Ter inleiding

Rita Rymemans & Hugo de Jonghe  ·  12de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1998  ·  pagina 9

Ter inleiding

Zoals de vorige jaren presenteert dit verslagboek van de twaalfde HSN-conferentie een staalkaart van wat het schoolvak Nederlands in Nederland en Vlaanderen te bieden heeft. Het laat tevens zien hoe succesvol de formule van de over Noord en Zuid wisselende conferenties gebleken is.

Treffend was in Antwerpen 1998 niet alleen het grote aantal presentaties, maar vooral de grote verscheidenheid ervan, evenals de uitgestrektheid van het domein dat erdoor werd bestreken. In toenemende mate komen nu niet alleen onderzoekers en ontwikkelaars van leermiddelen maar ook leraren ult het voortgezet/secundair onderwljs en uit het basisonderwijs op de conferentie verslag uitbrengen over wat zij op taaldidactisch gebied ondernemen. In die zin is er duidelijk een groeiend vertrouwen van de onderwijsgevenden in de mogelijkheden van de conferenties. Het spreekt onmiskenbaar velen aan dat zij ervaringen en inzichten voor vakgenoten kunnen ontvouwen en eventueel ter discussie stellen.

Aan onderwerpen is er geen gebrek. Nederlands is een vak met veel facetten, die tegen de achtergrond van gaande ontwikkelingen in onderwijs en maatschappij bovendien voortdurend in aantal toenemen. Een vergelijking met de verslagboeken van de vroegere conferenties - zeker met die uit de aanvangsjaren - spreekt in dit opzicht boekdelen. Wel is daarbij ook te zlen dat basistrends zich al vanaf het begin met kracht doorzetten: het toenemende belang van een communicatief opgevat taalonderwijs, van de ontwikkeling en de toetsing van leerlljnen (met name voor onderdelen als schrljven, spreken en luisteren); de steeds juistere inschatting van Wat onder taalbeschouwing dient te worden verstaan, de toenemende aandacht voor de vormen waarin leren leren zich voltrekt of van de wijze waarop actueel taalonderwijs leerlingen voorbereidt op de eisen van vervolgonderwijs en beroepsleven, het belang van integratie en transfer, het steeds zwaardere accent op het gebruik van eigentijdse media, de verruiming van het werkterrein tot taalzwakke autochtone en allochtone leerlingen, de accentverschuivingen binnen het literatuuronderwijs in de richting van reële literaire competentie, enz.

Al die ontwikkelingen zijn manifest aanwezig in de teksten van niet minder dan 65 van de in totaal 73 presentaties die in deze bundel - in alfabetische volgorde - opgenomen zijn. De openingstoespraak door Mark Van Bavel gaat eraan vooraf; met het verslag van de forumdiscussie over de taakzwaarte van de leraar Nederlands door Gio De Weerd sluiten we het geheel af.

Het lijdt geen twijfel dat dit verslagboek zijn eigen, gemarkeerde plaats inneemt in een reeks die in haar geheel steeds duidelijker laat zien hoe het schoolvak Nederlands zich tijdens de laatste twee decennia van de twintigste eeuw ontwikkelt. Dat betekent tegelijk dat het verwachtingen oproept naar wat de komende conferenties zullen brengen.

Rita Rymenans Hugo de Jonghe

Labels

domein
overige
land
Belgiƫ

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

12de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1998