Ton Hendrix & Rixt Zeelenberg · 19de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2005 · pagina 23 - 27
BEROEPSGERICHT SCHRIJVEN NEDERLANDS
EEN PROEF MET TEKSTSCHRIJVEN VOOR HET EXAMEN
NEDERLANDS IN DE BASISBEROEPSGERICHTE LEERWEG
Ton Hendrix en Rixt Zeelenberg
Inleiding
Voor de praktisch ingestelde leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg (BB) ligt het schrijven van een tekst niet voor de hand. Docenten uit het vmbo die met deze leerlingen werken, vragen zich dan ook terecht af of je dat moet willen met dit type leerlingen. Zij weten uit ervaring hoe moeilijk het is de algemeen vormende vakken zo te didactiseren, dat deze leerlingen basale kennis en vaardigheden opdoen zonder dat het een vruchteloze martelgang wordt voor beide partijen. Oplossingen worden gezocht in integratie van vakken in praktisch gerichte opdrachten. Er is een behoorlijk aantal docenten Nederlands dat er geen heil in ziet BB-leerlingen een (zakelijke) tekst te leren schrijven, omdat het hen aan zoveel ontbreekt: algemene ontwikkeling, woordenschat, grammaticaal inzicht, spelling ... Ze hebben al behoorlijk veel moeite met het invullen van een relatief eenvoudig formulier.
1 Functioneel analfabetisme op de loer
Basale kennis in lezen, schrijven en rekenen is de grondslag van het alfabetisme, een voorwaarde om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving. Wij zijn geneigd bij taalproblemen in eerste instantie te denken aan allochtonen, maar juist ook onder autochtonen vormt laaggeletterdheid een groot probleem. Er bestaat sinds mei 2004 op initiatief van Prinses Laurentien der Nederlanden zelfs een Stichting Lezen & Schrijven. Deze stichting wil aandacht vragen voor de 1,5 miljoen Nederlanders die problemen hebben met lezen en schrijven. Uit de documentatie van deze stichting blijkt dat volwassenen vaak een groot deel van hun leven blijven tobben met hun lees- en schrijfproblemen zonder dat ze er iets aan durven te doen (www.lezenenschrijven.nl). Van de BB-leerlingen balanceert een substantieel deel op het koord van het functioneel analfabetisme, voldoende reden om het lees- en schrijfonderwijs aan deze leerlingen zeer serieus te nemen door te zoeken naar mogelijkheden die binnen hun bereik liggen.
Beroepsgericht Schrijven Nederlands - Ton Hendrix en Rixt Zeelenberg 23
2 Experiment Beroepsgericht Schrijven Nederlands
Eén van de pogingen om het schrijven dichter bij de leerlingen te brengen is het experiment van Cevo en Cito 'Beroepsgericht Schrijven Nederlands' (afgekort BSN). De gedachte achter het experiment is om een module schrijfvaardigheid Nederlands te koppelen aan het 'centraal schriftelijk en praktisch examen' (cspe) BB. Het cspe is een examen in een beroepsgericht vak dat zich omstreeks april-mei over enkele weken uit kan strekken en dat bestaat uit een combinatie van schriftelijke en praktische opgaven vaak gekoppeld aan een concrete beroepsspecifieke casus.
Het plan is om aan het cspe van elk vak (in totaal zijn er ongeveer dertig beroepsgerichte vakken) een module `schrijfvaardigheid Nederlands' toe te voegen die meeweegt in het eindcijfer voor het centrale examen Nederlands. Voor de beoogde cspe-module schrijfvaardigheid wordt een basisformat Nederlands gehanteerd dat inhoudelijk gezien beroepsspecifiek wordt ingekleurd. Dit betekent dat de inhoud van de examenopdracht voor schrijven gekoppeld is aan de beroepsgerichte context van ieder afzonderlijk cspe. Een examenkandidaat elektrotechniek krijgt dus inhoudelijk een andere schrijfopdracht dan een leerling voertuigentechniek, verzorging, handel en verkoop of landbouw-breed. Het schrijf- en beoordelingskader is vastgelegd in het basisformat dat ten grondslag ligt aan iedere schrijfopdracht. Hierdoor wordt gegarandeerd dat de verschillende schrijfvaardigheidsopdrachten gelijkwaardig zijn. De module schrijfvaardigheid Nederlands wordt beoordeeld door de docent Nederlands, desgewenst met steun van diens collega's beroepsgericht voor de vakspecifieke cspe-onderdelen.
Uit een eerste, relatief kleinschalige, proef bij examenprogramma's in de vier beroepsgerichte sectoren op tien verschillende scholen, bleek dat leerlingen vanuit de beroepscontext enthousiast werden voor het schrijven en ook werkelijk tot schrijven kwamen.
3 Inhoudelijke keuzen
Voor het basisformat Nederlands waarop de schrijfopdracht door Cito ontwikkeld wordt, is vooraf een aantal duidelijke inhoudelijke keuzen gemaakt.
-
Het hoofdaccent van de schrijfopdracht ligt op een geslaagde schriftelijke com-
municatie, zowel inhoudelijk als wat betreft het gebruiken van schrijfconventies. -
Het gevraagde schrijfproduct is een activerende of adviserende tekst, waarin een aantal in de opdracht aangereikte inhoudselementen zijn verwerkt die ontleend zijn aan het beroepsgerichte vak. De behandeling van de inhoudselementen (kern van de tekst) moet zaakgericht zijn en dus niet in de ik-vorm zijn gesteld. De inleiding en de afronding mogen persoonsgericht zijn.
-
De tekst kan worden geschreven in de vorm van een e-mail of een brief. De bijbehorende conventies worden in de beoordeling meegenomen. De opdracht mag desgewenst met de tekstverwerker worden uitgewerkt.
-
De beoordeling van het taalgebruik en de spelling krijgen een ondergeschikte plaats ten opzichte van de communicatieve strekking en de tekstconventies.
24 I Beroepsgericht Schrijven Nederlands - Ton Hendrix en Rixt Zeelenberg
Voorbeeld
Opdracht Groene ruimte Adviserend Schrijfvaardigheid Nederlands
Een onderhoudsplan
De familie Groenhoven is verhuisd naar een woning in een nieuwbouwwijk. Zij hebben de voortuin laten aanleggen door de hovenier bij wie jij werkt. In deze tuin bevinden zich de volgende planten:
-
hortensia (Hydrangea macrophylla)
- viburnum (Viburnum tinus)
-
struikheide (Calluna vulgaris)
-
magnolia (Magnolia x soulangeana)
- lelietje der dalen (Convallaria majalis)
Rondom de tuin is een buxushaag geplant (Buxus sempervirens).
Op de grond waarin de planten staan, ligt geen halfverharding. De grond is zichtbaar.
De tuin ziet er goed uit. De heer Groenhoven heeft advies gevraagd om de tuin goed te kunnen onderhouden. Jij gaat in een brief een onderhoudsplan uitwerken.
Opdracht
Schrijf een brief met de volgende inhoud.
-
Geef aan welke planten gesnoeid moeten worden en in welke periode van het jaar dit moet gebeuren.
-
Geef ook aan welke van deze planten bemest moeten worden en wanneer dat het beste kan gebeuren.
-
Schrijf in je advies ook iets over onkruidbestrijding.
-
Geef ook aan welke tuingereedschappen nodig zijn bij de werkzaamheden.
-
Geef aan welke planten gevoelig zijn voor bladluis en hoe bladluis op een milieuvriendelijke manier kan worden bestreden.
-
Geef aan op welke manier de tuin in het najaar winterklaar moet worden gemaakt.
Aandachtspunten
Denk aan een goede briefaanhef en -afsluiting, een duidelijke indeling van de tekst en verzorgd taalgebruik.
Je mag het Opzoekboek Groen gebruiken.
Beroepsgericht Schrijven Nederlands - Ton Hendrix en Rixt Zeelenberg 125
Beoordelingsmodel
maximumscore 38 punten
Vier beoordelingscategorieën:
1 communicatieve strekking, maximaal
2 uitwerking van de opdracht, maximaal
3 conventies en techniek/opbouw, maximaal
4 taalgebruik en verzorging, maximaal
6 punten 18 punten 9 punten
5 punten
Op het scoreformulier wordt per categorie de score vermeld die de kandidaat heeft behaald.
1 Communicatieve strekking 6 punten
Indien de tekst aan het doel beantwoordt, maximaal 3 punten
Indien de begrijpelijkheid van de tekst als geheel in orde is, maximaal 3 punten
2 Uitwerking van de opdracht 18 punten
Indien de zes gevraagde inhoudselementen (zie de vinkjes V) nader worden behandeld.
-
per aanwezig inhoudselement, maximaal 3 punten
Indien de uitwerking van het gevraagde inhoudselement slechts een gedeeltelijke inhoudelijke uitwerking is van de opdracht, maximaal 2 punten
Indien de uitwerking van de gevraagde inhoudselementen niet verder reikt dan een parafrase van het in de opdracht aangereikte inhoudselement,
maximaal 1 punt
3 Conventies en techniek/opbouw
-
een passende briefaanhef en -afsluiting, maximaal
-
adequate tekstindeling: inleiding - middendeel - slot, maximaal
4 Taalgebruik en verzorging
-
niet meer dan twee fouten tegen correct of passend woordgebruik
-
niet meer dan twee fouten tegen de zinsbouw/woordvolgorde
-
niet meer dan twee fouten tegen de werkwoordspelling
-
niet meer dan drie interpunctiefouten
-
voldoende verzorging van het werk
9 punten
3 punten
6 punten
5 punten 1 punt 1 punt 1 punt 1 punt 1 punt
26 I Beroepsgericht Schrijven Nederlands - Ton Hendrix en Rixt Zeelenberg
4 Slotoverwegingen
Aan de keuze om Nederlands te combineren met de beroepsgerichte vakken liggen verschillende overwegingen ten grondslag. Voor het vak Nederlands is het grootste voordeel dat de BB-leerlingen een tekst (leren) schrijven 'met verstand van zaken'. Zoals leerlingen zich bij het al jarenlang in het schoolexamen beoefende 'Gericht Schrijven Nederlands' eerst uitvoerig moeten documenteren alvorens ze hun schrijfopdracht uitvoeren, zo wordt bij 'Beroepsgericht Schrijven Nederlands' de kennis van het eigen beroepsgericht vak ingezet om tot een tekst te komen. Voor de beroepsgerichte vakken geldt dat de geleerde theoretische en praktische vaardigheden een cognitieve verdieping kunnen krijgen door de schriftelijke verwerking.
Daarbij is het streven dat de cspe-examens zodanig in een casus-achtige opzet zijn ontwikkeld, dat de schrijfopdracht als een aparte module daarop aansluit. Er zal (voorlopig nog) geen sprake zijn van inhoudelijke integratie. Voor de beoordeling van de schrijfopdracht telt de inhoudelijke juistheid van de geboden informatie mee als een onmisbaar onderdeel van de communicatieve stelvaardigheid. De leraar Nederlands zal de schrijfproducten beoordelen. De aansluiting bij de sectorale thematiek bevordert dat leerlingen hun schrijfvaardigheid kunnen tonen, omdat ze door hun opleiding vertrouwd zijn met de vakinhoud van hun studiekeuze. Er zijn bovendien voldoende didactische mogelijkheden voor zowel de beroepsgerichte vakken als voor Nederlands om door het jaar heen allerlei opdrachten op elkaar af te stemmen en zo heel natuurlijk toe te werken naar de examensituatie.
Een beschouwing over de voor- en nadelen van bouwen met steen of hout is misschien iets voor een architect en niet voor de timmerman of metselaar. Maar de eis dat die timmerman schriftelijk moet kunnen communiceren over ins en outs van zijn werkzaamheden, is zeker niet onredelijk.
Beroepsgericht Schrijven Nederlands - Ton Hendrix en Rixt Zeelenberg 127