Willy Weijdema · 20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2006 · pagina 247 - 250
11. Varia
passen. Zoek samen met de leerling naar passende wegen. Geef leerlingen ook inzicht in de verschillende doelen en recht van spreken bij het bepalen ervan.
Leer de leerling zijn verwondering over een fenomeen te vertalen in een onderzoeksvraag en te structureren in een systematische onderzoeksaanpak. En maak het de leerlingen daarbij lastig. Let op de 'zone van naaste ontwikkeling': is het nieuw en moeilijk?
In de workshop over de docent als coach van 'jonge onderzoekers' zullen we bespreken wat voor praktische consequenties dit kan hebben voor het schoolvak Nederlands en hoe we in de praktijk van alledag hiermee om kunnen gaan.
Ronde 6
Willy Weijdema
Educatieve Hogeschool van Amsterdam Contact: w.h.weydema@hva.nl
Dilemma's van de manager van de vakcommunity Nederlands
Inleiding
De werkdag van veel mensen, ook van docenten Nederlands, begint veelal met het aanzetten van de computer en de mail openen. Docenten Nederlands zijn lid van de vakcommunity Nederlands, niet allemaal maar wel veel: de community telt nu al meer dan 2000 leden. Er is een grote kans dat er mail van de vakcommunity is. Als lid van de vakcommunity sta je op een mailinglist en die list wordt heel veel gebruikt.
De vakcommunity Nederlands
Wat is de vakcommunity Nederlands? De vakcommunity is een website: http://www.digischool.nl/ne/community/. Op deze website wordt informatie gepubliceerd die van belang is voor docenten Nederlands uit het secundair onderwijs in brede zin. De website biedt ook mogelijkheden tot communiceren en samenwerken: dat is vooral het doel van een community. Samenwerken is inspirerend en scheelt veel tijd. Bijna iedereen in de school heeft wel behoefte aan contact met collega's en dankzij internet kan dat digitaal gebeuren.
De communities zijn in 2000 ingesteld door Kennisnet: de internetorganisatie voor het onderwijs in Nederland. De Digitale School: www.digischool.nl , in 1995 gestart als een vrijwilligersorganisatie, coördineert de communities. Er zijn inmiddels meer dan vijftig communities: http://www.kennisnet.nl/thema/communities/. Er is duide-
247
TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
lijk behoefte aan deze wijze van communiceren.
Elke community heeft een communitymanager. Deze heeft onder meer de volgende taken:
-
Stimuleren en begeleiden van de onderlinge uitwisseling binnen de community;
-
Onderhoud van de community website;
-
Verzorgen van de maandelijkse nieuwsbrief;
-
Externe contacten opbouwen en onderhouden, onder meer met verenigingen van docenten, lerarenopleidingen en met projectorganisaties zoals de Stichting Lezen.
Ruim zes jaar ben ik al manager van de vakcommunity Nederlands. De vakcommunity startte in mei 2000 met twee leden; nu zijn er al meer dan 2000 leden. De community groeit dus als kool, en dat in een tijd waarin docentenverenigingen in Nederland zoals Levende Talen klagen over terugloop van het aantal leden, en de VON (de Vereniging voor Onderwijs in het Nederlands) per 1 januari 2005 opgeheven moest worden.
Hoe is deze groei te verklaren? Het lidmaatschap van de vakcommunity Nederlands is gratis; dat is voor Nederlanders ongetwijfeld de belangrijkste reden om lid te worden. Bovendien krijg je er ook iets voor terug. Een aantal gegevens op de website is alleen toegankelijk voor leden. De belangrijkste pagina daarvan is de Leermiddelendatabase: http://leermiddel.digischool.nl/. Leden van de vakcommunity kunnen daarin lesmateriaal uploaden en lesmateriaal van anderen downloaden. Er wordt vaker gedownload dan gepload ... Het aanmelden is eenvoudig te realiseren: je registreert je met je naam en je mailadres. Je geeft aan wat je relatie is tot het onderwijs en dan vul je zelf je inloggegevens in: je gebruikersnaam en je wachtwoord. Verder is de groei natuurlijk ook te verklaren uit het toenemend gebruik van digitale communicatiemiddelen: in 2000 was het gebruik van mail en internet nog niet vanzelfsprekend; nu kunnen we niet meer zonder.
Communicatiemiddelen
Het stimuleren en begeleiden van de onderlinge uitwisseling binnen de community zie ik als mijn belangrijkste taak. De vakcommunity beschikt over zeer krachtige communicatiemiddelen: de mailinglist, het forum, de leermiddelendatabase, de maandelijkse nieuwsbrief en natuurlijk de website. Maar hoe ga je met deze middelen om? Wat zet je op de website, in de nieuwsbrief, op het forum? En het allermoeilijkste: waarvoor gebruik je de mailinglist?
De website en de maandelijkse nieuwsbrief betreffen vooral het eenrichtingsverkeer: het zijn de middelen om de communityleden te informeren. Ruim vijf jaar, tot januari 2006, was de nieuwsbrief een word-document, dat als bijlage bij een mail aan de
248
11. Varia
mailinglist werd verstuurd. De nieuwsbrieven worden ook op de website gepubliceerd in het archief: http://www.digischool.nl/ne/community/archief. htm. Veel leden drukten de nieuwsbrief af op papier, lazen de tekst, sloegen er een nietje door en borgen het document netjes op in een map. Maar er verschenen steeds meer links naar websites in de tekst
Sinds januari 2006 wordt de nieuwsbrief op de website gepubliceerd in een bladerstructuur.: http://www.digischool.nl/ne/community/nieuwsbrief_ september_2006_inhoud.htm. Je ziet een inhoudsopgave, je klikt op onderwerpen die je interesseren en je krijgt daar dan meer informatie over. De leden krijgen per mail bericht dat er een nieuwsbrief gepubliceerd is. In de mail staat ook een korte aanduiding van de onderwerpen, met links naar de website. Want zo lezen we tegenwoordig: een kort berichtje, dan een link naar Meer informatie.
Het forum, de leermiddelendatabase en de mailinglist zijn de kanalen voor tweerichtingsverkeer: daar kunnen ook anderen dan de communitymanager publiceren. Publiceren op het forum kan iedereen, met alle gevolgen van dien. Daar staan dus soms heel ongewenste berichten op: de communitymanager moet het forum dus regelmatig opschonen.
Uploaden in de leermiddelendatabase kunnen alleen de leden: het materiaal wordt echter pas zichtbaar als de communitymanager het goedkeurt.
Iedereen kan de mailinglist gebruiken: je stuurt gewoon een bericht naar list-nederlands@digischool.nl. Het bericht komt altijd eerst bij de communitymanager en deze bepaalt of het bericht doorgestuurd wordt of niet. En daar komen mijn dilemma's ...
Dilemma's
Sinds januari 2006 wordt de mailinglist heel intensief gebruikt. Dat ervaar ik als positief: de community leeft! Maar er komen ook negatieve reacties: opzeggingen en reacties als: Kunnen jullie eens ophouden met allen beantwoorden!? Ga naar een chatgroep of
zo...
Mijn belangrijkste dilemma is: wat stuur ik door en wat niet? De berichten aan de mailinglist zijn te verdelen in de volgende categorieën.
Aankondigingen: studiedagen, workshops, nascholingscursussen, evenementen Oproepen: wie wil meewerken aan een onderzoeksproject, aan het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal, aan een krantenartikel
Verzoeken: wie heeft/kent artikelen over zakelijk en creatief schrijven in de basisvorming, geschikte teksten voor zakelijk lezen 3 havo en 3 vwo, tips voor het behandelen/voorlezen van korte verhalen in de klas?
Vragen over de onderwijspraktijk: hoe gaan jullie om met beoordelen van leesdossiers, mondelinge tentamens?
Discussies: over de nieuwe spelling, over leesdossiers, over de examenopgaven, over het niveau van het vak Nederlands in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs
249
TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Mijn volgende dilemma is: wat doe ik met de reacties op berichten aan de mailinglist? Moeten die alleen aan de afzender van het bericht gericht worden of aan de hele mailinglist? De reacties zijn vaak voor meer mensen interessant dan alleen de afzender.
Dan komt het dilemma: wat doe ik met alle informatie die via de mailinglist gegenereerd wordt? Mail is een vluchtig medium. Soms ontstaan er heel interessante discussies; die zouden op het forum gepubliceerd moeten worden. Ook ontstaan er hele lijsten met nuttige tips. Een communitylid die gevraagd had om tips voor het behandelen/voorlezen van korte verhalen in de klas, stuurde na een week weer een bericht aan de mailinglist. Ze bedankte daarin alle tipgevers en voegde een word-document bij, waarin ze alle tips verzameld had. Dat vind ik een voorbeeld van goed communiceren.
Tot slot
We moeten met z'n allen leren communiceren met deze digitale hulpmiddelen, Tijdens de presentatie zal ik de deelnemers een aantal concrete voorbeelden voorleggen, waarover we van gedachten kunnen wisselen: wat doen we ermee en zouden we nieuwere hulpmiddelen moeten aanwenden, zoals: een afgeschermd forum, weblogs, wiki's, etc.?
In ieder geval is duidelijk: de vakcommunity Nederlands leeft! En dat wil ik graag zo houden.
250