Domweg gelukkig met gedichten

Willy Weijdema  ·  14de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2000  ·  pagina 131 - 140

DOMWEG GELUKKIG MET GEDICHTEN
OVER HET GEBRUIK VAN MULTIMEDIA BIJ
HET FICTIE-ONDERWIJS

Willy Weijdema

Inleiding

In het kader van de leerpraktijk Feit b Fictie maken studenten van de afdeling Talen van de lerarenopleiding in Amsterdam multimediale presentaties van fictionele teksten. Ze kiezen een tekst, bijvoorbeeld een gedicht, analyseren en interpreteren de tekst en doen een onderzoek naar de feiten achter de fictie. Ze verzamelen beeld-, video- en geluidsmateriaal en produceren ook zelf: ze scannen, fotograferen, filmen en nemen geluid op. Het resultaat wordt met behulp van het multimediaal presentatieprogramma MEDIATOR gepresenteerd op een CD-ROM.

Welke ideeën liggen hieraan ten grondslag? Een onderwijskundige filosofie: het constructivisme, een opvatting over het kunnen produceren van een digitaal informatiesysteem en een opvatting over het lezen van fictie in het voortgezet onderwijs, met name het lezersgericht fictie-onderwijs. Met behulp van voorbeelden - twee CD's met presentaties gemaakt door studenten Nederlands in 1999 en in 2000 - hoop ik de idee achter Feit &Fictie duidelijk te maken.

1 Leerpraktijk Feit en fictie

Een leerpraktijk is een soort project, waarin studenten zelfstandig samen werken aan een product. Feit en fictie is een leerpraktijk voor studenten Talen en komt kort gezegd hierop neer: de studenten maken in groepjes van 2 – 4 personen een multimediale presentatie van een zelf gekozen gedicht. De leerpraktijk is gestart in 1998. Twee docenten van de EFA: Lidwien Derriks en ik, hebben toen een voorbeeld gemaakt van wat het product van Feit en fictie zou kunnen zijn. De gedachte daarachter was, dat docenten een voorbeeld moeten zijn voor studenten: in onderwijskundige termen noemt men dit `modelling'. Het was voor ons echter ook een vorm van scholing: wij hadden zelf ook nog nooit een multimediale presentatie gemaakt.

2 De Dapperstraat

We kozen als voorbeeld het meest bekende Nederlandse gedicht: het sonnet De Dapperstraat, in 1946 geschreven door J.C. Bloem. De dichter drukte hierin uit, dat de grauwe stad hem liever was dan de natuur en dat je met de stelregel: "Alles is veel voor wie

Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema 1131

niet veel verwacht, zelfs in de Dapperstraat in de regen gelukkig kunt zijn, zij het "domweg gelukkig".

J.C. Bloem: De Dapperstraat

Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,

De in kaden vastgeklonken waterkant,

De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

Alles is veel voor wie niet veel verwacht. Het leven houdt zijn wonderen verborgen Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.

Dit heb ik bij mijzelven overdacht, Verregend, op een miezerigen morgen, Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.

Uit: Quiet though sad, 1947

We hebben het gedicht eerst netjes geanalyseerd in vijf lagen:

  1. woordlaag: woordbetekenissen en zinsconstructies

  2. klanklaag: ritme, metrum en rijm

  3. beeldlaag: beeldspraak

  4. grafische laag: strofeindeling

  5. thematiek

De resultaten van de analyse hebben we zoveel mogelijk in beeld en geluid weergegeven: de vele voorbeelden van beginrijm en klinkerrijm zijn met kleuren gemarkeerd, respectievelijk groen en geel. Klik je op een groen of geel blokje, dan hoor je de klanken.

Vervolgens hebben we het gedicht geïnterpreteerd. De tegenstelling zoals die tussen natuur en stad leent zich heel goed voor weergave met beeld en geluid: een afbeelding van `een stukje bos', met fluitende merel, en daarnaast een foto van de huizen op de Dappermarkt, met stadslawaai op de achtergrond. "Alles is veel voor wie niet veel verwacht": deze thematiek hebben we geplaatst in leven en werk van Bloem en in de tijd waarin het geschreven is.

Maar wat kun je nu, in de jaren negentig, met zo'n gedicht doen uit 1946 van een dichter die al meer dan 35 jaar dood is?

132 I Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema

De Dapperstraat ligt in Amsterdam-Oost, in de Dapperbuurt, gebouwd aan het eind van de vorige eeuw. Er is altijd markt geweest. De straat en de markt zijn er nog altijd, maar sinds 1946 is er veel veranderd. De Dapperbuurt raakte in de jaren zeventig en tachtig in verval. Panden werden ontruimd en dichtgetimmerd in afwachting van de sloop. Krakers betrokken de ontruimde panden. Het inspireerde Gerrit Komrij tot het schrijven van een parodie op De Dapperstraat: Het Slap Gepraat. Het inspireerde de popgroep de Nits tot een Engelstalige song: Dapperstreet. `Dapperstreet' is een plaats waar je maar zo snel mogelijk uit weg moet trekken om nooit meer terug te keren en waar beslist geen poëzie te vinden is: 'No poetry in Dapperstreet'

Gerrit Komrij: Het slap gepraat

Te huur: die mededeling staat me tegen. Is niet aan wie nog huur stort in dit land Een steekje los? Zo'n klotespeculant Zit heus niet om wat extraatjes verlegen.

Geef mij dus gauw een redelijk gelegen,

Genadig weggeschonken krakerspand,

En vrienden, nooit zo stoned dan als ze, omrand Door bedspiralen, op het dak bewegen.

Alles is gratis voor wie geld niet acht.

De glasruit houdt zijn winkelwaar verborgen Tot er, opeens, een grote kei door gaat.

Dit heb ik nota bene zelf bedacht.

Ik voel me, vrij van miezerige zorgen, Domweg gelukkig met mijn slap gepraat.

Dapperstreet

Those are words I love to hear When I walk I keep my tears From falling

And still I don't know where to go

I'm lost in a misty town No poetry in Dapperstreet They tear all the houses down

  • hen you walk in Dapperstreet

  • hen you live in Dapperstreet Now it rains on broken windows

The streets are always wet

Through all the empty alleys wind blows You're never coming back When you're leaving Dapperstreet

Nits: Urk, 1988

In de jaren negentig kwam er nieuwbouw in de Dapperstraat. Een van de architecten: Hans Heeswijk, liet als reactie op de song Dapperstreet de tekst van Bloem op een nieuw appartementengebouw zetten: nieuwe huizen brachten de poëzie weer terug in de Dapperstraat. (Platvoet 1997: 65-67). De grafisch ontwerper Oxenaar, de ontwerper van de Nederlandse bankbiljetten, maakte er een uitdagend, opvallend geheel van: zie illustratie.

Dit gebouw en de song Dapperstreet werden belangrijke bouwstenen van onze multimediale presentatie. We voegden hierdoor twee nieuwe tijdlagen aan het gedicht toe: onze

Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema 1133

presentatie gaat niet alleen over de Dapperstraat van Bloem uit 1946, maar ook over de Dapperstraat in de jaren zeventig en tachtig en de Dapperstraat nu, in de jaren negentig.

Er kwam ook een persoonlijke thematiek bij. Bloem is er niet meer. Voor hem is het voorgoed voorbij: Voorbij, voorbij, o, en voorgoed voorbij, zoals hijzelf zo prachtig zijn eigen grafschrift dichtte. Maar zijn gedicht is er nog, en er zijn nog steeds mensen 'domweg gelukkig in de Dapperstraat'. Maar het zijn andere mensen: links onderaan staat op het gebouw in acht talen: Domweg gelukkig in de Dapperstraat', o.a. in het Arabisch, Sranan, Turks, en Spaans. De Dapperstraat is multicultureel geworden ...

3 Achtergrondfilosofie

Waarom willen wij, dat onze studenten, leraren in opleiding, een multimediale presentatie van een gedicht maken?

3.1 Onderwijskundig

Aan het werken in leerpraktijken ligt een onderwijskundige filosofie ten grondslag. Deze filosofie houdt in een constructivistische opvatting van leren: producerend leren. Je leert door het doen, door iets te maken. Kennis, inzicht en vaardigheden worden dan geïntegreerd en georganiseerd. Toegepast op Feit en fictie: je leert veel meer van het zelf maken van een multimediaproduct dan van het alleen maar bekijken van zo'n product. Het productieproces doorloop je in teamverband: de multimediale presentatie is het product van groepswerk.

De docent speelt in dit leerproces de rol van coach. Hij draagt geen kennis en inzichten over, maar helpt de student bij het zelfstandig verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden. In een lerarenopleiding heeft dat zelfstandig leerproces een dubbele bodem: onze studenten leren zo ook hoe ze straks hun leerlingen moeten coachen in het zelfstandig leren.

3.2 ICT

Een multimediale presentatie is een presentatie op het scherm. Dat is iets anders dan een presentatie op papier. Het is een informatiesysteem met links; de informatie is dus niet lineair geordend, maar heeft meerdere dimensies. Informatie op deze wijze verwerken en presenteren is een nieuwe vaardigheid die in de 21e eeuw belangrijk gaat worden.

3.3 Tekstueel

Aan Feit en fictie ligt een opvatting over fictie-onderwijs ten grondslag, namelijk de lezers-gerichte en contextafhankelijke benadering. Teksten worden gelezen en geïnterpreteerd in relatie tot andere teksten en in relatie tot de lezer zelf: wat kan de lezer van dit moment met de tekst? Onze studenten krijgen fictie-onderwijs waarin steeds de vraag terugkeert: wat betekent de tekst voor jou? In dit fictie-onderwijs worden veel verwerkings- en adap-

134 I Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema

tatieopdrachten gegeven zoals: zoek verwante teksten, schrijf een eigen gedicht, maak er een krantenbericht van. De resultaten van deze opdrachten worden opgenomen in persoonlijke dossiers zoals het leesdossier en het portfolio. Deze benadering ligt ten grondslag aan het leesdossier in de Tweede Fase en vindt ook in de basisvorming ingang: onze studenten zullen zelf ook op deze wijze fictie-onderwijs gaan geven.

De multimediale elementen zoals beeld, geluid en video worden niet alleen gebruikt om de tekst te presenteren maar ook om deze te relateren: aan de werkelijkheid van nu en aan de persoon van de lezer: de Dapperstraat van 1998 is anders dan de Dapperstraat van 1946.

4 Feit en fictie in de praktijk

Begin november 1998 was het zover: 25 tweedejaars studenten Nederlands kregen de opdracht om in 10 weken in groepen van vier een multimediale presentatie van een gedicht naar eigen keuze te maken. Ze kregen er twee dagen per week voor: 160 uur, dus 4 studiepunten. De Dapperstraat werd als voorbeeld gedemonstreerd: de CD bleef verder ter inzage in de mediatheek. Er waren handleidingen en bronnen beschikbaar voor het digitaliseren van geluid, beeld en video en voor het werken met het presentatieprogramma Mediator. In dit artikel zal ik geen technische informatie verschaffen, maar over het programma Mediator wil ik toch opmerken, dat het zo gebruiksvriendelijk is, dat basisvaardigheden van Windows volstaan om een multimediale presentatie te kunnen maken (1).

4.1 Eisen

Het eindproduct: de multimediale presentatie, moest aan de volgende eisen voldoen.

1. Analyse van het gedicht in vijf lagen

1.1. woordlaag 1.2. klanklaag

1.3. beeldlaag

1.4. grafische laag 1.5. thematiek

  1. Contextualiteit

2.1. over de auteur 2.2. verwante teksten 2.3. eigen teksten

2.4. afbeeldingen, geluid en waar mogelijk: video

  1. Presentatie:

3.1. aantrekkelijk geheel, waarin beeld en geluid passen bij de interpretatie van het gedicht

3.2. duidelijke, consistente schermindeling

3.3. duidelijke navigatie

Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema 1135

4.2 Resultaten

Er zijn 7 multimediale presentaties gemaakt door 7 groepen. Deze 7 presentaties zijn verzameld op èèn CD: Domweg gelukkig met gedichten. 1 student, een echte liefhebber, heeft voor deze CD een overkoepelend menu gemaakt van waaruit de presentaties en algemene informatie over de NLP oproepbaar zijn. Titel, omslag en etiket van de CD heeft deze student ook ontworpen.

Hieronder volgt een overzicht van de presentaties. Maar eerst enkele algemene punten.

  1. Het is een genoegen om de CD te bekijken en te beluisteren. Zowel oog als oor worden gestreeld. Er is veel aandacht aan de vormgeving besteed. Er zijn heel veel gegevens bijeengebracht: sommige presentaties zijn informatiesystemen geworden over literatuur in het algemeen. Eerlijk gezegd ben ik op deze CD nog steeds niet uitgekeken.

  2. In alle presentaties is er duidelijk sprake van een interface die de thematiek van de gekozen tekst ondersteunt, zowel in beeld als geluid, maar vooral ook in gekozen kleuren, achtergronden en lettertypen.

  3. Contextualiteit speelt in alle presentaties een belangrijke rol om de thematiek duidelijk te maken, niet alleen met verwante teksten, maar ook met de eigen tekst: het gedicht dat de studenten zelf schreven naar aanleiding van het gekozen gedicht.

Domweg gelukkig: een overzicht van zeven presentaties

 

Auteur

I   Titel

Thematiek,

Eigen tekst

Interface

Muziek,

Video

Andreus,

Hans

Voor een dag

van morgen

Liefde*

Over de dag van

gisteren

Tegenstelling,   •

antwoord

Vorm

Geheel vanuit

gedicht

Liefdessongs

die apart

kunnen

worden

aangezet

Eigen

video

 

 

 

Thematiek

 

Gezongen

tekst door De

 

 

 

 

 

 

Dijk

 

Andreus,

Hans

Wolken

Sterven*

-

Geheel vanuit

gedicht

 

-

 

 

 

 

Esthetisch,

ondoorzichtig

 

 

Campert,

Remco

Voorbeeldig

Sombere

berusting*

Zijn

Vorm

Thematiek

Driedeling: tekst,

literatuur, auteur

-

Twee

video's

van

 

 

 

 

 

 

Campert

Slauerhoff,

J.J.

Woningloze

Metadichten

Communicatie

Drie teksten

Vorm

Thematiek

Antwoord

Ironie en parodie

Tweedeling auteur

en tekst

Videoclipachtig

Raadselachtige

tekens

Drie sfeervolle

songs die

passen bij de

thematiek van

Slauerhoff

-

 

 

 

 

Intro en eindtune

 

 

136 I Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema

 

Steen, Eric

van der

Achterkamer

Eenzaam en

verlaten*

Voorhof

Tegenstelling

Vorm

Thematiek

Geheel vanuit

gedicht

Heel doorzichtig

Zelf gemaakte

foto's

Intro en eindtune

Voorgelezen

tekst met

bijpassende

muziek op de

achtergrond

-

Vasalis

Vahine no te

Verborgen

Vahine onder de

Tweedeling auteur

Tahitiaanse

-

 

tiare

kracht

bloem

en tekst

muziek

 

 

 

 

Actualiteit: requiem

voor de dichteres

Collage-achtige

effecten met

schilderij

 

 

 

 

 

 

Intro en heel korte

eindtune

 

 

Wilmink,

Willem

Als hij net even

iets anders had

gedaan

WO II

Als... Argentinië

1978

Parodie met veel

humor, niet

gerelateerd aan

thema

Verborgen

tweedeling auteur

en tekst

Eigen foto's

Bewust schokkend,

ondoorzichtig

Alleen in intro

en eindtune

-

 

 

 

 

Korte intro en

eindtune

 

 

* = sluit aan bij pubers

In deze tabel staat een aantal opvallende kenmerken van de presentaties kort aangeduid. Wat betreft de keuze van het gedicht hadden de studenten het advies gekregen een niet al te lyrisch gedicht te nemen: een gedicht met een verhalend of anekdotisch element leende zich volgens ons het beste voor een multimediale presentatie. Maar zeiden we erbij:

"Het belangrijkste is echter, dat jullie je eigen creativiteit, inventiviteit en associaties op los kunt laten. Het moet voldoende bij je oproepen, je voldoende stof tot nadenken en tot zoeken geven: je moet er intensief mee bezig kunnen zijn zonder dat het verveelt of doodslaat. Kortom: het moet niet alleen een goed, maar ook een (voor jou, voor jullie) uitdagend gedicht zijn. Heel korte gedichten komen daarom waarschijnlijk niet in aanmerking (of je moet een paar goed bij elkaar passende vinden)." (Derriks 1998)

Slechts 2 van de 7 zijn wat langere verhalende gedichten: Vasalis en vooral Wilmink De andere 5 zijn lyrische gedichten, het gedicht van Campert is zelfs heel kort. En wat blijkt: ook van die gedichten kun je multimediale presentaties maken!

Bij de thematiek valt op, dat deze in 4 van de 7 presentaties aansluit bij wat pubers aanspreekt: somberheid troef! Wij als docenten waren domweg gelukkig in de Dapperstraat, maar bij onze studenten is dat anders. Thema's als liefde, sterven, sombere berusting en zinloosheid spreken hen aan, maar enkele studenten verantwoordden hun keuze met het oog op hun toekomstige leerlingen.

Veel werk is gemaakt van de eigen tekst. De studenten formuleerden zelf een schrijfopdracht naar aanleiding van het gedicht. In de schrijfopdracht moest tenminste èèn element uit het gedicht gebruikt worden, zoals thema, feiten, strofebouw, beginregel/slotregel, een aantal woorden. In 5 van de 6 teksten wordt de vorm van de originele tekst overgenomen, in 3 daarvan wordt met tegenstelling gewerkt, zie de titels van de eigen teksten in de tabel, 2 teksten leggen geen of weinig verband met het thema van de originele tekst.

Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema 1137

Er zijn geheel verschillende interfaces gemaakt. De eis was: consistent, duidelijk en aantrekkelijk. Aantrekkelijk in de zin van boeiend zijn ze allemaal, - de presentatie van Wilmink is op sommige punten bedoeld schokkend -, maar consistent en duidelijk? In de presentaties van Andreus (Wolken), Slauerhoff en Vasalis is daar bewust vanaf geweken. De navigatieknoppen in Wolken zijn bijna niet te vinden, want anders zouden ze de fraaie achtergrond bederven! Raadselachtige tekens als &, * en ? nodigen in Slauerhoff uit om te klikken en bij Vasalis moet je bepaalde informatie door: er is geen terugknop aangebracht.

Altijd een terug- of een stopknop? Daar zijn heel verschillende meningen over! Een doorzichtige, duidelijke menu- en bladerstructuur? Of juist ondoorzichtig, fuzzy? De gebruiker moet op onderzoek uitgaan? Dit levert heel interessante discussies op over vormgeving en gebruikersinterfaces, waardoor je anders naar bestaande multimedia-producten gaat kijken.

Dan de multimediale aspecten bij uitstek: muziek en video. Het gebruik van video is nog onderontwikkeld: video komt slechts bij 2 presentaties voor. Muziek daarentegen is in 5 presentaties gebruikt. Muziek blijkt een belangrijke sfeermaker te zijn. Bij Andreus, Slauerhoff en Vasalis wordt muziek gebruikt met een `walkmaneffect': je kunt de muziek naar believen aan of uit zetten als je de teksten leest.

Het gedicht moest ook voorgedragen worden. Met behulp van een ingebouwde microfoon of een headset aangesloten op de computer en het Windowsprogramma Geluidsrecorder kun je de tekst inspreken en bewaren als geluidsbestand. Maar: een gedicht voordragen is een kunst en die kunst blijken de meeste van onze studenten niet te beheersen: er wordt te vlug gelezen, met verkeerde intonatie en klemtonen.

4 van de 7 presentaties hebben een intro en eindtune: bij Slauerhoff en V.d. Steen zijn die het meest geslaagd, bij Slauerhoff worden videoclipeffecten gebruikt.

De presentatie van V.d.Steen is in multimediaal opzicht het meest geslaagd. Er zijn in totaal 6 teksten: elke tekst wordt voorgelezen, met bijpassende muziek op de achtergrond. Op het scherm staat de tekst met op de achtergrond een bijpassende foto. Je hoort muziek, luistert naar een gedicht, je leest en kijkt: het is heel indrukwekkend. De hele presentatie is in zwart-wit, wat geheel aansluit bij de thematiek. De interface is heel duidelijk, maar het is wel een bladerinterface.

4.3 Presentatie en beoordeling

De studenten presenteren hun product met behulp van een computer en een beamer voor hun medestudenten en docenten. Vervolgens worden alle presentaties op een CD gezet en dat blijkt een moeizaam proces te zijn: de laatste presentaties waren in maart 1999, pas drie maanden later, in juni 1999, was de CD klaar. Het was heel moeilijk om de bestanden met de presentaties uit handen van de studenten te krijgen, want: er moest nog wat veranderd of toegevoegd worden ... Dan blijkt, dat studenten aan zichzelf hoge eisen stellen (2)!

138 I Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema

4.4 Feit en Fictie 2000

In september 1999 startten we met een volgende groep studenten. Bij de instructie lieten we nu ook het voorbeeld van hun voorgangers zien: Domweg gelukkig met gedichten. Dat bleek zeer te motiveren. In de groep ontstond de stemming: dat kunnen wij ook, maar dan nog beter! Hun presentaties: zes in totaal, waren in januari 2000 allemaal klaar en de CD Feit en Fictie verscheen in juni 2000. Deze CD is nog niet echt geanalyseerd. Wel is opvallend, dat drie van de zes presentaties liefdesgedichten betreft: er zaten veel meisjes in deze groep ...

In multimediaal opzicht kwamen deze studenten wel verder. Er is meer gebruik gemaakt van muziek. Op de conferentie liet ik een voorbeeld zien van de presentatie van het gedicht Tijd van Vasalis. De presentatie heeft minder een bladerinterface dan die van Van der Steen: Achterkamer. Er zijn prachtige beelden gebruikt, met heel sfeervolle muziek. Maar ook hier: af en toe een fuzzy interface, omdat de studenten hun prachtige beelden niet wilden bederven met een duidelijke stopknop ....

5 Conclusies

Het concept van Feit en fictie is een succesvol concept. In november 2000 hebben we al de presentaties van de derde groep studenten gezien: hun CD zal in 2001 uitkomen. We gaan het concept ook uitwerken voor onze eerstegraads lerarenopleiding. Deze studenten, die in de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs (gaan) werken, zullen het concept meer gaan didactiseren. Een punt van overweging is bijvoorbeeld, of je dan uit moet gaan van zelf geschreven gedichten en niet van bestaande gedichten.

Inmiddels wordt het concept ook elders gebruikt: in de Tweede Fase van het Nederlands voortgezet onderwijs, in de lerarenopleiding in Utrecht en op een school voor secundair onderwijs in België. De resultaten zijn gepubliceerd op internet, en dat heeft enkele voordelen. Op internet kun je nog veranderen, terwijl op een CD de presentaties vast liggen. Bovendien kan iedereen het zien, er is geen gedoe met kopiëren, hoesjes en distributie. Maar: video loopt nog steeds niet zo heel vlotjes op internet, en er zijn ook nog wat onopgeloste problemen met auteursrechten.

Wij als docenten vonden het moeilijk om studenten te begeleiden bij dit productieproces. De rol van coach is niet makkelijk! Je moet studenten niet in het diepe gooien, maar je moet ze ook vrij kunnen laten. Dat laatste is voor ons het moeilijkste: wat doen ze als je ze niet ziet? Maar dat is toch de uitdaging van het onderwijs in de 21 eeuw?

Bibliografie

Martens, Gertjan & Willy Weijdema (1999), "Mediator: een multimedia-auteurstaal." In: Informatiebulletin l&I en S&O 11/2, juni 1999, p. 33-35.

Platvoet, Leo (1997), Stappen door de Nieuwe Stad. Tochten langs de jongste woningbouw in Oostelijk Amsterdam. De Balie, Amsterdam, 1997, p.65-67: J.C. Bloem & The Nits.

Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema 1139

Weijdema, Willy (1998), "Facts and Fiction. A multimedia system for interpreting fiction." Eurocall Conference, Leuven 1998 (http ://www. arts. kuleuven. ac. b e/euro call98) . Weijdema, Willy (1998), "Domweg gelukkig met gedichten, het gebruik van multimedia in het fictie-onderwijs". In: Spiegel, Jg. 16, nr. 3, p. 29-43.

Weijdema, Willy (1999), "Feit en fictie in de Dapperstraat." In: Informatiebulletin I&l en S&O 11/2, juni 1999, p. 4-6.

Websites

http://dichterinhetweb.kennisnet.nl

Voorbeelden van interpretaties van gedichten voor de tweede fase van het voortgezet onderwijs

http://tIo.ivlos.uu.nl/rc/studentsiteskijmned/index.htm

Lesvoorbeelden van werken met poëzie in de klas, gemaakt door leraren in opleiding van de Universiteit van Utrecht

http://www.sip.be/hhhi-Waregem/Projecten/Projecten.htm

Een voorbeeld van een poëzieproject in België

Noten

1 Over het programma Mediator, versie 5, zie http://www.matchware.net Mediator wordt in Nederland gedistribueerd door De Rode Planeet, zie http://www drp. nl.

2 De CD Domweg gelukkig is bekroond met de eerste prijs in de Matchware Competition 2000, tot grote verbazing van de studenten. Ze vonden het zelf eigenlijk niet zo bijzonder, wat ze gemaakt hadden.

140 I Domweg gelukkig met gedichten - Willy Weijdema

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
literatuuronderwijs
land
Nederland
onderwijstype
lerarenopleiding
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

14de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2000