Peuterprikkels en Bonte Boel!: taakgerichte taalvaardigheidsstimulering bij peuters en jonge kleuters

Eef Deman  ·  21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2007  ·  pagina 25 - 27

Download artikel

1. Primair onderwijs

Ronde 8

Peuterprikkels, taalstimulering bij peuters (2;0j — 2 6j).

Eef Deman

Centrum voor Taal en Onderwijs; KU Leuven Eef.deman@arts.kuleuven.be

Vanuit de visie op taalverwerving, taalonderwijs en taalstimulering die op het Centrum voor Taal en Onderwijs is ontwikkeld, zijn we op zoek gegaan naar manieren om taalverwerving te bevorderen in kinderdagverblijven. Dit heeft, na onderzoek en veldbezoek, geresulteerd in een bronnenboek 'Peuterprikkels'. Dit bronnenboek is een verzameling van activiteiten, geschikt voor de oudste peuters in kinderdagverblijven en is bedoeld als ondersteuning en inspiratiebron voor de kinderverzorgsters, om op een zinvolle en vooral talige manier om te gaan met deze doelgroep. De volgende aspecten komen in deze workshop aan bod: achtergrond van Peuterprikkels, taalstimulering, doel van Peuterprikkels, opbouw en wat er in de toekomst met Peuterprikkels zal gebeuren.

Achtergrond

In het kader van het project 'Leren praten gaat niet vanzelf. Taalstimulering in de Brusselse kinderdagverblijven', een vormingstraject dat door het Brussels ondersteuningsproject Taalvaart (Vlaamse Gemeenschapscommissie) wordt gegeven aan Brusselse kinderverzorgsters, is een ideeënbundel ontwikkeld met activiteiten voor de oudste peuters (2;0j): Peuterprikkels. Bij de ontwikkeling van een dergelijke activiteitenbundel moet met een aantal aspecten rekening worden gehouden. Zo is een kinderdagverblijf geen kleuterschool en is het in dit project niet de bedoeling de voorschoolse opvang te verschoolsen. Kinderverzorgsters zijn dan ook geen kleuterleidsters en het is zeer duidelijk da verzorging centraal staat.

Bovendien wordt er zeer veel aandacht besteed aan het welbevinden van de baby's en peuters binnen een kinderdagverblijf. Minder aandacht gaat uit naar het activiteitenaanbod dat zich vaak beperkt tot het leegkieperen van een doos speelgoed en het sporadisch meespelen met de peuters. Uit onderzoek blijkt dat er vaak weinig aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van het taalaanbod (Verhelst, 2006). Als er dan georganiseerde activiteiten zijn, beperken deze zich vaak tot een klein groepje geïnteresseerde peuters (meestal dezelfden).

25

EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Omdat het hier gaat over de ontwikkeling van zeer jonge kinderen, moet er ook rekening worden gehouden met hun capaciteiten: het moeten korte activiteiten zijn aangezien peuters zich nog niet zo heel lang kunnen concentreren. ER moet ook aangesloten worden bij de natuurlijke (taal)ontwikkeling van jonge kinderen, waarbij al doende leren centraal staat. Bepaalde vaardigheden zoals knippen zijn nog zeer beperkt. Activiteiten moeten zich vooral in het hier-en-nu afspelen. Belangrijk is ook om te weten dat je op gebied van taalproductie (het spreken van de peuters zelf) niet veel mag verwachten.

Taalstimulering

Het kader waarbinnen Peuterprikkels zich situeert, is dat van de "taakgerichte" taalstimulering. Dit houdt in dat we met 3 aspecten rekening houden:

  1. de activiteten vinden plaats in een veilig klimaat, waarin het welbevinden van de peuter centraal staat;

  2. de activiteiten zijn uitdagend, peuters ondervinden een moeilijkheid die net iets boven hun niveau ligt (zone van naaste ontwikkeling). Bovendien is taal een middel om een motiverend doel te bereiken, de peuters kunnen niet anders dan taalgebruiken om de activiteit te doen;

  3. er is gerichte talige ondersteuning van de kinderverzorgster zelf.

Een veilig klimaat is een basisvoorwaarde om aan taalstimulering te kunnen doen. Pas als een peuter zich goed in zijn vel voelt, zich zowel fysiek als emotioneel geborgen voelt, zal hij openstaan voor zijn omgeving, die gaan exploreren en openstaan voor de taal die gekoppeld kan zijn aan deze exploratie. Welbevinden is een absolute voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor is ook een uitdagende en motiverende opdracht ("taak") nodig, waarbinnen taal centraal staat. Toch mogen de taken niet door de peuters als 'taaltaak' ervaren worden. Vanuit het kader van de natuurlijke taalverwerving, zijn er voor Peuterprikkels boeiende, leuke activiteiten uitgewerkt waarbij de kinderverzorgster een zeer groot aanbod kan geven aan de peuters.

Een laatste element voor een goede taalstimuleringsactiviteit is de ondersteuning die de kinderverzorgsters geven. Aangezien ze met nog zeer jonge kinderen werken, is het niet de bedoeling om even uitgebreid te ondersteunen zoals bij oudere kleuters. Als we binnen het kader van de natuurlijke taalverwerving blijven, houdt dat vooral in dat de kinderverzorgsters zich bewust zijn van hun eigen taalaanbod (dat rijk en gevarieerd moet zijn), van de manier waarop ze feedback geven (vooral naar de inhoud en minder naar de vorm) en mogelijkheden die ze de peuters geven om zelf te spreken. Peuterprikkels bevat bij elke activiteit suggesties van een goed taalaanbod, communicatieve vragen en mogelijke opmerkingen.

26

1. Primair onderwijs

Doel van Peuterprikkels

Taalstimulering staat bij alle activiteiten centraal. De bedoeling van Peuterprikkels is een aanbod te geven van rijke activiteiten die aanleiding kunnen geven tot betrokkenheid, met de mogelijkheden tot interactie en een kwalitatief hoogstaand taalaanbod op maat van de jonge peuters en op maat van de (Brusselse) kinderdagverblijven. Dit laatste impliceert dat we vertrekken van de materialen die aanwezig zijn in de kinderdagverblijven en dat we vertrekken vanuit de activiteiten die al gebeuren in de kinderdagverblijven, of van materialen en activiteiten die organisatorisch gezien niet al te veel inspanningen vragen. Peuterprikkels wil vooral een inspiratiebron zijn voor de kinderverzorgsters om de interactie met hun peuters te maximaliseren en te optimaliseren.

Opbouw

Het boek bestaat uit 3 delen: een handleiding waarin eenvoudig en beknopt de achtergrond, wat theorie over taalstimulering en de praktische gebruiksaanwijzing wordt uiteen gezet. Verder komt de beschrijving van 20 doe-activiteiten en de uitwerking van 5 prentenboeken. Voor deze uitwerking hebben we ons laten inspireren door andere materialen (onder andere Bonte Boel! (Verhelst, 2004) maar er zin er een aantal nieuwe activiteiten toegevoegd. Al de activiteiten heeft dezelfde opbouw zodat het boek gemakkelijk hanteerbaar is voor de kinderverzorgsters. Er is ook voor gezorgd dat er een minimum aan voorbereiding is, zodat kinderverzorgsters op elk moment van de dag, als de gelegenheid zich voordoet, zij een activiteit kunnen kiezen en samen met de peuters kunnen doen.

En verder?

De bundel is met succes in een aantal Brusselse kinderdagverblijven uitgeprobeerd. De resonansgroep, met vertegenwoordigers van o.a. ECEG 0 (Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs), Kind en gezin, VBJK (expertisecentrum voor opvoeding en kinderopvang), was positief. Taalvaart implementeert op dit moment de activiteiten in meerdere Brusselse kinderdagverblijven. In het najaar van 2007 wordt het boek uitgegeven, zodat elke kinderdagverblijf in Vlaanderen zich erdoor kan laten inspireren.

27

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
leesonderwijs
ontluikende geletterdheid
land
België
onderwijstype
basisonderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
papier

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007