Bert de Vos & Niek de Man · 11de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1997 · pagina 201 - 202
Vaardig samen kijken.
Workshop over het mavo/vbo-kijkonderwijs
BERT DE VOS EN NIEK DE MAN
'In deze workshop houdt U Uw oren en ogen open! U zult zelf zien en horen, in samenwerking met een collega, dat onze beeldcultuur in het vbo/mavo-onderwijs kan floreren'. Deze wervende zinnen in het programmaboekje werden direct aan het begin van onze werkbijeenkomst geconcretiseerd: de deelnemers vormden koppels, verdeelden de twee taken (of uitsluiten kijken, of alleen luisteren) en de video werd gestart. Na een paar minuten wisselde ieder duo de kijk- en de luisterervaring uit. In dit eerste video-fragment was alleen het geluid betekenis dragend; Arjan Ederveen vertelt in deze aflevering van 30 minuten uitvoerig over zijn/haar ervaringen aan het eind van de tweede wereldoorlog.
Tijdens ons eerste intermezzo informeerden wij de deelnemers over het nieuwe examenprogramma vbo/mavo, met name over kerndeel 1 (mondelinge taalvaardigheid: luister- en KIJKvaardigheid) en kerndeel 5 (fictie). Bij dit vijfde domein worden niet alleen roman, verhaal en dergelijke als voorbeelden van fictiewerken genoemd, maar gelukkig ook televisieserie, film, toneelstuk en cabaret. Deze ruime opvatting van het begrip fictie vereist bij de vbo/mavo-leerling vanzelfsprekend ook een degelijke KIJKvaardigheid. Op deze manier ontstaat dan ook een verrassend verschil met de nieuwe fictie-eisen op havo/vwo-terrein: alle KIJKEN is daar bij Nederlands geëlimineerd, omdat dit bij het nieuwe vakgebied CKV 1 aan de orde gesteld zou moeten worden.
Ons tweede videofragment liet Arjan Ederveen zien bij het maken van reclame-spotjes; het geluid bestond vrijwel uitsluitend uit achtergrondmuziek. In het deelnemersmateriaal was informatie opgenomen (bron: Moer 1980/4, themanummer televisie). De combinatie van beeld en geluid levert de makers van film/tv mogelijkheden op om te manipuleren; de kijker/leerling kan zich hiervan bewust worden en de effecten (betekenisgeving, intensivering, neutralisatie) beoordelen.
Na het derde videofragment, waarbij zowel het beeld als het geluid de informatie leverden, probeerde elk deelnemersduo te achterhalen welk van de drie fragmenten in de beeld-geluidcombinatie de voorkeur genoot. Het gesprek over het onderrichten van kijkvaardigheid kwam daarna snel op gang. Bovenstaande kijkactiviteiten zijn eenvoudig te vertalen naar de vbo/mavo-klassesituatie en verslaggeving daarvan kan opgenomen worden in het fictiedossier van de leerling. Ook voor andere kijkopdrachten, zoals het schrijven van een kijk-autobiografie en het maken van een filmverslag, was lesmateriaal aanwezig. Kenmerkend voor deze lesopdrachten is het feit dat er steeds weer sprake is van samenwerkend leren, wat ook bij de nieuwe eindtermen van vbo/mavo een van de algemene vaardigheden is. Ondanks het feit dat kijken in eerste instantie een individuele activiteit lijkt te zijn, kunnen steeds uiteenlopende samenwerkingsvormen gerealiseerd worden, zowel voorafgaand, als tijdens (!) en na afloop van het kijken. Zo'n afwisselende aanpak leidt in de klas hopelijk tot beeldopvoeding. We eindigden dan ook met een citaat uit de artikelenreeks 'tussen beeld en realiteit' (Optiek, jrg. 15, 1989) om ons doel met deze HSN-workshop en onze kijklessen te onderstrepen: 'Beeldopvoeding heeft niet zo zeer tot taak deze generaties een taal aan te leren, als wel de
201
reflectie op gang te brengen over een taal die zij reeds kennen. Beeldopvoeding is niet zo zeer het aanleren van een beeldbewustzijn, als wel het discursief maken van dat beeldbewustzijn'.
202