Essentialia in het werken met mensen en hun taal

Theo Vesseur  ·  1ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1986  ·  pagina 224 - 231

 

27

S e p t em b er

1 9 8 6

een

CONFERENTIE
verslag

—van

Het Schoolvak

NEDERLANDS

224

ESSENTIALIA

Theo Vesseux

in het werken

met mensen en hun taal

Fijn dat u er bent.

Eerst enkele citaten die mij aanspreken, hoe generaliserend ze ook zijn.

  1. "De grote fout van alle opvoeders is dat zij hun wil tot macht niet bedwingen, zelden zelfs inzien." 1931, Just Havelaar.

In 1931 was ik tien jaar; oud genoeg om heel wat machtshandelingen te hebben ervaren. Ook ik werd opgevoed en moest een voldoende voor 'taal' verwerven. Mijn hele onderwijsbemoeienis is vermoedelijk voor een zeer groot deel een reactie op mijn genoten onderwijs en opvoeding. Nog élke dag geniet ik van die inhalingsmanoeuvre.

  1. "Mijn theorie is dat Adam en Eva 12 of 13 waren en dat ze rechtstreeks uit het paradijs naar de brugklas moesten." 1985, Willem Wilmink.

  2. "Het vak Nederlands begon als je het schoolboek opensloeg en eindigde als je het huiswerk afhad." 1981, een studente in mijn toenmalige werkgroep vakdidactiek.

  3. "Een paar weken geleden, in de zon lopend, dacht ik: als ik nu doodval of zo, dan is mijn hele leven één grote vakantie geweest." 1986, dit dacht ik zèlf.

Theo Vesseur
225

5. "eerste middelbare schooldag

50 lokalen

100 leraren

1200 leerlingen

en ik

Caro Borgers van 3D." 1984, leerlinge van een middelbare school.

De Neerlandicus is de méést vrije mens in het reguliere onderwijs. Die levens-wezenlijke vrijheid roept angst op en verlangen naar zekerheid. Van aangezicht tot aangezicht staan met essentie óók. Dus, ketent hij/zij zichzelf en verzint schijn-noodzakelijke regels in medeplichtigheid met collega's.

Fijn dat u er bent.

In werken met mensen en hun taal is essentieel:

  1. Dat je plezier hebt in je eigen bestaan en je eigen omgang met jouw taalvormen. Mede daardoor kun je contact hebben met jezelf.

  2. Dat je plezier hebt in het bestaan van anderen, in het bijzonder in dat van je leerlingen en hun 'taalgedoe'. Daardoor vind je de brug tussen jou als jou en je leerlingen als levensechte eigenheden in een levensechte groep. Per dag en per groep anders.

Alle vormen van mensentaal zijn nauw en wezenlijk verbonden met je totale bestaan. 't Jezelf veilig voelen is een van de voorwaarden. In zinnig onderwijs tenminste. Een werkklimaat van wederzijdse aanvaarding en van elkaar serieus nemen, dat is noodzakelijk. Met ALLE consequenties van dien.

Droevig voel ik mij als ik deze maand in een wervingsfolder van het N.G.L. lees: "... als men al een beetje is ingedraaid in het nieuwe rooster, de eerste leerlingen uit de klas verwijderd, kortom als de school weer volledig draait..." Incalculatie van eigen onmacht en falen, hoe 'leuk' ook ten koste van je eigen

dus ten koste van jezelf, dat lijkt mij een teken van: Nu moet je echt het onderwijs verlaten. Maar jammer genoeg kunnen de meeste onderwijsgevers ook niet iets anders, De hypotheek moet betaald enz. enz. Mijns inziens zou je nooit het onderwijs binnen mogen zonder een ander vak/beroep te kunnen hanteren, bijvoorbeeld schoonheidsspecialiste, fotograaf, drukker, vuilnisman, loodgieter etc.

'De leerling staat centraal. Dat is nog steeds een graag gebruikte, opgepoetste vierkante leugen. En tóch moet elke leerling centraal staan. Waar zijn wij anders voor?

Het Schoolvak

NEDERLANDS
226

Een van de doelen van taalonderwijs is: voortdurend nieuwe kansen te bieden tot zo ruim mogelijke 'ontplooiing' ('actief en passief') binnnen onze communicatiesystemen. Gewoon: communicatie met jezelf

en communicatie met die anderen met wie jo communicatie wenst.

Leren wij kiezen?

Staat de leerling werkelijk centraal dan is een essentieel gevolg daarvan dat de docent met de leerling regelmatig een individueel werkplan opstelt; vervolgens per groep - samen met de leden van die groep - een groepswerkplan. Mijn ervaring in velerlei onderwijsvormen is, dat binnen die plannen bijna altijd datgene gemotiveerd is opgenomen dat zogenaamd 'moet'. Wel zijn vaak formulering en volgorde dan heel anders dan dat waar men ons aan gewend maakte. Soms ook niet. Maar:

a. Je moet dan wel geloven in je leerlingen.

b.. Je moet dan wel geloven in jezelf

je inventiviteit

je souplesse en

het bijhouden van je vak, op jouw manier

c. Je kunt relativeren, óók met betrekking tot je eigen belangrijkheid. Een van de meest geslaagde stempelwerken die ik dit jaar maakte, heeft als tekst: "Alles date in mij gebeurt is zo heerlijk onbelangrijk."

Je stelt dan ook per individu, per periode samen vast:

de werkvoorwaarden

de werkwijzen

en de eisen die wij stellen aan onszelf en aan elkaar.

Je gaat uit van een aantal personen met eigenheid die binnen de mogelijkheden van het gemeenschappelijke taalbezit origineel blijven. Dit houdt voortdurende onzekerheid in. Uit angst kunnen we vervallen in het vervaardigen van reproducties, nauwkeurig lijkend op erkende waarde-vastheid. Maar leven gaat eigen wegen, onderwijs dus bok; het is iets anders dan ontwikkelen en afdrukken.

Op de theaterschool schreef ik eens op de muur: "Wie afwijkt van het door ons vastgestelde kleurenschema, die wordt onmiddelijk overgeschilderd in de door ons gewenste kleur. Bladdert dit af, dan volgt verwijdering van ons instituut." Later moest ik verbeteren: "Dan volgt een berisping.'" Leerlingen waren inmiddels kostbaar geworden! De begaafde methodemakers van gisteren met hun zakelijke blik op de eigen toekomst, die kunnen in een eerlijke vorm van taal-

Theo Vesseur
227

onderwijs nooit je leidraad zijn. Ze kunnen hulp zijn voor je dorre momenten. Gebruik ze dan, maar overschat ze niet. Sla dus de familie Wolters-Noordhoff, Educa enz. niet hoger aan dan ze echt verdienen. En fotokopieer naar behoefte.

Je zal veel eigen materiaal verzamelen, maken en ontwikkelen; samen met je leerlingen, met vrienden en collega's in en buiten je vak, in en buiten het verschijnsel school.

Jij met jouw hebbelijkheden werkt samen met déze mensen en hun hebbelijkheden. Die voortdurende 'contactbrug', dat is mijns inziens de enige eerlijke methode. Ik heb dit 38 jaar onderzocht in de praktijk. Ik laat me dan .00k niet naar het domein van softe idealen verwijzen.

Dat ik een afkeer heb van elke vorm van dwang, dat is misschien duidelijk. Dat ik wantrouwen in taalonderwijs geen basis acht, dat is eveneens een feit. Een vorm van zelfdiscipline die contact heeft met iemands eigen wezen, die kan - zeker in taalgroeiprocessen - alleen in vrijheid ontstaan en/of gehandhaafd blijven. Maar uit angst en hang naar zekerheid enz. enz. enz   

Buiten de school hebben we de laatste decennia voldoende chaos gezien. Laat gerust iets van die chaos toe binnen de school, als werkelijkheidstraining.

Vanzelfsprekend mag elke leerling elke opdracht weigeren. Ik heb daar nooit misbruik van gezien. Uiteindelijk. Deze vrijheid is geen resultaat van onverschilligheid. Integendeel, we nemen elkaar 100% serieus. Aan elke handeling zit een mens vast. Is een van de betrokken partijen ongerust, dan zijn er velerlei mogelijkheden tot 'praten' met elkaar. Juist op verzoek van de lërling(en) werd dikwijls meer bespreekbaar dan ik tot dan toe had durven hopen.

Beoordeling van ons werk geschiedt in overleg.

Overleg tussen individu en docent,

tussen groep en individu

en tussen groep en docent

Normen: 1 hoe was en hoe ben je nu in dat waar we mee bezig zijn?

2 Vindt de buitenwereld dat je in haar ogen voldoende bent hier en nu? Waarom wèl, waarom niet? Heeft dit consequenties?

Iets dat ik mij in al die jaren steeds opnieuw afvraag:

Splitsen wij de woord-taal niet voortijdig af van de menselijke totaal-taal? Het lichaam krijgt meer kansen tot groeien naar eigen volwassenheid dan het contactorgaan taal. Desintegratie. En de enige norm van die woordzaal is

Het schoolvak

NEDERLANDS
228

veelvuldig. een gefixeerde taaltraditie van ouderen. Dit is piet soepel., niet tolerant en verandering-vijandig. Uit onmacht en gemakzucht isoleren wij in onderwijs veel facetten van het menselijk taalgebeuren. Dan krijg je er 'grip' op! Dat wil zeggen, dan krijg je macht. Macht over wàt en ten gunste van wie en/of wat?

De nog steeds oprukkende belangrijkheid van bijvoorbeeld beeldtaal in de (inter)nationale samenleving - om dat eufemisme maar even te gebruiken -

is een feit. Conclusies daaruit voor omgaan met elkaar in taalgroei zijn in onderwijs-nu nauwelijks getrokken. Het blijft randversieren, franje. Werken met bijvoorbeeld drama, video, film, geluidsband, strips: vertederend 'enig'.En bijzonder leuk voor ouderavonden en wervingsfolders.

Een persoonlijke verbazing:

In 1986 is bijvoorbeeld typografie, de plaatsing van het geschreven of gedrukte woord in een vlak, nog steeds een onderontwikkeld gebied in de Neerlandistiek. Typerend is de huidige gewoonte van verkleind kopieren. Nepzuinigheid en hebzucht en angst voor veranderen.

"Volgende keer geen tekeningen meer, die worden niet nagekeken en tellen niet mee voor het rapport". Door een leraar Nederlands onder een opstel geschreven.

3de klas VWO van een zeer progressieve Amsterdamse school.

Inschakelen van de media in alle vormen van taalonderwijs is nog steeds niet echt gerealiseerd. Waarom lopen we zo achter?

Op de IVKO legde een jongen mij uit hoe hij de computer zo had gevoed dat-ie nu bases voor gedichten kon spuwen. Hij had vijf korte, in een pauze gehoorde zinnen genomen, en die op hun structuur en beweeglijkheidsmogelijkheden bekeken. Vanuit de ontdekkingen had hij de imput samengesteld. "Maar Theo, over grammatica moet je mij niets vragen, daar heb ik geen verstand van." Het heeft mij tien minuten gekost deze leerling uit te leggen dat hij vermoedelijk een beter inzicht had in grammatica dan alle anderen die op dat moment in de school aanwezig waren. Natuurlijk heb ik hem een fotokopie gestuurd van alle publicaties die ik op dat terrein had. En die zijn gelezen ook!

De erfzonde is mijns inziens het dwangmatig handhaven van niet meer levende traditie delen. Dit heeft veel kansen op eigentijdse eindwerkstukken doen 'verzanden' in papierwerk.

Theo Vesseur
229

Elke ochtend als leerlingen het schoolgebouw binnen komen, dan zijn er interesses, contacten en gesprekken. En wie zwijgt, die zwijgt omdat-ie dat wil. Dit ochtendlijk gebeuren heeft mij in elke school altijd bevestigd in mijn geloof in de leerling. Nimmer viel dan een pauze van verveling. Interesses te over. Laten we die interesses binnen ons gebouw afsterven, verbannen we die? Hoogmoed en kortzichtigheid zijn slechte eigenschappen voor iemand wiens dagelijkse betaalde bezigheid het is om te helpen bij ingroei in

gemeenschappelijk cultuurbezit.

Veel leerlingen leiden minstens twee levens, een binnen en een buiten de school. Binnen: aangepast en vervreemd, buiten: spontaan en waar. Wensen we schizofrenie te bevorderen?

Onderwijs in taal is mijns inziens nog steeds een eenzijdig telefoongesprek binnen de macht van het feit dat de aangesprokenen dienen te luisteren. Terugpraten kan niet en is geen usance. Zo kieperen we containers cultuur uit.

Maar een ècht boek bijvoorbeeld verdient een lezer die partij kan zijn. Scholen we de leerling tot partij? Historische letterkunde kan soms best zinvol en boeiend zijn voor niet-vaklieden. Soms. Maar in onderwijs zijn leerlingen belangrijker dan een docent die toevallig historische letterkunde als hobby of broodwinning heeft.

Het begrip 'kunstenaar' ken ik niet. Mijns inziens is dit begrip een schepping van kwade gewetens. Geïsoleerd wordt creativiteit op een voetstuk gezet en tegelijk uitgestoten. Wij zijn 'vrij' en onze creatieve impotentie is gelegaliseerd! Een samenleving die creativiteit isoleert, is mentaal ziek. Normaal is dat de ene mens zich wat meer bezighoudt met het wezen van het bestaan dan de ander. Mens en 'kunstenaar'. Nee, die vrijbrief bestaat niet. Niet écht, tenminste. Wij willen ons nimmer stellen onder dictatuur van een kleine groep, ook niet een van zogenaamde 'kunstenaars', auteurs en hun uitgevers. De leerling wordt nog steeds teveel behandeld als een invalide,

die in een rolstoel naar de Olympische spelen wordt gebracht.. Zó wordt je met cultuurbezit geconfronteerd: Jij kan jammer genoeg niets, en zij kunnen onbereikbaar veel. Eerbiedig kijken en luisteren. Kom nou.

Nóg enkele wezenlijke ervaringen:

Als ze je buiten spel willen zetten, dan huldigen ze je als ludiek en prijzen je als een soort kunstenaar de realiteit uit.

Het Schoolvak NEDERLANDS

230

1

Uitwisseling met soortgenoten en collega's heb je nodig. In mijn bestaan had ik vijf mannen met wie ik voortdurend onderwijsuitwisseling had. Geen van hen was Neerlandicus. Eén vrouw, wel een Neerlandica, dat was Marijke Baars. 17 jaar lang. We hebben elkaar nooit laten vallen of onbereikbaar verklaard. En we 'hadden niks' met elkaar!

Wat overheidsbemoeienissen betreft:

  1. De overheid moet mogelijk maken en stimuleren.

  2. Als de overheid zich met onderwijs bemoeide, heb ik in 38 jaar ervaren dat

je dan op je hoede moet zijn. Verwarring zaaien en door elkaar halen van

'vernieuwing' en organisatie-structuren bijvoorbeeld is heel normaal.

Er bestaat geen onderwijsvernieuwing, dat is een wanbegrip. Als het goed is, dan is elke onderwijsvorm een zich voortdurend vernieuwende werkvorm.

Het bijgeloof in de jonge docent:

Inderdaad, veel te weinig jonge mensen krijgen nu gelegenheid daar te werken waar ze nodig zijn. Dat is grondig mis. Maar wás het maar zo dat jong gelijk is aan goed. Dàn was het onderwijs na eeuwen zeuren uit het slop. Nog steeds zie ik pensioenrijp geborenen.. Help ze.

Wat de opleiding betreft:

Ik geloof niet in de leiding van praktijkvluchtelingen. Elke opleider dient praktijkgebonden te zijn. De leerling/student dient hem/haar regelmatig in een praktijkvorm te kunnen waarnemen, helpen en vervangen. Kritiek zonder slijmdwang. Veel meer praktijk in de tijd die de student aan de opleiding moet geven, véél meer praktijk. De universiteiten zijn in de 10 jaar dat ik daar meeloop in mijn ogen zeer praktijkschuw en praktijkvreemd geweest. Geen dwanggreep kan dit nog echt redden. Mij staat een soort leerling, gezel, meester-proces voor ogen binnen een samenwerkingsgeheel met een afstandsbegeleiding, bijvoorbeeld door een bijeenkomst van eenmaal per week en een onmiddelijke begeleiding door een mentor naar keuze, dat hoeft geen docent te zijn. Ikzelf zou waarschijnlijk een concierge kiezen,

Vervolgens: ik wil aardig gevonden worden. Maar dan alleen omdat ik ben zoals ik ben en jullie. óók als zodanig aanvaard en niet omdat ik kronkel om te bevallen. Je kan niet bevriend zijn met het hele telefoonboek. Je kiest en je laat kiezen. Maar je kunt wel steeds communicabel en rechtvaardig zijn.

Er zijn hoogten en diepten, maar soms kun je ervaren dat je niet alles overziet. Een voorbeeld dat bemoedigt: Ik loop op een ochtend in de Haarlemmerstraat. Er

Theo Vesseur
231

fietst een meisje langs, ze zegt: "Dag Theo." Ik zeg dat ik het prettig vind dat ze me groet, maar dat ik niet weet wie ze is. "Ik heb les van je gehad op de lerarenopleiding." Ik zou wel willen wègkruipen, want dat waren 8 donkere maanden in mijn bestaan. Ik heb daar niet gedaan wat ik zou kunnen en mijns inziens (nu,later) had moeten doen. "Mag ik je iets zeggen?" vroeg ze. "Ja, natuurlijk."   "Jij was de enige die iets over kon brengen." Maud Scholten, eeuwig ben ik je dankbaar.

Het doel van de opvoeder is zichzelf overbodig te maken. Is dat doel bereikt, dan kan die opvoeder de leegte niet aan.

Mijn laatste conclusie:

Ik heb mij losgemaakt

en ben doorzichtig -

ik wandel

hand in hand met levenden en doden, ik ken geen onderscheid.

Weer gaan we nachten en dagen tegemoet. De grond is nieuw

bij elke stap.

Theo Vesseur

Literatuur.

Het citaat van Just Havelaar heb ik in de vereenvoudigde spelling gezet. Just Havelaar Over het kind , Arnhem 1931.

Het citaat van Willem Wilmink is uit een interview met het schrijverscollectief in de VPRO-gids nr.43, 1985.

Theo Vesseur:

Improviseren en dramatiseren met kinderen. Toen en nu. 3de druk, Purmerend,1963.

Kiezen of delen. Kreativiteit in opvoeding en onderwijs. Amsterdam, 1960.

Geschreven en gédrukte woorden wonen op een vel papier. Leestekens 1982, 3de jrg. p.111-114.

Na ruim 7 jaar vakdidactiek moedertaal aan de U.v.A. In: Adieu sweet Bahnhof. Liber amicorum Han Domisse. Amsterdam 1984. p.111-114.

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

1ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1986