Jeroen Devlieghere & Steven Vanhooren · 21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007 · pagina 200 - 207
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 1
Wie zoekt, die vindt; een rondleiding langs internetvoorzieningen voor het onderwijs Nederlands
Jeroen Devlieghere & Steven Vanhooren Nederlandse Taalunie, Den Haag jdevlieghere@taalunie.org
svanhooren@taalunie.org
Inleiding
Van wie naar de HSN-conferentie afzakt, mogen we veronderstellen dat hij op zoek is naar informatie over het onderwijs Nederlands. De concrete opzet van de conferentie, waarbij leraren, lerarenopleiders en onderwijskundigen hun praktijkervaringen en inzichten met elkaar delen, garandeert dan ook elk jaar opnieuw een waardevolle oogst aan lesideeën voor de onderwijspraktijk. Maar toch is een conferentie — hoe informatief en inspirerend ook - niet het belangrijkste kanaal voor wie zich professioneel met het onderwijs Nederlands bezighoudt.
Wat zijn de andere informatievoorzieningen dan voor het onderwijs Nederlands, en hoe is het daar eigenlijk mee gesteld? Die vragen worden in het eerste deel van de workshop verkend. Daarbij zoomen we vooral in op de mogelijkheden die het wereldwijde web biedt. Zo krijgen we een overzicht van de beperkingen, maar ook van de mogelijkheden van het internet.
In het tweede deel van de workshop zullen de deelnemers onder begeleiding van de workshopleiders op zoek gaan naar informatie over vakgerelateerde onderwerpen waar ze zelf belang in stellen. Daarbij is er ruimte voorzien om tips en ervaringen uit te wisselen. Zo verhogen ze al doende en in interactie met elkaar hun zoekvaardigheden.
Leesstrategieën. Een casestudy
Ter illustratie van de inhoud van de workshop, brengen we hieronder verslag uit van een concrete zoektocht op het web. We kijken daarbij vooral naar struikelblokken en problemen. In deze bijdrage presenteren we voorts een aantal mogelijke oplossingen en bruikbare voorzieningen. Tijdens de workshop worden deze verder uitgediept.
De zoektocht naar informatie die we hier willen beschrijven, vertrekt van volgende hypothetische situatie:
200
12. En verder nog...
Je bent een leerkracht Nederlands en maakt gebruik van een taalmethode die in grote mate steunt op leesstrategieën in de lessen begrijpend lezen. Maar je bent niet helemaal overtuigd van de positieve effecten. Je besluit om meer informatie in te winnen over leesstrategieën, en hun waarde voor het leesonderwijs.
Welke stappen kan je ondernemen om hier meer over te weten te komen? Een logisch vertrekpunt is het nalezen van de handleiding van de methode. Maar daar vind je vooral praktische uitleg over het hoe en wat van leesstrategieën, en blijft de vraag onbeantwoord waarom men moet kiezen voor strategieonderwijs.
Een mogelijke vervolgstap is raad vragen aan collega's, directie, onderwijsbegeleiders en - nascholers. Op basis van hun persoonlijke ervaringen en hun eigen achtergrondkennis kunnen ze je wellicht op weg helpen. Maar zij zullen niet altijd sluitende antwoorden kunnen geven. Bovendien rijst de vraag waar ze zelf hun kennis vandaan halen.
Vaktijdschriften zijn altijd al een belangrijke bron van informatie geweest. Maar wie zo uit het hoofd geen vindplaatsen van artikels over leesstrategieën kan opnoemen, heeft een probleem. Alle beschikbare vaktijdschriften één voor één doorbladeren is niet meteen een aantrekkelijk vooruitzicht. In zo'n situatie grijp je al snel naar het internet.
Goochelen met Google
Veel zoektochten op het internet beginnen bij zoekmachines. Laten we de populairste gebruiken: Google. Google geeft meer dan 600 resultaten voor de zoekterm leesstrategie', en zelfs 22000 voor de zoekterm `leesstrategieën'! Die veelheid aan informatie schrikt ondertussen niemand nog af. Meestal vind je wat je zoekt toch op de eerste resultatenpagina's. De overige resultaten herhalen de informatie die je al gevonden hebt of zijn naast de kwestie. Althans, daar gaat men toch vaak van uit.
Maar nadere inspectie van de gevonden resultaten voor leesstrategieën' leert dat dit in ons geval niet opgaat. De eerste honderd resultaten bevatten veel beschrijvingen van hoe leesstrategie onderwijs aangepakt kan worden, al dan niet met verwijzingen naar lesmateriaal. Daarbij is sprake van een wisselend aantal strategieën: soms drie, soms vijf, soms zelfs acht strategieën. Het grote aanbod aan strategieën en materialen doet de vraag rijzen welke het meest rendabel zijn. Of werken ze misschien allemaal even goed? Voorlopig meer vragen dan antwoorden dus.
Hier en daar brengt Google je ook bij beschrijvingen van onderzoek naar leesstrategieën. Zo vinden we onder andere een samenvatting van een rapport van de Citogroep, dat een onderzoek over leesstrategieën beschrijft, uitgevoerd in het kader van de Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau (PPON). Daarin staat onder andere:
201
E
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
... Uit de gevonden samenhang kan echter niet zonder meer geconcludeerd worden dat onderwijs in leesstrategieën een faciliterend effect heeft op het kunnen begrijpen en interpreteren van teksten of omgekeerd. (Moelands et al., 2007: 6)
Uit deze samenvatting blijkt alvast niet dat het onderwijs in leesstrategieën betere lezers maakt van leerlingen. Bovendien worden verder geen uitspraken gedaan over welke aanpak de voorkeur verdient.
Pas vele tientallen plaatsen lager in de Google-resultatenset komen we een link tegen naar het volledige onderzoeksrapport van de Citogroep. Dat geeft meteen aan dat Google de resultaten niet altijd even logisch ordent. Ook de andere resultaten wijzen erop dat een hoge Google-score geen garantie is voor relevantie en kwaliteit. Nochtans blijkt uit onderzoek dat internetgebruikers blindelings vertrouwen wat Google hen presenteert en ervan overtuigd zijn dat hoe hoger een item in de resultatenlijst verschijnt, hoe relevanter en kwaliteitsvoller de inhoud is (Pan et al., 2007).
Maar laten we terugkeren naar het Citogroep rapport. In de conclusies van de volledige tekst duikt een niet onbelangrijk nieuw element op, dat in de samenvatting weggelaten was:
"(Wat betreft de leesprestaties van de leerlingen werden er) geen verschillen van betekenis gevonden tussen een zestal methoden voor begrijpend lezen." (Moelands et al., 2007: 5)
Zo ver zijn we dus al: het is niet onomstotelijk bewezen dat leesstrategie onderwijs een positief effect heeft op leesvaardigheid. En als er wel een effect is, dan maakt de concrete aanpak blijkbaar niet veel uit: men vindt immers geen verband tussen de methode voor begrijpend lezen die gebruikt wordt en de leesprestaties van leerlingen.
Naast het Cito-rapport, wordt ook veel verwezen naar het doctoraatsonderzoek van Bimmel (1999). De conclusie van dit onderzoek luidt op Nieuwsbank.nl:
"Leesstrategie training kan een substantiële verbetering bewerkstelligen van de vaardigheid van leerlingen uit het voortgezet onderwij0073 in het begrijpend lezen in de moedertaal (Nederlands), mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan." (Bimmel, 1999, online op:
http://www.nieuwsbank.nl/inp/1999/03/0319F019.htm)
En dan volgt een hele lijst met voorwaarden. Onze voorlopige conclusie moet dus bijgesteld worden: onderwijs in leesstrategieën werkt wel degelijk, maar alleen in welbepaalde omstandigheden. De concrete aanpak is blijkbaar wél belangrijk. Wie heeft nu gelijk?
202
12. En verder nog...
De eerste honderd Google-resultaten doen uitschijnen dat dit de enige onderzoeken zijn naar leesstrategieën in het Nederlandse taalgebied. Pas op de honderdeneerste plaats – dus ver buiten het bereik van de gemiddelde internetgebruiker – duikt een pagina op over een themanummer van Pedagogische Studiën over begrijpend lezen, waarin nog relevante onderzoeken vermeld worden. (Tot hiertoe waren tijdschriften trouwens vrijwel afwezig in de Google-resultaten; enige uitzondering zijn twee samenvattingen van tijdschriftartikelen op de website van de Nederlandse Taalunie.)
Deze nieuwe onderzoeken lijken de eerdere conclusies te ondersteunen. Uitzondering hierop vormt de bijdrage van Van Keer & Verhaeghe (2003) die weer twijfel zaait:
In tegenstelling tot wat werd verwacht, bleek voor het tweede leerjaar expliciete strategie-instructie niet steeds tot verbeterde leesprestaties te leiden; enkel in combinatie met 'cross age peer tutoring' was dat het geval. (...) Opvallend genoeg kon bij het vijfdeleerjaar evenwel geen effect op het gebruik van leesstrategieën vastgesteld worden. (Van Keer & Verhaeghe, 2003 : 92)
Hier luidt het dat leesstrategieën niet altijd werken, en dat 'peer tutoring' een rol speelt met betrekking tot de efficiëntie; iets waar in geen enkel ander artikel over gesproken wordt.
Is er leven buiten Google?
Voorlopige conclusie op basis van ruim honderd Google-resultaten: onderzoekers sporen aan tot de nodige voorzichtigheid met betrekking tot leesstrategie onderwijs; materiaal ontwikkelaars zijn duidelijk zekerder van hun stuk.
Het zou echter een grote fout zijn te denken dat alle relevante bronnen nu aan bod gekomen zijn. Heel wat belangrijke informatie verdwijnt vaak onder de radar van Google. Neem bijvoorbeeld de volgende twee omvangrijke databanken die (ook) het onderwijs Nederlands bestrijken:
-
de Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap (BNTL) Deze databank bevat beschrijvingen van boeken, artikelen uit tijdschriften en boeken, online en offline elektronisch materiaal op het gebied van de Nederlandse en Friese taal- en letterkunde. Een vrije zoekopdracht op leesstrategie(ën)' levert tientallen treffers op. Helaas moet je het stellen met de titelbeschrijving, ook een samenvatting wordt niet gegeven. Om hier iets mee te kunnen, moet je met je lijstje zoekresultaten naar een gespecialiseerde bibliotheek te stappen.
-
de Nederlandse Onderzoek Databank (NOD)
Dit is een openbare online databank die onderzoek toegankelijk en zichtbaar wil maken voor diverse doelgroepen gaande van wetenschappers tot het brede
203
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
publiek. Maar niet alleen is de oogst bij het zoeken op leesstrategie(ën)' met slechts één enkele treffer erg mager, de databank rapporteert vreemd genoeg alleen maar over het onderzoeksopzet, niet over de onderzoeksresultaten! Deze website is derhalve nog minder bruikbaar voor onze doeleinden dan de BNTL.
Misschien nog niet zo gek dus dat Google deze databanken links laat liggen. Zijn er dan geen websites die niet alleen verwijzingen bevatten, maar ook bruikbare informatie over leesstrategie onderwijs? Een goede kandidaat is Wikipedia, een online encyclopedie met meer dan 350.000 Nederlandstalige artikelen en vele tienduizenden gebruikers per dag. Maar het woord leesstrategie(ën)' komt in Wikipedia alleen voor in een artikel over 'aanvankelijk lezen en spellen', dat niet ingaat op begrijpend lezen. Jammer, want Wikipedia biedt vaak goed doortimmerde teksten over moeilijke onderwerpen en linkt bezoekers steevast door naar gerelateerde onderwerpen binnen Wikipedia en naar relevante externe websites.
En dan de onderwijssites
Er zijn echter ook websites die zich specifiek richten op het onderwijs. Misschien valt daar meer te rapen. Maar op de grootste portaalsite van Vlaanderen, Klascement, levert zoeken op leesstrategie(ën)' niets op.
Hetzelfde geldt voor de Nederlandse tegenhanger, de Vakcommunity Nederlands op Kennisnet. Het enige zoekresultaat is een online multiple choice-oefening over het gebruik van leesstrategieën. Dit leert ons dan nog weinig, want foute antwoorden worden niet van verdere toelichting voorzien. Dat lijkt trouwens een vast stramien op community websites die 'gemaakt zijn door en voor leerkrachten': er worden veel tips en materialen uitgewisseld, maar slechts zelden wordt er dieper op de zaken ingegaan.
Ook de algemene zoekrobot van Kennisnet, Davindi, brengt ons niet verder. Nochtans wordt de zoekmachine voorgesteld als een alternatief voor zoekrobots á la Google:
"[Davindi is] een zoekmachine speciaal voor het onderwijs. Davindi is geen gewone internet zoekmachine. Davindi zoekt zijn resultaten namelijk niet op het wereldwijde internet, maar binnen een speciale samengestelde, unieke onderwijscollectie. (...) De informatie die via Davindi te vinden is, is verzameld, op kwaliteit beoordeeld en gerubriceerd door leraren en medewerkers van de Bibliotheken."
Op het leermiddelenplein van SLO – ook speciaal gemaakt voor het onderwijs - hebben we meer succes. Deze website gaat enkel over leermiddelen, maar doet dat uitermate grondig: de zoekterm leerstrategie' levert met één druk op de knop enkele tien-
204
12. En verder nog...
tallen materialen op voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs - veel meer dan we via Google bovenhaalden. Het Leermiddelenplein is dus duidelijk wel een website met toegevoegde waarde.
We sluiten het rijtje af met het Taalunieversum, de website van de Nederlandse Taalunie, die eerder al in de Google-resultaten opdook met samenvattingen van tijdschriftartikelen. Een gerichte zoekopdracht op het Taalunieversum levert ons tien extra samenvattingen op. Geen slecht resultaat op zich, maar de samenvattingen bezorgen ons weinig extra informatie. Enkel bij de samenvatting van het artikel "Begrijpend Lezen. Leren lezen met leesstrategieën" van Filipiak worden we doorgelinkt naar het online archief van het tijdschrift JSW waar we de volledige tekst kunnen nalezen. Voor de overige artikels moeten we toch weer naar de bibliotheek.
Naast een archief met samenvattingen van tijdschriftbijdragen over onderwijs Nederlands, biedt het Taalunieversum ook samenvattingen van onderzoeken naar het onderwijs Nederlands. Van de 496 onderzoekspublicaties die handelen over leesonderwijs in het algemeen, gaan er tien specifiek over leesstrategieën. Deze samenvattingen bevatten wel duidelijke beschrijvingen van de uitkomsten en conclusies. En maar goed ook, want een uitgebreide speurtocht op het web levert slechts voor één onderzoek één volledige tekst op, in het Engels dan nog.
Buitenlandse bronnen
We hebben ons in de casestudy beperkt tot Nederlandstalige bronnen. Maar voor de vergelijking is het aardig om het toch even in het Engels te proberen. 'Reading strategies' levert in Google bijna een miljoen resultaten op - hier dreigt duidelijk information overload! Dan maar vlug overstappen naar meer gespecialiseerde bronnen, zoals ERIC, een databank gespecialiseerd in onderwijs. Deze levert nog meer dan 4000 resultaten op voor 'reading strategies', telkens voorzien van een uitgebreide samenvatting. Bovendien zijn voor 910 resultaten de volledige teksten beschikbaar. Wie zich echt wil verdiepen in een onderwerp, zal zich dus niet snel vervelen.
Conclusies
Hoewel deze verkenning zeker niet exhaustief was, menen we toch te mogen concluderen dat het wereldwijde web vooralsnog verre van optimaal functioneert als informatievoorziening voor het onderwijs Nederlands. We zetten de belangrijkste problemen op een rij:
1. Informatie over onderwijs Nederlands is versnipperd over talloze websites. Het kost daardoor veel moeite om een goed beeld te krijgen van onderwerpen die
205
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
nochtans wezenlijk zijn voor het onderwijs Nederlands. Het valt te bezien of veel mensen die inspanning kunnen of willen opbrengen.
-
Veel relevante informatie blijft verborgen voor wie louter op algemene zoekmachines vertrouwt. Wie een min of meer volledig plaatje wil, raadpleegt best ook een aantal gespecialiseerde bronnen. Maar in hoeverre is iedereen op de hoogte van de beperkingen van zoekmachines, en van het bestaan van alternatieven?
-
Niet alleen is informatie erg gefragmenteerd, de fragmenten zijn ook minder aan elkaar gekoppeld dan je zou kunnen verwachten op het internet. Als lezer word je maar zelden doorverwezen naar andere interessante sites over hetzelfde onderwerp, en word je er al helemaal nergens op attent gemaakt dat de informatie die je aangeboden krijgt in tegenspraak is met wat elders beweerd wordt. Wie toch op tegenspraak stuit, moet zelf maar uitzoeken welke argumenten de doorslag geven.
-
Veel relevante stukken zoals tijdschriftartikelen en onderzoeksverslagen bestaan enkel op papier, en zijn niet online beschikbaar. Zo dreigt een informatiekloof te ontstaan tussen wie wel en wie niet gemakkelijk toegang krijgt tot valliteratuur. Ter illustratie: van de 17 vaktijdschriften die meewerken aan de Taalunie tijdschriften attendering bieden er slechts vijf een online archief aan met volledige teksten.
Samengevat kan men stellen dat heel wat barrières verhinderen dat informatie over onderwijs Nederlands terechtkomt bij wie ernaar op zoek is, terwijl internetgebruikers zich daar in vele gevallen niet eens van bewust zijn en ten onrechte denken goed geïnformeerd te zijn. Om de spreekwoordelijke lawine aan informatie op het internet in goede banen te leiden, is er dus behoefte aan voorzieningen die onderwijsmensen in staat stellen om met een minimale inspanning een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van onderwijsgerelateerde onderwerpen.
Literatuur
1. Publicaties
Bimmel, P. (1999). Training en transfer van leesstrategieën. Training in de moedertaal en transfer naar een vreemde taal, een e ectenstudie bij leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Hertogenbosch: Malmberg.
Filipiak, P. (2005). "Begrijpen lezen; Leren Lezen met leesstrategieën". JSW. 89 (10). p. 12-15.
Moelands, E et al. (2007). "Balans over leesstrategieën in het primair onderwijs. Uitkomsten van de eerste peiling in 2005". PPON-reeks. 35. Online raadpleegbaar
206
12. En verder nog...
op: http://www.cito.nl/share/PPON/Cito_pponbalans_35.pdf
Pan, B et al. (2007). "In Google we trust: Users' Decisions on Rank, Position and
Relevance". Journal of Computer-Mediated Communication, 12 (3), p. 801-823.
Van Keer & Verhaeghe (2003). "Effecten van expliciete instructie in leesstrategieën en
peer tutoring op tweede en vijfdeklassers". Pedagogische Studiën. 80. p.92-109.
2. Websites en zoekmachines
Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap:
http://www.huygensinstituut.knaw.nl/cgi-bin/nph-bntl.pl
Davindi: http://davindi.kennisnet.nl
Eric: http://www.eric.ed.gov
Google: http://www.google.be
Klascement: http://www.klascement.net
Nederlandse Onderzoek Databank: http://www.onderzoekinformatie.nl/nl/oi/nod/ Nieuwsbank: http://www.nieuwsbank.nl
Taalunieversum: http://taalunieversum.org
Vakcommunity Nederlands: http://digischool.kennisnet.nl/community_ne Wikipedia: http://www.wikipedia.org
207 |