Edith Alladin & Janneke Kelter · 21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007 · pagina 72 - 75
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Samenwerking met assisterend academisch personeel
Docenten of assistenten die merken dat voor een student het Nederlands op een of andere manier een struikelblok is, kunnen deze studenten doorverwijzen naar het Monitoraat op maat. Bij een aantal studenten gebeurt de taalbegeleiding in overleg met de assistent of professor die de student in kwestie heeft doorverwezen. Op die manier kunnen we de begeleiding nog beter afstemmen op de specifieke noden van student en op de opdracht waarmee hij/zij problemen ervaart.
Met het oog op een efficiënte taalremediëring bij studenten doen assistenten of studiebegeleiders een beroep op de expertise van het Monitoraat op maat. Zo verzorgt het Monitoraat op maat tijdens de introductieweek voor eerstejaarsstudenten Politieke en Sociale wetenschappen, in samenwerking met de begeleidende assistenten, een inleiding tot academisch Nederlands. De uitbouw van de samenwerkingsverbanden met het assisterend academisch personeel is een van de prioriteiten tijdens het academiejaar 2007-2008.
Ronde 3
Feedback als motor tot schriftelijke taalontwikkeling
Edith Alladin en Janneke Keker De Haagse Hogeschool
e.alladin@hhs.nl
j.kelter@hhs.nl
Hbo-studenten leren tijdens hun opleiding om rapporten te schrijven, verslagen te maken, projectplannen op te stellen en adviezen uit te brengen. Een goede schriftelijke taalvaardigheid is hierbij een vereiste. Veel studenten ervaren echter dat zij op dit punt tekort schieten. Ook docenten signaleren dit. De vaardigheid van studenten in het schrijven van met name zakelijke teksten is vaak niet op hbo-niveau. Deze situatie heeft er op De Haagse Hogeschool toe geleid dat een groot aantal opleidingen studenten in de gelegenheid stellen hun taalvaardigheid te versterken. Dat wil zeggen dat er binnen het curriculum tijd is ingeruimd voor ondersteunend onderwijs Nederlands.
Het programma-ondersteunend onderwijs Nederlands
Bij aanvang van de opleiding leggen alle studenten een instaptoets Nederlands af. Deze instaptoets, een zogenaamde cloze-toets of 'invultoets', bestaat uit zes tekstfragmenten
72
4. Hoger onderwijs
waarin van elk tweede woord de tweede helft is weggelaten. De studenten vullen de ontbrekende delen in. De mate waarin zij hiertoe in staat zijn, levert een adequate indicatie van hun taalvaardigheid. Als studenten onvoldoende scoren op deze instaptoets dan is het bij de meeste opleidingen zo geregeld dat studenten verplicht zijn om deel te nemen aan lessen Zakelijk Schrijven. Werkwoordspelling wordt als apart onderdeel van de instaptoets getoetst; als blijkt dat studenten op dit punt onvoldoende scoren, dan volgen zij hiervoor een separaat traject.
Geïntegreerde aanpak
In de lessen Zakelijk Schrijven gaan de studenten aan de slag met teksten uit de eigen opleiding, d.w.z. teksten die zij binnen de opleiding moeten schrijven (projectverslagen, reflectieverslagen, rapporten etcetera). De integratie van taalvaardigheidontwikkeling met het schrijven voor de opleiding maakt dat studenten zich gesteund voelen in het beantwoorden aan de eisen die de opleiding aan hen stelt.
De student beslist over de route
Belangrijk is dat studenten leren inzien waar zij precies de mist in gaan. Met behulp van een beoordelingsschema analyseren ze hun eigen schrijfproducten en brengen hun leerdoelen in kaart. Zij herschrijven vervolgens de tekst en streven ernaar om hierbij een of meerdere leerdoelen aan te pakken. De leerdoelen kunnen liggen op het niveau van de opbouw van de tekst, op zinsniveau of woordniveau -inclusief (werkwoord)spelling-. De student bepaalt zelf een strategie om deze leerdoelen te verwezenlijken. Het is de eigen keuze van de student of, en zo ja, welke hulpmiddelen hij inzet. Het is niet de docent die voorkauwt hoe de student bepaalde fouten moet verbeteren, maar de student neemt zelfstandig beslissingen op basis van de feedback van de docent. Hierin ligt ligt de kracht van de aanpak.
Uitdagende feedback
Als de feedback niet bestaat uit het verbeteren van de fouten, waaruit dan wel? Welke feedback stimuleert de student om zelfstandig zijn taalontwikkeling ter hand te nemen en snel resultaat te boeken? Onze ervaring is dat een coachende docentrol hierop het antwoord is. Enthousiasmeer de studenten door het stellen van uitdagende vragen, stimuleer studenten tot zelf nadenken en het maken van keuzes en prikkel hen om te reflecteren op hun eigen schrijfproces en taalvaardigheidsontwikkeling. Datgene wat studenten op deze manier aan de weet komen over taal beklijft veel beter dan wanneer docenten hen 'slechts' uitleggen wat er fout is en hoe de regels in elkaar steken. Er vindt daadwerkelijk transfer plaats.
73
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Uitbreiden woordenschat
Het taalgebruik van de docent is van invloed op het 'aanjagen' van de taalontwikkeling van studenten. Leg de lat hoog; het gebruik van abstracte termen (hbo-niveau) stimuleert studenten om hun woordenschat uit te breiden. Hierbij vormt het woorddossier een goed hulpmiddel. In een woorddossier noteren de studenten de voor hen nieuwe woorden, zowel algemene woorden als vaktaal, bij voorkeur met voorbeelden van het gebruik in de context en met synoniemen. Ook veel voorkomende vaste woordcombinaties zoals werkwoorden met vaste voorzetels, of schrijftaalwoorden versus spreektaalwoorden kunnen in een woorddossier genoteerd worden. Op deze manier vergroten studenten hun woordenschat en kunnen zij meer variatie aanbrengen in hun woordkeuze.
Aandacht voor het leerproces
In een portfolio houden de studenten bij aan welke leerdoelen zij hebben gewerkt, welke activiteiten ze hebben voltooid en welke strategie ze hebben bepaald. Op basis daarvan trekken de studenten hun conclusies over de aanpak en aandachtspunten voor een volgende tekst. Alle gemaakte teksten komen in het portfolio, waardoor de voortgang en het leerproces te volgen is.
Sterk in toekomstige taalsituaties
Doordat studenten in deze benadering zelf heel actief aan het werk gaan, ontwikkelen zij een schrijfhouding die hen weerbaar maakt in toekomstige schrijfsituaties. Zij weten wat hun sterke en zwakke kanten zijn, maar zij hebben het vertrouwen ontwikkeld dat zij in staat zijn om de opdracht tot een goed einde te brengen. Door vooraf goed in kaart te brengen wat het doel van de tekst is, door niet te schromen om op zoek te gaan naar of te vragen om goede voorbeeldteksten, door naslagwerken te gebruiken of door een concepttekst met anderen door te spreken. Het voordeel hiervan is dat studenten blijven leren, dat hun taalvaardigheidsontwikkeling doorgaat, ook na afloop van een module of studiejaar.
Hoe bevalt het in de praktijk?
Zoals uit bovenstaande duidelijk mag zijn, veronderstelt onze benadering een heel zelfstandige en actieve houding van studenten. Natuurlijk ligt dit de ene student meer dan de andere. Sommige studenten hebben weinig aansporing nodig en weten in korte tijd grote vooruitgang te boeken. Maar er zijn ook studenten die het helemaal niet leuk vinden om tijd en moeite aan hun Nederlands te moeten besteden. Zij willen het liefst
74
4. Hoger onderwijs
zo snel mogelijk en met minimale inspanning hun studiepunt behalen. Het blijkt dat uitdagende feedback juist ook dit soort studenten aan het denken zet en hen stimuleert om aan hun taalontwikkeling te werken. Voor docenten vormt deze aanpak soms een omslag ten opzichte van de meer traditionele benadering van kennisoverdracht en het verbeteren van fouten. Maar onze ervaring tot nu toe is dat voor zowel student als docent juist de feedback enorm motiverend werkt. Voor de student is het heel inspirerend om 'zelf tot de ontdekking te komen' hoe de vork in de steel zit. Voor de docent is het steeds weer een boeiende ervaring om dit proces bij de student 'te bewerkstelligen'.
Literatuur
Wilma van der Westen: Goed geschreven, Zakelijk schrijven binnen opleiding en beroep. Bussum 2002.
C:WI« SUKICE
GiEver4 Faapaokew
po~eihrreiseim 1/4.0.«
gle£450"Cl< ~et. LE~sa
cx.4412kaLb.ite, simikKa.
75