Elsbeth van der Laan & Theun Meestringa · 21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007 · pagina 166 - 169
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ten aanzien van differentiëren in nieuwe vormen van leren zijn de volgende vragen van belang:
-
Nieuwe vormen van leren zet in op zelfsturende leerlingen. Hoe worden daarin individuele leerlijnen ontwikkeld en vastgesteld? Welke implicaties heeft dat voor het werk van de leerkracht?
-
Welke rol spelen gemeenschappelijke taalleerdoelen in het werk van zowel de leerkracht Nederlands als de leerkrachten van andere vakken?
-
Op welke wijze observeer en analyseer de leerkracht de taalleerbehoeften van leerlingen?
-
Als er zicht is op de taalleerbehoeften van een leerling, welke materialen kan de leerkracht daar dan gericht op inzetten?
-
Als er zicht is op de taalleerbehoeften van een leerling, welke functionele taken en opdrachten kan de leerkracht hem dan geven?
Ronde 3
Taalgerichte vaklessen, zijn er verschillen tussen vakken?
Elsbeth van der Laan en Theun Meestringa SLO, Enschede
e.vanderlaan@slo.nl
t.meestringa@slo nl
In een nieuw project werken de instellingen van het Platform Taalgericht Vakonderwijs samen om op systematische wijze vakspecifiek uitgewerkte voorbeelden van taalgericht vakonderwijs te ontwikkelen en te beproeven. In deze bijdrage aan Het Schoolvak Nederlands 2007 laten we enkele eerste resultaten zien.
Situatieschets
Alle scholen in het VO zullen zich (moeten) blijven bezinnen op de vormgeving van taalbeleid. Taalgericht vakonderwijs geeft scholen in potentie een krachtige stimulans om taalachterstand in het onderwijs aan te pakken en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.Met de producten van het Platform die in het project Taalgericht vooruit! gemaakt zijn en die in verschillende scholen voor VO gebruikt zullen worden, kan de invoering en uitwerking van Taalgericht vakonderwijs binnen het taalbeleid van VO-scholen door schoolleiders beter gestuurd en geëvalueerd worden dan voorheen. De producten richten zich op docenten en docentgedrag en zijn bedoeld om taalgericht werken in de klas voor hen te vergemakkelijken.
166
9. Taalbeleid
In contacten met tientallen scholen v.o., op conferenties en tijdens de landelijke werkconferenties van het Platform (150 deelnemers per keer), blijken docenten enthousiast over de mogelijkheden van de nieuwe materialen. Een herhaaldelijk terugkomende vraag van (m.n. niet-taal)docenten blijft die naar effecten op resultaten van leerlingen binnen hun vakgebied. Na de jarenlange aandacht gericht op de docent en docentgedrag (handboek, opleidingen) past toenemende aandacht voor de leerprocessen bij leerlingen.
Er zijn voldoende didactische aanwijzigen en suggesties voor taalgericht vakonderwijs die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek en er zijn in het algemeen voldoende onderzoeksgegevens die hun waarde bevestigen (zie van Schooten en Emmelot 2005 voor een review), maar pas na publicatie van de recente onderzoeken (de Boer, Prenger, van Eerde) naar taal bij wiskundeonderwijs komt het discours binnen die vakgemeenschap echt op gang. Naast algemene onderzoeksresultaten over taal en leren is er kennelijk behoefte aan vakspecifieke beschrijvingen van kenmerkende effecten van taalgericht werken op leerprocessen bij leerlingen. Binnen andere vakgemeenschappen is taalgericht vakonderwijs nog nauwelijks in beeld. De verwachting is dat dit alleen met vakspecifiek uitgewerkte voorbeelden en resultaten kan verbeteren.
Probleemstelling
Er zijn twee belangrijke knelpunten bij de implementatie van taalgericht vakonderwijs:
Onvoldoende specificatie van taalgericht vakonderwijs naar verschillende leergebieden en van de effecten ervan binnen de vakspecifieke didactische kaders, met als gevolg dat de taalkant nog onvoldoende prioriteit krijgt binnen het vakeigen discours van verschillende leergebieden.
De nog ontbrekende vakspecifieke voorbeelden van taalgerichte lesmaterialen voor auteursteams van uitgevers.
Dat verschillende vakken verschillende vaktermen gebruikt worden, is geen nieuws, en ook het gegeven dat soms dezelfde begrippen gebruikt worden met per vakgebied verschillende betekenissen, mag binnen HSN ook bekend worden geacht. Maar er zijn nog meer verschillen, in gebruik van werkwoorden en zinsbouw, die minder opvallen, maar die je om te kunnen laten zien dat je het vak beheerst, wel moet gebruiken. Leerlingen kunnen grote moeite hebben zich die kleinere verschillen eigen te maken, en ze krijgen daar ook vrijwel geen steun bij. Bij taalgericht vakonderwijs zouden we die steun wel willen bieden, maar dan zal scherper aangegeven moeten kunnen worden wat er gevraagd wordt bij de verschillende vakken, dan we nu kunnen. Hier is nader onderzoek wenselijk.
167
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Werkwijze
In een poging deze knelpunten op te lossen, of in elk geval het effect ervan te verkleinen, werken we met de collega's van het Platform Taalgericht Vakonderwijs systematisch aan zogenoemde prototypen van vaktaalgerichte lesmaterialen voor onderbouw, vmbo en tweede fase en voor verschillende leergebieden. We doen dit met behulp van de producten Taalgericht vooruit!, met name met de lesfabriek' die in een eerder stadium binnen het Platform zijn ontwikkeld. Op de HSN van 2006 zijn de producten van Taalgericht vooruit! uitvoerig aan bod gekomen. De planning is lesbrieven te ontwikkelen van diverse omvang en voor verschillende vakgebieden. We hebben een planning gemaakt met de volgende opbouw:
Tabel: Overzicht van te ontwerpen lesbrieven om te komen tot Vaktaalgerichte prototypen
ÃÂ
vakgebieden |
onderbouw VO |
vmbo (bovenbouw) |
tweede fase havo/vwo |
bèta-techniek |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
zaakvakken |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
rekenen/wiskunde |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
economie/ handel |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
zorg |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
3 lesbrieven |
Na de eerste fase van het ontwerpen van deze lesbrieven, zullen we in fase 2 van dit project in nauwe samenwerking met specialisten voor de verschillende vakken 15 lesbrieven selecteren die tot vakspecifieke prototypen bewerkt gaan worden. Dit selectieproces proces levert eerste inzichten op in de vakspecifieke verschillen in taalgebruik en taaleisen in diverse vakgebieden. Daarna zullen deze vijftien lesbrieven in fase 3 in de praktijk worden uitgeprobeerd. Hierbij zullen we op systematische wijze gegevens verzamelen, onder andere door observatie, om effecten van het gebruik van de taalgerichte lesbrieven te kunnen boekstaven. We hebben daarvoor (naast de Kijkwijzer voor taalgericht vakonderwijs) een aantal instrumenten ontworpen die ingezet zullen worden:
-
een woordenschattoets (voor- en na)
een vragenlijst voor docenten (voor- en na)
-
leerlingenproducten uit de lessen
een vragenlijst voor leerlingen
168
9. Taalbeleid
Opbrengst
Analyse van het lesmateriaal, de observaties van de lessen en de opbrengsten van de lessen vormen samen het bronmateriaal voor de (formatief-evaluatieve) casestudies die in de derde fase van het project rond elk van de vijftien lesbrieven uitgevoerd zullen worden. Rond de zomer 2007 hebben we met deze opzet proefgedraaid en zijn daarbij ingegaan op het ontwerpproces van de docenten, de uitvoering door de docenten en leerlingen en de opbrengsten en percepties van taalgericht vakonderwijs. Op het Schoolvak Nederlands 2007 kunnen we daar eerste resultaten van laten zien.
In deze workshop zullen we dus met vakspecifieke lesvoorbeelden de kenmerken van taalontwikkelend lesmateriaal laten zien en de verschillen verkennen die daarbij tussen vakken kunnen optreden. Inzicht in vakspecifieke kenmerken van vaktalen kan in het gesprek met collega's van andere vakken van pas komen.
Ronde 4
Wat betekenen actuele onderwijsvernieuwingen voor leerstof en leerlijnen Nederlands?
Brigitte van Hilst en Maaike Hajer CED-groep, Rotterdam
Hogeschool Utrecht
B. vanHilst@cedgroep.nl
Maaike.hajer@hu.nl
Deze presentatie uit de taalunie werkgroep betreft de afstemming en samenwerking rond leerstof en leerlijnen, zowel in een sectie Nederlands als in bredere teams. Juist ook andere docenten dan de taaldocent krijgen nu immers een duidelijke rol in de taalontwikkeling van hun leerlingen. Soms wordt de docent Nederlands daarbij ook een ondersteuner of coach van die collega's, om hen bewust te maken van de samenhang tussen taal en leren in het onderwijs In vier vernieuwende scholen voor voortgezet/secundair onderwijs zijn filmopnames gemaakt die we op dit punt met u kritisch analyseren. Het gaat erom vast te stellen welke leerstof m.b.t. vakgebied Nederlands nu in deze context relevant is en hoe leerstoflijnen binnen Nederlands en tussen vakken bewaakt kunnen worden. We voeden de discussie met videofragmenten en interviews en bespreken vragen zoals:
169