Paul Demets · 20ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2006 · pagina 78 - 81
TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 1
Lucile Hemelaer & Mieke Heyrman
Instituut Berkenboom Humaniora - Sint-Niklaas Contact: lucile.hemelaer@skynet.be
Gedichtenroutes door de stad
Zesdejaars ASO ontwerpen twee gedichtenroutes door de stad. Per route kiezen zij een tiental locaties, zowel bij particulieren als in openbare ruimtes. Elk groepje leerlingen is verantwoordelijk voor de eigen locatie. De bedoeling is dat zij zich laten inspireren door de omgeving en creatief aan de slag gaan met poëzie. De leerlingen hebben vroeger bijvoorbeeld gedichten over de aardappel gebracht, terwijl ze in een keuken aardappels schilden en frietjes bakten. In de kringloopwinkel hebben leerlingen artikelen aanbevolen aan klanten door middel van gedichten.
Leerlingen van het tweede tot en met het vijfde jaar worden in groepjes verdeeld (klas-doorbrekend) en gaan een middag op stap door de stad, lopend van de ene locatie naar de andere. De logistieke organisatie van de hele middag is in handen van leerlingen uit de afdeling Boekhouden – Informatica. Leerlingen lopen de routes op de vierde donderdag van januari, op Gedichtendag.
Ronde 2
Paul Demets
Provinciaal Technisch Instituut - Eeklo Contact: paul.demets@scarlet.be
Veroordeeld tot gedichten: tien wilde bedenkingen en suggesties
1.
Ik heb een slecht werkende gal. Ik ben namelijk poëzierecensent. En ik schrijf en ik publiceer poëzie. Bovendien ben ik leraar in het technisch onderwijs. Kan het ziekelijker? Wie ziek is, kan moeilijk een ander genezen, al moet dat in de praktijk. Maar moet dat wel?
Onderwijs en poëzie. Ja, er is in het onderwijs relatief veel aandacht voor. Ja, er zijn veel bevlogen leerkrachten. Maar we moeten al zoveel. De eindtermen halen. Desnoods sleep je de leerlingen over de streep. De doorlichtingsinspectie wil dat. 'Het taalniveau van de leerlingen moet opgetrokken worden', schrijven ze vlijtig in hun verslag. Opdracht: maak van een ezel een paard. Overschilder het beest, knip zijn oren
78
bij, verleng zijn poten, zet er desnoods wieltjes onder, maar de eindtermen zult gij met al uw leerlingen halen. En vergeet niet te variëren, te differentiëren, te remediëren, aan zelfevaluatie te doen – waar is de tijd dat het zondig was om zichzelf in de spiegel te bekijken. Vergeet de vaardigheden niet. En waar, o waar is uw jaarvorderingsplan? En dus moet poëzie in de lessen Nederlands onvermijdelijk een marginale plaats krijgen. Zegt men zo graag en veel te vaak. Het is een klaagzang waartegen ik een ander lied wil aanheffen. Wie op een inventieve manier met poëzie omgaat, ontdekt dat het vaardigheidsonderwijs (lezen en schrijven, spreken en luisteren) moeiteloos deel uitmaakt van het werken met gedichten. Poëzie stemt tot nadenken over de manier waarop taal werkt en kan functioneren. Het is geen wereldvreemd genre.
Het gaat goed met de aandacht voor poëzie. Poëzieavonden hebben veel succes, ook bij jongeren. In Watou tellen ze elk jaar heel wat jonge hoofden. Tijdens Het Groot Beschrijf De Nachten en Zuiderzinnen ook. Dat jongeren tijdens De Nachten vooral rockmuzikanten gedichten willen zien voorlezen en tijdens Zuiderzinnen schrijvers over de catwalk willen zien lopen, bedenk ik er in stilte bij. Maar toch. Poëzie is cool, poëzie is sexy – een mens denkt dat hij jong is als hij zo'n woorden gebruikt. Is de smstaal niet je reinste, fascinerende Dada?
Wordt er door jongeren veel poëzie gelezen? Kopen ze poëziebundels? U kent het antwoord. Maar moet dat? Is dat niet altijd zo geweest? We laten nu de nog altijd durende liefde voor Jotie T'Hooft of de postume verleidingskunst van Herman de Coninck even buiten beschouwing.
Het onderwijs moet dat niet willen opleggen. Niets is heerlijker voor jongeren dan iets doen wat not done is. Laat ze zelf maar scharrelen in het boekenrek en op het internet. En verder vind ik Dead poets society een slechte film. De hoofdacteur herinnert me teveel aan zijn rol in de televisieserie uit mijn jeugd, Mork and Mindy. Even aan jouw oren draaien als buitenaards leraar en meteen alle leerlingen aan jouw lippen hebben hangen als je over poëzie spreekt. `Nanoo, nanoo'. Kom, kom. Onderwijs moet dat niet willen.
4
Heel veel mensen schrijven poëzie, jammer genoeg zonder te weten wat een goed gedicht is, omdat ze nauwelijks poëzie lezen. Ik mag niet aan de oplagecijfers van poëzie denken, als al die duizenden mensen in het Nederlandse taalgebied ook regelmatig poëziebundels of bloemlezingen zouden kopen. Een bundel haalt nu gemiddeld vijfhonderd exemplaren, een bloemlezing tweeduizend.
Moeten we jongeren betere gedichten leren schrijven? Het is onze opdracht niet, maar het zou mooi zijn. Het resultaat is natuurlijk minder belangrijk dan het proces.
79
TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Heel veel jongeren zijn bezig met muziek. Rap, hiphop en vooral allerlei muziekgenres door elkaar. Ze hebben best wel gevoel voor ritme en voor de woorden die gebruikt worden. Heel wat jongeren experimenteren zelf met muziek. Je hoeft er tegenwoordig zelfs geen instrument meer voor te bespelen. Vaardig zijn met de computer helpt ook. Ik droom trouwens van gedichten waarop leerlingen kunnen ingrijpen, als bij een computergame.
Het kan ook eenvoudiger: als de leerlingen elkaar gedichten voorlezen, leggen ze automatisch de muziek van hun interpretatie bloot.
Hoe overleef je poëzielessen in het secundair onderwijs?
Er bestaat geen pasklare remedie. Laat de leerlingen zien dat je van poëzie vol gebreken ook niet beter wordt. Scherp hun kritische zin aan door het verschil te laten zien tussen websites van dichters als Mark Boog en Tonnus Oosterhoff, dichters die originele dingen doen met ritmiek en formulering, en het hoge candlelight-gehalte van veel andere poëzie op het net.
Begin niet met de meest ondoorgrondelijke gedichten als je hen bundels en bloemlezingen in de hand stopt. Laat de leerlingen aan de hand van goede voorbeelden zien dat er veel verschillende soorten poëzie bestaan en dat gedichten zeker niet zomaar te maken hebben met uitstortingen van gevoelens op rijm. (Oppassen voor het erg besmettelijke en vanuit het noorden afkomstige Borsatosyndroom). Probeer aan te tonen dat een goed gedicht je met een andere blik naar de werkelijkheid doet kijken, tegendraads is, weerbarstig, ongewoon. Zoals jongeren zelf graag zijn.
Leerlingen uit het technisch onderwijs zijn gevoelig voor de technische kanten van poëzie. Ook een goed gedicht is een gebouw waar elke steen op zijn plaats zit. En het heeft ramen en deuren. Je kunt er naar binnen.
Ik vind het heel belangrijk dat leerlingen associatief leren denken over poëzie, dat ze leren hun verbeelding en al hun zintuigen te gebruiken. Dat ze beseffen dat er voor heel wat gedichten geen pasklare interpretatie bestaat. Meer zelfs: dat een gedicht minder interessant is als je meteen alles begrijpt. Natuurlijk is dat een geleidelijk proces. Je moet hen eerst van allerlei vooroordelen genezen. Dan pas voelen ze zich niet meer 'veroordeeld' tot gedichten.
Een poëzieproject voor het derde jaar secundair onderwijs. Ik noem het De doos van Pandora: de doos die Zeus aan Pandora gaf met de goede raad dat ze niet al te nieuwsgierig mocht zijn en de doos niet mocht openen. Ze deed het toch. En al het kwaad kwam in de wereld.
Dromen over de doos van Pandora heeft volgens de psychologie ook met hoop te maken. Het wijst op gezonde nieuwsgierigheid, onbewuste gedachten en de nood om ze uit te drukken. Geen slechte uitgangspunten voor een poëzieproject, denk ik.
80
4. Literatuur
Doel: de leerlingen lezen gedichten, interpreteren ze zelf, gaan er creatief mee aan de slag, schrijven en spreken erover, luisteren naar elkaars interpretatie en doen vooral een beroep op hun associatief denkvermogen. En hen duidelijk maken dat de inhoud van een gedicht ook met negatieve gevoelens (onlust, afkeer, haat, angst, verdriet, wanhoop) te maken mag hebben. Dat herkennen ze vaak. En via een omweg willen ze het daar dan wel eens over hebben.
7.
Poëzie op het menu: een poëzieproject voor leerlingen van het vierde jaar secundair onderwijs.
Doel: de leerlingen laten zien dat er poëzie met verschillende smaken bestaat, dat fastfoodpoëzie niet altijd even voedzaam is en dat poëzie in de ruimste zin van het woord in onze maatschappij functioneert: in de reclame bijvoorbeeld, of in het restaurant. Woorden proeven, poëzie eten en drinken.
8
Poëzie moet de leerlingen, via alle associatieve sprongen waartoe hun geest in staat is, op plekken brengen waar ze nog nooit geweest zijn.
-
Ontbolsteren is moeilijk, maar wat je binnenin vindt, maakt alles goed.
-
Je hebt wilde kastanjes en tamme. Leerlingen in het technisch onderwijs én goede poëzie behoren (gelukkig) tot de eerste soort.
Ronde 3
Henk de Lange
Christelijke Hogeschool Windesheim — Zwolle Contact: h.de.lange@windesheim.nl
Literaire vorming en identiteitsontwikkeling
"Lees om te leven!"(Flaubert)
Tot de vormingsdoelen van fictieonderwijs behoort het bewust en bespreekbaar maken van emoties, maatschappelijke problemen en (interculturele) waarden en normen. Wie kent niet die prachtige ervaring dat een les literatuur / fictie uitmondt in een gesprek over heel persoonlijke zaken waarbij intussen de halve samenleving de revue passeert. Dit zal zeker niet in elke les lukken, maar als de condities gunstig zijn, kan fictieonderwijs wel degelijk een bijdrage leveren aan de persoonlijke groei van leerlingen.
81