DE WERELD, MIJN DORP in 1B, Taalbeleid – schoolbeleid – integraal beleid in onze school

Veerle Boyens  ·  20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2006  ·  pagina 152 - 155

Download artikel

TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

zelf oplossingen te zoeken voor de gesignaleerde problemen. De leerlingen zijn immers degenen die betere schrijvers moeten worden. De feedback die de leerkracht de leerlingen geeft is bij voorkeur aangepast aan:

  • de essentie van de schrijftaak (Wat is het hoofddoel van de schrijftaak? (informeren, overtuigen, amuseren,...) Beantwoordt de schrijftaak daaraan?

  • de fase van het schrijfproces (eerst – en vooral – feedback op de inhoud van het schrijfproduct en pas in tweede instantie op de vorm: te snel ingaan op de vorm remt het schrijfproces eerder af dan het te bevorderen)

- de kenmerken van de leerling (sommige leerlingen hebben meer nood aan feedback dan andere)

3.

Na het schrijven van de eerste versie van het schrijfproduct geven leerkrachten schriftelijke feedback, zowel op inhoud als op vorm. Er wordt aangeraden om de leerlingen de eerste versie van hun schrijfproduct te laten schrijven op een dubbel blad (A5): rechts schrijven de leerlingen hun tekst zodat er links plaats is voor de inhoudelijke feedback van de leerkracht.

[noot:

Een uitgebreide versie van deze tekst is terug te vinden in Geerts, M., S. Timmermans, K. Van den Branden, K. Van Gorp & T Verheyen (2004). Het Schrijfpaleis. Motiverende schrijftaken voor de lagere school. Leuven: Centrum voor Taal en Onderwijs.]

Ronde 4

Veerle Boyens

IMS — Borgerhout

Contact: Veerle.boyens@telenet.be

"DE WERELD, MIJN DORP" IN 1B

Taalbeleid - schoolbeleid - integraal beleid in onze school

Reeds enkele jaren geleden koos onze school voor de uitbouw van een GOK- en taalbeleid dat geïntegreerd is in de schoolwerking. Voor die werking richten we ons op de volgende doelstellingen van taalbeleid in GOK:

  •  Leermotivatie en leerwinst verhogen;

  •  Luisteren, spreken, schrijven en begrijpend lezen in functionele contexten bevorderen;

152

6. Taalbeleid

  • De leerlingen de mogelijkheid geven om sociale en culturele vaardigheden te ontwikkelen, een optimale studiekeuze te waarborgen, een positief zelfbeeld en sociale competentie bij leerlingen te stimuleren, de betrokkenheid van ouders en leerlingen bij het schoolgebeuren te verhogen

Om gerichter aan de taalproblemen en -achterstanden van onze leerlingen te kunnen werken, opteerden we voor de integratie van Nederlands en mavo (Nema) in de B-stroom. In Nema werken we via de inhouden en de thema's aan de ontwikkelingsdoelen van mavo en via de werkvormen realiseren we de ontwikkelingsdoelen voor Nederlands. We hebben in de B-stroom bewust de keuze gemaakt voor meer actieve werkvormen die meer kansen geven tot taalvaardigheidontwikkeling bij onze leerlingen en die ruimte scheppen voor differentiatie en gerichte ondersteuning.

We concentreren ons met het hele team op het verminderen van de schoolse taalachterstand. Dit kan alleen maar lukken als alle leerkrachten hier doelgericht aan werken. Via de leerlingenbegeleiding en in samenwerking met het CLB verwerven we inzicht in de taalachtergronden en de taalverwerving van onze leerlingen. We zoeken naar een talig leerlingvolgsysteem en plaatsen de talige vorderingen bij leerlingenbesprekingen op de agenda. Bij de studiebegeleiding informeren we elkaar over de taalaanpak in de verschillende lessen en gebruiken we meer leerteksten als uitgangspunt voor het aanbod van nieuwe leerstof. De leerkracht Nema heeft een coördinerende rol. We ontwikkelen een toegepaste leesaanpak en werken samen met de buurtbibliotheek. In de school worden ook extra taallessen aangeboden in samenwerking met het CVO (Centrum voor Volwassenenonderwijs); dit voor ouders, familieleden, mensen uit de buurt ouder dan 18 jaar.

Taalbeleid en organisatie

Om de afstemming en de samenwerking tussen de leraren te ondersteunen wordt in onze school gewerkt met kernteams. We noemen ze eenheden. Eenheden zijn graad-gebonden teams verdeeld over de twee vestigingsplaatsen. Alle leerkrachten behoren tot een eenheid, nl. die eenheid waar ze het meeste uren lesgeven. Via een regelmatig overleg (van wekelijks tot maandelijks) concretiseren en realiseren deze eenheden het beleid van de school. De eenheid in de eerste graad BSO vergadert wekelijks en de leden zijn op eenzelfde moment vrijgeroosterd. Steeds staan de volgende items op de agenda:

  • Pedagogisch beleid (bespreking agendapunten uit de algemene coördinatievergadering)

  • taalbeleid

  • projecten leerlingenbegeleiding

  • leerlingenbetrokkenheid

  • ouderbetrokkenheid

varia

153

TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Taalbeleid: in de klas

Het onderdeel "taalbeleid" krijgt in het geheel een belangrijke plaats: in de eenheidsvergadering wordt een planning opgemaakt en ongeveer maandelijks wordt een ander onderdeel van taalbeleid besproken. De aspecten die we aan bod brengen zijn de volgende:

  • lesstructuur

  • activering van de voorkennis (ook buitenschoolse kennis komt aan bod)

  • tekstbegrip

schematische samenvattingen

moeilijke woorden in contexten

  • vragen bij vakteksten

  • bordgebruik

  • huiswerk

We bespreken en evalueren ook methodieken om de schoolse taalvaardigheid te optimaliseren: CUM (coöperatief leren in multiculturele groepen), hoekenwerk, actieve werkvormen, enz. We onderzoeken bruikbare strategieën. We stellen ons daarbij de volgende vragen:

- Wat willen we bereiken?

  • Wat zijn de struikelblokken?

  • Welke methodieken gaan we bestuderen? (zelfstandigheid en activiteit staan centraal) We richten ons op vraaggestuurde nascholing.

Hoe optimaliseren we de communicatie tussen de leerlingen en de leerkrachten? (observeren, lesmaterialen bewerken....) Leren leren en sociale vaardigheden ontwikkelen zijn belangrijke uitgangspunten in de eerste graad BSO.

Waarop letten we bij de evaluatie?

We maken afspraken om de verticale doorstroming te bevorderen.

Een integraal beleid

Enkele jaren geleden stelden we ook vast dat er op de speelplaats nogal wat pesterijen en uitingen van onverdraagzaamheid waren van de leerlingen van de B-stroom naar de leerlingen van OKAN-klassen. Werken aan verdraagzaamheid en omgaan met diversiteit werd dan ook één van onze werkpunten waaraan we via projecten werken. De OKAN-leerlingen worden dan ook actief bij een aantal projecten betrokken. Op deze manier realiseren we tegelijkertijd vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (burgerzin, sociale vaardigheden), GOK-doelen (taalvaardigheid en socio-emotionele en socio-culturele problemen), taalbeleidsdoelen (werken aan taalondersteuning voor de reguliere B-stroom leerlingen én de OKAN-leerlingen), ICT-doelen (integratie van ICT in de lessen) en ontwikkelingsdoelen Nederlands en mavo.

154

6. Taalbeleid

Om deze werking meer kans op slagen te geven, worden ook de ouders en de buurtwerking zoveel mogelijk bij de projecten betrokken.

In de workshop stellen we één van de projecten voor die op onze school zijn uitgevoerd: "DE WERELD, MIJN DORP" IN 1B. Ik ga daarbij in op de uitgangspunten van dit project, de doelen die we ermee beogen en de manier waarop het door leerkrachten en leerlingen wordt uitgevoerd.

Ronde 5

Hilde De Smedt & Hilde Leon

Werkgroep Immigratie & Nascholing Brussel Contact: Hilde.desmedt@foyer.be

nabru.hl@skynet.be

nascholing.brussel@skynet.be

Meer dan één taalbeschouwing

Een lessenpakket over taal, meertaligheid en taaldiversiteit

1. Wat vooraf ging

Allochtone en autochtone ouders hebben steeds meer nood aan expliciete aandacht voor een meertalige opvoeding. Scholen voelen de druk om erop in te spelen, maar zijn er niet op voorbereid. Zij zijn nog op zoek naar hun basishouding tegenover de taaldiversiteit die zich op school aanbiedt en de implicaties die dit heeft in hun omgang met ouders en het lesgeven. Traditioneel focust men op de gevolgen van meertaligheid voor het Nederlands. Hieraan besteden ook materiaalontwikkelaars aandacht en zo hebben heel wat goede materialen hun weg naar de scholen gevonden. Ook begeleidingsinstanties concentreren zich op de taalvaardigheid Nederlands.

Dit zoekproces is echter nog niet afgerond of er bieden zich al nieuwe vragen aan. Vroegen ouders in het verleden (haast) uitsluitend naar een goede kwaliteit van het onderwijs Nederlands, dan zien we nu hoe er een verscheidenheid van verwachtingen groeit. Sommige ouders willen 'meer Frans', andere willen 'tweetalig onderwijs' of de introductie van een allochtone taal. Ook al zijn deze vragen vaak vaag, ze wijzen op een evolutie die niet kan worden genegeerd. Sommige leerkrachten beginnen zich ook vragen te stellen over de aansluiting van het 'traditionele' onderwijsmodel bij de nieuwe maatschappelijke realiteit.

Zowel op beleidsvlak als op het werkveld moet er nog heel wat gebeuren om een geschikt antwoord te formuleren en dat ook te concretiseren.

155

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
taalbeleid
land
Belgiƫ
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2006