Truus van der Veer · 13de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1999 · pagina 131 - 132
FlexNed, een multimediaal programma Nederlands voor laag opgeleiden
Truus van der Veer
In mijn workshop ben ik ingegaan op een aantal aspecten van FlexNed, de achtergronden van het programma en de keuzes die gemaakt zijn bij het samenstellen ervan. FlexNed omvat de volledige leerlijn lezen en schrijven. Met voor lezen de modulen: Leesstrategieën, Informatieve teksten lezen, Leesplezier, Instructies en overzichten, Studerend lezen. En voor schrijven: Schrijven als proces, Brieven schrijven, Aantekeningen maken, Creatief schrijven, Samenvattingen en verslagen. Elke module is onderverdeeld in vier blokken en elk blok telt drie tot vijf leerstappen waarin vaardigheden geoefend worden. Elke leerstap bestaat uit zes oefeinigen plus drie extra oefeningen. Aan het einde van elk blok zit een zelftoets. Bij het programma hoort een intaketoets zodat vooraf getoetst kan worden met welke modulen een cursist nog aan de slag moet.
Doelgroep
Het programma is in eerste instantie gemaakt als cursusmateriaal voor Nederlandstalige deelnemers aan de basiseducatie op KSE niveau 3: het eindniveau van de basiseducatie. In het beroepsonderwijs is het materiaal in te zetten als cursusmateriaal in de Assistent- en Basisberoepsopleiding (KSB 1 en 2) en als bijspijkerpakket in de Vakopleiding en Middenkaderopleiding (KSB 3 en 4).
Het programma
De uitleg is schriftelijk, visueel en/of bestaat uit geluidsfragmenten. De voordoen-functie kan aan- of uitgezet worden. De geluidsfragmenten kunnen steeds herhaald worden. Een cursist kan op meerdere manieren door de oefenstof: stap voor stap van voor naar achter, surfend door een module, of alleen die onderdelen doornemen die nodig zijn. Een cursist kan het programma alleen doorwerken, maar het is ook heel goed mogelijk om in tweetallen te werken. Cursisten bepalen zelf of ze de extra oefeningen maken. De zelftoets op het eind van elk blok kan op verschillende manieren ingezet worden: vooraf om te bekijken wat een cursist wel/niet beheerst en aan welke vaardigheden nog gewerkt moet worden, of op het eind van een blok ter controle. Na elke poging krijgt de cursist feedback (soms heel kort, soms uitgebreid met aanwijzingen)
De inhoud van de teksten is zo gevarieerd mogelijk zodat de hele doelgroep er zich in kan herkennen. Er is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van teksten uit de dagelijkse praktijk. Ook de opdrachten zijn divers: klikken, markeren, slepen; in een tekst of beeld, naast een tekst of beeld; één mogelijkheid goed of meerdere mogelijkheden goed.
Het programma is makkelijk te bedienen. Een cursist kan elk gewenst moment naar het hoofdmenu, kan altijd terug naar de vorige oefeningen, en vanuit elk scherm kan de index met uitleg van moeilijke woorden opgeroepen worden.
Ervaringen uit de praktijk
Het programma wordt heel divers ingezet. Als volledige leerlijn in de basiseducatie, als bij-
spijkerpakket in de beroepsopleidingen, en zelfs bij Havo-cursisten. Ook NT2-cursisten die
131
zich voorbereiden op het staatsexamen zijn er blij mee. Docenten en cursisten zijn enthousiast. Met name bijspijkercursisten zijn blij met de gestructureerde opzet van het programma. Over het algemeen vinden cursisten het prettig dat ze zelfstandig met dit programma kunnen werken en niet afhankelijk zijn van een docent. Door inzet van de zelftoetsen zijn de vorderingen van de cursisten meteen zichtbaar voor hen zelf. Dat werkt erg stimulerend.
132