Anita Oosterloo & Agnes Benus · 20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2006 · pagina 25 - 28
1. Basisonderwijs
Conclusie
Om op een goede manier met Muzenbox, Muzenboek en Muzenbum te kunnen werken is een kindgerichte visie op evaluatie onontbeerlijk. Bovendien heeft deze manier van evaluatie weinig zin als er geen aandacht is voor deugdelijke muzische opvoeding. Evaluatie staat immers niet los van het muzische proces, maar maakt er wezenlijk deel van uit.
Ronde 6
Anita Oosterloo & Agnes Benus
O.B.S. Op 'e Feanhoop – De Veenhoop Contact: info@anitaoosterloo.nl
info@opefeanhoop.nl
Kikker gaat de wereld over - Kikkert giet de wráld oer. Over het gebruik van ICT bij een tweetalige taalontwikkeling van kleuters
Binnen het lectoraat ICT en veranderende didactiek' staat de vraag centraal hoe nieuwe technologieën bestaande onderwijsprocessen kunnen veranderen of nieuwe onderwijsprocessen kunnen doen ontstaan. Binnen zo'n veranderende didactiek gaan we er van uit dat leerlingen zelf een actieve rol spelen bij het verwerven van kennis. Kennis wordt door henzelf opgebouwd in interactie met de beschikbare leeromgeving. Hierbij vervult de docent een andere rol dan in traditionelere onderwijssettings gebruikelijk is. Vanuit deze gedachte zijn binnen het lectoraat verschillende projecten opgestart. Een daarvan heeft betrekking op de rol van ICT bij het stimuleren van beginnende geletterdheid in een meertalige omgeving. Een van de scholen die bij dit project betrokken zijn, is obs Op 'e Feanhoop, een kleine basisschool in De Veenhoop, een dorpje in een waterrijk gebied midden in Friesland. Van het project op deze school doen we in deze bijdrage verslag.
Het team van Op 'e Feanhoop heeft een aantal jaren geleden gekozen voor ervaringsgericht onderwijs. Voor dit project is dan ook bewust gekozen de eigen omgeving als leeromgeving te gebruiken. ICT-middelen als een digitale camera, een eigen website en een active whiteboard spelen hierbij een belangrijke rol. Doel van het project is dat met behulp van deze middelen op een stimulerende manier gewerkt wordt aan de mondelinge en de schriftelijke taalvaardigheid van leerlingen in de onderbouw, zowel in het Nederlands als in het Fries. Daarbij is ouderbetrokkenheid is een middel om de
1 Lector is Jan Lepeltak; zie ook www.frieslandleernetwerk.nl.
25
TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
taalvaardigheid van leerlingen te vergroten.
Er zijn twee clusters van steeds terugkerende activiteiten uitgewerkt waarbij gebruik gemaakt wordt van ICT:
-
Activiteiten naar aanleiding van een logeerknuffel, Kikker (van Max Velthuys), die met kinderen mee naar huis gaat, samen met een digitale camera. Kinderen of ouders maken foto's van belevenissen. Deze foto's vormen het uitgangspunt voor diverse talige activiteiten, zowel op school als thuis.
-
Activiteiten rondom letters. Kinderen maken binnen een bepaalde context foto's van bijvoorbeeld voorwerpen of personen, waarin zij een bepaalde letter horen of zien. Vanuit deze foto's worden talige activiteiten opgezet.
Ad I
Eén van de leerlingen krijgt Kikker mee naar huis. Thuis worden er foto's gemaakt van de belevenissen met Kikker. De leerling brengt Kikker en de foto's terug naar school en de leraar van groep 1 /2/3 of de klassenassistent praat met de leerling over de foto's. Ze probeert hierbij verschillende taalfuncties uit te lokken. Samen kiezen ze welke foto's op de site van de school mogen (www.opefeanhoop.nl) en samen bepalen ze ook de volgorde van de foto's. Zo ontdekken kinderen aan de hand van hun eigen verhaal onder andere dat een verhaal een bepaalde volgorde heeft. Een volgende activiteit is dat de leraar of klassenassistent samen met de leerling bespreekt welke woorden of zinnen goed bij de foto's passen. Zo maken ze samen een verhaal bij de foto's. De leerling dicteert of probeert zelf te schrijven. Deze tekst wordt bij de foto's op de site geplaatst. Ook richt de leerling bij wie Kikker gelogeerd had, zelf een thematafel in. Kinderen mogen zelf weten wat ze meenemen voor de tafel, als het maar past bij de foto's en het verhaal dat ze verteld hebben. Bij een aantal voorwerpen maken leraar en leerling samen woordkaartjes. Deze tafel maakt de klasgenoten nieuwsgierig. Regelmatig staan er kinderen bij die de voorwerpen bekijken. Het lokt gesprekken tussen kinderen uit. Degene die de tafel heeft ingericht vertelt, geeft antwoord op vragen. Ook zijn er regelmatig kinderen die samen achter de computer de kikkerverhalen bekijken. Ook dit lokt interactie uit.
Een terugkerende activiteit is het naschrijven, nastempelen of natypen van woorden/zinnen bij de foto's. En aan het eind vertelt de leerling zijn verhaal bij de foto's met behulp van het active whiteboard. Kinderen bedienen dit bord zelf.
Ad 2
Een context geeft aanleiding om een bepaalde letter te kiezen en centraal te stellen. De contexten hebben altijd betrekking op de eigen omgeving, bijvoorbeeld plekjes rondom school (de letters s), het tuincentrum (de letter t). Vervolgens gaan de leerlingen op onderzoek uit om woorden (of teksten) te zoeken waarin de letter te horen en/of te zien is. Ze maken er zelf foto's van en deze foto's komen, met het woord erbij en de letter gemarkeerd, in een letterboekje op de site van de school. Met de foto's vinden vervolgens allerlei talige taalactiviteiten plaats, onder andere:
26
1. Basisonderwijs
-
samen de foto's bekijken en de betekenis van de gevonden woorden/zinnen waarin de letter voorkomt afleiden;
-
waar hoor je de letter? Waar hoor je de letter aan het begin? Aan het eind?
-
letters, woorden, zinnen nastempelen, natypen, naschrijven;
-
samen woorden voor de lettermuur kiezen en ophangen.
Het project is opgezet in een vorm van actieonderzoek. Een onderzoeksteam, dat bestaat uit de leraar van groep 1/2/3, de klassenassistent, de directeur en twee externe adviseurs, doorloopt steeds cycli van ongeveer drie maanden. In elke cyclus staat een onderwerp centraal dat gezamenlijk uitgewerkt wordt. Zo zijn in de eerste twee cycli bovenstaande activiteiten bedacht en ingevoerd. Ieders inbreng daarbij is belangrijk, opdat de verschillende deskundigheden en ervaring zo optimaal mogelijk benut kunnen worden. Leraar en klassenassistent experimenteren vervolgens met de bedachte aanpak. Tussendoor wordt op verschillende manieren informatie verzameld om de aanpak te kunnen evalueren en vervolgens eventueel bij te stellen.
In de derde cyclus stond het onderwerp 'meertaligheid' centraal. Tot nu toe waren de meeste activiteiten in het Nederlands. Fries werd wel gebruikt, maar eenduidige afspraken waren hier nog niet over gemaakt. Er werd een tweede Kikker geïntroduceerd, een Friese: Kikkert, herkenbaar aan zijn broekje met de Friese vlag. Kinderen mogen kiezen of ze Kikker of Kikkert meenemen. De keuze van de kikker bepaalt vervolgens de taal waarin de vervolgactiviteiten plaatsvinden, dus ook de presentatie met behulp van het active whiteboard. Wanneer deze presentatie in het Fries is, worden de andere kinderen gestimuleerd zo veel mogelijk ook in het Fries te reageren (dus ook de Nederlandstalige kinderen). Durven ze dit nog niet zo goed, dan kunnen ze proberen hun vraag via Kikkert te stellen. Dat is vaak al minder bedreigend.
Verder werden in het kader van meertaligheid onder andere de lettermuur en de letterboekjes op de site tweetalig.
Wat heeft het project tot nu toe opgeleverd? Een paar eerste bevindingen:
-
Deze vorm van actieonderzoek blijkt voor alle betrokkenen een inspirerende manier van werken.
Leraren krijgen meer oog voor de taalontwikkeling van hun leerlingen. Daardoor stimuleren ze deze taalontwikkeling bewuster en kunnen ze adaptiever werken.
-
Kinderen zien uit zichzelf veel meer woorden en letters. Ze zijn er bewuster mee bezig. Het verschil tussen hoofdletters en kleine letters bijvoorbeeld hebben ze zelf ontdekt en geleerd. Verder komen ze in meer situaties, waarin ze met elkaar praten.
-
Ouderbetrokkenheid komt bijna vanzelf tot stand. Doordat de Kikkerverhalen en de letterboekjes op de site van de school staan, kijken ouders hier regelmatig thuis met hun kinderen naar. Uitwisseling tussen ouders en leraren over de (taal)ontwikkeling van kinderen wordt op deze manier gestimuleerd.
27
TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Het gebruik van het Fries en het systematisch scheiden van Fries en Nederlands gebeurt op een heel natuurlijke manier.
Fries lijkt voor Nederlandstalige kinderen geen hoge drempel meer. Nederlandstalige kinderen willen bijvoorbeeld de Friese kikker mee naar huis.
-
De attitude van leraren ten opzichte van het Fries is positiever geworden.
-
Tussendoelen en leerlijnen geven houvast bij het ontwerpen en evalueren van taalonderwijs.
Ronde 7
René Berends
Pabo Saxion Hogescholen Deventer Contact: r.f.berends@saxion.nl
DE GEREEDSCHAPSKIST TAAL
Vijfendertig jaar geleden maakte het thematisch onderwijs in Nederland furore. Op veel scholen werd geëxperimenteerd met een meer open benadering van het onderwijs. Leerlingen leerden om aan projecten te werken en er was daarbij meer ruimte voor de eigen inbreng van de leerlingen.
Na een aantal jaren ebde het enthousiasme weg. Er waren steeds meer kritische geluiden te horen over deze in gang gezette vernieuwingen. Het kwam erop neer dat men vond dat de leerlingen dan wel leuk met allerlei projecten en thema's aan de slag waren, maar ze leerden zo niet de taalvaardigheden, die een zorgvuldig opgebouwde didactiek behoefden. De kritiek leidde tot een hernieuwde aandacht voor een cursorische taaldidactiek.
Na desastreuze berichten over de kwaliteit van het Nederlandse taalonderwijs in het begin van de jaren negentig, gevolgd door het formuleren van het Actieplan Taal en de oprichting van het Expertisecentrum Nederlands, is het Nederlandse basisonderwijs druk in de weer met interactief taalonderwijs. We zijn weer op zoek naar betekenisvolle, authentieke leersituaties, omdat de leerlingen in het onderwijs te passief zijn, er te weinig aandacht is voor de functionaliteit van de opdrachten en de taaldomeinen volledig gesplitst aangeboden worden.
Het is de vraag of we bij deze hernieuwde aandacht voor thema's en projecten wel voldoende oog hebben voor de valkuilen. Valt er, met andere woorden, wat van de geschiedenis te leren?
Het uitwerken van het idee om een 'Gereedschapskist Taal' te maken kan daarbij wellicht uitkomst bieden.
28