Henk Jongsma & Paul Merkx · 12de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1998 · pagina 272 - 276
SCHRIJVEN IN TOPNIVEAU
Henk Jongsma & Paul Merkx
Schrijfvaardigheid wordt in onze methode in samenhang met andere vaardigheden geoefend. Daarom zullen we eerst kort schetsen hoe Topniveau is opgebouwd en hoe ermee wordt gewerkt.'
1 OPBOUW VAN TOPNIVEAU
De leerlingen hebben, zoals u op het methodeoverzicht (tabel 1) kunt zien, de beschikking over twee boeken: ze werken vanuit een verwerkingsboek en raadplegen bij het uitvoeren van de opdrachten regelmatig het informatleboek.
TABEL 1: Methodeoverzlcht Topnlveau
INFORMATIEBOEK HAVO/VWO VIDEO HAVO/VWO
VERWERKINGSBOEK 5/6 VWO
docentenboek + studiewijzer uitwerkingenboek
copymasters met uitwerkingen toetsendiskette
leerlingendiskette
De verwerkingsboeken bestaan ult een aantal leerstofeenheden, die we 'blokken' hebben genoemd. In elk blok staat een aantal samenhangende vaardigheden centraal en elk blok bevat leesteksten en opdrachten die zijn gegroepeerd rond een thema. Hier volgt bijvoorbeeld de blokindeling van het verwerkingsboek voor 4 vwo (tabel 2):
VERWERKINGSBOEK 4/5 HAVO
docentenboek + studiewijzer uitwerkingenboek copymasters met uitwerkingen toetsendiskette leerlingendiskette
VERWERKINGSBOEK 4 VWO
docentenboek + studiewijzer uitwerkingenboek
copymasters met uitwerkingen toetsendiskette leerlingendiskette
SCHRIJVEN IN TOPNIVEAU 273
TABEL 2: Blokindeling van het verwerklngsboek voor 4 vwo
ÃÂ
BLOK |
THEMA |
VAARDIGHEDEN M.B.T. |
1 |
communicatie |
doel en publiek |
2 |
mens en dier |
feiten en meningen |
3 |
sport |
alinea en kernzin |
4 |
eten en drinken |
kritisch lezen |
5 |
lezen |
tekstopbouw |
6 |
media |
informatieve teksten |
7 |
misdaad en straf |
persuatieve teksten |
De blokken van de verwerklngsboeken zijn alle op dezelfde wijze en volgens de bekende fasen opgebouwd (tabel 3).
TABEL 3: Opbouw van de blokken in de verwerkingsboeken
ÃÂ
|
OPBOUW PER BLOK |
FASE |
1 |
oriëntatie |
oriënteren |
2 |
deelopdrachten |
voorbereiden / uitvoeren |
|
• lezen |
|
|
• schrijven en spreken |
|
|
• woordenschat / taal- en stijlfouten |
|
|
OF |
|
|
• spelling en interpunctie |
|
3 |
combiopdrachten |
uitvoeren |
4 |
evaluatie |
reflecteren |
5 |
eindopdrachten |
toepassen |
Uit dit schema kunt u afleiden waar schrijfvaardigheid in een blok wordt geoefend. De leerlingen beginnen met enkele eenvoudige schrijfopdrachtjes in de deelopdrachten, kunnen een iets moeilijker opdracht als combiopdracht maken en schrijven tot slot als eindopdracht, op basis van door hen zelf verzamelde informatie, een complete tekst. Elk blok vertoont dus eenzelfde schrijflijn. De methode als geheel is zó opgezet dat van de eenvoudiger tekststructuren naar de moeilijker tekststructuren wordt toegewerkt.
2 STELLINGEN OVER SCHRIJFVAARDIGHEID IN TOPNIVEAU
Nu we de opzet van onze methode in grote lijnen hebben weergegeven, zullen we aan de hand van een zestal stelllngen uiteenzetten hoe wij denken over schrijfvaardigheid.
274 Henk Jongsma & Paul Merkx
2.1 Schrijven zonder zlnvolle context ls hetzelfde als zwemmen op het droge.
In Topnlveau hebben we ernaar gestreefd teksten aan te bieden die gebruikt kunnen worden bij het uitwerken van de schrijfopdrachten. We hebben geprobeerd op twee manieren een verbinding tussen tekstanalyse en schrijfonderwijs tot stand te brengen.
Vooreerst staat in elk blok van de methode een bepaalde tekstsoort centraal. Voordat de leerlingen in een blok aan schrijven toekomen, krijgen zij eerst enkele teksten ter analyse aangeboden. Veel vragen bij die teksten gaan over tekstsoort, structuur en publiekgerichtheid. Door zulke vragen te beantwoorden worden de leerlingen voorbereid op de teksten die ze zelf gaan schrijven. De geanalyseerde teksten dienen zo als theoretisch model voor de zelf te schrijven teksten.
Maar we hebben nog op een andere manier een verbinding tussen de aangeboden teksten en de schrijfopdrachten gelegd. Alle teksten van een blok zijn gegroepeerd rond een bepaald thema. De schrijfopdrachten passen ook binnen dat thema. De leerlingen kunnen bij het uitwerken van die opdrachten dan ook heel goed gebruikmaken van het geboden tekstmateriaal. Dat tekstmateriaal heeft dus ook inhoudelijk een functie, namelijk als informatiebron.
2.2 Ook een tekst die op onderdelen mank gaat, ls kreupel.
Daarom wordt in Topniveau erg veel aandacht besteed aan deelvaardigheden. Zoals u hebt gezien in tabel 3 is elk blok op dezelfde wijze opgebouwd. Zo volgt na de afdeling lezen telkens de afdeling schrijven en spreken. En na de afdeling schrijven en spreken wordt nog ruimschoots aandacht besteed aan woordenschat/taal- en stijlfouten en spelllng en lnterpunctle.
De afdeling schrijven en spreken bevat onder meer betrekkelijk eenvoudige schrijfopdrachten, die bepaalde aspecten van het schrijfproces oefenen en die de leerling kan uitvoeren zonder op zoek te gaan naar informatie die buiten het boek ligt. Zulke eenvoudige schrijfopdrachten gaan bijvoorbeeld over het maken van een brainstormschema, een schrijfplan, een bronvermelding of een correcte alineaverdeling, of over het schrijven van een pakkende inleiding. Deze schrijfopdrachten sluiten inhoudelijk aan bij de teksten die aan de afdeling schrijven en spreken voorafgaan. Zo moet de leerling bij een artikel over `dierproeven' een briefje schrijven waarln om meer informatie gevraagd wordt of argumenten formuleren bij een stelling in dat artikel.
We denken dat de leerling door het uitwerken van deze betrekkelijk eenvoudige opdrachten de nodige ervaring èn het vereiste zelfvertrouwen opdoet om de grotere schrijfopdrachten aan te kunnen. Met de grotere opdrachten bedoelen we met name de elndopdrachten waarmee elk blok afsluit. Voor zo'n eindopdracht schrijft de leerling, op basis van zelf verzamelde informatie, een complete tekst van een redelijke omvang.
2.3 Van schrijffouten kun je leren en het verbeteren ervan is nog amusant ook.
Leerlingen worden .in onze methode voortdurend uitgenodigd hun eigen schrijfproduct of het schrijfproduct van een ander nog eens kritisch te bekijken en te verbeteren. We
SCHRIJVEN IN TOPNIVEAU 275
menen dat het mogelijk is leerlingen een kritischer schrijfhouding aan te leren. Voorwaarde is wel dat de leerlingen niet direct op te veel aspecten tegelijk hoeven te letten.
Bij de deelopdrachten schrijven staan telkens expliciet enkele beoordelingspunten vermeld. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om de publiekgerichtheid van een inleiding, de formulering van enkele argumenten of de formele structuur van de zakelijke brief. Geleid door dergelijke concrete beoordelingspunten en het informatieboek komen de meeste leerlingen, zo blijkt, of ze nu samen of alleen werken, tot een aanvaardbaar schrijfproduct.
Om een kritische schrijfhouding bij de leerlingen te ontwikkelen, hebben we verder, zoals al is vermeld, veel deelopdrachten opgenomen op het gebied van zinsbouw, woordenschat, spelling en interpunctie. Daarnaast bevat de methode een aantal her-schrijfteksten waarin allerlei fouten zijn verwerkt, die opgespoord en verbeterd moeten worden. Onder die herschrijfteksten staan, om de leerling op weg te helpen, telkens concrete aanwijzingen. Deze herschrijfopdrachten lenen zich overigens heel goed voor groepswerk. Veel leerlingen vinden zo'n concrete 'puzzelopdracht' best wel aardig.
In de schrijfopdrachten wordt bovendien regelmatig verwezen naar het commentaar-schema schrijfopdracht. Dit commentaarschema, dat in het informatieboek staat, bevat een overzicht van algemene criteria waaraan elk schrijfproduct dient te voldoen. Om de leerlingen vertrouwd te maken met het schema kunt u de leerlingen bijvoorbeeld in groepjes een schrijfproduct laten beoordelen. Elk groepslid kan dan enkele criteria voor zijn of haar rekening nemen.
Topniveau bevat veel opdrachten om tot een goede invulling van het schrijfdossier te komen. We denken dat dit schrijfdossier tot slot ook een bruikbaar instrument is om de leerlingen tot een kritischer schrijfhouding te brengen. In zo'n dossier kunt u immers meerdere versies van een schrijfproduct laten opnemen en beoordelen.
2.4 Het is niet moeilijk informatie te vinden; het is moeilijk bruikbare gegevens te selecteren en te verwerken.
In een goed uitgeruste mediatheek hebben de leerlingen de beschikking over boeken en tijdschriften, Internet, cd-roms, knipselmappen enz. Het zal ze dan ook niet al te veel moeite kosten om informatie over een bepaald onderwerp te verzamelen. Maar dan begint het eigenlijke werk pas. Want: welke informatie gebruik je en welke informatie gooi je weg? hoe bepaal je de kwaliteit van de bronnen waaruit informatie is geput?
Onze methode probeert op twee manieren de leerlingen te helpen bij het moeilijke proces van selectie en verwerking van gegevens. Om te beginnen bieden we per blok een verzameling thematisch samenhangende teksten van goede kwaliteit waaruit de leerlingen kunnen putten en die als startpunt kunnen dienen voor verder onderzoek. Bovendien bevatten met name de grotere schrijfopdrachten (de eindopdrachten dus) een miniatuurstappenplan. Leerlingen die de opdrachten goed lezen, de stappen in het schrijfproces volgen en de verwijzingen naar het informatieboek serieus nemen, komen een heel eind bij de uitwerking van die opdrachten. Het miniatuurstappenplan is ook voor de docent goed bruikbaar: het bevat immers criteria volgens dewelke het schrijfproduct kan worden beoordeeld.
276 Henk Jongsma & Paul Merkx
2.5 Discussie en debat zijn een belangrijke bron van informatie en inspiratie voor een schrijver. Een goed schrijver is in voortdurend debat met zichzelf.
Discussie en debat kunnen een belangrijke ondersteunende functie bij het schrijven vervullen. In discussie en debat wisselen de leerlingen hun standpunten uit over een bepaald onderwerp, nadat ze zich in dat onderwerp verdiept hebben. De meningsvorming die ontstaat door de uitwisseling en aanscherping van argumenten en tegenargumenten, kan een uitstekende basis zijn voor een betoog of een beschouwing.
In Topniveau hebben we geprobeerd, waar mogelijk, integratie van lezen, spreken en schrijven tot stand te brengen. We denken dat leerlingen meer met opdrachten kunnen en willen doen, als ze deze samenhang vertonen.
2.6 Kennis van de schrijftheorie is voor gewone stervelingen een noodzakelijk goed.
Volgens Multatuli is schoolgaan funest voor natuurlijk schrijven. Daar zal wel iets in zitten, als het om natuurtalenten van zijn kaliber gaat. Maar voor doorsnee-schrijvers gaat het zeker niet op. Voor hen is schoolse kennis juist een voorwaarde om tot een aanvaardbaar (dat wil zeggen leesbaar) schrijfproduct te komen.
Leerlingen die Topnlveau gebruiken, werken weliswaar vanuit het verwerkingsboek, maar dienen daarbij voortdurend hun informatieboek te raadplegen. Elke nieuwe afdeling begint immers met enkele theorievragen. En ook tijdens het uitwerken van de overige opdrachten wordt regelmatig naar het informatieboek verwezen.
Door veelvuldig in het informatieboek te lezen krijgen de leerlingen, naar we hopen, steeds meer oog voor de problemen die met het schrijven van een tekst gepaard gaan. Leerlingen die onze methode gebruiken, moeten het informatieboek overigens niet alleen maar raadplegen. Ze moeten er ook telkens, voor elk blok, enkele paragrafen uit leren. We vinden een goede theoretische basis zo belangrijk dat we in alle toetsen enkele theorievragen hebben opgenomen.
NOOT
1 Behalve de methode Topniveau heeft Uitgeverij Thieme ook de taalvaardigheidsmethode Kiliaan voor de tweede fase ontwikkeld. Klllaan is als volgt samengesteld: informatieboek havo/vwo; verwerkingsboek 4 havo; verwerkingsboek 4 vwo; verwerkingsboek 5 havo; verwerkingsboek 5/6 vwo. Bij alle edities zijn docentenhandleidingen, toetsdiskettes, leerlingendiskettes, uitwerkingenboeken en copymasters verkrijgbaar. (Nvdr/op verzoek van de uitgever.)