosjesman die een gedaanteverwisseling heeft ondergaan – raakt hij met die salamander in zijn bek vast in een strik en staat hij voor het dilemma ‘bijten of loslaten’. Ook hier zijn vertelling en afloop allesbehalve zoetsappig.
Na een behandeling van de vertoonde sketches lopen de lessenreeksen nagenoeg parallel: een eerste stap terug in de tijd voert naar een bespreking van (onder andere Middelnederlandse) fabels waarin vossen een hoofdrol vertolken. Ook komt Jacob van Maerlants bespreking van de vos in Der naturen bloeme (ca. 1270) aan bod. In de fabel en dierenencyclopedie treffen we de vos aan als protagonist in de Middelnederlandse didactische literatuur. Van daaruit wordt nog één kleine stap terug in de tijd gezet, om in het midden van de 13de eeuw bij Vanden vos Reynaerde uit te komen. Ter kennismaking met dit meesterwerk beluisteren leerlingen de gerapte versie van Charlie May: Reinaert gerapt (2008), waarbij een meeleestekst wordt benut. Interessante aspecten van dit vossenverhaal worden aan de orde gesteld, zoals de (tijdloze?) moraal, de spiegel van de dierenwereld, de ambivalentie van Reinaert de vos: schurk of schelm? Deze introductie biedt tal van aanknopingspunten om nog dieper in te gaan op het Middelnederlandse dichtwerk en zijn achtergronden.
Doelgroep zijn bovenbouwleerlingen van het vwo, met name vwo-4/5 (in Nederland) en leerlingen in het vijfde (eventueel vierde/zesde) jaar van het secundair onderwijs (in Vlaanderen). In de kern bestaat de reeks uit drie lessen, maar er is veel ruimte om zelf het materiaal didactisch naar de hand te zetten en te verrijken. Er is aanvullend tekst-
6
157
28ste HSN-CONFERENTIE
materiaal (met opdrachten) waarmee de lessen naar behoefte en niveau kunnen worden uitgebreid: recente bewerkingen (zoals een graphic novel en een kinderboek) en twee moderne vossengedichten (van Ingmar Heytze en Ramsey Nasr). Een mooie afsluiting vormt de optie om te eindigen met de vertoning en bespreking van een andere moderne vossenvertelling.
De lessenreeks werkt vanuit een actualiserende insteek aan een aantal literair-historische doelstellingen. Ten eerste, een continue literaire traditie tonen door hedendaagse fabelachtige vertellingen te plaatsen tegen de achtergrond van Middelnederlandse dierenliteratuur. Ten tweede, genrebesef (‘fabel’, ‘dierdicht’) kweken bij leerlingen en daarmee het interpretatiekader van leerlingen verruimen. Ten derde, leerlingen aan het denken zetten over de interpretatie en moraal – of het gebrek daaraan – van deze dierenverhalen. Hoewel er veel valt te lachen met deze vertellingen met vossen in de hoofdrol, is de boodschap vaak ontluisterend. En niet te vergeten, ten vierde, het doel is natuurlijk ook leerlingen plezier laten beleven aan middeleeuwse literatuur via populaire, moderne teksten en bewerkingen.
Deze actualiserende insteek brengt met zich mee dat de verwerking van de verhalen en gedichten hier belangrijker is dan de kennismaking met de teksten in de oorspronkelijke taal. Er is natuurlijk wel literairhistorische kennis in de lessen verwerkt, maar met mate. Een eerste versie van deze lessen is ontstaan uit frustratie en tijdnood van een docent die binnen het krappe bestek van zijn onderwijs over middeleeuwse literatuur geen kans zag om de Reinaert recht te doen, terwijl er zo veel aansprekend vergelijkingsmateriaal voorhanden is. En het is nu mogelijk om binnen drie lessen een boeiende introductie te bieden.
De lessenreeks is grotendeels in de praktijk beproefd en in eerdere uitvoeringen gepresenteerd op nascholingen in Antwerpen (2011) en Groningen (2013). Het lesmateriaal (inclusief de docentenhandleiding met didactische toelichting en antwoorden bij de opgaven, plus bronvermelding en verantwoording) is sinds kort beschikbaar op de site ‘Lessen over middeleeuwse literatuur’ (zie de literatuuropgave). Het didactische materiaal op deze site is inhoudelijk verantwoord en is in de onderwijspraktijk uitgeprobeerd. De redacteuren, dr. Frank Brandsma en dr. Erwin Mantingh, zijn beiden verbonden aan het Departement Talen, Literatuur & Communicatie van de Universiteit Utrecht.
Referenties
Helsen, W. (2008). ‘Bij mij zijt ge veilig’ (Harry Kies Theaterprodukties) [dvd].
Janssens, J. & R. van Daele (2001). Reinaerts streken. Van 2000 voor tot 2000 na Christus. Leuven.
158
6. Literatuuronderwijs
Mantingh, E. (2009). ‘Bijten of loslaten. Vossen in tweestrijd in fabelachtige vertellingen van Hans Teeuwen en Wim Helsen’. In: Tiecelijn. Jaarboek 2 van het Reynaertgenootschap, nr. 22, p. 169-186.
May, Ch. (2008). ‘Reinaert de vos... gerapt’. Haarlem [tekstboekje met cd].
S.n. (2014). ‘Bij beesten in de leer in het spoor van de vos’. Lessen over middeleeuwse literatuur. Online raadpleegbaar op: http://lesplannenmiddeleeuwen. wp.hum.uu.nl/lesreeksen.
Teeuwen, H. (1995/1998). ‘Hard en Zielig’ (Hummelinck Stuurman Theaterbureau/ Artwork Universal Pictures Video Benelux) [dvd].
Ronde 5
Mariet Raedts & Jan Van Coillie KU Leuven, Campus Brussel
Contact: mariet.raedts@kuleuven.be jan.vancoillie@kuleuven.be
Digi-teens: beeldschermfanaten die boeken haten? Een surveyonderzoek naar de leesvoorkeuren en het leesgedrag van tieners in het digitale tijdperk
Met de regelmaat van de klok verschijnen er in de media verontrustende berichten over generatie Z. Het zouden mediaveelvraten zijn – digitale multitaskers – die nog maar weinig tijd hebben voor andere activiteiten. Het valt natuurlijk niet te ontkennen dat jongeren in de 21ste eeuw omringd worden door computers en digitale gadgets. Maar is dit hun enige vorm van vrijetijdsbesteding? Nemen tieners nog een roman ter hand of beperkt hun lectuur zich tot tijdschriften en stripverhalen? En als zij een boek, een tijdschrift of een krant lezen, bladeren ze dan door de papieren versie of slaan ze de bladzijde om via het touchscreen van hun smartphone, tablet of e-reader? Om op deze vragen een antwoord te bieden, organiseerden we in 2013 een grootschalige bevraging. 40 secundaire scholen, verspreid over heel Vlaanderen en Brussel, verleenden hun medewerking aan het onderzoek. Meer dan 3000 leerlingen vulden op school onze elektronische vragenlijst in. De vorige vergelijkbare studie in Vlaanderen (Ghesquiere 1993) was op dat ogenblik exact twintig jaar oud. In onze presentatie bespreken we de resultaten van de bevraging. We overlopen de genres die de huidige tienergeneratie graag en niet graag leest, hun vertrouwdheid met digitale stripverhalen, boeken, kranten en tijdschriften, de tijd die ze op een gewone schooldag aan lezen en aan multimedia besteden en hun favoriete vrijetijdsactiviteiten. We staan ook stil bij
6
159