Annelies Riteco & Mariette van Dam · 22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008 · pagina 299 - 302
9. Taalgericht vakonderwijs
9. Van taalgericht naar taalrijk
De onderzoekers pleiten voor meer ‘taalrijk’ vakonderwijs. De betrokkenheid van leerkrachten bij de vormgeving van het taalbeleid is daarvoor echter essentieel. Die betrokkenheid moet ook veel verder gaan dan het oplijsten van taalproblemen. Leerkrachten dienen vanuit hun specifieke deskundigheid actief mee te denken over taalactieplannen en over de uitvoering daarvan. Dat moet dan wel gepaard gaan met een visieontwikkeling rond actieve taalverwerving en met actieonderzoek in het klaslokaal. Dat het laatste een succesvolle manier is om aan onderwijsvernieuwing te doen, bleek ook tijdens het onderzoek. Leerkrachten blijken heel veel kennis en inspiratie op te doen tijdens bijvoorbeeld ‘co-teaching’, collegiale lesobservaties en gezamenlijke experimenteerweken rond interactieve werkvormen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door Tineke Padmos (Steunpunt GOK en Centrum voor Taal en Onderwijs KU Leuven) in samenwerking met Wouter Van den Berge (Steunpunt GOK en Steunpunt Diversiteit en Leren UGent).
Ronde 4
Annelies Riteco & Mariëtte van Dam
Fontys Lerarenopleiding Tilburg / Hogeschool Utrecht, Lectoraat Lesgeven in de multiculturele school
Contact: Annelies.riteco@hu.nl
m. vandamhelmig@fontys.nl
Aandacht voor talige heterogeniteit in de 2e graads lerarenopleidingen
1. Aanpak LEONED
Regelmatig verschijnen verontrustende berichten in de media over de lage taalvaardigheid Nederlands van leerlingen in alle onderwijssectoren. Veel leerlingen verlaten de basisschool met onvoldoende lees- en schrijfvaardigheid en leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben steeds vaker problemen met lezen en schrijven. Ruim de helft van de mbo-leerlingen beschikt over onvoldoende taalvaardigheid Nederlands om een beroepsopleiding met succes te volgen en om naar behoren in de beroepspraktijk te functioneren. Ook studenten die een hbo-opleiding beginnen, beschikken hiervoor steeds vaker over onvoldoende taalkennis en taalvaardigheden. |
9 |
299
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Kortom: de kwaliteit van het Nederlandse taalonderwijs staat onder druk, terwijl docenten op alle niveaus in toenemende mate te maken hebben met grote verschillen in taalvaardigheid tussen leerlingen. Docenten van alle vakken staan voor een lastige taak. Meestal zijn ze zich hiervan wel bewust, maar ze voelen zich er vaak onvoldoende op voorbereid.
Deze situatie vormde de aanleiding voor de oprichting van LEONED, het Landelijk Expertisecentrum Opleidingen Nederlands en Diversiteit. Om alle lerarenopleidingen – dus zowel pabo’s, tweedegraads als eerstegraads opleidingen – een kwaliteitsimpuls te geven, besloot het Ministerie van Onderwijs een aantal regionale samenwerkingsverbanden en landelijke expertisecentra lerarenopleidingen in te stellen. LEONED is één van die landelijke expertisecentra.
LEONED is een samenwerkingsverband van het lectoraat Lesgeven in de Multiculturele School van de Hogeschool Utrecht, het Instituut voor Leraar en School van de Radboud Universiteit Nijmegen en het Expertisecentrum Nederlands, eveneens van de Radboud Universiteit Nijmegen.
LEONED wil leraren in het basisonderwijs, het voorgezet onderwijs en het beroepsonderwijs beter voorbereiden op het werk in talig heterogene groepen door de curricula van de lerarenopleidingen te verbeteren en de lerarenopleiders te coachen. Daarbij gaat het erom dat leraren leren observeren en analyseren welke verschillen in taalvaardigheid leerlingen meebrengen en dat ze leren hoe ze leerlijnen Nederlands die passen bij individuele behoeften kunnen opzetten en uitvoeren. Hierbij is niet alleen aandacht voor taallessen op zich (expliciet onderwijs Nederlands), maar ook voor het verweven van een taalontwikkelende didactiek in alle vak-/leergebieden en beroepsopleidingen (impliciet onderwijs Nederlands). Andere perspectieven die gehanteerd worden om studenten beter voor te bereiden op het werk in talig heterogene groepen zijn ‘interactie en feedback’ en ‘taalgericht vakonderwijs’. Speciale aandacht is er voor de professionele taalvaardigheid die studenten zelf nodig hebben om hun werk in de klas adequaat te kunnen uitvoeren. Zodoende valt ook taalbeleid in de lerarenopleiding onder het aandachtsveld van LEONED.
LEONED wil werken aan de kwaliteit van leraren via de volgende stappen:
-
expliciteren van docentcompetenties in talig heterogene klassen;
-
vaststellen van de kennis Nederlands en diversiteit voor leraren Nederlands en alle andere leraren;
-
samenstellen van een digitale gereedschapskist: materialen voor de lerarenopleiders, implementatiescenario’s en gebruikerservaringen;
-
bevorderen van de implementatie van de nieuwe materialen in opleidingscurricula.
300
9. Taalgericht vakonderwijs
Voor het realiseren van de doelstellingen van LEONED is het essentieel dat LEONED nauw samenwerkt met lerarenopleiders en leraren in het veld. Zo zijn er voor het ontwikkelen van de materialen voor de digitale gereedschapskist een zevental pilots uitgezet op verschillende opleidingen in het land: drie bij de pabo’s (Marnixacademie Utrecht, Saxion Hogeschool Deventer en Hogeschool Utrecht), twee bij de tweedegraads opleidingen (Hogeschool Utrecht en Fontys Lerarenopleiding Tilburg) en twee bij de eerstegraads opleidingen (Instituut voor Leraar en School Nijmegen).
2. Pilots tweedegraads opleidingen
In de presentatie worden materialen uit de pilots van het tweedegraadsgebied bij Fontys en de Hogeschool Utrecht gepresenteerd. In beide pilots worden handvatten aan opleiders aangereikt om hun studenten voor te bereiden op het werken in talig heterogene groepen. Zowel in Tilburg als in Utrecht is een werkgroep samengesteld die bestaat uit de lerarenopleider, een paar van zijn/haar studenten en een begeleider vanuit LEONED, die inhoudelijk deskundig is op het gebied van taalgericht vakonderwijs. In een kort begeleidingstraject hebben de leden van de werkgroep zich verdiept in de theorie en in de praktische toepassingen van taalgerichte vakdidactiek. Daarna werden video-opnames gemaakt van de vakinhoudelijke colleges van de lerarenopleider. Bij Fontys participeert een lerarenopleider ‘maatschappijleer’ en in Utrecht een opleider ‘biologie’. In deze vakinhoudelijke lessen wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan de rol van taal in het leren en onderwijzen van het vak.
De studenten die deelnemen aan de LEONED-pilot en de vakinhoudelijke lessen van de opleider volgen, hebben vervolgens zelf lesgegeven op hun stageschool. Zowel van de voorbereidingen op de lessen als van de lessen zelf zijn opnames gemaakt. Ten slotte zijn opnames gemaakt van de feedbackgesprekken met de opleiders en de studenten naar aanleiding van hun lessen. Bij de feedbackgesprekken met de opleiders wordt gereflecteerd op de wijze waarop aandacht is getoond voor de rol van taal bij het vak en op de voorbereiding van de studenten op de lespraktijk (waarin ook aandacht aan de rol van taal in leren en onderwijzen gegeven moet worden). Bij de feedbackgesprekken met de studenten wordt ook gereflecteerd op de aandacht die de rol van taal heeft gekregen tijdens hun lessen. Ook wordt besproken of de voorbereidingen op deze lessen voldoende houvast hebben gegeven om hun lessen taalgericht in te richten. Er wordt nader ingegaan of zij bij hun eigen lesvoorbereiding uitdrukkelijk rekening hebben gehouden met aandacht voor de rol van taal, welke taaldoelen ze zich hebben gesteld en welke elementen van taalgericht vakonderwijs ze in hun les aan de orde wilden laten komen. Aspecten hiervan zijn bijvoorbeeld hun eigen taalgebruik, de manieren waarop interactie bevorderd kan worden en vaktaalwoorden verduidelijkt kunnen |
9 |
301
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
worden. Er wordt besproken of deze punten ook zichtbaar zijn geworden in hun lessen en of er eventueel andere mogelijkheden waren om de gestelde doelen te bereiken.
De video-opnames worden voorzien van commentaren en relevante achtergrondinformatie. Daarbij zullen vragen en opdrachten worden geformuleerd. De videofragmenten worden beschikbaar gesteld voor andere lerarenopleiders in de digitale gereedschapskist. Hierin zijn niet alleen de videofragmenten te vinden, maar wordt ook een link gelegd met onderdelen van de kennisbasis Nederlands en diversiteit. Dat betekent dat zichtbaar wordt gemaakt welke kennis een docent (of lerarenopleider) nodig heeft om les te geven zoals in het fragment te zien is. Verder worden de praktijkvoorbeelden gerelateerd aan de docentcompetenties van de SBL. In aanvullend commentaar wordt beschreven welke competenties de docenten op de videofragmenten laten zien en waar aanknopingspunten voor verbetering zijn. Vanuit die beschrijving wordt ook verwezen naar de kennisbasis. LEONED hoopt met deze digitale leeromgeving voor lerarenopleiders materiaal te bieden waarmee de kennisbasis Nederlands en de docentcompetenties ‘van vlees en bloed’ gaan worden. Lerarenopleiders kunnen het materiaal gemakkelijk selecteren voor hun eigen lespraktijk.
Referenties
Alons, L., P. Bosch, M. van Huijstee, J. Morshuis, A. Riteco & M. Verboog (2007). Coachen op taal. In gesprek over taalgerichte didactiek. Enschede: SLO/Platform Taalgericht Vakonderwijs.
Hajer, M & Th. Meestringa (2004). Handboek Taalgericht vakonderwijs. Bussum: Coutinho.
Hajer, M. e.a. (2007). Open ogen in de kleurrijke klas. Perspectieven voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho.
Van Eerde, D., H. Hacquebord, M. Hajer, M. Pulles & C. Raymakers (2007). Kijkwijzer voor taalgericht vakonderwijs. Enschede: SLO/Platform Taalgericht Vakonderwijs.
302