Filosoferen met kinderen

Richard Anthone  ·  14de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2000  ·  pagina 331 - 335

FILOSOFEREN MET KINDEREN Richard Anthone

Inleiding

Filosoferen is in de eerste plaats een activiteit. Een speelse activiteit waarbij geen rare vragen uit de weg worden gegaan. Het is een gespreksvorm waarbij gedachten uitgewisseld worden over filosofische thema's. Die thema's zijn haast per definitie van universele aard; bijvoorbeeld epistemologie (kennisleer), esthetica (kunst), ethica (moraal), logica, taalfilosofie enz. Dergelijke thema's blijken voor kinderen brandend actueel te zijn. 'Wat is echt en wanneer is iets echt?' is een epistemologisch thema dat, zoals ook blijkt uit de geschiedenis van de filosofie, steeds de nodige kopbrekens heeft opgeleverd. Het is een kwestie die nooit een afdoend en definitief antwoord oplevert en die ons toch voortdurend parten speelt. Volwassenen hebben daar, bewust of onbewust, één of ander voorlopig antwoord op gevonden. Maar wanneer een gesprek bij een dergelijk thema belandt, blijken ook bij hen twijfels te bestaan.

"Filosofie is de wetenschap van de vage begrippen," zegt Leo Apostel. Maar als we goed kijken dan hanteren we dagelijks een heleboel vage begrippen. Sterker, we zouden niet goed kunnen functioneren zonder die begrippen. Voorbeelden daarvan zijn legio: toeval, geluk, lot, tijd, namen (hebben alle dingen een naam?), denken enz.

Van zodra kinderen kunnen praten worden ze niet alleen geconfronteerd met begrippen die naar concrete dingen verwijzen, maar ook met meer abstracte of vage begrippen. Ze ontwikkelen een intuïtief begrijpen dat regelmatig bijgestuurd wordt naarmate ze die begrippen gaan gebruiken. Maar wat betekenen die voor hen? Op basis van welke criteria gebruiken ze die begrippen? Wat stellen ze zich daarbij voor?

Toch lijken ze gretig te reageren wanneer er uitgebreid wordt ingegaan op het exploreren van dergelijke 'vage' begrippen. Tevens blijkt dat dit essentieel is wanneer het gaat om het proces van wereldoriëntatie en wereldbeeldvorming.

Het is een boutade om te zeggen dat filosofie begint bij de verwondering, bij het zich-afvragen. Zo stellen kleuters enthousiast vragen, niet alleen om hun verwondering uit te drukken, maar vooral omdat het hen helpt zich te kunnen oriënteren in een enorm complexe wereld. Deze verwondering en gerichte nieuwsgierigheid verminderen naarmate ze ouder worden omdat er later nauwelijks tijd en ruimte gevonden wordt om daarop in te kunnen gaan. Nochtans blijkt dat ook jongeren, wanneer hen de kans tot filosoferen wordt gegeven, er dankbaar gebruik van maken om met elkaar van gedachten te kunnen wisselen, om samen op conceptuele ontdekkingsreizen te maken.

Filosoferen in de klas biedt gewoon de gelegenheid om samen te praten en na te denken. Het is een scheppen van een forum waar allerlei vragen aan bod kunnen komen. Vragen waarbij de leerkracht op hetzelfde niveau als de kinderen en jongeren komt te staan. Een gelijkwaardig niveau laat daarom een betere communicatie toe. Niet zelden blijkt filoso-

Filosoferen met kinderen - Richard Anthone 1331

feren, als activiteit, de communicatiekloof tussen kinderen en jongeren enerzijds en volwassenen anderzijds te doorbreken

1 Waarom filosofeert men?

Filosoferen is niet louter het houden van leuke gesprekken. Het is weliswaar een denk en een praat-activiteit rond universele thema's, maar tevens een activiteit waarbij een aantal belangrijke vaardigheden worden aangescherpt.

Er wordt in groep nagedacht en telkens wanneer er beweringen worden geuit wordt die persoon uitgenodigd tot het geven van redenen voor zijn of haar uitspraak. De vraag `waarom' wordt dan ook vaak gesteld, maar ook andere zoals: 'Kun je een voorbeeld geven?', 'Kan iemand uitleggen?', 'Wie vindt dat?', 'Wat kun je daaruit afleiden?' enz. Die nadruk op redelijkheid is essentieel omdat ze uitdrukkelijk deel uitmaakt van het opvoedingsproces. Kinderen en jongeren worden niet alleen uitgenodigd om na te denken, maar vooral om goed en zelfitandi g te leren nadenken. En dit wordt bereikt door het tegelijkertijd stimuleren van een aantal basis-vaardigheden tijdens het filosoferen.

  • Het stellen van vragen en het leren formuleren van gedachten.

  • Het argumenteren; opbouwen van goede argumentatie-strategieën, die logisch, relevant, consistent en bewust zijn.

Het verhelderen van concepten. Leren van het leggen van verbanden, het maken van onderscheidingen en vergelijkingen.

  • Het generaliseren, analyseren en abstraheren.

Het analyseren van veronderstellingen, aannames en vooronderstellingen.

  • Het ontwikkelen van alternatieve gezichtspunten; stimuleren van kritische en creatieve vaardigheden.

Er wordt ook geleerd in groep te discussiëren. Zo wordt de nadruk gelegd op gespreksdiscipline, het naar elkaar luisteren en het om beurt praten. Dit is op zich niets nieuws. Er moet respect bestaan voor wat er gezegd wordt. Elke gedachte die geuit wordt is weliswaar vatbaar voor kritiek en voor exploratie maar nooit de persoon zelf die ze geuit heeft. Discussies mogen nooit de vorm van een polemiek of een door-elkaar gepraat krijgen. Elk lid van de praat-gemeenschap moet de gelegenheid hebben standpunten in te nemen, argumenten te formuleren, maar ook die standpunten te herzien als de argumenten van de anderen overtuigender zijn. Dit bevordert ook het zelf-correctief gedrag.

Wezenlijk is ook dat daarbij een verhoging van een gevoel van zelf-waardering bij kinderen en jongeren wordt bewerkstelligd. Het ontdekken van de eigen gedachten wereld, het besef van het kunnen voortbrengen van eigen gedachten, de vaststelling dat er naar hem of haar geluisterd wordt heeft niet zelden een vergroting van het zelf-waardegevoel tot gevolg.

2 Wat vinden de leerkrachten van filosoferen?

Sedert 1994 wordt er ook gefilosofeerd in verschillende kleuter- en lagere scholen in Vlaanderen. Die scholen behoren tot de verschillende netten (meer info kan daarover verstrekt worden). Ook zijn er leerkrachten in het secundair (van alle onderwijstypes) die regelmatig filosoferen. Met een frequentie van 1 keer per week worden er sessies gehou-

332 1 Filosoferen met kinderen - Richard Anthone

den die in duurtijd varieerden van 15 minuten tot één lesuur. Als materiaal wordt in hoofdzaak de SLO-map "Filosoferen in de basisschool gebruikt" alsook sommige prentenboeken en de verhalen van Matthew Lipman.

Regelmatig worden er evaluatie bijeenkomsten gehouden. Verschillende sessies werden gefilmd en besproken.

De algemene indruk die door leerkrachten verwoord wordt is als volgt:

De kinderen zijn verbaal merkbaar sterker geworden, ze drukken hun gedachten beter en nauwkeuriger uit. Ze kunnen beter redenen opgeven voor hun handelingen. De gesprekken verlopen gedisciplineerder. Er wordt naar elkaar geluisterd. Er wordt tegen elkaar gepraat. Er wordt van mening verschild zonder dat dit tot wrevel en onenigheid leidt Er zijn duidelijk minder conflicten en er is een verhoogde interesse merkbaar voor andere `moeilijke' vakken zoals wiskunde en wetenschappen.

Velen stellen ook vast dat er sindsdien korte spontane filosofische discussies ontstaan. De kinderen en jongeren weten dat ze hun bedenkingen kwijt kunnen en dat die niet worden genegeerd. Er is een duidelijke sfeerverbetering in de klas. Filosoferen blijkt ook dikwijls gewoonweg 'leuk' te zijn.

Men merkt op dat hun eigen manier van omgaan met de kinderen is veranderd. Ze luisteren beter en aandachtiger. Ze gaan nu in op opmerkingen die ze vroeger zouden hebben geklasseerd als 'een leuke opmerking' zonder meer.

Ook ouders merken een evolutie. Verschillende ouders verklaarden dat hun kinderen meer vragen stelden dan vroeger en ook langer bleven stilstaan bij een heleboel dingen en dat ze ook duidelijker en helderder redeneerden.

Leerkrachten vinden het meestal een geslaagd experiment, zijn enthousiast en gaan door op de ingeslagen weg.

4 Wat houdt filosoferen in?

Filosoferen houdt essentieel de combinatie van drie dingen in: de houding, de methode en de inhoud.

De houding is afgeleid van de Socratische houding die vooral gekenmerkt wordt door zijn woorden: "Ik weet dat ik niets weet". Zonder daar zeer diep op in te gaan (Mortier & Anthone 1997), kan het hier volstaan met te zeggen dat deze houding gekenmerkt wordt door het zich stelselmatig onthouden van de eigen mening. Dit laat toe een 'vragende' houding aan te nemen. Men is dan geen 'leraar' meer, maar iemand die vanuit zijn nieuwsgierigheid en leergierigheid vragen stelt over wat de ander denkt.

De methode houdt een specifieke vraagtechniek in. Deze techniek staat te boek als de Socratische bevallings- of vroedvrouwentechniek. De ondervrager helpt bij het 'geboren' worden van inzichten en ideeën. Wezenlijk daarbij is dat die methode inhoudt dat er telkens een overgang moet gerealiseerd worden van het particuliere naar het algemene, van het concrete naar het abstracte. Als het ware moet het gesprek zodanig, door middel van vragen, gestuurd worden dat dit het niveau van het concrete overstijgt, dat er een beschouwend meta-niveau bereikt wordt. Een voorbeeld illustreert dit beter.

In het kader van een pedagogische actie met als thema "Pesten op school" werd er een gesprek met kinderen georganiseerd. De kinderen werd gevraagd wat zij over pesten dachten. Alle kinderen citeerden voorbeelden, maar het gesprek verliep al vlug vast omdat sommige kinderen niet wilden of niet durfden en omdat de voorbeelden te confronterend waren. Dit is wat men de

Filosoferen met kinderen - Richard Anthone 1333

Murris, Karin (1992), Teaching philosophy with Picture books. London: Infonet Publications.

Nagel, Thomas (1994), Wat betekent het allemaal. Amsterdam: Bert Bakker. Rondhuis, Thecla (1994), Filosoferen met kinderen. Rotterdam: Lemniscaat.

Pritchard, Michael S. (1985), Philosophical Adventures with Children. Berkeley: University Press of America.

Sprod, Tim (1993), Books into Ideas. A community of Inquiry. Australia: Hawker Brownlon Education.

van der Leeuw, Karel (1991), Filosoferen is een soort wereldverkenning.Tilburg: Zwijsen.

Internetadressen

Een goede linkpage vinden jullie op: http://users.skynet.be/Zenosite

Verdere info bij:

Zeno - centrum voor praktische filosofie vzw Lange Kongostraat 54

B-2060 Antwerpen

Tel/fax: +32 3 236 31 83

e-mail zeno.vzw@skynet.be

Filosoferen met kinderen - Richard Anthone 335

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
Belgiƫ
onderwijstype
basisonderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

14de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2000