Silvie Vanoosthuyze · 14de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2000 · pagina 321 - 327
ICT IN DE OPLEIDING TOT KLEUTERONDERWIJZER(ES):
MEER DAN FREDDY FISH
MEERWAARDE VAN ICT EN NIEUWE WERKVORMEN
VOOR DE LERARENOPLEIDING BASISONDERWIJS
Silvie Vanoosthuyze
Inleiding
Ik zou dit artikel graag beginnen met een uitspraak van een collega-lector: « In elk verslag, op elke vergadering en studiedag hoor ik dat we ICT in onze lessen moeten integreren. Dat dat dé toekomst is. Ik word er zot van. »
Uit deze woorden blijkt heel wat frustratie. En inderdaad, op onze hogeschool (en ongetwijfeld op vele andere) zijn ICT en `studentgerichte werkvormen' termen die je maar best vaak in de mond neemt, niet in het minst op een evaluatiegesprek. Anderzijds zijn het veel meer dan modewoorden : het zijn verschijnselen die er zijn om te blijven en die heel zinvol en nuttig ingezet kunnen worden.
We kunnen er dus maar beter voor zorgen dat we die boot niet missen. De vraag is alleen `welke boot' ? Een supersnelle hovercraft of een roeiboot ? Persoonlijk ben ik van mening dat we best met een klein bootje kunnen beginnen. Als individuele leerkracht geraak je immers te vaak ontmoedigd door grootse ICT-projecten van collega's. Wat ik in dit artikel wil behandelen, zijn dan ook voorbeelden van kleine, persoonlijke initiatieven. Anderzijds hoop ik wel dat we in de toekomst, binnen en buiten onze hogeschool, onze ICT-krachten zullen bundelen.
1 Situering van ICT in een hogeschool
Wat je met je studenten in de les doet, wat je van hen verwacht op het gebied van zelfstudie en ICT, wordt echter in eerste instantie bepaald door de praktische mogelijkheden die de hogeschool jou en de studenten biedt. Wanneer je klaslokalen nog vrij 'primitief' zijn, of wanneer er geen computerlokalen vrij zijn, ... dan wordt het wel heel erg moeilijk om je lessen met Powerpoint te maken, cd-roms en internet te gebruiken, ... Bovendien kunnen we er voorlopig ook niet van uitgaan dat elke student thuis een multimediacomputer staan heeft, internetaansluiting incluis.
Bij ons is het op het moment zo : we hebben 2 computerklassen, een aantal klassen met een docentencomputer, 10 laptops en een aantal projectors. Dit alles was al een heel zware financiële dobber voor de hogeschool en nóg is het niet genoeg. Deze infrastructuur is immers zelden beschikbaar voor de kleuterafdeling. Anderzijds biedt de hogeschool wel vaak bijscholingsmogelijkheden op het vlak van nieuwe media aan. ICT is voor het hogeschoolbestuur dus een centraal aandachtspunt. Maar voorlopig : kleine, persoonlijke initiatieven.
ICT in de opleiding tot kleuteronderwijzer(es): meer dan Freddy Fish - S. Vanoosthuyze 1321
2 ICT in onze opleiding/afdeling
Dat ICT en nieuwe werkvormen hoog in het vaandel van onze hogeschool gedragen worden, blijkt onder andere uit de concrete invulling van de gemeenschappelijke stam.
Zo is er het vak Infokunde, waarvan Nieuwe Media een aparte module is. Deze module heeft slechts 6 contacturen, de rest van de tijd voor dit vak besteden de studenten aan een individuele taak. In die 6 uur komen aan bod :
Internet als informatiebron
Vooral : hoe kan ik snel en efficiënt de nodige info vinden ?, hoe weet ik of ik de gevonden informatie wel kan vertrouwen, hoe kan ik tekst, tekening, foto kopiëren en eventueel opslaan ?
Internet als communicatiemiddel
E-mailen : iedereen is verplicht een e-mailadres te nemen.
Educatieve software en de emancipatorische taak van een kleuteronderwijzer(es) op het vlak van ICT
Vooral : hoe kan ik het kaf van het koren scheiden ? wat zijn belangrijke evaluatiecriteria van cd-roms ?
Deze nieuwe mediavaardigheden moeten de studenten dan onmiddellijk aanwenden binnen het vak Maatschappelijke en Culturele Thema' s. Met dit vak proberen we de studenten ertoe te brengen oog te krijgen voor alles wat zich in de wereld afspeelt. Dit vak bestaat uit 4 modules en is opgevat als een probleemgestuurd vak. De studenten krijgen in de 4 modules (telkens 2 contacturen) een algemene inleiding en vervolgens kiezen ze zelf een vraagstuk, onderwerp dat ze willen onderzoeken.
Verder zijn er veel collega's (bv. wiskunde, godsdienst, pedagogie, ...) die voor hun vak en in hun les gebruik maken van internetsites en educatieve cd-roms.
Dit alles om aan te tonen dat ik in het 2de en vooral in het 3de jaar het een en het ander kan verwachten van de studenten wat ICT-gebruik en zelfstandig werken betreft.
3 Meerwaarde ICT en nieuwe, studentgerichte werkvormen in het vak Nederlands
Het gebruik van nieuwe informatiebronnen en zelfstandig werken nemen toe doorheen de 3 opleidingsjaren.
Kort overzicht :
1 LKO
Taalvaardigheid
Oefening en informatie rond spelling en formuleren a.h.v. niveau 2 van de Nedercomsoftware. Van dit programma bestaat een thuiswerkversie en een netwerkversie. Onze school koos voor de netwerkversie. De bedoeling is dat studenten op eigen tempo de oefeningen doorworstelen. Bij een fout krijgen ze gerichte feedback. Studenten die alle oefeningen afgewerkt hebben, krijgen een andere, meer functionele opdracht rond schriftelijke taalvaardigheid.
322 I ICT in de opleiding tot kleuteronderwijzer(es): meer dan Freddy Fish - S. Vanoosthuyze
Een aantal URL's rond taal, spelling en stijl (bv. Renia taaltips op http://www.renia.net) voor achtergrondinfo. Wanneer ik taalfouten opmerk in teksten van studenten, (bv. `moest' i.p.v. 'zou' ; als/dan ; ...) dan moeten 1 á 2 studenten zelf de uitleg omtrent die fout opzoeken. Ze doen dit op de site of in een taalhandboek. In de volgende les dienen zij de fout te verklaren aan de rest van de groep.
Vakdidactiek
De studenten moeten een beperkt aantal sites, met informatie rond de vakdidactische onderwerpen van het I ste opleidingsjaar, zelfstandig verkennen. Deze URL's vinden ze in hun cursus. Aangezien de studenten in het eerste jaar enkel een algemene mediatheekintroductie en een van mijn kant beknopte uitleg omtrent 'surfen' krijgen, wordt het 'verplichte' gebruik van internet uitgesteld tot in 2 LKO . Op het examen is het wel mogelijk dat ik naar hun internet-werk vraag.
De cd-rom EDUROM Taal : klanken en rijmen gebruik ik in de les om de studenten kennis te laten maken met kleutersoftware, maar ook als uitgangspunt voor het schrijven van raadselrijmpjes. Dit is immers 'leerstof' in het eerste semester.
Stages
Communicatie via e-mail voor vragen i.v.m. stageopdrachten. In het eerste jaar wordt dit echter weinig gebruikt.
2 LKO
Vanaf het tweede jaar verwacht ik meer ICT-initiatief, zeker nadat alle lessen van de module 'Nieuwe Media gegeven zijn. Het internet wordt vooral omwille van zijn informatie- en communicatiemogelijkheden gebruikt.
Vakdidactiek
De studenten dienen een aantal sites zelfstandig verkennen en en nu ook gebruiken (i.f.v. thesis, studies, stages). Mijn site is hierbij een mogelijk startpunt. Af en toe wordt in de les bij bezochte sites stilgestaan : welke sites zijn bruikbaar ? welke niet ? heb je nieuwe sites gevonden ?
Stages
Communicatie via e-mail voor vragen i.v.m. stageopdrachten. Aangezien ik in 2 LKO slechts 2 modules (poppenspel en spreek- en luisterspelletjes) geef, en dan nog geconcentreerd in het eerste semester, is het wel nodig dat studenten mij kunnen bereiken. De stageopdrachten lopen immers het ganse jaar.
Het voordeel van deze manier t.o.v. de permanentie is volgens mij tweeledig : ik hoef niet elke week x-aantal uur op school te zijn (waar je dan vaak geen studenten te zien krijgt) én de studenten moeten hun vraag schriftelijk formuleren. Ik heb al gemerkt dat de vragen die ik via e-mail krijg inhoudelijk doordachter zijn. Voorlopig maken studenten van deze mogelijkheid geen misbruik : waarschijnlijk is er nog steeds een drempel wanneer het om mailen naar je lector gaat.
ICT in de opleiding tot kleuteronderwijzer(es): meer dan Freddy Fish - S. Vanoosthuyze 1323
3 LKO
Net zoals in 2 LKO gebruiken de studenten het internet vooral omwille van zijn informatie- en communicatiemogelijkheden. Ikzelf maak in het 3de opleidingsjaar veel meer gebruik van internetsites en software voor de uitbouw van mijn lessen.
4 Enkele voorbeelden :
4.1 Het internet als informatiebron en leermiddel
De site http://www.geocities.com/Athens/Olympus/8191/sollicitatie.html gebruik ik als leidraad voor de module beroep (= sollicitatiebrief + c.v.). Dit is een heel praktisch opgebouwde en volledige site. Na elk informatieonderdeel vind je een concrete opdracht, bv. zoek een originele openingszin voor je sollicitatiebrief. De verschillende onderdelen van de site worden samen bekeken, maar de studenten krijgen voldoende tijd om de opdrachten individueel of per twee op te lossen. Praktisch betekent dit wel dat je over een computerlokaal moet beschikken : studenten zitten maximaal per 2 aan een computer te werken.
Het internet als bron van informatie voor de les/leerinhoud: bv. voor de module jeugdtheater. Dit is een vrij eenvoudig opleidingsonderdeel waarbij de studenten zelf verantwoordelijk zijn voor wat ze (bij)leren. Na een algemene inleiding op het jeugdtheater waarin we zoeken naar een omschrijving van wat jeugdtheater vandaag de dag inhoudt, gaan de studenten zelf aan de slag met een aantal artikels die ze van mij krijgen en 1 URL (zie persoonlijke site). De teksten en de internetopdracht worden verdeeld onder de verschillende groepen. De groep die op het internet informatie moet bijeensprokkelen, moet wel méér doen dan die ene site verkennen ; ze moeten nog bijkomende informatie opzoeken via een zoekmachine. Elke groep bestudeert dus een andere informatiebron. De bedoeling is dat ze een samenvatting van de tekst/ van de gevonden informatie maken, en in de les aan elkaar voorstellen. Die informatie is de leer- en examenstof.
4.2 Educatieve (kleuter)cd-roms
MILE Nederlands, deel 2 : interactieve cd-rom met internetleeromgeving (via Blackboard) waar studenten van deelnemende hogescholen, behalve bijkomende informatie, ook met elkaar kunnen communiceren. De cd-rom bevat een heleboel audiovisuele voorbeelden van kinderen (groep 1 tot en met 3) die met een of ander aspect van 'geletterdheid' bezig zijn. Daarnaast worden onduidelijke begrippen in een begrippenlijst verduidelijkt, vind je theoretische achtergrondinformatie over omgaan met verschillen bij beginnende geletterdheid en over interactief taalonderwijs. wordt belangrijke theoretische
Tussendoelen beginnende geletterdheid : cd-rom bij het gelijknamige boek, met nog meer, en naar mijn mening vaak bruikbaarder en gevarieerder, audiovisuele fragmenten dan op de MILE cd-rom. Net zoals bij de MILE cd-rom zie je kinderen aan het werk, krijg je uitleg bij de activiteiten, geven de kinderen commentaar op wat ze deden en kan je een begrippenlijst raadplegen. (De cd-rom bevat ook een werkplan voor mensen die reeds in
324 I ICT in de opleiding tot kleuteronderwijzer(es): meer dan Freddy Fish - S. Vanoosthuyze
de praktijk staan.) In tegenstelling tot de MILE cd-rom is er hier geen interactieve website aan verbonden ; wel een link naar het Expertisecentrum.
Deze 2 cd-roms worden telkens i.f.v. het werken rond ontluikende/beginnende geletterdheid gebruikt. Na een algemene inleiding op wat ontluikende geletterdheid nu precies betekent en nadat de studenten thuis een inleidend artikel lazen, worden de 'theorie' en `de praktijk' vooral uit enkele van de cd-romfragmenten afgeleid. Niet alle fragmenten komen in de les aan bod ; studenten die zich in dit onderdeel willen verdiepen, kunnen dit doen in het kader van hun portfolio.
4.3 Nieuwe werkvorm : portfolio
Dit is een persoonlijke verzamel- en werkboek van de student waarmee hij zijn groei en werk doorheen het jaar mee aantoont. De portfolio is dus een instrument voor zowel proces- als productbegeleiding (zie bijlage voor een voorbeeld).
De aanleiding om zo'n opdracht te geven was dat sommige studenten heel veel voor het vak Nederlands deden, andere minder of weinig. Ik zocht een manier om die eerste groep te belonen, zonder de andere noodzakelijk af te straffen. De opdrachten die ik vroeger doorheen het jaar gaf (lees-, studie-, observatie-, reflectie- en observatieopdrachten), bundelde ik nu in een portfolio. De studenten krijgen dus nog steeds deze opdrachten, maar ze bepalen nu zelf hoeveel tijd en werk ze erin steken, en wat ze mij willen laten zien. Naast mijn doelen (o.a. zelfstandig werken, reflecteren , zich bijscholen ; samenwerken ; overleggen ; informatie leren structureren, ...), moet iedereen ook een aantal persoonlijke doelen (m.b.t. het vak Nederlands) formuleren (bv. dit jaar wens ik wat meer aandacht aan mijn mondeling taalgebruik te besteden : mijn Vlaams-Brabantse klanken zoveel mogelijk wegwerken).
Een portfolio vraagt wel enige begeleiding van de lector : af en toe reserveer ik een contactuur om hen hun portfoliowerk met elkaar en met mij te laten bespreken. Aangezien deze werkvorm nieuw is voor de studenten, formuleer ik per cursusonderdeel wel steeds een aantal portfoliosuggesties. Hier komen ook weer de nieuwe media om de hoek kijken : studenten die willen kunnen de cd-roms die in de les gebruikt worden, integraal bekijken ; ze kunnen zelf bijkomende info op het net zoeken,...
5 Plannen
Dit schooljaar 1999-2000 is een proefjaar, maar ik heb nu al gemerkt dat studenten meer met het vak Nederlands bezig zijn ; ook meer betrokken. Waarschijnlijk omdat ze zoveel zelfstandigheid en vrijheid krijgen. In de toekomst willen we werken aan:
ICT-platform in de lerarenopleiding van de K.H.B.: net opgestart. Enkele doelstellingen : Overleg tussen individuele lectoren om dubbel werk te vermijden ;
Een educatieve hogeschoolsite
ICT in de opleiding tot kleuteronderwijzer(es): meer dan Freddy Fish - S. Vanoosthuyze 1325
Het gebruik van een digitale leeromgeving (Blackboard, bv. MILE 2 maakt daar gebruik van) of Cohesion/Imat-programma.
Algemeen gebruik van het evaluatiesoftwareprogramma PARC. (ontwikkeld in opdracht van de hogeschool).
Bibliografie
Expertisecentrum Nederlands (1999), MILE Nederlands, deel 2 – Omgaan met verschillen bij beginnende geletterdheid. Nijmegen : KUN/Expertisecentrum Nederlands. www.kun.nl/en en e-mailadres : expert.ned@ped.kun.nl
Expertisecentrum Nederlands (2000), Werken aan tussendoelen beginnende geletterdheid. Informatie, demonstratie en een werkplan voor leraren groep 1-3. Nijmegen : KUN/Expertisecentrum Nederlands.
www.kun.nl/en en e-mailadres : expert.ned@ped.kun.nl
Stuur, A., & E.J. Van Dorp (1999), EDUROM Taal – Klanken en rijmen. A.W. Bruna Multimedia. (ondertussen is er ook al : Luistervaardigheid en Vormen en Letters.) hup: // home.pi. bel- berndsil/
I.v.m. solliciteren: http://www.geocities.com/Athens/Olympus/8191/sollicitatie.html
Bijlage
Verkorte uitleg bij de portfolio voor 3 LKO (2000-2001).
Probleem: vorige jaren gaf ik studenten vaak een opdracht, die ze naar eigen inzicht, op een moment dat ze zelf kozen, moesten uitvoeren. Al gauw bleek dat enkelen dit getrouw deden, anderen niet. Evaluatie van dit werk werd bijgevolg nogal moeilijk. Toch wilde ik op de één of andere manier het werk van de mensen die het wél gedaan hadden valideren. Oplossing: portfolio.
De portfolio: wat uitleg
Omschrijving
Een persoonlijke werk- of verzamelmap die de persoonlijke prestaties, het eigen groeiproces en de eigen ervaringen van de student illustreert.
Een map m.a.w. waarmee je je eigen 'kennen, kunnen en zijn' aantoont.
En veel ruimer dan een verzameling kopieën, foto' s e.d., maar ook persoonlijke reflecties. Het is zowel een instrument voor begeleiding als voor evaluatie. Bij die evaluatie wordt zowel het product als het proces geëvalueerd.
Algemeen doel
Het uiteindelijke doel van een portfolio is het bevorderen van reflectie, en je eigen leerproces in handen leren nemen i.f.v. het 'levenslang leren'.
326 I ICT in de opleiding tot kleuteronderwijzer(es): meer dan Freddy Fish - S. Vanoosthuyze
Specifieke doelen portfolio Nederlands
Lector
Reflectievaardigheden
Je eigen leerproces in handen nemen en waar nodig zelfstandig bijsturen en zelfwerkzaamheid
Communicatie- en sociale vaardigheden
Eigen doelen
Wat wil je zelf, in de loop van dit academiejaar bereiken, op inhoudelijk, communicatief-sociaal en pedagogisch vlak? Noteer je doelen hier. Bespreek ze met de lector.
Inhoud: 4 grote onderdelen
Artifacten, d.w.z. activiteitenvoorbereidingen, uitgewerkte projecten, materiaal dat je voor een bepaalde activiteit maakt, ...
Reproducties, d.w.z. zaken die je tijdens je lesgeven normaal gezien niet vastlegt, maar dit nu wél doet, speciaal i.f.v. je portfolio, b.v. foto' s, video- of audio-opname, ... Producties, d.w.z. zaken die je speciaal voor je portfolio maakt. Dit slaat vooral op je reflecties n.a.v. opdrachten, n.a.v. stages, ... Je beschikt hiervoor over een standaardformulier en het HOREB observatie-instrument.
Getuigenissen, d.w.z. verbale commentaar van je stagementor, van je medestudenten, van een lector die op stagebezoek kwam.
Begeleiding Door de lector
Door je medestudenten
Evaluatie
Tussendoor en vrijblijvend (zie opmerkingen onder begeleiding) door lector en medestudenten
Eindevaluatie door lector en door jezelf: vóór de paasvakantie dien je je portfolio in; dit geeft de lector de kans je werk grondig te bekijken.
Op het examen is er tijd voorzien om je werk mondeling toe te lichten. Het cijfer op /20 = het resultaat van je werk en je mondelinge toelichting ervan.
De criteria voor deze eindevaluatie vind je onder: 'doelen lector'
ICT in de opleiding tot kleuteronderwijzer(es): meer dan Freddy Fish - S. Vanoosthuyze 1327