Talita Groenendijk & Tanja Janssen · 21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007 · pagina 120 - 121
EENENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 4
Wat we zelf doen, doen we beter
Wilma Groeneweg
Instituut voor de Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam w.a.groeneweg@uva.nl
Er is kant- en klaar- lesmateriaal in overvloed, maar heel vaak past dat niet bij de leerlingen in jouw klassen of bij datgene wat jij hebt waargenomen tijdens je lessen. Of je bent niet altijd even tevreden over wat je leergang te bieden heeft. Docenten (in opleiding) hebben diverse redenen waarom ze er toe overgaan hun eigen onderwijs te ontwerpen; wanneer zij dat doen willen ze natuurlijk ook weten in hoeverre hun lessen werken in de eigen praktijk. Voorbeelden van het weloverwogen uitproberen van nieuwe of andere ideeën en daarbij zorgvuldig nagaan in hoeverre ze werken staan centraal in deze presentatie. Bijvoorbeeld: hoe motiveer ik mijn leerlingen voor tekstverklaren en geef ik ze meer greep op wat ze daarvoor moeten kunnen? Of: Hoe krijg ik mijn leerlingen actiever betrokken bij het uitvoeren van schrijftaken?
Ronde 5
Verhalen en gedichten schrijven: welke creatieve schrijf-processen leiden tot een goed eindproduct?
Talita Groenendijk en Tanja Janssen
Instituut voor de leraaropleiding, Universiteit van Amsterdam TGroenendijk@uva.nl
T.M.Janssen@uva.nl
Binnen het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming, maar ook binnen het schrijf- en literatuuronderwijs wordt regelmatig gepleit voor meer procesgerichte instructie. Leerlingen moeten niet alleen kenmerken van goede eindproducten leren. Ze moeten ook leren hoe zij tot een creatief product (een tekening, verhaal of gedicht) kunnen komen, en zij moeten leren reflecteren op het eigen creatieve proces. Echter, we weten weinig over creatieve processen van leerlingen. Hoe pakken leerlingen creatieve taken aan? En welke processen leiden tot een goed eindproduct? In deze bijdrage doen we verslag van een onderzoek naar het schrijven van korte verhalen en gedichten door leerlingen uit 5 vwo/aso. Er bleken verschillende typen creatieve schrijvers te onder-
120
6. Taalvaardigheid
scheiden. Ook bleek er een duidelijke relatie tussen schrijfaanpak en tekstkwaliteit. Implicaties voor procesgericht onderwijs worden besproken.
Ronde 6
Schrijven (z)onder handen; het gebruik van procesregistraties in het schrijfonderwijs
Mariëlle Leijten en Luuk Van Waes Universiteit Antwerpen
marielle.leijten@ua.ac.be
Luuk.vanwaes@ua.ac.be
Schrijven leer je niet alleen door het te doen. Zien hoe anderen hun schrijfproces organiseren, kan ook zeer leerzaam zijn. Er zijn verschillende methoden om schrijfprocessen te observeren, variërend van video-opnames tot real-time observaties. In deze presentatie bespreken we het toetsregistratieprogramma Inputlog. Dit is een observatieinstrument dat zeker ook binnen deze context gebruikt kan worden. Een belangrijk voordeel aan dit soort van observatie is namelijk dat de schrijver vrijwel niet het gevoel heeft geobserveerd te worden.
Dankzij de ontwikkeling van toetsregistratieprogramma's is het mogelijk geworden om digitale schrijfprocessen nauwkeurig te registreren en te analyseren. Inputlog, is een registratieprogramma dat onderzoekers de mogelijkheid biedt om schrijfprocessen te registeren in Windowstoepassingen. Daarna kunnen de processen vanuit een aantal invalshoeken geanalyseerd worden. (zie http://www.inputlog.net).
De belangrijkste functies van Inputlog 2.0 Beta zijn:
-
opslaan van data van schrijfsessies in een Windowsomgeving;
-
genereren van databestanden als input voor verdere (statistische) analyse van
-
tekst-, proces-, pauze- en moduskenmerken van de schrijfsessie(s);
-
integreren van loggingdata uit andere programma's;
-
afspelen van geregistreerde schrijfprocessen met verschillende snelheden.
In onze presentatie beschrijven we de technische en functionele kenmerken van dit onderzoeksinstrument en illustreren we een aantal toepassingsmogelijkheden. Logging biedt immers de mogelijkheid om de kenmerken van het schrijfproces via verschillende invalshoeken te analyseren. Maar het programma maakt het ook mogelijk om achteraf te tonen hoe een tekst precies tot stand is gekomen. Hierbij kunnen verschillende vragen beantwoord worden, zoals: Welke stukken van de tekst zijn ingrijpend gere-
121