Een klas zonder stoelen of tafels, kan dat wel?

Marc Stevens & Jo van den Hauwe  ·  14de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2000  ·  pagina 309 - 312

EEN KLAS ZONDER STOELEN OF TAFELS, KAN DAT WEL? Marc Stevens & Jo van den Hauwe

Inleiding

Herinnert u zich nog de gesprekken die we anno 1970 al eens voerden in de leraarskamer toen een heleboel nieuwe media hun intrede deden in het onderwijs? We fantaseerden dat het niet lang meer zou duren vooraleer we van bij ons thuis via een satellietlijn konden lesgeven, of dat we enkel nog maar een videoband moesten aanmaken, zodat we zelf niet meer voor de klas hoefden te staan. Natuurlijk liep het allemaal zo'n vaart niet omdat evoluties nu eenmaal niet zo vlug gaan, maar wellicht ook omdat het lesgeven op afstand binnen de kortste keren een bijzonder vervelende klus zou worden, vooral voor de studenten die nauwelijks nog contact met elkaar zouden hebben en hun studie op hun eentje zouden kunnen of moeten afhaspelen.

Zeker in beroepsopleidingen zoals die van hogeschool, die met onderwijs of gezondheidszorg te maken hebben, is het ondenkbaar dat we de studie zouden reduceren tot een heel individualistisch gebeuren. Het is integendeel van het grootste belang om een 'menselijke' opleiding aan te bieden, waarin lerenden hun leren met elkaar kunnen confronteren. Wie bij ons afstudeert kan zich immers niet opsluiten in een klein kamertje om zijn beroep uit te oefenen. Hij of zij zal altijd met allerlei soorten mensen geconfronteerd worden, collega's, patiënten, kinderen, ouders, .... En daar moeten we in de opleiding bijzonder aandacht aan besteden. Niemand die wellicht daardoor koos voor de verlokkingen van de nieuwe technologie.

Nu we 2000 zeggen, 30 jaar later, moeten we toegeven dat er opnieuw een heleboel interessante, nieuwe media opduiken die onze fantasie weer aanzwengelen. Voor nieuwbakken docenten ICT, een groep waartoe wij dit jaar gingen behoren, komt het erop aan om studenten niet zomaar achter een computer te zetten en hen te leren wat ze moeten aanvangen met een toetsenbord of een werkomgeving zoals 'Windows'. Echt leren gebeurt volgens ons maar op een zinvolle manier wanneer we er als docenten in slagen om een evenwicht te vinden tussen drie elementen die volgens ons typisch gepaard gaan met de introductie van nieuwe media en meer bepaald de computer. Dat zijn:

mogelijkheden die leerders hebben om zelfstandig te werken en met name om zelf plaats en tijd van leren of werken te kiezen;

  • de rijkdom en meerwaarde van het interactief leren (je onderneemt een leerhandeling en krijgt informatie teruggespeeld) en coöperatief leren (je leert door samen te werken met je leeftijds- en lotgenoten) en het belang daarvan in ons soort beroepsopleidingen;

  • de heterogeniteit tussen leerders betreffende hun vertrouwdheid met het medium.

Een klas zonder stoelen of tafels, kan dat wel? - M. Stevens & J. van den Hauwe 1309

Over de oplossingen die we uitdokterden voor onze cursus ICT die we in de loop van het jaar gaven aan tweedejaarsstudenten van de opleiding LLO, leest u een en ander in wat volgt.

1 Nieuwe mogelijkheden

De computer kan je nu al een relatief oude technologie noemen. Toen hij in de jaren '80 zijn intrede in de scholen deed, geloofde men dat hij een ware revolutie zou bewerkstelligen ten aanzien van het lesgeven en vooral voor aspecten zoals differentiatie en remediëring. Het sprookje werd echter snel ontkracht. Computers ware domme machines en de programma's die men aanvankelijk ontwikkelde voor vakken als taal en wiskunde waren zo mogelijk nog dommer; enkel geschikt om beperkte en zeer technische doelen mee te bereiken, zoals spelling of het in juiste volgorde zetten van woorden. Verder evolueerden de machines zelf zo snel dat een school die een aankoop deed, binnen de twee jaar met verouderde toestellen opgezadeld zat.

Twintig jaar na de introductie zien computers er heel anders uit. Ze zijn veel krachtiger, groter en sneller geworden en kunnen veel knappere programma's draaien. Maar goede, specifiek voor vakken ontwikkelde programma's blijven witte raven. Didactische uitgeverijen staan erg weigerachtig tegen het uitgeven van vakspecifieke programma's, omdat de verkoop klein is en het risico op een commerciële flop dus groot. Wie een computer functioneel, vanuit een meerwaarde, wil inzetten in zijn onderwijs gaat maar beter op zoek naar andere vormen van gebruik. Computers zijn bijvoorbeeld goed in het beheren en ontsluiten van gegevens, de laatste tijd ook inzake beeld en geluid. In vakken als aardrijkskunde of geschiedenis kan je leerlingen gedifferentieerde zoekopdrachten geven die ze met behulp van de computer tot een goed einde kunnen brengen. Interessante CD-romschijven (over Egypte bijvoorbeeld, of oude Nederlandse letterkunde) of gespecialiseerde plekken op het World Wide Web (waar je bijvoorbeeld discussies vindt over de actualiteit, tot zelfs een museum met reproducties van schilderijen) hebben die meerwaarde duidelijk wel.

In het vak ICT dat wij dit jaar aan onze tweedejaarsstudenten presenteerden, probeerden we nog een totaal andere nieuwe functionaliteit uit. Het gaat hier om een platform dat op het World Wide Web wordt aangeboden. Het platform heet 'Blackboard' en creëert voor leerkracht en studenten een wat je kan noemen virtueel klaslokaal. Het is de docent die zijn klas beheert. Hij of zij kan boodschappen voor studenten klaarzetten, cursussen aanbieden of een werkrooster (planning) presenteren. De studenten die net als de docent via het Internet toegang krijgen tot het klaslokaal - uiteraard na intikken van hun codewoord - kunnen berichten en cursussen ophalen en op verschillende manieren met elkaar of met de docent in contact treden. En juist hier ligt de grote kwaliteit van dit Internet-programma. Op om het even welk moment van de dag kan iemand het klaslokaal 'binnenwandelen' en contact zoeken, vragen stellen, materiaal aanbieden of een cursustekst ophalen en thuis afdrukken. Op dit alles kan enige tijd later door een andere bezoeker gereageerd worden. Blackboard zorgt er dus voor dat de bereikbaarheid en de mogelijkheid tot contact van de betrokkenen groter wordt. De goede ervaringen die we met het programma hadden, deden ons beslissen om het programma volgend jaar ook in te zetten

310 I Een klas zonder stoelen of tafels, kan dat wel? - M. Stevens & J. van den Hauwe

als begeleiding bij de cursus Nederlands in het derde jaar. En wie weet is het ook bruikbaar tijdens stageperiodes, momenten waarop studenten totnogtoe vaak louter op zichzelf waren aangewezen.

Natuurlijk ondervonden we ook nog wel een aantal moeilijkheden. Hier en daar deden zich misverstanden voor omdat studenten er te weinig een gewoonte van maakten om ons virtuele klaslokaal minstens wekelijks te bezoeken. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat niet iedereen thuis over een e-mailaansluiting beschikt en dat op openbare plaatsen al wel eens een keertje moet aangeschoven worden om te kunnen surfen. Daarnaast zouden we in het programma nog graag een module zien waarin studenten op een meer individuele manier de resultaten van hun werk kunnen onderbrengen. Alle post naar docenten komt in het huidige programma in de reguliere e-mailpost van de docenten terecht en dat doet diens elektronische brievenbus wel eens uitpuilen. Tot slot dient gezegd dat Blackboard een Engelstalige site (plek dus) is. De eigen inbreng gebeurt uiteraard in de eigen taal, maar om de weg te vinden in de mogelijkheden en de site te 'gebruiken' moet de student een mondje Engels spreken. De beheerders lieten ons verstaan dat de kans bestaat dat deze teleleerplek ook en Nederlandstalige pendant krijgt, maar wellicht zal het gebruik daarvan niet meer gratis zijn, zoals dat nu het geval was met de Engelstalige plek. Niemand houdt evenwel onze school tegen om een stukje te investeren in een dergelijk studieplatform.

2 En menselijke oplossingen

Hoe slaag je er nu in om de machine de overhand niet te doen krijgen in het leren met en over computers? Wij zochten ons heil in een aantal werkvormen die onder meer in het vreemdetalenonderwijs hun waarde al bewezen hebben. Het gaat om toepassingen van coöperatief leren.

Allereerst plaatsten we tijdens onze lessen steeds twee studenten aan één computer. Dat doet de onzekerheid afnemen voor die wat vreemde technologie, al moeten we zeggen dat studenten veel onbevangener omgaan met computers dan een heleboel volwassenen. Dit duowerk maakt in ieder geval dat studenten elkaar kunnen helpen bij het uitvoeren van een taak. Opvallend is dat de rollen binnen zo'n duo doorlopend wisselen. Soms is er een student bezig op het toetsenbord, terwijl de ander nauwlettend toekijkt. Dan weer ontstaat er een discussie over wat er verder moet gebeuren.

Daarnaast maakten we in onze lessen ook gebruik van de carrouselwerkvorm. Die bestaat erin dat alle duo's aan een oefening beginnen (bv. een schrijftaak), maar na verloop van tijd de opdracht krijgen om naar een andere computer door te schuiven en de taak daar tot een goed einde te brengen. Op het nieuwe scherm vinden ze een reeds begonnen oefening en dus ook een nieuwe uitdaging, want vooraleer ze kunnen verderwerken, moeten ze proberen zich in te leven in de manier waarop hun voorgangers aan het oplossen van de taak begonnen waren.

Een klas zonder stoelen of tafels, kan dat wel? - M. Stevens & J. van den Hauwe 1311

3 Afsluitend

Wanneer je als leerkracht niet meteen de ambitie hebt om je door enkele machines te laten vervangen, doe je er goed aan heel selectief en op menselijke wijze met de nieuwste media om te springen. De mogelijkheden zijn in ieder geval legio. We maken ons sterk dat onze studenten op een veelzijdige manier met de mogelijkheden van computers hebben kennisgemaakt en dat zij die ervaringen straks ook naar hun eigen klas kunnen vertalen, alhoewel basisscholen in Vlaanderen ondanks allerlei initiatieven toch nog wat achterop hinken. Eén computer per klas lijkt ons echt niet voldoende om ook kinderen op een evenwichtige manier te initiëren in het gebruik van computers. En ook leerplatformen zoals `Blackboard' zijn niet bedoeld voor kinderen of de lagere school. Er is dus nog werk aan de winkel, want niet alle kinderen beschikken thuis over de mogelijkheid om met computers te leren werken en juist daardoor ontstaat de heterogeniteit waarmee ook wij nog rekening moesten houden. Tot nader order durven wij toch zeggen dat er klassen bestaan zonder tafels en stoelen, maar wel met een bord, een Blackboard dan wel.

Voor de geïnteresseerde: mocht u een keer Blackboard willen bezoeken, dan kan dat helaas niet op onze cursusplek, omdat wij onze omgeving beveiligden met een wachtwoord. Maar u kan wel terecht bij een cursus die open is voor alle gasten. Dat is bijvoorbeeld http: //www. blackboard. com/co urs es/HUL 5 .

312 I Een klas zonder stoelen of tafels, kan dat wel? - M. Stevens & J. van den Hauwe

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
Nederland
thema
onderwijsleermateriaal
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

14de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2000