Schrijven (z)onder handen: Het gebruik van procesregistraties in het schrijfonderwijs

Luuk van Waes & MariĆ«lle Leijten  ·  21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2007  ·  pagina 121 - 122

Download artikel

6. Taalvaardigheid

scheiden. Ook bleek er een duidelijke relatie tussen schrijfaanpak en tekstkwaliteit. Implicaties voor procesgericht onderwijs worden besproken.

Ronde 6

Schrijven (z)onder handen; het gebruik van procesregistraties in het schrijfonderwijs

Mariëlle Leijten en Luuk Van Waes Universiteit Antwerpen

marielle.leijten@ua.ac.be

Luuk.vanwaes@ua.ac.be

Schrijven leer je niet alleen door het te doen. Zien hoe anderen hun schrijfproces organiseren, kan ook zeer leerzaam zijn. Er zijn verschillende methoden om schrijfprocessen te observeren, variërend van video-opnames tot real-time observaties. In deze presentatie bespreken we het toetsregistratieprogramma Inputlog. Dit is een observatieinstrument dat zeker ook binnen deze context gebruikt kan worden. Een belangrijk voordeel aan dit soort van observatie is namelijk dat de schrijver vrijwel niet het gevoel heeft geobserveerd te worden.

Dankzij de ontwikkeling van toetsregistratieprogramma's is het mogelijk geworden om digitale schrijfprocessen nauwkeurig te registreren en te analyseren. Inputlog, is een registratieprogramma dat onderzoekers de mogelijkheid biedt om schrijfprocessen te registeren in Windowstoepassingen. Daarna kunnen de processen vanuit een aantal invalshoeken geanalyseerd worden. (zie http://www.inputlog.net).

De belangrijkste functies van Inputlog 2.0 Beta zijn:

  • opslaan van data van schrijfsessies in een Windowsomgeving;

  • genereren van databestanden als input voor verdere (statistische) analyse van

  • tekst-, proces-, pauze- en moduskenmerken van de schrijfsessie(s);

  • integreren van loggingdata uit andere programma's;

  • afspelen van geregistreerde schrijfprocessen met verschillende snelheden.

In onze presentatie beschrijven we de technische en functionele kenmerken van dit onderzoeksinstrument en illustreren we een aantal toepassingsmogelijkheden. Logging biedt immers de mogelijkheid om de kenmerken van het schrijfproces via verschillende invalshoeken te analyseren. Maar het programma maakt het ook mogelijk om achteraf te tonen hoe een tekst precies tot stand is gekomen. Hierbij kunnen verschillende vragen beantwoord worden, zoals: Welke stukken van de tekst zijn ingrijpend gere-

121

EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

viseerd? Waar zaten er schrijfblokkades? Hoe zijn die opgelost? Hoe lineair is de tekst opgebouwd? Hoe pakken experts een vergelijkbare schrijfopdracht aan?

In de presentatie geven we suggesties hoe we via een gerichte observatie meer inzicht kunnen verwerven in ons eigen schrijfproces en dat van anderen. In enkele korte demonstraties geven we concrete voorbeelden van de didactische aanpak.

Ronde 7

Is observerend Ieren van andere schrijvers doeltreffender dan zelf oefeningen maken?

Mariet Raedts

Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, Brussel mariet.raedts@vlekho.wen k. be

Samenvattingen schrijven van verschillende bronteksten is niet langer een exclusieve schrijftaak voor universiteitsstudenten. Ook in de laatste jaren van het secundair onderwijs moeten leerlingen werkstukken maken waarvoor zij verschillende teksten moeten raadplegen. Vaak overstijgen die 'syntheses' het beschrijvende niveau niet: de samenvattingen zijn niet meer dan knip-&-plak teksten waarin de informatie uit de verschillende bronnen achter elkaar gerapporteerd wordt. Daardoor bevatten de teksten veel herhalingen, niets ter zake doende details en soms zelfs tegenstrijdige gegevens.

In deze interactieve presentatie krijgt u twee observatieopdrachten te zien uit een digitale videocursus van 120 minuten. Die cursus leert wat een schrijver moet doen met tegenstrijdige en overeenkomstige informatie uit bronteksten, waarom hij de inhoud en opbouw van zijn samenvatting moet plannen, hoe hij een citaat of parafrase invoegt en waarop hij moet letten bij het nalezen van de tekst. In de filmpjes zijn telkens twee schrijvers te zien die hardop denkend hun tekst schrijven. De ene pakt de schrijftaak beter aan dan de andere. De observanten moeten na elke observatieopdracht uitmaken wie de goede en wie de minder schrijver is. Nadien kiezen zij een schrijver van wie zij de schrijfaanpak en de tekst uitgebreid bespreken. Aan het einde van de presentatie wordt ingegaan op de vraag voor wie de observatiecursus heeft meest doeltreffend is: zwakke schrijvers of goede schrijvers.

122

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
NT2-leerlingen/cursisten
domein
schrijfonderwijs
land
Nederland
thema
onderwijsleermateriaal
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007