Chris Van Vliet · 12de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1998 · pagina 436 - 443
LEERACHTERSTANDEN EN LEERSTOORNISSEN
BIJ SPELLEN (EN LEZEN)
Enkele modellen voor
remediale hulp in het secundair onderwijs
Chris Van Vliet
In deze bijdrage worden enkele theoretische inzichten en praktische modellen gepresenteerd die hun nut bewezen hebben bij het concreet opzetten van een screening voor spelling (begrijpend/technisch lezen) in de eerste graad van het secundair onderwijs. Verschillende scholen, zowel algemeen-vormende als technische, geven momenteel zo gestalte aan hun remediale hulp.
1 SCREENING SPELLING NEDERLANDS: OPZET
Een slechte spelling leidt in Vlaanderen nog sterk tot maatschappelijke veroordeling en wordt gerelateerd aan geringe intelligentie, slordigheid en luiheid, wat tot frustraties, vermijdingsgedrag en minderwaardigheidsgevoelens leidt bij zwakke spellers. Veel leerlingen die problemen hebben met de spelling van het Nederlands, hebben die problemen ook bij de spelling van vreemde talen. Dat levert bij elkaar zoveel onvoldoendes op dat overzitten of heroriëntering plaatsvindt. Dit leidt tot demotivatie en een negatief zelfbeeld. Correct spellen speelt dan als selectiecriterium mee (Henneman 1994).
Screening voor spelling (en lezen) beoogt bij instromende leerlingen op systematische wijze leerachterstanden en leerstoornissen voor Nederlands (eerste taal) op te sporen met het oog op individuele remediëring binnen of buiten de school en remediëring tijdens de reguliere lessen. Foutenanalyse en diagnose van de deficits geeft inzicht in de gehanteerde spellingstrategieën en biedt nuttige informatie zowel voor de gedifferentieerde aanpak van de reguliere spellingles als voor de remediale hulp. Remediale hulp krijgt zo een plaats binnen het taalbeleid dat een school voert.
Omdat spellen een basale vaardigheld is (zie ook de schriftelijke evaluaties voor de meeste vakken - ook binnen de vaardigheden moet de spelling in functionele oefeningen correct toegepast worden) lijkt het aangewezen daarvoor in het eerste jaar te screenen en te remediëren. Op latere leeftijd vallen meer weerstanden te overwinnen (begeleidingsmoeheid, demotivatie, weinig ruimte voor basale vaardigheden, enz.) Door in het eerste jaar te screenen en te remediëren anticipeert men op spellingmoeilijkheden bij moderne vreemde talen vanaf het tweede jaar. Een aanpak gericht op het beheersen van het spellingsysteem in het Nederlands staat ten dienste van de wijze waarop de spelling in de vreemde taal aangeleerd wordt.
LEERACHTERSTANDEN EN LEERSTOORNISSEN BIJ SPELLEN (EN LEZEN) 437
Op 12-jarige leeftijd zijn leerlingen zich meestal bewust van hun spellingprobleem en willen ze er gericht aan werken. Ze zijn al in staat hun eigen fouten op te sporen en te ordenen. Op die leeftijd is er openheid voor het aanleren van verschillende aanpakstrategieën en voor de reflectie daarop. Een betere spellingvaardigheid (en minder schrijfangst) komt de andere vakken waarbij geschreven moet worden (zaakvakken) ten goede. De leerling zal minder opzien tegen het maken van een werkstuk.
Hoewel begrijpend lezen ook een zeer basale vaardigheid is (snel en efficiënt grote tekstgehelen doornemen, goed kunnen analyseren en structureren van gegevens), lijkt de ontvankelijkheid voor de remediëring hiervan groter in het tweede jaar. De spellingtaak leent zich beter dan de leestaak voor het aan het licht brengen van processen (Kleijnen 1997).
2 SCREENING EN REMEDIËRING IN EEN RUIMERE CONTEXT
2.1 Remediale hulp binnen zorgbreedte
Screening en remediëring voor spelling Nederlands horen thuis binnen het domein van de remediale hulp, dat samen met socio-emotionele begeleiding en studie- en beroepskeuzebegeleiding de drie pijlers van de zorgbreedte in de school vormt. In tabel 1 worden enkele termen hieromtrent uitgeklaard (Van Vugt 1998; zie ook de bijdrage van Van Vugt in deze bundel).
TABEL 1: Beschrijving en begeleiding van het probleem
ÃÂ
BESCHRIJVING VAN HET PROBLEEM |
BEGELEIDING VAN HET PROBLEEM |
LEERPROBLEEM: een tijdelijk onderpresteren |
huiswerkbegeleiding, opfriscursussen, re- |
van een bepaalde leerling omwille van externe |
teaching, inhaallessen, steunlessen, herhalings- |
problemen (scheiding, gebrek aan motivatie, gebruikte didactiek, enz.) |
lessen |
LEERACHTERSTAND: het tijdelijk achterop raken van een voorheen normaal presterende leerling omwille van medische of socio- economische factoren (ziekte, schoolverzuim) |
|
LEERSTOORNIS: blijvende, neuro-chemische of |
REMEDIËRING: specifieke begeleiding door aan- |
neuro-fysiologische stoornis (dyslexie, dysor- |
bieden van specifieke strategieën en het afbou- |
thografie, enz.) |
wen van inefficiënte strategieën |
438 Chris Van Vliet
2.2 Remediëringscyclus
Screening maakt deel uit van een cyclus:
2.3 Spellingstrategieën van de gevorderde speller
De instromende leerling in het secundair onderwijs heeft er al enkele jaren spellingonderwijs op zitten en kan beschouwd worden als een gevorderde speller. Binnen deze groep spoort de screening de zwakke spellers op in functie van remediëring. In de rechterkolom van tabel 2 worden enkele kenmerken van deze zwakke spellers weergegeven.
Screening via genormeerde tests:
-
spelling
-
begrijpend lezen
-
technisch lezen
y
signaleren individuele leerlingen
met spellingproblemen (leesproblemen)
foutenanalyse
•
vervolgonderzoek i.f.v. diagnose: analyse proces, deelvaardigheden en strategieën, taakspecifieke voorkennis, (eventueel intelligentieonderzoek, neuropsychologische functies,...)
schoolintern schoolextern
remediëren remediëren
(individueel/ (individueel) kleine groepjes)
informatie over klassituatie,
i.v.m. spelling (lezen), type fouten...
T
-
aanpassen methoden en didactiek
-
discordi (dispenserende, compenserende en stimulerende maatregelen die zwakke aspecten vermijden en sterke bevorderen)
LEERACHTERSTANDEN EN LEERSTOORNISSEN BIJ SPELLEN (EN LEZEN) 439
TABEL 2: Kenmerken van goede en zwakke spellers
ÃÂ
GOEDE SPELLER |
ZWAKKE SPELLER |
FONOLOGISCHE OF AUDITIEVE STRATEGIE: |
- moeizame integratie |
je schrijft wat je hoort |
– problemen met één of meerdere deelvaardig- |
- auditieve analyse (klanken/klankgroepen) |
heden |
– klank-tekenkoppeling |
|
– visuele discriminatie (letters) |
|
– auditieve discriminatie (klanken) |
|
– temporele orde waarneming |
|
REGELSTRATEGIE: |
- heeft expliciete uitleg nodig |
je past een regel toe |
– behoefte aan algoritmische aanpak |
– contextgevoelige regels (in een woord) analogie/gelijkvormigheid |
|
– syntagmatische regels |
|
WOORDBEELDSTRATEGIE/INPRENTINGSSTRATEGIE: schrijfwijze onthouden via geheugen |
- bouwt moeilijk woordbeeld op |
3 SCREENING EN REMEDIËRING IN DE KLASPRAKTIJK
Hierna volgt een beperkt concreet voorbeeld van organisatie en timing van screening en remediëring binnen een concrete school. Afhankelijk van de schoolcontext dienen zowel aanpak als timing aangepast te worden, ook in functie van de prioriteiten die een school zich stelt.
3.1 Afname en correctie
Een voorbeeld van mogelijke timing voor de screening van spelling vindt u in tabel 3. Mogelijke timing voor screening spelling
ÃÂ
|
BINNEN ÉÉN KLAS |
ALLE EERSTE JAREN |
EIND SEPTEMBER |
- afnemen genormeerd |
– afnemen genormeerd screenings- |
|
screeningsdictee door |
dictee in alle eerste jaren door de |
|
vakleerkracht Nederlands |
leerkracht Nederlands |
|
– correctie, punten en score |
– correctie, punten en score |
BEGIN OKTOBER |
- ev. vervolgdictee i.f.v. |
– ev. vervolgdictee i.f.v. deelvaardig- |
|
deelvaardigheden bij |
heden bij gesignaleerde leerlingen |
|
gesignaleerde leerlingen |
door bv. remedial teacher |
440 Chris Van Vliet
ÃÂ
|
BINNEN ÉÉN KLAS |
ALLE EERSTE JAREN |
IN DE LOOP |
- foutenanalyse en werkhypothese |
– foutenanalyse en werkhypothese |
VAN OKTOBER |
|
door remedial teacher |
BEGIN NOVEMBER |
- overleg met ouders, collega's, PMS, extern i.f.v. doorverwijzen |
– overleg met ouders, collega's, PMS, extern i.f.v. doorverwijzen |
|
en volgen binnen de school |
en volgen binnen de school |
|
|
– afspraken en routebepaling |
NOVEMBER/ |
- aanpassen methoden/didactiek |
– start remediëring in groepjes van 4 |
DECEMBER |
- discordi |
à 6 leerlingen (middagpauze, achtste lesuur, op woensdag- namiddag) of doorverwijzen |
JANUARI T.E.M. |
- aanpassen methoden/didactiek |
– uitvoeren begeleiding |
MAART |
- discordi |
|
|
– ev. i.f.v. externe begeleiding |
|
MAART |
- evaluatie |
– evaluatie |
|
– ev. contact met externe begeleiding |
– overleg met vakleraar, ouders, PMS |
APRIL T.E.M. MEI |
|
- vervolg remediëring en eindevaluatie |
3.2 Genormeerde tests en foutenanalyse
De screening wordt uitgevoerd met behulp van genormeerde tests, die aangeven welke leerlingen als zwakke of problematische spellers (lezers) beschouwd kunnen worden. Een foutenanalyse geeft aan welk type fouten een leerling maakt en wat mogelijke oorzaken kunnen zijn.
De volgende genormeerde tests, dle peilen naar de globale spellingvaardigheid, hebben hun bruikbaarheid in de praktijk bewezen:
zinnendictee: Vier scholieren (Kleynen 1992);
gatendictee: • Keukendeurkruk (Pype 1991);
• Auditief dictee (Hoefnagels 1990).
Na de correctie wordt op basis van het aantal gemaakte fouten een standaardscore toegekend, die de leerling situeert ten opzichte van een referentiegroep en als eerste indicatie dienst doet voor het opsporen van zwakke spellers (zie handleiding genormeerde tests). Daarna dient een foutenanalyse in beeld te brengen voor welke categorieën de betrokken leerling deficits vertoont, bijvoorbeeld met het linguïstisch classificatiesysteem van Horbach-Kleynen (1988). In tabel 4 vindt u een beknopt voorbeeld van een foutenanalyse voor een indivlduele leerling; in tabel 5 voor een volledige klasgroep.
LEERACHTERSTANDEN EN LEERSTOORNISSEN BIJ SPELLEN (EN LEZEN) 441
TABEL 4: Voorbeeld van een foutenanalyse voor een individuele leerling
ÃÂ
DICTEE: NAAM: KLASGROEP: FOUTENCLASSIFICATIE SPELLING | |||||||
CORRECTE WEERGAVE |
H |
ONGEMAR- KEERD |
CONTEXT |
MORFOLOGIE |
SYNTAXIS |
SEMANTIEK |
ETYMOLOGIE |
scholieren |
|
|
schoollieren |
|
|
|
|
gezamenlijke |
|
|
|
gezameluk |
|
|
gezameluk |
actie |
|
|
|
|
|
|
aktie |
|
TABEL 5: Voorbeeld van een foutenanalyse voor een klasgroep
ÃÂ
HOOFDCATEGORIE |
AANTAL |
GEMIDDELDE KLAS |
GEMIDDELDE STUDIERICHTING |
Ongemarkeerd |
39 |
11.27 |
9.32 |
Context |
7 |
3.47 |
2.95 |
Morfologie |
8 |
5.13 |
4.63 |
Syntaxis |
12 |
5.47 |
5.05 |
Semantiek |
1 |
0.60 |
0.63 |
Etymologie |
17 |
4.60 |
3.95 |
TOTAAL |
84 |
30.54 |
26.53 |
De bovenvermelde screeningsdictees peilen naar de algemene spellingvaardigheid. Om zicht te krijgen op deelvaardigheden bij het spellen, zoals de spelling van werkwoorden, dienen andere tests gebruikt te worden, bijvoorbeeld Spowerk (Vanderlocht 1998). Tabel 6 presenteert een beknopt voorbeeld.
TABEL 6: Voorbeeld van een foutenanalyse van de werkwoordsvormen (Spowerk)
ÃÂ
ANALYTISCH SCOREFORMULIER SPOWERK Naam: Voornaam: School: Klas: Nr. |
J-M | ||
Datum: |
|
/50 PC: |
Cat |
Tegenwoordige tijd /15 |
% |
10 %-grens: <7/15 |
|
1 Stam eindigt op d |
1 |
20 32 36 |
45 |
2 Stam eindigt niet op d of t |
6 |
19 22 28 |
30 |
3 `.1e' komt na de pv |
3 |
15 46 |
|
4 'Je' is niet het onderwerp |
9 |
37 |
|
|
|
|
|
442 Chris Van Vliet
Dit formulier laat toe per leerling gedetailleerd in kaart te brengen welke onderdelen sterk scoren en welke zwak. De begeleiding kan hier rekening mee houden. Op grond van foutenanalyse en standaardscore kunnen beslissingen genomen worden, bijvoorbeeld:
-
De spelling wordt in voldoende mate beheerst. Er is geen extra hulp noodzakelijk.
-
Een leerling maakt veel fouten. Op grond van de gegevens is duidelijk welk type fouten een leerling maakt. De leerling is bijvoorbeeld bepaalde spellingregels kwijt. Hij krijgt aangepaste oefenstof.
-
De leerling beheerst de spelling onvoldoende. Nog niet duidelijk is de aard en omvang van het probleem. Er komt verdere diagnose of een verwijzing naar externe hulp.
3.3 Aangepaste methodes en didactiek tijdens de reguliere lessen
Hierbij enkele suggesties uit de praktijk om binnen de reguliere les spellingzwakke leerlingen ondersteuning te bieden:
-
De leerlingen in hun schrijfproducten woorden en delen van woorden laten onderstrepen waarbij ze twijfelen aan de correcte spellingwijze. De leerlingen per twee of per vier laten uitwisselen over de correcte schrijfwijze. Leerlingen laten expliciteren waarom ze tot een bepaalde schrijfwijze besloten hebben.
-
Bij de verbetering van spellingfouten in schrijfproducten noteren de leerlingen de woorden op een steekkaart bij de juiste rubriek: luisterwoord, regelwoord of inprentwoord. De leerlingen onderstrepen de woorddelen waarin ze een fout maakten.
-
De leerlingen controleren de notities voor bepaalde vakken (geschiedenis, biologie, enz.) op spellingfouten, samen met een ouder, een leerkracht, een leerling uit een hoger jaar, en rubriceren de woorden waarin spellingfouten voorkomen op steekkaarten.
-
Geregeld bereiden de leerlingen dictees voor met behulp van de woorden die voorkomen op hun steekkaarten. Woorden met hardnekkige fouten kunnen in klassen met jongere leerlingen ingeoefend worden met de zogenaamde handcomputer.
-
Woorden met dezelfde klank-tekenkoppeling laten rubriceren.
-
Waar mogelijk gebruik maken van algoritmische schema's. De schema's laten noteren op steekkaarten, die in een eerste fase gebruikt mogen worden bij het maken van oefeningen en eventueel ook bij andere vakken.
Leerlingen zijn gebaat bij het aanleren van manieren om hun schrijfwerk te corrigeren:
-
hardop lezen en je afvragen of de zin loopt;
-
de klanken van een woord apart uitspreken en kijken of er voor alle klanken een letter staat;
-
een woord in stukken verdelen en kijken of er regels van toepassing zijn;
-
nagaan of er in een woord klanken zitten die je met verschillende letters kan weergeven; beide vormen opschrijven en kijken welke het bekendste voorkomt;
-
de opbouw- en slooptechniek.
LEERACHTERSTANDEN EN LEERSTOORNISSEN BIJ SPELLEN (EN LEZEN) 443
-
Opdrachten verdelen in deelopdrachten en vooraleer te oefenen eerst de regels oproepen of neerschrijven.
-
De leerlingen technieken meegeven om woordjes aan te leren: woordjes op kaartjes zetten, op een cassette, kijken en luisteren, nazeggen, omdraaien, opschrijven.
-
Compenserende maatregelen: middelen geven die het spellen vergemakkelijken, werkwijzen aanleren die de hinder verminderen:
-
foutloze kopieën en oplossingen ter beschikking stellen;
-
steekkaarten met algoritmes laten gebruiken;
-
gebruik van woordenboek toestaan;
-
opdrachten (thuis) laten uitvoeren met tekstverwerker.
-
Dispenserende maatregelen: vrijstelling van een aantal onderdelen:
-
dictee telt niet (of beperkt) mee;
-
fouten in de spelling toegestaan bij andere vakken;
-
geen spellingoefeningen voor het bord.
-
Stimulerende maatregelen: de motivatie tot juist spellen verhogen:
-
spellingfouten in potlood onderstrepen, punten geven na correctie van de fout;
-
woorden niet veel laten herschrijven, wel reflecteren over de gemaakte fout.
LITERATUUR
Henneman, K.: Problemen van gevorderde spellers. Signalering, diagnostiek en begeleiding. Bussum: Coutinho, 1994.
Hoefnagel, M.: Dictees. Spelling-algemeen. In: Spel-Direkt. Spellingstest. Nijmegen: Berkhout, 1990.
Horbach-Kleijnen, R.: Hardnekkige spellingfouten. Een taalkundige analyse. Amsterdam: Swets & Zeitlinger, 1988.
Kleijnen, R.: Dictee 'Vier scholieren'. In: Hardnekkige spellingfouten. Een taalkundige analyse. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger, 1992.
Kleijnen, R.: Strategieën van zwakke lezers en spellers in het voortgezet onderwijs. Lisse: Swets & Zeitlinger, 1997.
Pype, A.J.C.: Dictee `Keukendeurkruk'. In: Woordbeeld, een hulpprogramma voor lezen en spellen in de brugklas. Onderzoekspakket Ons Middelbaar Onderwijs Tilburg. Culemborg: Educaboek, 1991.
Vanderlocht, M.: Spellingstoets over werkwoordsvormen. Spowerk. Leuven/Amersfoort: Acco, 1998.
Vugt, P. van: Inleiding tot bijzondere vormen van leer- en ander gedrag. Een handleiding voor leerkracht en school. Antwerpen: UIA-CBL, 1998.