Literatuur is film

Dorée de Kruijk  ·  7de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1993  ·  pagina 147 - 151

Literatuur is film

Dorée de Kruijk

1 Kennis en fantasie

Natuurlijk is literatuur niet hetzelfde als film. Het zijn verschillende media, die hun boodschap met verschillende middelen overbrengen. En esthetisch genot ontstaat bij beide via verschillende hersenactiviteiten. Taal naast beeld. Maar er zijn ook tal van overeenkomsten. En vooral: onderwijs in literatuur-lezen heeft veel gemeen met en kan ondersteund worden door onderwijs in film-lezen.

Het doel dat ik nastreef met literatuuronderwijs is dat mijn leerlingen leren literatuur te beleven. Literatuur beschouw ik voornamelijk als beschrijving van werkelijkheid, veranderd en vervormd met fantasie. Film kan worden opgevat als verbeelding van werkelijkheid, veranderd en vervormd met fantasie.

Het beleven van literatuur berust op herkenning en inlevingsvermogen. Leerlingen moeten daarvoor worden toegerust met veel kennis, maar ook met mogelijkheden om vervormend en vernieuwend te denken. Kennis hebben de leerlingen nodig om elementen uit de gewone werkelijkheid te kunnen herkennen én om in staat te zijn zich andere situaties voor te stellen en die van een logische context te voorzien. Vervormend denken is nodig om andermans werkelijkheid te kunnen herkennen én om verbanden te kunnen leggen in een onherkenbaar veranderde context. Kennis en fantasie moeten beide op hoog niveau ontwikkeld zijn en dus aangeleerd en geoefend worden. Voor het beleven van film geldt hetzelfde verhaal: herkenning en inlevingsvermogen zijn de basis. Kennis en fantasie moeten worden aangeleerd en geoefend.

2 Veel, vooral veel

Een groot en gevarieerd aanbod van verhalen en films lijkt geboden om kennis en fantasie voldoende aan te brengen. Reflectie op het gebodene is een voorwaarde voor het leren. Een aanbod dat net iets moeilijker is dan wat de leerlingen uit zichzelf kiezen, biedt de lessen een duidelijke meerwaarde boven een door de leerlingen zelf gekozen berg verhalen.

Voorlezen, samen verhalen lezen, samen hetzelfde boek lezen, het zijn tijdrovende maar noodzakelijke manieren om een groot aanbod te verwezenlijken. Als wordt aanvaard dat film belangrijke elementen bevat die vergelijkbaar zijn met de principes die in het literatuuronderwijs van belang worden geacht, dan kan film een belangrijke bijdrage leveren. Een film bekijken kost minder tijd dan een boek lezen, je kunt er dus meer van aanbieden. En bovendien kan het leren lezen van films een belangrijke aanvulling bieden op het leren lezen van literatuur.

Aan de hand van een aantal voorbeelden zal ik hieronder aangeven welke literaire begrippen zoal met film kunnen worden verduidelijkt. Ook vergelijking van het

147

creëren van een film met het schrijven van een verhaal kan het inzicht in de mogelijkheden van beide media vergroten. De opdracht een verhaal te schrijven blijft een zinvol onderdeel van literatuuronderwijs, zoals de opdracht een film te maken dat ook zou kunnen zijn.

3 Personen

We zijn gewend in de literatuurlessen met onze leerlingen te onderzoeken hoe de karakters worden verduidelijkt: door wat de personen zeggen, denken en doen, door beschrijving van de verteller of door reacties van andere personen. In feite construeren we al lezend de plaatjes, soms gecompleteerd met karaktereigenschappen. We baseren ons 'beeld' van de personen op woorden, waaraan we zelf een invulling geven die voor een groot deel cultureel is bepaald. Nederlanders bijvoorbeeld zullen de woedende reactie van een Hindoestaan wiens moeder wordt beledigd, interpreteren als de woede van een 'driftkikker', ook al wordt de betreffende Hindoestaan niet beschreven als driftig.

In een film worden ons de plaatjes aangeboden. Kleding en uiterlijk zijn gegeven, het is de kunst gedachten en gevoelens af te leiden uit gedrag, houding en andere uiterlijke kenmerken. Daarbij zijn gegevens van belang die cultureel bepaald zijn zoals kleding, gebaren en de betekenis van omgeving en attributen. Door sommige elementen laat een kijker zich onbewust beïnvloeden bij de interpretatie, bijvoorbeeld door kleurgebruik, muziek of andere geluiden. Ook deze elementen zijn cultuurgebonden. Witte kleding duidt voor Chinezen bijvoorbeeld rouw aan, terwijl voor Westeuropeanen witte kleding reinheid symboliseert.

Door veel verhalen met persoonsbeschrijvingen te lezen, kun je gemakkelijker de personen in films begrijpen en als je veel films hebt gezien, kun je de personen in verhalen gemakkelijker doorzien. Dat is niet alleen een kwestie van mensenkennis, maar ook een gevolg van het leren interpreteren van beelden en woorden. Juist doordat lezers zich een 'beeld' proberen te vormen van de personen, terwijl filmkijkers met woorden hun interpretatie van de beelden geven, kan onderwijs in filmkijken aanvullend zijn op onderwijs in literatuur-lezen.

4 Sally's Bizniz

De film Sally's Bizniz is er als het ware voor gemaakt om de karaktertekening centraal te stellen. Allereerst bezie je als kijker Sally met begrijpelijke vooroordelen: ze woont in een afbraakbuurt, gedraagt zich 'not-lady-like', moet voor haar broertje zorgen en ziet er tamelijk vrijgevochten uit. Ze blijkt echter ook aardige kanten te hebben die vooral naar voren komen in haar zorg voor haar broertje en in haar verliefdheid op een vriendje uit de buurt.

Het verhaal gaat over haar manier van leven en over haar vooroordelen .tegenover een nieuw Turks meisje. Ze worden vriendinnen als Sally ontdekt wat Zuhal aan de Bizniz kan bijdragen doordat ze goed accordeon kan spelen. Aan het eind van de film blijken de culturele verschillen toch bepalend voor hun levensloop: Sally maakt

148

grootse 'bizniz'-plannen en Zuhal gaat naar haar aanstaande man.

Als start van de les kan een foto van Sally dienen om beschrijvingen uit te lokken over haar karakter. Een korte inhoudsbeschrijving van het verhaal kan daarna vooral voor lagere klassen de interpretatie van 'moeilijke' beelden vereenvoudigen. Na 5 minuten film een pauze invoegen om de karakterbeschrijvingen van Sally aan te vullen, ook met behulp van het gesprek tussen Sally en haar broertje Leo waarmee de film begint. Dit gesprek zit in uitgeschreven vorm in het lesmateriaal.

Ook later in de film geeft de pauzeknop de mogelijkheid leerlingen te dwingen zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven hoe ze de beelden interpreteren. De introductie van nieuwe personen als de ouders en Zuhal leveren daarvoor uitgelezen momenten. Na verdere uitwerking van de personen, dus na nog een paar minuten film, kan de pauzeknop dan nogmaals worden gehanteerd om de juistheid van de eerste indrukken te verifiëren.

Het lesmateriaal is afkomstig uit het Filmcahier dat bij deze film is ontwikkeld. Daarom volgt nu eerst een korte beschrijving van deze Filmcahiers.

5 Filmcahiers van het LOKV

Filmcahiers zijn begeleidend docenten- en leerlingenmateriaal bij films voor het onderwijs. Kern van elk cahier zijn opdrachten voor de leerlingen, gebaseerd op de inhoud van de film en de filmische vormgeving. De filmcahiers zijn uitgaven van het Landelijk Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming(1). Aldus de informatiefolder. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat het materiaal wordt gekopieerd, zodat de docent één keer een cahier aanschaft en vervolgens zelf toepasselijk lesmateriaal selecteert.

Vanuit verschillende invalshoeken is lesmateriaal ontwikkeld over films. Zo is er een algemeen cahier getiteld Film leren lezen. In de lessen filmkunde (op de SGL te Lelystad een keuzevak voor 4 havo en vwo) wordt dit cahier met succes gebruikt. Filmische mogelijkheden worden er op een rijtje gezet: camerastandpunten, kader, maar ook cultureel bepaalde beeldkenmerken.

De manier waarop een verhaal wordt geschreven, wordt vergeleken met de manier waarop een scenario wordt gemaakt. Hoe verwerk je bijvoorbeeld tijdsprongen? Deze benadering blijkt zijn vruchten af te werpen als de filmkunde-leerlingen plannen beginnen te maken voor de slotopdracht: een eigen korte (speel)film. Het verhaalschema: personen - probleem - actie - normalisering maakt de keuze voor een bepaald soort verhaal eenvoudiger. Daarna wordt de uitwerking steeds gedetailleerder en verschijnen er soms zelfs meerdere verhaallijntjes.

De aandacht die in Film leren lezen wordt besteed aan parallelmontage en verhaallijnen leidt ook tot het volgende opmerkelijke verschijnsel. Een excursie met de filmkundegroepen omvatte een paar jaar geleden onder andere een bezoek aan de bioscoop waar Delicatessen draaide. De meeste leerlingen begrepen de film nauwelijks en konden er dus ook geen waardering voor opbrengen. De filmkundegroep 1993 kreeg Delicatessen te zien als aanvulling op de theorie in het filmcahier. Na de

149

behandeling van de openingsscène, waarin het conflict of probleem altijd enigszins aangeduid moet zijn, en de verschillende verhaallijnen waarmee het conflict of pro bleem verduidelijkt of versterkt kan worden, kregen de leerlingen dit jaar Delicatessen te zien. Wel moet ik daarbij vermelden dat ik de pauzeknop weer veelvuldig hanteer de. We keken de film niet helemaal af, wat te doen gebruikelijk is bij filmkunde. Een kleine enquête leverde nu een hoog waarderingscijfer op; ze wilden de rest van de film op een ander tijdstip ook graag zien.

Verheugd trok ik voorzichtig de volgende conclusie: het nauwkeurig onder woorden brengen van wat je ziet en hoe je dat interpreteert, levert de leerling kennis van de wereld, kennis van verhaalstructuren en een instrument om eigen interpretaties te bespreken en te verifiëren, wat bovendien soms 'lees- en kijkplezier' oplevert.

6 Verfilmde boeken

In het cahier Film leren lezen wordt veel nadruk gelegd op het vergelijken van films en boeken. Hoe worden de algemene verhaalkenmerken verwerkt in literatuur en hoe in films? Hoe zit het met de eenheid van tijd, plaats en handeling uit de dramatiek? Geldt de algemene verhaalstructuur (held - conflict - actie - herstel van de 'normale' situatie) even sterk voor film als voor literatuur? Deze theoretische benadering moet de docent met veel filmfragmenten larderen om de noties herkenbaar te maken en toepasbaar bij nieuwe voorbeelden.

In het Filmcahier bij De Zondagsjongen ligt de nadruk natuurlijk op de vergelijking van de film (van Pieter Verhoeff) met het boek (van Cherry Duyns). Het conflict wordt zowel in het boek als in de film meteen in het begin scherp gesteld: een Nederlandse man verwerkt zijn (familie)banden met Duitsland. In het boek wisselen directe beschrijvingen, gedachten en (veel) jeugdherinneringen elkaar af, vaak associatief verspringend van heden naar verleden. In de film bepaalt de komende WK-voetbalwedstrijd de sfeer als de man het bericht krijgt dat zijn Oom Otto ernstig ziek is. De naderende dood van Oom Otto is door de scenarioschrijvers toegevoegd om een filmbare 'dramatische motor' te realiseren. In het boek werden de herinneringen op de divan van een psychiater verteld. Ook de wereldkampioenschappen voetballen zijn in de film toegevoegd, bedoeld om de tweespalt tussen Nederland en Duitsland, voor de hoofdpersoon voornamelijk innerlijk aanwezig, tot een uiterlijk zichtbaar en dus filmbaar gegeven te maken.

In dit cahier wordt de weg van boek naar film verduidelijkt. Daarvoor worden overwegingen van de scenarioschrijvers gegeven, problemen bij het verfilmen van bijvoorbeeld gedachten en gevoelens aangeduid en scenariofragmenten vergeleken met boekfragmenten. Zo wordt gaandeweg duidelijk welke mogelijkheden het medium film wel en niet heeft. Met een dergelijke benadering kan een filmverslag bij het schoolonderzoek leiden tot een groter inzicht en dus een toegevoegde waarde geven. Op de SGL te Lelystad wordt momenteel uitgeprobeerd of in het schoolonderzoek voor het eindexamen vbo-mavo Het Gouden Ei/Spoorloos van Tim Krabbé tot bevredigende resultaten kan leiden. Een interview met de schrijver (ook over de Amerikaanse versie), een vragenlijst voor het filmverslag en een leestekst vormen voorlopig het verdiepingspakket. Weliswaar geen filmcahier, maar helaas hebben we

150

moeten constateren dat de filmcahiers voor de bovenbouw voornamelijk gericht zijn op havo-vwo-niveau, terwijl juist voor vbo-mavo dringend behoefte is aan materiaal dat het lezen voor de lijst aantrekkelijker kan maken.

7 Slot

Filmonderwijs als aanvulling op literatuuronderwijs, hierboven heb ik alleen de personages als voorbeeld laten optreden. Het perspectief leent zich ook goed tot vergelijking tussen literatuur en film, en dus tot groter inzicht in beider mogelijkheden. Hoe verfilm je een ik-verhaal? Wat is het effect van een 'voice-over' in dit verband? Hoe functioneel of hoe storend zijn perspectiefwisselingen? Hoe ziet hetzelfde verhaal van de diefstal eruit gezien door de ogen van de dief en gezien door de ogen van de beroofde?

Over de verhaalopbouw en de verschillende verhaallijnen heb ik hierboven al wat gezegd. Het globale verhaalschema geeft helderheid en houvast, zowel bij het zelf ontwerpen van verhalen of films als bij het herkennen van ingewikkelder patronen in bestaande werken. Zelf experimenteren met het weven van hele verhaalwebben werkt inspirerend en levert altijd weer schitterende persiflages op soaps en TV-series.

Openingszinnen en openingsscènes, vooruitwijzingen, flash-backs, de slotscène, een open einde, het is de moeite waard het lezen van films en van literatuur met elkaar in verband te brengen. Dat kan dan meteen mogelijkheden opleveren om het lezen voor de lijst te veraangenamen. Op enkele scholen hebben verfilmde boeken reeds een speciale status op de lijst gekregen, maar over het algemeen verkeren pogingen tot het meetellen van films op de literatuurlijst nog in een experimenteel stadium.

Voor de basisvorming en voor de bovenbouw havo en vwo heeft het LOKV bij minstens acht films lesmateriaal gemaakt in de vorm van filmcahiers. Bovenbouw (door LOKV aangekondigd als: voortgezet onderwijs): het algemene cahier Film leren lezen en cahiers bij de films De Zondagsjongen, Après la Guerre, Yaaba, Hamlet, Broadcast News. Als geschikt voor de basisvorming ken ik alleen Sally's Bizniz, door het LOKV aangeboden voor het basisonderwijs. Misschien zijn andere films voor de bovenbouw van het basisonderwijs ook wel geschikt voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. In ieder geval hoeven docenten voor het leren lezen van films niet zelf aan de slag om lesmateriaal te maken, uit de filmcahiers kan naar hartelust legaal worden gekopieerd.

Noot

1. LOKV, Ganzenmarkt 6, postbus 805, 3500 AV Utrecht, tel. 030-332328.

151

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
literatuuronderwijs
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
audiovisueel

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

7de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1993