Helge Bonset & Martine Braaksma · 23ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2009 · pagina 52 - 55
DRIEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 3
Helge Bonset & Martine Braaksma
SLO, Enschede
Instituut voor de Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam Contact: h.bonset@slo.nl
braaksma@uva.nl
Het schoolvak Nederlands (opnieuw) onderzocht. Wat weten we uit 40 jaar onderzoek naar Nederlands in het voortgezet onderwijs?
Vorig jaar verscheen Het Schoolvak Nederlands opnieuw onderzocht, een inventarisatie van onderzoek van 1997 tot en met 2007 (SLO 2008). Met dat boek wensen we bij te dragen om voor het vak Nederlands de kloof tussen wetenschap en onderwijspraktijk te helpen dichten. Dat doen we ten behoeve van docenten, maar ook van opleiders, ontwikkelaars, onderzoekers, (taal)beleidsmakers op scholen en op landelijk niveau. Het is een praktijkgerichte rapportage waarin het onderzoek naar het vak Nederlands van de afgelopen tien jaar wordt beschreven en waarin wordt nagegaan wat we nu wel en niet weten over het onderwijs Nederlands. Dat levert onder andere kennis op over effectieve aanpakken, maar ook kennis over wat er gebeurt in lessen Nederlands, over de manier waarop leerlingen het vak waarnemen en over beoordelingsinstrumenten voor het vak.
Het boek is het resultaat van een samenwerking tussen de Nederlandse Taalunie, het Instituut voor de Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam, Stichting Lezen en SLO – nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Het is een vervolg op en een actualisatie van Het Schoolvak Nederlands onderzocht (Hoogeveen & Bonset 1998), waarin het onderzoek naar het schoolvak Nederlands van 1969-1997 is beschreven.
We starten onze presentatie naar aanleiding van het boek met een quiz, waarmee u uw kennis kunt testen over het schoolvak Nederlands in het voortgezet onderwijs. De eerste drie vragen zijn de volgende (de rest houden we als verrassing):
Waar of niet waar?
1. Als leerlingen fouten maken bij het spellen van de werkwoordsvormen (bijvoorbeeld: “dat *gebeurd vaak”) komt dit uitsluitend voort uit gebrekkige regelkennis.
52
2. Taalonderwijs van 12-18
-
Onderwijs in mondelinge taalvaardigheid (discussie, debat, voordracht) is in de bovenbouw ook in grote klassen uitvoerbaar
-
Probleemgericht grammaticaonderwijs vergroot de schrijfvaardigheid van leerlingen.
We geven u vervolgens een overzicht van het onderzoek dat verricht is in 40 jaar, uitgesplitst naar onderdelen van het vak:
Â
|
1969-1987 |
1987-1997 |
1997-2007 |
Totaal |
Literatuuronderwijs |
5 |
45 |
56 |
106 |
Leesonderwijs |
24 |
47 |
24 |
95 |
Schrijfonderwijs |
12 |
63 |
21 |
96 |
Onderwijs in mondelinge taalvaardigheid |
8 |
22 |
3 |
33 |
Onderwijs in taalbeschou- wing en argumentatie |
6 |
17 |
4 |
27 |
Domeinoverschrijdend onderzoek |
6 |
13 |
19 |
38 |
Onderwijs in Nt2 |
0 |
36 |
- |
36 |
Totaal |
61 |
243 |
127 |
431 |
Figuur 1: Overzicht van het onderzoek naar het onderwijs Nederlands tijdens de afgelopen 40 jaar (uitgesplitst naar de onderdelen van het vak)
En we gaan in op de verschillende typen onderzoek die we in ons boek onderscheiden:
2
53
DRIEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Â
Type |
Vraag |
Doelstellingen |
Wat willen we bereiken met het onderwijs Nederlands en waarom? |
Beginsituatie van de leerling |
Attituden, vaardigheden, verschillen tussen leerlingen |
Onderwijsleermateriaal |
Analyse en beoordeling van leergan- gen |
Onderwijsleeractiviteiten, descriptief |
Beschrijving van stand van zaken: |
onderzoek |
hoe ziet de praktijk eruit? |
Onderwijsleeractiviteiten, construerend onderzoek |
Ontwikkeling en beproeving van nieuwe didactische aanpakken |
Onderwijsleeractiviteiten, effectenonderzoek |
Effectiviteit van didactische werkwijzen op leerprestaties van leerlingen |
Instrumentatieonderzoek |
Ontwikkeling en beproeving van beoordelingsinstrumenten |
Evaluatieonderzoek |
Opbrengsten van onderwijs |
|
(prestaties van leerlingen) |
Figuur 2: Overzicht van de verschillende typen onderzoek naar het onderwijs Nederlands.
Natuurlijk gaan we niet alleen maar in op hoeveelheden en typen onderzoek, maar we geven ook de voornaamste resultaten weer uit 40 jaar onderzoek. Daarbij komen ook de “goede” antwoorden op de quizvragen uit het begin van onze presentatie aan de orde.
Tenslotte demonstreren we u de online databank op de website van de Nederlandse Taalunie:
-
informatie over al het wetenschappelijk onderzoek naar het onderwijs Nederlands
in het basis- en voortgezet/secundair onderwijs, uitgevoerd tussen 1969 en 2007 -
een jaarlijkse update voor het voortgezet onderwijs
-
samenvattingen van de onderzoeken
-
gemakkelijk te doorzoeken
-
url: http://taalunieversum.org/onderwijs/onderzoek/databank
U kunt Het Schoolvak Nederlands opnieuw onderzocht downloaden van de volgende websites:
54
2. Taalonderwijs van 12-18
-
http://taalunieversum.org/onderwijs/onderzoek/
-
http://digischool.kennisnet.nl/community_ne
-
www.slo.nl
Referenties
Bonset, H. & M. Braaksma (2008). Het Schoolvak Nederlands opnieuw onderzocht. Enschede: SLO.
Hoogeveen, M. & H. Bonset (1998). Het Schoolvak Nederlands onderzocht. Leuven/Apeldoorn: Garant.
Ronde 4
Suzanne van Norden (a) & Marc van Balen (b)
-
Stichting Taalvorming, Amsterdam
-
Coenecoop College, Waddinxveen
Contact: info@taalvorming.nl
mvb53@xs4all.nl
Timmeren en taal. Oefenen met taalgericht vakonderwijs in het vmbo / beroepsonderwijs
1. Een vak leren, welke taal heb je daarvoor nodig?
Al jaren zien we in het moedertaalonderwijs in alle schooltypen een verschuiving van ‘taal als doel’ naar ‘taal als middel’. Het gaat niet meer alleen om kennis van/over taal (woorden leren, spelling en grammatica), maar ook om taal als communicatiemiddel in allerlei situaties. Leraren moeten leren hoe ze actief taalgebruik bij hun leerlingen kunnen stimuleren. Als dat gebeurt, gaat het ook beter met de kennis over taal, is het idee. Kennis beklijft beter als je het ergens voor nodig hebt en het actief kunt gebruiken.
Het bovenstaande heeft geleid tot meer aandacht voor taal bij vakdocenten in het voortgezet onderwijs. Als je aardrijkskunde of techniek geeft, doe je dat met behulp van taal. Welke taal is dat? Om te beginnen natuurlijk de vaktaal: elk vak kent zijn eigen vaktermen en vakjargon. Om een tekst over klimaatverandering of over houtverbindingen te begrijpen, moeten leerlingen veel vakwoorden kennen. Maar ook hebben ze algemene taalvaardigheden nodig: het vermogen om een tekst te begrijpen, om iets
2
55