Taalprofielen

Marja van Knippenberg  ·  20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2006  ·  pagina 216 - 220

Download artikel

TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Ronde 1

Marja van Knippenberg

Mondriaan onderwijsgroep – Voorburg (Den Haag) Contact: m.van.knippenberg@mon3aan.nl

Taalprofielen

De Mondriaan onderwijsgroep is een ROC in Den Haag en omstreken, waar jaarlijks ruim 17.000 deelnemers een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) volgen. Steeds meer deelnemers hebben te kampen met problemen op het gebied van taalvaardigheid Nederlands. Daarom voert de Mondriaan onderwijsgroep al een aantal jaren een actief ROC-breed taalbeleid (Hovens, 20031).

Eén van de doelstellingen daarbij is dat de Nederlandse taal geen belemmering mag zijn voor het leren en communiceren. Enerzijds houdt dat in dat het taalgebruik in lesmateriaal en toetsen niet onnodig moeilijk mag zijn. Anderzijds is het ook van belang dat er in de opleidingen gewerkt wordt aan de benodigde taalontwikkeling. Welke taalvaardigheid nodig is en op welk niveau, verschilt per opleiding. Een taalprofiel is een belangrijk hulpmiddel om in beeld te krijgen wat er aan taalontwikkeling moet gebeuren.

Competentiegericht onderwijs

De opleidingen in het mbo moeten binnen enkele jaren allemaal competentiegericht worden vormgegeven. De omslag die nu gemaakt wordt, biedt een uitgelezen gelegenheid om taalvaardigheidsaspecten mee te nemen.

In de nieuwe kwalificatiedossiers voor het mbo is taalvaardigheid Nederlands nadrukkelijk opgenomen, maar de meeste dossiers bevatten vrij algemene taalprofielen die te weinig concrete aanknopingspunten bieden voor het onderwijs. De Mondriaan onderwijsgroep is daarom gestart met het beschrijven van taalprofielen in overleg met bedrijven en instellingen uit de regio. We hebben inmiddels een 15-tal conceptprofielen beschreven, onder andere voor opleidingen in de sectoren techniek, administratie, mode, sport en zorg en welzijn.

Hoe ziet een taalprofiel eruit?

Het taalprofiel Nederlands is een schematisch overzicht van de taalvaardigheid Nederlands die nodig is in de beroepscontext van een bepaalde opleiding. Als beschrij-

De uitgangspunten, doelstellingen en plannen voor het Mondriaanbrede taalbeleid zijn vastgelegd in de notitie taalbeleid binnen de Mondriaan onderwijsgroep 'Elkaar verstaan bij Mondriaan' (Hovens, 2003).

216

9. Zakelijke communicatie

vingskader voor het profiel dient het Raamwerk NT22, dat gebaseerd is op het CEF3. Het schema is uitgewerkt naar:

  1. deelvaardigheid: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven;

  2. het niveau binnen het Raamwerk NT2 waarop (onderdelen van) de deelvaardigheid beheerst moet worden: Al, A2, B1, B2 of Cl;

  3. de relevante descriptoren binnen een deelvaardigheid, bijvoorbeeld Instructies lezen bij de deelvaardigheid Lezen, of Bijeenkomsten en vergaderingen bij de deelvaardigheid Gesprekken voeren.

  4. voorbeelden van functionele taaltaken bij de descriptoren.

Hieronder is als voorbeeld het taalprofiel voor de medewerker fastfood opgenomen. De opleiding tot medewerker fastfood vindt plaats op niveau 2 van het middelbaar beroepsonderwijs. Het kwalificatiedossier4 geeft de volgende beschrijving van de functie:

"Een medewerker fastfood verricht zijn werkzaamheden in bedrijven in de fastfoodsector met verschillende formules. Hierbij kan gedacht worden aan cafetaria's, ijssalons, coffeeshops, lunchrooms, croissanterieën en fastfood(keten)bedrijven. Kenmerkend voor deze bedrijven is dat gasten die ze bezoeken, verwachten dat de service snel en eenvoudig is, de verblijfsduur van de gast meestal erg kort is, de producten die worden aangeboden eenvoudig zijn en/of reeds een voorbewerking hebben ondergaan, de prijs voor de service relatief laag is, en dat de medewerkers contact hebben met de gast en tegelijkertijd bestellingen geheel of gedeeltelijk klaarmaken of verzamelen. De fastfoodmedewerker voert werkzaamheden uit in opdracht van de leidinggevende."

2   Raamwerk NT2 (2002): http://www.cinop.nl/portfoliont2

3 Common European Framework of Reference for Languages (Council of Europe, 2001): een Europees Raamwerk van Taalvaardigheid, dat voor vijf vaardigheden en op zes niveaus internationale doelen voor het MVT-onderwijs formuleert.

4   Kwalificatiedossier Medewerker bediening/fastfood/café-bar (versie 14-06-2005) LOB HTV

217

TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Taalprofiel Nederlands Medewerker fastfood (concept (5)

 

 

Luisteren

Lezen

Gesprekken voeren

Spreken

Schrijven

Cl

 

 

 

 

 

B2

 

 

 

 

 

B1

2. Luisteren

3. Lezen om

2. Bijeenkomsten en

 

 

 

als lid van

informatie

vergaderingen

 

 

 

een live-

op te doen

Bijvoorbeeld:

 

 

 

publiek

Bijvoorbeeld:

- werkoverleg

 

 

 

Bijvoorbeeld:

- personeelsblad

3. Zaken regelen

 

 

 

- personeels-

- verslag werkoverleg

Bijvoorbeeld:

 

 

 

bijeenkomst

4. Instructies lezen

- verkoopgesprek met klant

 

 

 

- bijscholing

Bijvoorbeeld:

- telefoongesprek met klant:

 

 

 

 

- bereidingswijze

producten

- huisregels

bestelling

- telefoongesprek met

leverancier

 

 

 

 

- veiligheidsinstructies

4. Informatie uitwisselen

 

 

 

 

(b.v. brand of overval)

Bijvoorbeeld:

 

 

 

 

- hygiëne (b.v. gebruik

en schoonmaak van

apparaten)

- functioneringsgesprek

 

 

A2

 

 

1. Informele gesprekken

Bijvoorbeeld:

- gesprek met collega's in de

pauze

 

2. Aan-

tekeningen,

berichten,

formulieren

Bijvoorbeeld:

 

 

 

 

 

- telefoon-

notitie

 

 

 

 

 

- lijsten b.v.

temperatuur

Al

 

 

 

 

 

5   Het profiel is een concept omdat het slechts op een beperkt aantal interviews met de beroepspraktijk is gebaseerd.

218

9. Zakelijke communicatie

Hoe komen we tot een taalprofiel?

Op basis van het kwalificatiedossier wordt een analyse gemaakt van de taaltaken in de beroepscontext. Aan de hand van deze analyse worden mondelinge interviews afgenomen in een aantal stagebedrijven of -instellingen. Het aantal interviews is beperkt; wel wordt altijd een relevante spreiding nagestreefd. We letten dan bijvoorbeeld op kleine naast grote bedrijven, de overheidsector naast de particuliere sector, of stad naast regio.

In de interviews wordt eerst geïnventariseerd welke taaltaken voorkomen en met welke frequentie. Daarna vragen we naar knelpunten bij stagiaires en specifieke aandachtspunten voor de opleiding.

In onderstaand kader is een richtlijn uitgewerkt voor de vraagprocedure met betrekking tot de deelvaardigheid lezen.

LEZEN

Vraag wat voor soort teksten de beroepsbeoefenaar dagelijks of wekelijks moet lezen. Het is meestal nodig om door te vragen om een beeld te krijgen van het vereiste taalniveau.

  • > vraag naar voorbeeldmateriaal (als je dat mee kunt nemen, bespaart dat tijd) of anders hoe zo'n tekst eruitziet (onderwerp, woordgebruik en zinsbouw, tekstindeling, lengte).

-> wat moet de beroepsbeoefenaar met de tekst doen?

-> in welke situatie?

  • > zelfstandig of met hulp?

-> wie is verantwoordelijk?

De analyse van het kwalificatiedossier heeft een aantal tekstsoorten opgeleverd. Als er tekstsoorten zijn die de geïnterviewde in eerste instantie niet heeft genoemd, vraag dan alsnog of deze ook voorkomen. Zo ja, vraag dan weer door: hoe vaak, etc.

Vraag of lezen bij stagiaires wel eens problemen oplevert. Als het misgaat, welke fouten worden er dan gemaakt? Vraag naar voorbeelden. Hoe wordt het opgelost?

Vraag of er op het gebied van lezen specifieke aandachtspunten zijn voor de opleiding.

219

TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Na de documentanalyse en de interviews wordt een concepttaalprofiel geconstrueerd op basis van de niveaus in het Raamwerk NT2. Ik verwijs hiervoor naar de lezing van mijn collega Serge Huyghe (zie ronde 3).

Wat is de betekenis van een taalprofiel voor het onderwijs?

Het taalprofiel is vooral een instrument voor taal- én vakdocenten om met elkaar in gesprek te gaan over taalvaardigheid Nederlands in het kader van beroepscompetenties. Het Raamwerk NT2 verschaft daarvoor de kaders en een gemeenschappelijke terminologie.

Omdat het profiel duidelijk maakt welke taalcompetenties relevant zijn in de beroepscontext, biedt het aanknopingspunten voor de manier van toetsen en examineren, de integratie van taalonderwijs in beroepstaken, de taalleerlijn in opdrachten of de inhoud van een taalportfolio. Daarnaast geeft het informatie over de eisen die we kunnen stellen aan het taalgebruik in toetsen en examinering, in lesmateriaal en aan het taalgebruik van de deelnemer.

Verder biedt het profiel een gezamenlijk referentiekader op het gebied van taalcompetenties als het gaat om doorlopende leerlijnen binnen het mbo, en daarnaast ook vanuit het vmbo naar het mbo en vanuit het mbo naar het hbo.

Tot slot is een waarschuwing nog op zijn plaats. Het profiel is nadrukkelijk bedoeld als richtinggevend en het moet niet geïnterpreteerd worden als een volledige beschrijving van eisen voor het vak Nederlands in een middelbare beroepsopleiding. Hiervoor zijn een aantal redenen.Ten eerste is het profiel slechts gebaseerd op een beperkt aantal interviews met de beroepspraktijk. Ten tweede bevat het geen taalvaardigheidsdoelen in het kader van leer- en burgerschapscompetenties. En ten slotte is het Raamwerk NT2 weliswaar een bruikbaar handvat om taaldoelen te benoemen, maar zijn de taalniveaus in al hun dimensies niet zonder meer van toepassing op het Nederlands in het mbo. Er is op dit moment dan ook behoefte aan een beschrijvingskader van het Nederlands als moedertaal om taaleisen in het curriculum van middelbare beroepsopleidingen te kunnen vastleggen.

Ronde 2

Sanne Limpens & Marleen van der Weij

Politieacademie, Faculteit Algemene Politiekunde - Eindhoven en Rotterdam Contact: sanne.limpens@webmail.politieacademie.nl marleen.van.der.weij@webmail.politieacademie.nl

Taalcompetenties van politiedocenten: professionalisering in de eigen onderwijspraktijk

De Politieacademie in Nederland is geen reguliere instelling voor beroepsonderwijs:

220

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
NT2-leerlingen/cursisten
domein
taal bij andere vakken
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2006