Jelle van Riet · 21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007 · pagina 106 - 107
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
ÃÂ
OF |
Uit de volgende dramaopdrachten kies je er één, die je alleen, per twee of per vier uitvoert. Je bereidt de opdracht(en) nu voor, om ze tijdens de afsluitende les voor de grote groep te presenteren.
|
Voor meer informatie of suggesties: Hilde Leon, nabru.hl@skynet.be
Literatuur
Paelman, F CLIM-wijzer voor het secundair onderwijs. Antwerpen, De Boeck, 2004.
Lippens, M. en Vandermeersch, F, Vakoverstijgend werken vanuit reisverhalen voor 2e en 3e graad, Averbode, 2004
Ronde 5
In de boomgaard van de jeugdliteratuur
Jelle van Riet
Free-lance journaliste, Deurne jelle.van.riet@pandora.be
Lees ik wel of niet de achterflap?
Is bij een kinderboek de vorm belangrijk? Mogen grote mensen het ook mooi vinden? Is originaliteit een criterium?
Maken mooie zinnen een mooi boek? Moet het verhaal geloofwaardig zijn?
106
5. Literatuur
Welja, neen, misschien.
Hoe beoordeel ik kinder- en jeugdliteratuur? Twee handen vol tips.
Ronde 6
Een portie poëzie ... Smakelijk!
H. Denys
Spes Nostra, Heule heidi.denys@telenet.be
Ik heb al altijd een zwak gehad voor taal en voor poëzie in het bijzonder. Van kindsbeen af citeerde ik luidop en vol overtuiging gedichtjes die de juf me aanleerde. Maar pas toen mijn eigen dochtertje op een avond thuiskwam (ze zat toen in de tweede kleuterklas en was net 4 geworden), besefte ik wat poëzie echt was en kon doen met een mens. Fier als een gieter bracht ze toen een betoverend gedicht over sneeuw. Ruim 3 jaar later ken ik het nog altijd uit mijn hoofd. Dit moment bezorgde me kippenvel en toen voelde ik wat poëzie met een mens kan doen.
Daarom ben ik gaan denken hoe ik voor de leerlingen met wie ik dagelijks werk (tso/bso) poëzie toegankelijker en zelfs aantrekkelijk kon maken. Ik besefte al vlug dat je zo'n doel niet kan bereiken door jongeren te overladen met verplichte opdrachten en diepgaande analyses van gedichten. Dat bezorgt hen alleen maar een indigestie. Ik merkte wel dat je met leerlingen die iets voelen voor poëzie (en dat 'iets' hoeft in een beginfase echt niet veel te zijn!) op weg kunt gaan en meer kunt bereiken dan je oorspronkelijk vermoedde.
Bij ons op school is het eigenlijk allemaal begonnen op de gedichtendag in januari 2003. Als leraar Nederlands vond ik het hoog tijd dat we die dag poëzie op onze school in de schijnwerper zouden plaatsen. We kwamen met enkele collega's samen en daar ontstond het idee om de leerlingen en collega's 's morgens te verrassen met een leuk gedichtje op hun stoel. Niets liet ons toen vermoeden dat dit kleine initiatief zoveel stof zou doen opwaaien. Al na het eerste lesuur bleek dat veel leerlingen geraakt waren door de poëzie en er ontstond als het ware een kettingreactie. In allerlei lessen (zowel Nederlands als wiskunde als aardrijkskunde ...) mochten de jongeren hun gedichtje (iedereen had een ander gekregen!) voorlezen en werd er vol enthousiasme over gepraat. Het ging zelfs zover dat sommigen na de pauze op het podium in de speelzaal klommen en spontaan hun tekst naar voren brachten voor een groep van 500 leerlingen!
107