Hilde Vandenbroucke · 8ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1994 · pagina 207 - 209
Poëzie op school
(Een poëzieproject voor de school, lezing 5)
Hilde Vandenbroucke
Een zestal jaren geleden groeide bij ons op school de interesse voor poëzie vanuit verschillende hoeken. Ik stel ze aan u voor.
1 Een poëziewedstrijd
Het oudercomité beschikte over wat geld dat het in de vorm van een poëziewedstrijd aan de leerlingen wilde schenken. De jongeren schreven in per graad, bepaalden zelf het thema en dienden twee gedichten in onder een schuilnaam. Zo'n 100 leerlingen op 600 namen die eerste keer deel.
Het succes had onder andere te maken met het inkleden van de oproep. Om de inspiratie op gang te brengen hadden we een 'Poëziepaal' in de centrale middengang opgesteld. Het materiaal dat werd opgeplakt, werd een aantal keren vervangen : eerst een paar gedichten als smaakmakers, dan volgden alle grappige, vreemde, treurige schuilnamen en tenslotte werden de bekroonde gedichten geafficheerd.
Het initiatief werd twee jaar later herhaald en voor beide gelegenheden werd afgerond met een voordrachtavond : een lezing van H. De Coninck en een programma van F. De Gruyter.
2 Poëzieplakkaten
Ondertussen kregen de Poëzieplakkaten van het Poëziecentrum in Gent een vaste plek en nogal wat leerlingen en collega's keken uit naar het nieuwe gedicht.
3 Living Poets' Society
Proefwerktijd ! Een collega geschiedenis moet op een verhoogje de meisjes bespioneren en gaat zich na twee uur behoorlijk vervelen. Tijdens het derde uur
208 Hilde Vandenbroucke
vlucht hij in een wereld van droom en poëzie. Couperus achterna creëert hij de dame van zijn dromen :
"... de kin langzaam met haar ranke hand omhoogtillend - de beweging ener araliaplant gelijk - hief zij iets hoger de lome wimpers harer verdronken ogen - een vergeten verdriet -- wijl zij poogde, het hoofd achteroverneigend, te lezen de verchroomde, verdroomde wijzerplaat der pendule: het derde uur."
Een tweede collega laat zich maar al te graag door het virus besmetten. Hij tekent de droomdame. Uit die eerste ontmoeting van woord en beeld groeit de idee de meisjes te laten meespelen.
Daarnaast wordt in diezelfde periode de film Dead Poets' Society op school gedraaid. Waarom geen Living Poets' Society die de leerlingen poëzie laat ervaren en hen de kans geeft creatief aan de slag te gaan ? Met een derde collega erbij wordt gestart.
4 Poezegespin
Op een woensdagnamiddag konden de leerlingen poëzieplakkaten ontwerpen, alleen of in een groepje : we noemden het 'Poezegespin'. De deelneemsters kregen een aantal zinsdelen voorgeschoteld en gebruikten ze in hun werk : '...aan de rand van het water... tastende droomhanden...katergeschater...het regende in mei...het regende in mij...de kat, zij zat...de weerzin greep... in de welriekende dreef.
Met behulp van die aanzet gingen ze aan het werk. 't Was een mooie dag en verspreid over het schoolrestaurant en de zandbak van de kleuterklas ontstonden tekeningen en teksten. Als ze dat wilden konden ze één van de leraren aanspreken voor het bijschaven van tekst of tekening. Een selectie van de ontwerpen werd gebundeld en als cadeau aan de deelneemsters aangeboden. Heel wat collega's sponsorden de uitgave.
5 Een poëziekelder
De Living Poets' Society kreeg er een paar leden bij en er werd gekozen voor een gebeuren met een ruimte als vertrekpunt : in ons geval de schoolkelder. Iemand schreef : "De kelder is je trouwe vriend. Ik vind dat elk kind er een verdient."
De opwarmperiode van 'Kom dichter in de kelder' zorgde voor enthousiasme bij het verzinnen van slogans die in alle klassen en gangen werden opgehangen: 'Speelruimte voor onbevoegden', 'Gekelderde meisjesdromen', Strafzone voor spinaziehaters', 'Tasten tussen wijn en terpentijn', 'Ik zit weer op de keldertrap',
Poëzie op school 209
'Tussen oude schoolbanken, een korstje kaas', 'Gelijkvloers bedwongen tranen sijpelen langs de muren'.
Sommigen wandelden het hele gebouw door op zoek naar associaties. Op een woensdagmiddag gaven we de belangstellenden een bondig voorbeeld van wat het moest worden. In het restaurant brachten we een stuk of wat gedichten bijeen en een aantal restaurant-objecten. Na dit bezoekje namen we hen mee naar de kelder, waar ze op zoek gingen naar geuren, geluiden, voorwerpen. Zo konden ze aan het werk, alleen of met z'n tweeën. Wij bleven in de achtergrond voor eventueel advies of commentaar.
We maakten een selectie van het materiaal, met de bedoeling een tentoonstelling in de kelder te organiseren. Het werd een ware verhuisperiode, waarbij we een vaste route aanlegden. Met behulp van een goede verlichting, uitvergrote gedichten, videostem, allerhande voorwerpen, genoten we van het talent van vele jonge dichteressen.
Met een knipoog naar Anje, Piet, Marleen en Patrick. De volgende gedichten leende ik van onze leerlingen.
M'n kelder
is een kelder vol leven leven in kartonnen dozen vergeelde brieven
vol liefde
De dozen zijn stevig
dichtgekleefd
uit angst voor
het gevoel van het leven Sofie Stevens
Plat du jour
du monde moderne
en acht treden dieper
liggen de flessen
gegist door de leugens die al jarenlang meegaan aan broertjes rechterhand
papa is ziek
papa moet werken papa is op reis
naar '58
toen er voor hem enkel
limonade bestond. Frauke Valcke