Onderzoekend leren en uiteenzetting schrijven

Michel Couzijn  ·  21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2007  ·  pagina 118 - 119

Download artikel

EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Een goede begeleider

Al kunnen sterke motivatie en samenwerking met anderen een aanzienlijk aandeel van de hindernissen uit de weg ruimen, soms is de leestaak toch te veeleisend en ligt de inhoudelijke en/of talige en/of cognitieve lat te hoog. Voor zwakkere lezers zal dat vaker het geval zijn dan voor sterkere. Dat hoeft niet te betekenen dat de veeleisende leestaak moet worden afgevoerd. Vele hindernissen kunnen immers met de hulp van de leerkracht tóch genomen worden.

Hulp verlenen betekent echter niet oplossingen geven of technieken om die te vinden zonder meer aanreiken. Hulp moet de vorm krijgen van bemiddeling en dat betekent dat je als leerkracht in eerste instantie te weten komt waar je leerling staat ten opzichte van de taak en in functie daarvan dan de nodige interventies doet.

Voordat de taak wordt aangevat doe je dat door te peilen naar de inhoudelijke kennis die de leerlingen hebben over het onderwerp van de taak en de context waarin dat onderwerp aan de orde komt. Blijken daar lacunes te zitten dan kan je de onontbeerlijke voorkennis (doen) aanreiken in een interactie met de hele klas.

Als leerlingen tijdens de uitvoering van de leestaak vastlopen, dan probeer je ook hier te achterhalen waar de leerling staat: met gerichte vragen doe je hem zelf het probleem identificeren en activeer je zijn probleemoplossend denken zodat hij zelf betekenis kan achterhalen, gepaste redeneringwijzen en strategieën vinden, gedachten duidelijk verwoorden.

Tijdens de nabespreking van de taak kan blijken dat niet alle groepjes tot een zelfde oplossing zijn gekomen. Misschien is de oplossing van bepaalde groepjes echt fout. Misschien zijn verschillende oplossingen denkbaar. Om daarover uitsluitsel te krijgen ga je met de klas in gesprek over de wijze waarop ze tot hun eindproduct zijn gekomen. In dit gesprek komen groepjes ertoe om mogelijke foute redeneringen of oplossingswijzen te identificeren en hun oplossing zelf bij te stellen. Niet alleen geeft dit een goed gevoel wat betreft de prestatie van dat moment, het versterkt hen ook om in de toekomst soortgelijke taken beter aan te kunnen.

Ronde 2

Onderzoekend Ieren en uiteenzetting schrijven

Michel Couzijn

Instituut voor de leraaropleiding, Universiteit van Amsterdam M. Couzijn@uva.nl

In deze presentatie doen we verslag van ons project rondom onderzoekend leren bij Nederlands, waarin we in samenwerking met vwo (aso)-docenten en vakwetenschap-

118

6. Taalvaardigheid

pers in de Neerlandistiek korte lessenreeksen hebben ontworpen. De lessen gaan uit van een combinatie van onderzoekend leren (gebruikelijk bij de exacte vakken in de Tweede Fase, maar niet bij de talen) en het schrijven van een uiteenzettende tekst over het uitgevoerde onderzoek. We denken dat de combinatie van onderzoek doen en erover schrijven, een positief effect zal hebben op zowel schrijfvaardigheid als onderzoeksvaardigheden van leerlingen. Als onderzoeksvragen in de lessen gebruiken we interessante inhoudelijke onderwerpen op vakwetenschappelijk gebied, zoals kindertaalverwerving, het Egidiuslied, of de ontwikkeling van appeltaartrecepten door de eeuwen heen. We zullen de lesmaterialen demonstreren en verslag doen van de eerste ervaringen van docenten en leerlingen met de lessen.

Ronde 3

Creatief schrijven van verhalen met integratie van schrijfstrategieën: twee vliegen in één klap

Jurgen Moons

Berthoutinstituut-Klein Seminarie, Mechelen jurgen.moons@skynet.be

Volgens het leerplan Nederlands in Vlaanderen moeten leerlingen "voldoende kansen krijgen om creatief-expressief te schrijven". Verder moeten ze "bewust schrijfstrategieën kunnen toepassen zoals het bepalen van het schrijfdoel, het verzamelen van informatie, het opstellen van een schrijfplan, het reviseren van de eigen tekst..." Traditioneel komen deze schrijfstrategieën eerder aan bod bij het zakelijk schrijven. In deze presentatie hoop ik aan te tonen dat je leerlingen echt tot creatief schrijven kunt brengen met integratie van de voornoemde schrijfstrategieën. Dit probeer ik te doen via een lessenreeks creatief schrijven van verhalen voor de eerste graad van het secundair onderwijs (12-14 jaar) uitgewerkt volgens de OVUR-strategie. Ze werd al verschillende keren met succes in de klas getest. Tijdens de eerste lessen maken de leerlingen een persoons- en een ruimtebeschrijving. Vervolgens verzinnen ze een inleiding en een slot bij een verhaal. In een volgende les schrijven ze het middendeel van een bestaand verhaal uit. Uiteindelijk resulteert deze schrijflijn in een totaalopdracht uitgewerkt volgens Begeleid Zelfstandig Leren: het schrijven van een volledig verhaal.

119

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
schrijfonderwijs
taal bij andere vakken
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007