Uittrekselwebsites en het lezen voor het leesdossier

Joost van Luijt  ·  20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2006  ·  pagina 93 - 95

Download artikel

4. Literatuur

Ronde 1

Joost van Luijt

Oasen - Gouda

Contact: joostvanluijt@gmail.com

Uittrekselwebsites en het lezen voor het leesdossier

Boeken lezen, wie doet het nog? Als vrijetijdsbesteding heeft het lezen van boeken veel terrein verloren. Vooral jongeren laten het lezen links liggen. Hun omgang met literatuur voor het leesdossier is een verhaal apart. De moeizame relatie tussen leerling en leesdossier is sinds enkele jaren onder nog grotere druk komen te staan, door de opkomst van uittrekselwebsites op het internet. Wat voor gevolgen heeft het bezoek en gebruik van zulke websites eigenlijk?

Het lezen van boeken is onder de Nederlandse bevolking een bezigheid waar steeds minder tijd aan wordt besteed. De laatste decennia is de tijd die aan lezen wordt besteed steeds verder afgenomen. De huidige generatie jongeren leest zelfs minder dan alle andere leeftijdsgroepen. Dat is niet altijd zo geweest: in 1975 lazen jongeren juist meer dan andere leeftijdsgroepen. Waar de kentering optrad, valt niet eenvoudig te zeggen. Zeker is dat de toename van het computerbezit onder jongeren van 12 tot en met 19 jaar in de jaren negentig gepaard ging met een afname van lezen. Hierna ging het snel: er kwam een explosieve toename van het aantal internetaansluitingen en de verbreiding van steeds snellere verbindingen maakte het medium veelzijdiger en aantrekkelijker. Anno 2006 is dagelijkse mailen, chatten, surfen en gamen voor de meeste jongeren vanzelfsprekend geworden. De huidige generatie middelbare scholieren groeit op in een medialandschap dat niet te vergelijken is met dat van vorige generaties.

Literatuuronderwijs

Veel docenten en onderzoekers baren zich zorgen over de manier waarop de huidige generatie jongeren omgaat met lezen. Sommigen van hen menen dat het literatuuronderwijs veel aandacht moet besteden aan het stimuleren van lezen bij jongeren. Anderen, meestal critici, schrijven de teloorgang van de literaire bagage van jongeren juist toe aan het literatuuronderwijs. Kritiek op literatuureducatie is niet nieuw, al hebben alle onderwijshervormingen in Nederland door de Tweede Fase hieraan wel een nieuwe impuls weten te geven. Sinds de invoering van de Tweede Fase is het literatuuronderwijs stelselmatig meer op de leerling afgestemd. Via het leesdossier hebben leerlingen relatief meer vrijheid gekregen om hun eigen voorkeuren te uiten. Dit werd mogelijk door andere examenreglementen, waarin minder strikte omschrijvingen waren opgenomen van wat er precies gelezen moest worden. Een groot verschil tussen het leesdossier en de vroegere leeslijst is de nadruk op de persoonlijke beleving bij het

93

TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

maken van een verslag van de gelezen boeken. Dit gedachtegoed kent eveneens voor-en tegenstanders. In de discussie rondom persoonlijke beleving, voeren de voorstanders van de Tweede Fase aan dat leerlingen meer zullen gaan lezen, omdat ze nu eindelijk boeken kunnen kiezen die ze zelf willen lezen. Tegenstanders zijn hier niet van overtuigd. Zij vrezen daarbij voor de toekomst van de literaire canon – de belangrijke werken uit de literatuurgeschiedenis. De gedachte is: gaat de canon verloren, dan wordt er uiteindelijk helemaal niet(s) meer gelezen. Onderzoek naar personen die tussen 1975 en 1998 eindexamen deden in het voortgezet onderwijs, biedt vooral steun aan de voorstanders. Naarmate leerlingen meer inspraak hebben in hun keuzes voor de leeslijst en uitgenodigd worden in de les om te discussiëren over boeken, lezen zij net als volwassenen vaker boeken in hun vrije tijd. Nadruk op de 'grote namen' uit de literatuurgeschiedenis heeft juist een averechts effect: het drijft mensen weg van het boek.

Uittrekselwebsites

Dan is er een ander fenomeen dat in het huidige literatuuronderwijs tot zuchten en steunen leidt: uittrekselwebsites op internet. Voorheen waren de bekende uittreksel-boeken als Prisma en Literama voor veel leerlingen belangrijke bronnen van inspiratie. Sinds een paar jaar kunnen ook die boeken in de kast blijven staan. In de plaats van uittrekselboeken zijn er uittrekselwebsites gekomen. Deze websites – uittrekselsites –bevatten vele duizenden boekverslagen die gemaakt zijn door en voor leerlingen. De opkomst van deze sites heeft het docenten Nederlands niet gemakkelijker gemaakt. Uittrekselsites zijn fraudegevoeliger dan uittrekselboeken vroeger waren, bieden lang niet altijd kwaliteitsverslagen, en het niet uitlezen van boeken zou als gevolg zijn toegenomen. Des te verwonderlijker lijkt het dan dat docenten soms de leerlingen wegwijs maken in het aanbod op uittrekselwebsites. Hun bedoeling is dan vooral om de leerlingen tegen zichzelf te beschermen.

Gevolgen van uittrekselsites

Vrijwel iedereen die direct of indirect te maken heeft met literatuuronderwijs zal een mening hebben over uittrekselsites. Dan mag het op zijn minst opmerkelijk heten dat er nog geen onderzoek is verricht naar het gebruik van uittrekselsites in het literatuuronderwijs. Het is dus niet duidelijk hoeveel gebruik er wordt gemaakt van deze sites, welke sites dit betreft, en wat het effect is van het gebruik van uittrekselsites op het leesdossier. De lezing over uittrekselsites op deze conferentie heeft als doel om de bezoeker meer inzicht te bieden in het gebruik van uittrekselsites door leerlingen in het voortgezet onderwijs en de invloed van dat gebruik op hun leesgedrag. Er wordt alleen aandacht besteed aan schoolgerelateerd leesgedrag: de boeken die leerlingen lezen voor hun leesdossier. De volgende vragen worden behandeld in de lezing:

  • In welke mate maken leerlingen in het voortgezet onderwijs gebruik van uittrekselsites?

  • Welke invloed heeft het gebruik van uittrekselsites op het soort auteurs dat leerlin-

94

4. Literatuur

gen voor het leesdossier lezen?

- Welke invloed heeft het gebruik van uittrekselsites op de wijze waarop er voor het leesdossier wordt gelezen?

Onderzoek naar specifiek gebruik van websites en de relatie hiervan met andere vormen van mediagebruik, is nog maar weinig verricht. Het onderzoek naar de invloed van uittrekselsites op leesgedrag is daarom exploratief van opzet. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te bieden in de invloed van ICT op lezen en om de discussie te stimuleren over het leesdossier en de omgang met uittrekselsites in het literatuuronderwijs.

Ronde 2

Guido Spyns, Chris de Commer en Janien Benaets

Klein Seminarie – Roeselare & Katholiek Scholencentrum JOMA - Merksem Contact: guido.spyns@belgacom.net

chris.de.commer@myonline.be

janien.benaets@telenet.be

Van Uilen en Apen: de jungle van de leesbevordering'

De context

Leesbevordering / literatuureducatie; een trend

Leesbevorderen of nog duidelijker literatuureducatie is in. Hoeveel projecten en acties lopen er niet in en buiten de school: van de wieg tot het graf is de weg met 'reclame voor waardevolle boeken' en het 'grote belang van lezen' geplaveid of beter geafficheerd. Wie (literatuur) wil lezen, staat nooit in de kou. Wie niet wil lezen, zal het geweten hebben.

De leraar leesbevorderaar

Ach leraar, ook jij bent geroepen tot redder van Taal en Literatuur: vermenigvuldig de boeken op school. Laat de boekenkeuze in de leesportfolio's getuigen van smaakontwikkeling en zelfontplooiing. Zorg voor verdieping: van analyse naar interpretatie en beoordeling. Bestrijd ongemotiveerdheid of onvoldoende geletterdheid met sterke middelen als de goeie ouwe literactuamap en jazeker de illustere Inktaap, 'een coole literatuurprijs' want op maat van jongeren van 16-18 jaar.

Dit is een aanlooptekst voor een workshop waarin we met de deelnemers in discussie willen treden, vertrekkende van stellingen. We zullen de volledige stellingenlijst pas tijdens de workshop bekend maken.

95

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
literatuuronderwijs
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2006