Majo de Saedeleer · 22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008 · pagina 133 - 150
5. Literatuur
Uit de volgende dramaopdrachten kies je er één, die je alleen, per twee of per vier uitvoert. Je bereidt de opdracht(en) nu voor, om ze tijdens de afsluitende les voor de grote groep te presenteren. |
||
OF |
|
|
5 | ||
Referenties |
Paelman, F. (2004). CLIM-wijzer voor het secundair onderwijs. Antwerpen: De Boeck.
Lippens, M. en F. Vandermeersch (2004). Vakoverstijgend werken vanuit reisverhalen voor 2e en 3e graad. Averbode: Averbode.
Ronde 1
Majo de Saedeleer
Stichting Lezen Vlaanderen
Contact: majodesaedeleer@stichtinglezen.be
De kunst van het verleiden
1. Inleiding
Stichting Lezen heeft als opdracht het leesklimaat in Vlaanderen te verbeteren. Daarom zetten we naast onderzoek en samenwerkingsverbanden ook leesbevorderingsprojecten op voor kinderen en volwassenen.
Ik wil graag deze gelegenheid te baat nemen om u vertrouwd te maken met de filosofie die aan de basis ligt van alle projecten van Stichting Lezen Vlaanderen. Daarnaast wil ik het met u hebben over de criteria bij het beoordelen en kiezen van kinderboe-
133
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
ken. En tenslotte hoop ik u enkele instrumenten aan te reiken die u kunt inzetten om uw leerlingen tot lezen te verleiden.
2. De Vijf Gouden Regels
In de loop der jaren hebben we bij Stichting Lezen een aantal vuistregels ontwikkeld, die onze prioriteiten bepalen en onze acties richting geven. Elk van die regels blijkt bij nader toezien ook bij uitstek aan te sluiten bij één of meerdere van onze doelgroepen en bij specifieke projecten. Ik stel u ter overweging en ter inspiratie de vijf Gouden Regels van Stichting Lezen voor.
-
Wat je vroeg leert, leer je voor het leven.
“Ik stel me de hoofden van kinderen voor als blanke open ruimtes, niet zo volgestouwd met van alles en nog wat als de hoofden van volwassenen. Als je daar dan iets moois in neerzet, dan blijft dat voor heel lang” (Kveta Pacovska).
Ontmoetingen en ervaringen in de jeugd zijn heel vaak bepalend voor iemands levensloop en carrière. Sportsterren, bijvoorbeeld, komen doorgaans uit families waar sporten wordt aangemoedigd of waar één van de ouders een actieve sporter is. Hetzelfde geldt – dat weten we uit onderzoek – voor cultuurbeleving. Wie als kind al eens plezier heeft beleefd aan een museumbezoek, wie al eens in een concertzaal was of wie in een omgeving is opgegroeid waar boeken aanwezig waren, heeft veel meer kans om ook op volwassen leeftijd van cultuur te genieten. Als wij graag willen dat kinderen met plezier lezen en dat ze ook als volwassene nog naar boeken grijpen en daar diepe voldoening uit puren, kunnen we niet vroeg genoeg boeken en verhalen onder de aandacht van kinderen brengen. Niemand is ooit te jong voor rijmpjes, liedjes, versjes, verhalen of boeken. Laten we dus beginnen met voorlezen en samen lezen.
-
Kinderen en volwassenen leven in dezelfde wereld
“Als je samen met je kind kunt lachen of huilen met een boek, groeit er een intimiteit tussen jullie. En terwijl je praat over wat je samen hebt gelezen, zal je kind je in vertrouwen nemen over wat hem bezighoudt” (Astrid Lindgren).
Kinderen willen zo snel mogelijk opgroeien. Ze zijn nieuwsgierig naar de wereld van de volwassenen en willen er graag deel van uitmaken. Laten we onze kinderen liefhebben en koesteren, maar laten we hen niet in de watten leggen. In onze zorg om kinderen, beschermen we hen soms in die mate dat we hen weghouden van de realiteit. Het is van groot belang dat volwassenen begrijpen wat een kind of een jongere écht beweegt. Al te gemakkelijk worden kinderen afgescheept met loze praatjes en opper-
134
5. Literatuur
vlakkig amusement. We kunnen niet zorgvuldig genoeg omgaan met wat we kinderen voorschotelen. Boeken kunnen helpen om de dialoog tussen kinderen en volwassenen op gang te brengen en zijn dé manier bij uitstek om met kinderen over moeilijke onderwerpen te praten.
-
Je leert van wie je bewondert
“Altijd weer hoor ik mensen die van boeken en lezen houden, zeggen: ‘Ik heb geluk gehad. Ik had een wonderbaarlijke leraar die me aan het lezen zetten” (Doris Lessing)
De grootste idolen van basisschoolkinderen zijn hun ouders en hun leraars. Ook dat weten we uit sociologisch onderzoek. Daarom is het voor leesbevordering essentieel dat kinderen op die leeftijd bij hun ouders en hun leraars boekenliefde bespeuren.
-
De gemiddelde lezer bestaat niet
“Ik herinner me hoe vreselijk ik het als kind vond als volwassenen iets beweerden over ‘de jeugd’. Of wanneer een volwassene mij ervan wilde overtuigen dat iets mooi was en ik het er niet mee eens was. Vaak ging het over dingen die iedereen mooi vond” (Joke van Leeuwen).
Het ene kind is gefascineerd door dinosaurussen; het andere door vliegtuigen. Het ene kind is een dromer; het andere wil niets dan realiteit. Nog anderen kiezen voor sciencefiction. Sommige kinderen zijn in de ban van poëzie; andere turen dan weer uren in een atlas. Met andere woorden: geen twee lezers zijn gelijk. Bovendien kan een boek dat op een gegeven moment wordt afgewezen, een jaar later nieuw ontdekt worden. Het is onze opdracht om te blijven zoeken naar het juiste boek voor het juiste kind op het juiste moment. Dat betekent dat, als je iemand op weg wil helpen met zijn boekenkeuze, je niet alleen de persoon die voor je staat moet kennen, maar dat je ook een ruime boekenkennis moet hebben om de magie tot stand te brengen.
-
De kunst van het verleiden
“Het plezier van lezen is niet alleen dat boeken je de wereld binnenleiden, maar ook dat ze je bij jezelf brengen” (Francis Spufford).
Als je iemand wilt verleiden, haal je het beste dat je in je hebt te voorschijn. Zo is het in het leven, in de liefde, en ja... bij leespromotie. Om kinderen warm te maken voor boeken, moet je hen de sterkste verhalen vertellen en de boeiendste personages voorstellen. Je selecteert de meest aangrijpende passages om voor te lezen en de spannendste of de grappigste scènes. Iedereen, jong en oud, is gek op verhalen. Waarom kijken
5
135
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
we anders naar soaps en feuilletons op televisie, waarom gaan we naar de film en houden we van roddels en moppen? Leesbevordering heeft alles te maken met verleiding. Denk maar aan Sheherazade en haar 1001 nachten vol verhalen.
-
Keuzes maken
Eén van de doelen van Stichting Lezen is om u de weg - een weg – te wijzen in het overvloedige boekenaanbod. Daarom stellen wij bij elk van onze projecten keuzelijsten samen en bieden wij ook voor kinderen en jongeren de elektronische zoekmachine ‘Boekenzoeker’ aan. Voor volwassenen is er ‘de Leeslijst’ en het project ‘Iedereen Leest’.
Vandaag wil ik u graag de keuze van de jury van de Gouden en Zilveren Griffels van 2008 voorstellen. Deze waaier aan boeken beschouw ik als een staalkaart van het beste wat er op dit moment op de Nederlandstalige markt wordt aangeboden voor kinderen tot 12 jaar. Door samen met u de juryrapporten te bespreken en te becommentariëren, wil ik u inzicht geven in de criteria die recensenten en critici en jury’s hanteren.
Uit de inleiding van het juryrapport:
“Wat hebben de lezende kinderen in de Lage Landen toch een geluk. Ze krijgen een gevarieerd en hoogstaand aanbod van boeken die in het Nederlands zijn geschreven in Nederland en Vlaanderen. En daarbovenop de mooiste boeken uit het buitenland in vertaling. Het is moeilijk kiezen uit zo’n rijkdom, niet alleen voor de kinderen”.
En nog: “Als de Griffeljury dan al iets heeft gemist in het boekenaanbod van 2007, dan hadden we ons – en de kinderen - misschien wat meer vrolijke verhalen gewenst”.
Gesprek:
Bent u het met deze uitspraken eens? Stelt u een verschil vast tussen boeken uit Vlaanderen en Nederland? Zitten er voor- en nadelen vast aan het vertalen van boeken? Moeten boeken vrolijk zijn? Wat vindt u van boeken die een probleem aansnijden?
-
Onderscheidingen voor boeken voor kinderen tot 6 jaar
a. Een Zilveren Griffel voor Een miljoen vlinders van Edward van de Vendel, met illustraties van Carll Cneut, uitgeverij De Eenhoorn.
136
5. Literatuur
Het juryrapport:
“De logge, grijze, ernstige, kleine olifant gaat tegen heug en meug in zijn eentje achter een frivole, beweeglijke, kleurrijke vlindertroep aan”.
“De droeve wijsheid van zijn ouders, de verlokkingen op zijn weg, de ontmoeting met de wijze gids en de bonte zoo van ervaren volwassenen bevestigen alleen maar dat de jonge hoofdfiguur zijn eigen weg moet gaan en het verhaal van de vlinders zelf moet achterhalen”.
“De verwijzing naar de coming of age, de erotische connotaties van de vlinders, de onzekerheid bij het begin van een nieuwe levensfase, al deze lagen in het verhaal zullen de jonge lezer wellicht ontgaan. Maar de weelde van de kleurrijke tekeningen en het meevoelen met de verwarde emoties van de eenzame kleine olifant kunnen ook jonge kinderen ongetwijfeld invoelen”.
“Voeg daarbij de tegenstellingen waarop het hele prentenboek speelt. Is er in afbeelding of associatie een grotere tegenstelling denkbaar dan tussen olifant en vlinder? Bij de beschrijving van de vlinders leeft Edward Van de Vendel zich uit in exuberant poëtisch taalplezier, maar hij hanteert delicate soberheid in de verwoording an de olifantenbeleving. En Carll Cneut zou Carll Cneut niet zijn als er niet ergens, in contrast met het gedruis rond de zoektocht van de jonge olifant een muisje verstopt zat, dat de olifant haar liefde probeert te verklaren”.
Gesprek:
Bent u het ermee eens dat Een miljoen vlinders wordt gepresenteerd in de categorie ‘tot 6 jaar’? Overleven tekst en illustratie apart van elkaar? Wat vindt u van de keuze van het onderwerp? Wat vindt u van het feit dat dieren hier voorgesteld worden in een menselijke aankleding en een menselijke ervaring? Becommentarieer de details in de prenten. Houdt u van de prenten?
b. Een Zilveren Griffel voor Sjaantje doet alsofvan Sjoerd Kuyper, met illustraties van Daan Remmerts de Vries, uitgeverij Nieuw-Amsterdam.
Het juryrapport:
“Sjoerd Kuyper is bijzonder. Niet alleen omdat hij al talloze malen bekroond is voor zijn werk, maar vooral omdat hij veel dingen goed kan. Hij houdt de serie over de kleuter Robin al jarenlang op een hoog niveau, schrijft mooie gedichten en filmscripts en is ook met musicals succesvol. Is er een pad dat hij niet durft in te slaan?”
5
137
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
“Maar we zijn toch vooral blij met Sjoerd Kuyper als jeugdboekenschrijver. Keer op keer weet hij lezers - en jury’s - te verrassen met mooie nieuwe boeken, voor oudere én jonge kinderen. Het aanhoudende succes van de Robin-boeken heeft zijn energie en creativiteit geenszins ingedijkt. Variëren op hetzelfde thema is er niet bij. Altijd weer probeert hij iets nieuws. En dat levert hem opnieuw een Zilveren Griffel op”.
“In Sjaantje doet alsofheeft de samenwerking met Daan Remmerts de Vries buitengewoon goed uitgepakt, maar daarbovenop verrast Kuyper de lezer ook met het verhaal. In de eerste pagina’s slaagt hij er al in de lezer volledig mee te slepen. Daardoor is de verrassing des te groter als hij op de laatste pagina’s een onverwachte wending aan het verhaal geeft. Juist daardoor blijft dit boek nog dagenlang in je hoofd nazingen”.
“In Sjaantje doet alsof vraagt Sjaantje haar oma om een koekje. De koektrommel is leeg en oma zegt: ‘Neem maar een van opa’s net-alsof-koekjes’. Wat daarna volgt is een heerlijke mengeling van een sterk geloof in je eigen fantasie, de liefde voor een opa en de oprechtheid van een jong kind”.
Gesprek:
Is de verwijzing naar ander werk van de auteur relevant in de context van deze onderscheiding? Wat is volgens u het belangrijkste thema van Sjaantje doet alsof? Hoe beoordeelt u de tekeningen? Wat is volgens u de waarde van dit boek voor kinderen: emotioneel, intellectueel, artistiek, etc.? Hoe zou u dit boek voorstellen aan een klas kleuters?
c. Een Vlag en Wimpel voor Kleinvader van Edward van de Vendel en Ingrid Godon, uitgeverij Querido.
Het juryrapport:
“Grootvader is een échte vader: hij voedt en verzorgt, steunt en verwent, inspireert en leert. In de ogen van zijn kleinkind is er geen grens aan het kunnen en het aanzien van deze grootouder. Hij regeert het bos en de elementen en als de groten der aarde hem nodig hebben snelt hij ter hulp. Zijn kleinzoon twijfelt er geen moment aan”.
“Maar ach, de grootvader is geen jonge, dwaze held van brute kracht. Hij heeft een hart en dat doet zeer, zo naar het einde van zijn leven. De tedere verzorger moet verzorgd, de fijnzinnige vredestichter getroost. En dan zie je wat de liefde vermag: het kleinkind wordt groot en de grootvader mag klein zijn”.
138
5. Literatuur
“Het is ondoenbaar om in dit fijngevoelige prentenboek tekeningen, tekst en vormgeving afzonderlijk te beoordelen. Ze vormen een zeldzame, artistieke harmonie. De schaarse, uitgelezen woorden: er staat er niet één te veel. De forse lijnen en de gedempte aardekleuren: samen brengen ze kracht én tederheid over. De tekening op het volle blad aan de rechterkant, het detail en de sober gezette tekst links. De letter: het type, de grootte, de plaatsing. Het klopt allemaal. Het gulle formaat, het juiste papier, de sobere vormgeving. Hier spreken boekenharten”.
“Kleinvader is een boek om in te groeien”.
Gesprek:
Wat vindt u ‘mooi’ aan het boek, Kleinvader? Hoe belangrijk is de vormgeving voor dit boek? Wat vindt u van de kleurenkeuze? Heeft het zin kinderen te confronteren met het verschijnsel ‘dementie’? Wat is volgens u de waarde van dit boek voor kinderen die niet direct met de problematiek geconfronteerd worden? Houdt u van de manier waarop de auteur het verhaal in woorden giet?
5. Onderscheidingen voor fictieboeken voor kinderen van 6 tot 9 jaar
a. Een Zilveren Griffel voor De eend, de dood en de tulp van Wolf Erlbruch, uitgeverij Querido (vertaald uit het Duits). . Het juryrapport:
“Misschien is het wel het allermoeilijkste om iets te zeggen over de allermooiste boeken. Een boek bijvoorbeeld dat simpelweg gaat over een eend die haar einde voelt naderen en uiteindelijk ook dood gaat”.
“Hoe praat je als jury over soberheid dan met boordevolle woorden? Diepgang, suggestie, evidentie, wijsheid, humor, weemoed... Hoe leg je uit dat meesterschap in één pennentrek, één potloodstreep zit? Die ene lijn die vertelt dat de de eend geschrokken is, tevreden, bedrukt, teleurgesteld... Of dat de dood, een doodje eerder - een schedeltje boven een geruite schort – onwetend, onschuldig, bang, verbaasd is, glimlacht, plaagt, zwijgt. En het decor? Een donkere kleurvlek voor het water of de nacht, een verknipte oude gravure voor de plantengroei. Verder staan de dood en de eend in de leegte van het crème kleurige blad, zonder achtergrond, context of attributen”. |
5 |
139
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
“Er staan in dit boek een paar honderd zorgvuldig gekozen woorden. Zij vertellen al even sober als de tekeningen het verhaal van de dood die geduldig is en vriendelijk en de eend die daar vrede mee heeft. Dit boek over de dood is een vriendelijk boek. Wat kan je anders dan glimlachen met een eend die kippenvel krijgt? Of een eend die zich de hemel voorstelt als kunnen vliegen en de hel als gebraden worden? Dit boek over de dood is ook een heel wijs boek. De dood is ontroerd als hij de eend moet laten gaan. Eventjes maar. Want zo is het leven, mijmert hij, en zonder haast zet hij zijn weg voort. Want er is alweer ergens een vos die op een haas jaagt”.
“De alom aanwezige zwarte tulp is een rijk symbool. De kinderen hoeven de talrijke connotaties niet te kennen om de stille hulde van de dood aan het leven te begrijpen”.
“De eend, de dood en de tulp is een boek om dag na dag op telkens een andere pagina open te leggen”.
Gesprek:
Bent u het eens met wat er beweerd wordt in de eerste alinea van het juryrapport? Vindt u dat de leeftijdscategorie op De eend, de dood en de tulp klopt? Vindt u het nodig/nuttig kinderen boeken aan te bieden over de dood? Wat vindt u van de voorstelling van de dood door deze kunstenaar? Hoe begrijpt u de symboliek van de tulp? Wat vindt u van de vermelding van de tulp in de titel? Vindt u dat dit boek geslaagd is?
b. Een Zilveren Griffel voor De wonderlijke lotgevallen van Olle en Lena van Maria Parr, uitgeverij Lannoo (vertaald uit het Noors).
Het juryrapport:
“De wonderlijke lotgevallen van Olle en Lena is een kinderboek in de beste Scandinavische jeugdliteraire traditie. De setting is idyllisch: opa woont in en tante breit kriebelige truien, de volwassenen gunnen de kinderen alle ruimte om te spelen, ze begrijpen veel maar – gelukkig – niet alles en ze zijn er om te troosten in tijden van zorgen en verdriet. Kattenkwaad wordt gestraft, maar daarna worden er wafels gebakken. Kortom, het leven krijgt zijn volle deel: er is tijd voor rouwen en er is tijd voor feest”.
“Wat dit boek bijzonder maakt is de tekening van de twee kinderen, Olle en Lena. Hier is een auteur aan het woord die beseft dat het gemiddelde kind niet bestaat.
140
5. Literatuur
Lena schreeuwt als ze overstuur is, Olle fluistert. Lena is een brokkenpiloot, een ondernemend meisje dat zich geregeld in de nesten werkt. Ze maakt er geen geheim van als iets haar niet zint, maar als de emotie te groot wordt en de gebeurtenissen aan haar greep ontsnappen, klapt haar grote mond dicht en wordt haar luide stem stom.
Olle is een denkertje: bezorgd, zorgzaam, zorgelijk. De rode draad doorheen het boek is zijn twijfel of Lena wel evenveel om hem geeft als hij om haar: ‘Lena is mijn beste vriend, ook al is ze een meisje. Dat heb ik haar nog nooit verteld. Ik durf niet omdat ik niet weet of ik ook wel háár beste vriend ben’ (9).
Het is ook Olle die het verhaal vertelt en dat is een aannemelijke keuze van de auteur, want hij doorgrondt zijn eigen hart en hij kent Lena’s gebruiksaanwijzing: ‘Ik zei niets, want dat is niet slim’ (92). Bovendien is hij genoeg waarnemer om ook de signalen van de volwassenen op te vangen: ‘Lena’s moeder is er gelukkig aan gewend om Lena’s moeder te zijn’ (40)”.
“En deze passage om in te lijsten: ‘Gek zijn op iemand, is het mooiste wat er bestaat. Mensen die we missen, zitten binnen in ons’. (zei opa). Hij gaf zichzelf een flinke klap op zijn borstkas. ‘O ...’, zei ik en wreef met mijn mouw over mijn ogen. ‘Maar opa, je kunt niet spelen met mensen die hierbinnen zitten’” (110).
“Het hele verhaal sprankelt van humor levensblijheid en levenswijsheid. En die wijsheid komt net zo goed van de kinderen als van de volwassenen”.
Gesprek:
Zou u op basis van dit juryrapport het boek, De wonderlijke lotgevallen van Olle en Lena, zelf willen lezen? Indien ja, welk element uit het Juryrapport geeft voor u de doorslag? Indien niet, waarom niet? Zou u overwegen dit boek voor te lezen in de klas? Speelt het feit dat dit boek zich in Noorwegen afspeelt een rol bij uw keuze? Zou u dit boek eerder aan een jongen of aan een meisje geven?
c. Een Vlag en Wimpel voor Niks zeggen! van Gideon Samson, uitgeverij Leopold.
Het juryrapport:
“Pom – je zal maar met zo’n naam opgescheept zitten – heeft vele talenten en is een rustige jongen die de wereld en de mensen met aandacht bekijkt. Dat hij van zijn artistieke ouders houdt en hen doorgaans ook wel begrijpt wil niet zeggen dat hij het niet moeilijk heeft met hun onconventionele opvattingen.
Daar is hij niet de enige mee, de familie – en vooral opa – vinden zijn ouders maar rare snuiters. Op familiebijeenkomsten worden wel eens opmerkingen
5
141
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
gemaakt waar de jongen geen raad mee weet. En ook het gedrag van zijn leeftijdgenoten vindt hij niet altijd even doorzichtig”.
“Tot zover het uitgangspunt. Maar dit boek gaat over meer dan een jongen tussen gezin en vrienden. Het gaat over praten en zwijgen, over wat wél en niet gezegd wordt, over dingen die beter nooit gezegd waren en andere die mensen maar niet over hun lippen krijgen, over geheimen en leugentjes, over roddel en ruzie, en alles wat woorden maar aan kunnen richten”.
“Met dit boek schrijft Gideon Samson een verhaal van het ‘kleine avontuur’: dichtbij huis maar ingrijpend. Het is een boek waarin niet alleen de kinderen groeien. Ook de volwassenen gaan door een leerproces. En terloops – zonder clichés of karikaturen – vangen we een glimp op van een multiculturele en verdraagzame samenleving. Hier hanteert een fijngevoelig auteur de pen.
Niks zeggen! is het debuut van een heel jonge auteur. Als hij een wielrenner was, zou men hem ‘een belofte’ noemen. In schrijverskringen krijg je dan een Vlag en Wimpel. Maar wij hopen, nee wij rekenen erop, Gideon Samson terug te zien op het erepodium van de Griffelwinnaars”.
Gesprek:
Verwacht u zich, op basis van de informatie uit het Griffelrapport, aan een ‘probleemboek’? Zou u overwegen om het boek, Niks zeggen!, aan uw klas aan te bieden? Zo ja, op welke manier zou u dat aanpakken? Is de verwijzing naar een multiculturele problematiek een meerwaarde voor u? Vindt u de kaft van het boek aantrekkelijk? Zou u dit boek eerder aan een jongen of aan een meisje geven?
6. Onderscheidingen voor fictieboeken voor kinderen vanaf 9 jaar
a. Een Zilveren Griffel voor Op weg naar huis van Jan Michael, uitgeverij Lemniscaat (vertaald uit het Engels).
Het juryrapport:
“Het is wennen als stadsjongen Sam, na de dood van zijn ouders, in het geboortedorp van zijn moeder in het binnenland van Malawi komt te wonen. Hij wordt er opgenomen in het complexe gezin van zijn tante Mercy (!) en moet zijn plekje veroveren tussen haar kinderen”.
“Jan Michael plaatst haar verhaal temidden van de contrasten van Afrika: het milieu van de geëvolueerde stedelijke bevolking die poogt te leven naar Westers
142
5. Literatuur
model, tegenover het bestaan in de dorpen, waar bijgeloof, schaarste én solidariteit het leven regeren. Eén bittere werkelijkheid hebben beide milieus gemeen: de machteloosheid ten overstaan van dood en ziekte, ‘de Ziekte’”.
“Sam’s moderne, blauwe schoenen, het laatste cadeau dat hij van zijn moeder heeft gekregen, worden het symbool voor het stadse, rijke leven dat hij als enig kind in moet ruilen voor het arme leven temidden van een familie en een gemeenschap die deelt van het weinige dat er is. De aanvaarding van dat nieuwe milieu en de verwerking van zijn verdriet kunnen beginnen als hij beseft dat hij met zijn moeder verbonden blijft door het land van haar jeugd, door haar familie en door zijn mooie herinneringen aan haar”.
“De auteur vertelt een verhaal over verre landen en grote problemen en ze richt zich daarmee tot kinderen. De val is bekend: dramatisering, simplificering en betutteling. Jan Michael vertelt haar verhaal intelligent en inlevend. Ze slaagt erin het verdriet en de onwennigheid van hoofdpersoon Sam, zijn heimwee naar zijn vroegere leven, de vragen en de opstandige emoties rond de dood van zijn moeder overtuigend over te brengen. Ook de houding van de andere kinderen ten overstaan van de nieuwkomer wordt genuanceerd en met oog voor hun individuele psychologie getekend.
Op weg naar huis is een boek dat beroep doet op het emotioneel en verstandelijk bevattingsvermogen van kinderen, een boek dat hen ernstig neemt”.
Gesprek:
Zou u overwegen om Op weg naar huis in uw klas voor te stellen? Waarom wel? Op welke manier zou u dat aanpakken? Waarom niet? Vindt u dat we met kinderen over een complexe problematiek als ‘aids’ en ‘de dood’ kunnen/moeten praten? Kunnen kinderen zich een voorstelling maken van het hedendaagse Afrika? Wat zou de waarde van een dergelijk boek kunnen zijn?
Heeft u ervaring met kinderboeken die zich in een totaal ander werelddeel afspelen?
b. Een Zilveren Griffel voor Tobie Lolness – Op de vlucht van Timothée de Fombelle, uitgeverij Querido (vertaald uit het Frans).
Het juryrapport:
“‘Als er een hemel is in het paradijs, is die vast niet zo onmetelijk groot en mooi als deze’, oppert hoofdpersonage Tobie Lolness op de eerste pagina van dit boek.
Maar ‘onmetelijk groot’ is een relatief begrip als je zelf maar anderhalve millimeter lang bent en als je hele wereld bestaat uit één enkele boom”.
5
143
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
“Gecanoniseerde auteurs als Jonathan Swift en François Rabelais, en in de kinderliteratuur André Maurois en Annie M. G. Schmidt schreven boeken die een mengeling zijn van fabels, sprookjes en ontwikkelingsromans. In Gullivers Reizen, Gargantua en Pantagruel, Paddepoef en Spillebeen en in Pluk van de Petteflet creëerden zij een microkosmos waarin zij de ontwikkeling van een individu beschrijven en tegelijk de maatschappelijke realiteit becommentariëren.
Timothée de Fombelle treedt in hun voetsporen. Daarmee schat hij zijn lezers hoog in, maar hij zet ook al zijn schrijverskunsten in om de lezer te pakken en niet meer los te laten.
Er is de fantastische setting van de boom die de maatschappelijke gelaagdheid verbeeldt van Ondertakken tot Kruin. Het is een wereld waarin vechtmieren, bladluizen en larven optreden als soldaten, huisdieren en vee. Maar geleerden kunnen er om hun visionaire ideeën en ‘gevaarlijke’ ontdekkingen verbannen worden. Er heerst naijver, achterdocht en machtswellust en je kunt verraden worden door je beste vriend. Realiteit heet zoiets.
Er is de spanning van één kind tegen de rest van de wereld. Tobie leeft in de warmte van een ouderlijke huis waar je in de winter studeert en in de zomer op avontuur trekt. Maar het avontuur wordt een vlucht, want een held, hoe klein ook, moet op queeste gaan. Dat doet hij moedig, vasthoudend en trouw en hij laat zijn hart beroeren door de authentieke liefde”.
“Gelukkig zijn er ook de talrijke monkellachjes die de zwaarte relativeren: ‘Met kletsnatte sokken kun je niet goed nadenken’ en ‘Ze glimlachte uitzonderlijk goed voor iemand van haar leeftijd. In principe ga je vanaf een jaar of vier à vijf minder goed glimlachen’ of ‘Je moet goed eten voordat je nadenkt, anders ga je verkeerde dingen denken’”.
“Tobie Lolness is een fantastische boek dat alles heeft om een klassieker te worden. De Jury vindt dat het de Zilveren Griffel ten volle verdient. Meer zelfs: een boek als Tobie Lolness verdient de hoogste lof omdat het de capaciteit heeft om het leven van zijn lezers te veranderen. Samen met de jonge lezers, kijken wij dan ook reikhalzend uit naar het vervolg van de avonturen van Tobie Lolness”.
Gesprek:
Wat vindt u van het uiterlijk van Tobie Lolness – Op de vlucht? Trekt de dikte van het boek u aan of stoot het u net af? Lijkt het boek u op basis van het Juryverslag eerder ernstig of avontuurlijk? Troostend of verontrustend? Is het denkbaar dat u dit boek in de klas zou voorlezen? Op welke gronden neemt u die beslissing? Zou u het boek aan een bepaald kind aanraden? Zou u overwegen het boek voor uzelf te lenen of te kopen?
c. Een Vlag en Wimpel voor Naar Wolfvan Mireille Geus, uitgeverij Lemniscaat.
144
5. Literatuur
Het juryverslag:
“Vriendschap en afscheid lijken de vaste thema’s in het werk van Mireille Geus. Naar Wolfis het verhaal van een jongensvriendschap met weerhaken. Is het een vriendschap als je vriend dwingt en verheimelijkt, als hij nu eens nadert en dan weer vlucht, als de relatie je aanzuigt, maar je gevoelens worden bespeeld? Naar Wolfis een verhaal van jaloezie, over trouw en ontrouw, over onuitgesproken en onbeantwoord verlangen. Mireille Geus overtuigt door de gekozen vertelperspectieven, de intelligente opbouw van het verhaal, de symboliek, de fijnzinnige portrettering van zowel de puberjongens als de moeders, de subtiele mix van wat gezegd wordt en wat ongezegd blijft. De drukkende sfeer zit hem – zoals het hoort – niet in de benoeming maar in de suggestie”.
“Deze vriendschap doet pijn. Maar de verliezer is uiteindelijk de winnaar. Bij het onherroepelijke afscheid is de hoofdpersoon in staat om de vergleden vriendschap af te ronden en zijn vriend vaarwel te zeggen, dankbaar voor wat er was en accepterend wat het maar was”.
“Mireille Geus is een auteur die kinderen binnenleidt in de ‘grote’ literatuur”.
Gesprek:
Wat is volgens u het verschil tussen ‘de grote literatuur’ en jeugdliteratuur? Waarom, denkt u, verwijst de jury hier naar de ‘grote literatuur’? Zou u overwegen om Naar Wolfte lezen? Waarom wel? Waarom niet? Houdt u van literatuur die meer suggereert dan ze vertelt? Of verkiest u een rechttoe-rechtaan verhaal? Wat kan de waarde van beide zijn? Mogen we, volgens u, kinderen in boeken confronteren met teleurstellende vriendschappen? Indien wel, zitten daar voorwaarden aan vast?
d. Een Vlag en Wimpel voor Vertrektijd van Truus Matti, uitgeverij Lemniscaat.
Het juryrapport:
“‘Ik wil een spannend verhaal (... ) Het moet gaan over ... over een meisje zoals ik. Niet precies zoals ik natuurlijk. Maar wel dat ze op me lijkt. Ze is bijvoorbeeld verdwaald. Of nee, misschien is ze iets kwijt. Iets belangrijks, maar wat weet ik nog niet ... en daar gaat ze dan naar zoeken...’
Zo’n verhaal wil Muis van haar vaak afwezige vader krijgen. Het is ook het verhaal dat Truus Matti voor haar lezers schrijft.
‘Ik begin’, had hij gezegd. ‘Dan ga jij later verder’.
Truus Matti lost - net als vader Wiek - die belofte in. Maar dat verdergaan is noch voor Muis, noch voor de lezer een geringe opgave”.
5
145
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
“In dit gelaagde verhaal probeert de hoofdpersoon doorheen verdriet en wroeging de dood van haar vader te verwerken. Ernaast en er dwars doorheen, ontspint zich het spannende avontuur vol geheimzinnige zoektochten en bizarre personages, waarvoor de vader de aanzet heeft verzonnen. En dan zijn er ook nog de brieven over en weer tussen vader en dochter”.
“Om als lezer je weg te blijven vinden in dit complexe boek, vind je een subtiel houvast in de typografie. Maar hoe dan ook, blijft het heel wat voor één boek. De lezer die van geen kleintje vervaard is, kan op zoek gaan naar de dwarsverbanden tussen de parallelle verhalen. Wie zich aan dit leesavontuur waagt, ziet alle puzzelstukjes op hun plek vallen, ontdekt de vele haakjes die de verhalen met elkaar verbinden en ontrafelt het raadsel”.
“Dat klaar te spelen is geen leesplezier. Dat is leesvreugde”. Gesprek:
Krijgt u op basis van dit juryrapport zin om Vertrektijd te lezen? Wat trekt u aan? Wat stoot u af? Is dit volgens u een goed juryverslag? Waarom wel? Waarom niet? Wat verwacht u van een juryverslag, een recensie, een bespreking? Waarom denkt u, dat dit boek een ‘Vlag en Wimpel’ krijgt en geen ‘Zilveren Griffel’? Zou u overwegen om dit boek aan uw klas voor te stellen? Op welke gronden? Zou u overwegen dit boek aan een bepaald kind aan te bevelen? Wat zou dan uw motivatie zijn?
7. Onderscheidingen voor informatieve boeken.
a. Een Zilveren Griffel voor Lang geleden. De geschiedenis van Nederland in vijftig voor-leesverhalen van Arend van Dam en Alex de Wolf, uitgeverij Van Holkema & Warendorf.
Het juryrapport:
“Met een boektitel als Lang geleden zal de ene lezer een sprookjesboek verwachten, de andere misschien een geschiedenisboek. De ondertitel geeft niet helemaal uitsluitsel: De geschiedenis van Nederland in vijftig voorleesverhalen. De slotwoorden van elk hoofdstuk ‘En zo... is het echt gebeurd’. willen ongetwijfeld de historische juistheid van de ‘verhalen’ onderstrepen. Net als de bijgevoegde tijdbalk”.
“De jury looft een boek dat vijftig onderhoudende, goed vertelde verhalen bevat. Doorgaans zijn ze opgehangen aan de geschiedenis van één persoon
146
5. Literatuur
wiens naam vertrouwd klinkt maar van wie de belevenissen vervaagd zijn. De verhalen zijn op kindermaat gesneden en worden verteld met veel dialogen en herkenbare details. Af en toe raakt de 21e-eeuwse verteller en passant enkele morele vragen. Ook de zwierige illustraties van Alex de Wolf dragen bij aan de toegankelijkheid van de verhalen”.
“Een verhalenverteller maakt keuzes. En een verteller die zich tot kinderen richt, houdt in een geval als dit de beperkte kennis van zijn publiek voor ogen. Er zijn dingen die hij weglaat en andere die hij in de verf zet. Maar ongetwijfeld biedt dit boek een mooi voortraject voor het latere ‘échte’ geschiedenisonderwijs. Dat zal de personages hopelijk kaderen in de complexere context van hun tijd en omgeving en de geschiedenis van Nederland verbinden met wat zich buiten de grenzen van het eigen land afspeelt”.
5
Gesprek:
Is er volgens u behoefte aan een boek zoals Lang Geleden dat de geschiedenis benadert als verhalen van bekende mensen? Wat is de sterkte en wat is de zwakte van een dergelijk boek? Hebben kinderen behoefte aan kennis van geschiedenis? De normen en waarden, onze waardering voor helden, etc. zijn in de loop van de tijd veranderd. Moet/mag een hedendaagse verteller zijn eigen commentaar geven op de historische verhalen? In sommige van deze verhalen is de mythe groter dan de historische waarheid. Stoort u dat?
b. Een Gouden Griffel voor Kinderen van Amsterdam van Jan Paul Schutten, met strips van Paul Teng, uitgeverij Nieuw Amsterdam.
Het juryrapport:
“Omdat de auteur gepassioneerd is voor zijn onderwerp
Omdat hij een verteller is die je verleidt met zijn verhaal
Omdat de schrijver verliefd is op de Nederlandse taal
Omdat in dit boek de scheiding tussen verzinsel en wetenschap helder is Omdat de auteur zijn lezer nergens betuttelt of beduvelt
Omdat de strips het verhaal zo levendig kleuren, al zijn ze in zwart-wit Omdat dit boek eigenlijk drie boeken is
Omdat dit boek lezers van soorten aanspreekt
Omdat de auteur verleden en heden zo intelligent verbindt
Omdat hij je binnenleidt in de bronnen van de geschiedenis
Omdat na deze leeservaring niemand nog zal durven beweren dat geschiedenis saai zou zijn
Omdat dit boek je leert dat niets vanzelfsprekend is
Omdat dit boek je leert dat niets voorgoed hetzelfde blijft. (Ook niet de
147
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
opbouw van een boek)
Omdat dit boek je leert dat er onder het oppervlak heel veel verborgen ligt dat de moeite van het ontginnen waard is
Kortom omdat het origineel is en grappig en krachtig en rijk en omdat het lekker leest
Om al deze redenen kent de Griffel-jury 2008 unaniem de Gouden Griffel toe aan het boek Kinderen van Amsterdam van Jan Paul Schutten en Paul Teng”.
Gesprek:
Welke argumenten van de jury uit de bovenstaand lijst kunnen u het meest overtuigen? Kinderen van Amsterdam bevat drie lagen: ‘een doorleesverhaal’, ‘voetnoten’ en ‘stripjes’. Wat vindt u daarvan? Denkt u dat dit boek over de geschiedenis van Amsterdam ook interessant is voor een Vlaamse klas? Zou u, op basis van de juryverslagen, eerder dit boek kiezen of eerder Lang geleden. De Geschiedenis van Nederland in vijftig voorleesverhalen?
c. Een Vlag en Wimpel voor Over engelen, goden en mensen. Verhalen uit de grote wereldreligies van Janny van der Molen, uitgeverij Lemniscaat.
Het juryverslag:
“In een mooi, dik boek dat weelderig is geïllustreerd vertelt Janny van der Molen de belangrijke verhalen uit de overlevering van het hindoeïsme, de islam, het boeddhisme, het jodendom en het christendom. In de inleiding op elk van de vijf onderdelen van haar boek situeert ze de oorsprong van de godsdiensten in de tijd, stelt de sleutelfiguren voor en de kern van hun leer. Tenslotte trekt ze de lijn door naar de actuele positie van de vijf religies. Daarna volgt het leeuwendeel van het boek, de verhalen zelf. De auteur is een meester-verteller: ze prikkelt en boeit, ze legt verbanden en houdt de lezer bij de hand in het ingewikkelde spel van de talrijke personages en het web van ontwikkelingen”.
“Het is haar grote verdienste dat ze met de verhalen, nu eens eerder episch, andere keren meer sprookjesachtig van toon, de jonge lezers een eerste zicht geeft op de complexe achtergronden van de wereldreligies, hun kenmerkende mentaliteit en de eruit voortvloeiende actuele politieke conflicten. Hoewel niet elke jonge lezer deze gelaagdheid mee zal krijgen, is Over engelen, goden en mensen een bijzonder welkom boek”.
Gesprek:
Lijkt Over engelen, goden en mensen u een interessant boek? Vooral voor uzelf of voor kinderen? Bent u het met de Griffeljury eens dat een boek voor kinderen over de
148
5. Literatuur
wereldgodsdiensten in een behoefte voorziet? Vindt u het een goed idee om de 5 grote wereldgodsdiensten naast en tegenover elkaar te stellen? Beschouwt u een boek als dit eerder als een sprookjesboek, een boek met algemene kennis over andere culturen of een godsdienstig boek? De auteur heeft haar verhalen laten nalezen door specialisten in de 5 godsdiensten. Vindt u dat een goed idee? Moet de auteur in een boek als dit ook haar eigen mening geven?
d. Een Zilveren Griffel in de Categorie Poëzie voor De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten, verzameld door Gerrit Komrij, uitgeverij Prometheus.
“Het zal wel nooit een geheime ambitie van Gerrit Komrij zijn geweest dat hem op een dag nog eens een Zilveren Griffel te beurt zou vallen. Tot voor kort was hij immers bekend als dichter – van poëzie voor volwassenen - en als samensteller van een omvangrijke bloemlezing van de Nederlandse poëzie. In die bloemlezing kwam de Nederlandse kinderpoëzie niet ter sprake. Literaire critici vonden altijd al dat de kinderpoëzie zich te gemakkelijk gewonnen geeft omdat ze zich complexloos en zonder geheimtaal laat kennen. Komrij werpt met De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten een nieuw licht op de charmes van dit ondergewaardeerde poëtische genre”.
“Gerrit Komrij’s keuze uit 3 eeuwen kinderpoëzie maakt duidelijk hoe de samenleving naar kinderen keek en kijkt. Altijd weer lijkt de volwassen houding bepaald door de behoefte om kinderen te onderrichten en te onderhouden. Dat de lering daarbij al te vaak voorging op het vermaak, bezorgde de kinderpoëzie haar geringe literaire aanzien. Komrij zet die faam een neus door naast de gecanoniseerde gedichten ook straatverzen, stoute liedjes en de teksten van kinderen zélf op te nemen.
De gedichten die Komrij heeft uitgekozen vertellen, leren en spelen, ontroeren en verrassen. Zoals het hoort is het eerste criterium bij zijn keuze de manier waarop de dichter taal geeft aan emoties en belevenissen, aan verdriet en geluk, aan ontdekkingen en vragen. Het mag duidelijk zijn: niet alleen de lezers beleven hier plezier aan. Ook de hier opgenomen dichters hebben zich uitgeleefd in taalmuziek”.
“Gerrit Komrij heeft een heerlijke bloemlezing samengesteld. Je blijft bladeren, je blijft lezen in deze duizend pagina’s van blije herkenning of fijne ontdekking. Als wat oudere lezer, sta je verbluft van de koppigheid waarmee sommige versjes die je lang geleden leerde zich in je geheugen hebben vastgehecht. Andere wil je alsnog uit je hoofd leren om ze te zingen en te spelen met de kinderen om je heen.
Dit boek is een mooie-dingen-doos, een kistje vol kostbaarheden die je wil bewaren, een kaart naar vergeten schatten. In naam van de kinderen van vandaag, gisteren en morgen en in naam van het kind in ons geven wij deze bloem-
5
149
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
lezing van ganser harte een Zilveren Griffel. Het boek verdient een Unesco onderscheiding als bewaarder en beschermer van cultureel erfgoed”.
Gesprek:
Vindt u het nuttig/nodig dat de oude versjes en gedichten bewaard blijven? Vindt u het nuttig/nodig dat kinderen de oude versjes en gedichten nog leren? Vindt u het nuttig/nodig dat gedichten voor kinderen apart van de poëzie voor volwassenen worden gebundeld?
Zit er een meerwaarde in het feit dat de bloemlezer zelf een dichter is? Of had een onderwijsdeskundige dit werk beter kunnen doen? Vindt u het correct dat ook straatliedjes en aftelrijmpjes tussen deze gedichten zijn opgenomen? Vindt u het juist dat ook gedichten van kinderen zijn opgenomen? Wat is de waarde van dit boek voor u als lezer en als leraar?
Ronde 1
Theo Witte
Universitair Onderwijscentrum Groningen Contact: t.c.h.witte@rug.nl
Zes niveaus van literaire ontwikkeling
Standards and quality are essential to education. Learning means changing, and changing implies some continuum ofstandards along which those changes can be marked. Learning also entails errors, and errors are most useful to learners when they are interpreted in terms of developing competence (Howard Gardner).
1. Inleiding
Niets is zo fnuikend voor de leesbevordering als literatuuronderwijs dat leerlingen weinig voldoening geeft en hen vervreemdt van hun leeservaring. Ook als docent kun je gemakkelijk gedemotiveerd raken. Je doet moeite om leerlingen te interesseren maar de kloof tussen jou en hen lijkt alsmaar groter te worden. Maar hebben we zelf ook wel duidelijk voor ogen waar we onze leerlingen heen willen brengen met literatuur? We willen hun ‘literaire competentie’ vergroten en ‘literaire smaak’ ontwikkelen. Maar waar begin je en hoe ga je verder als je weet dat de verschillen tussen leerlingen heel groot kunnen zijn? De aansluiting tussen leerlingen en de doelen die docenten met het literatuuronderwijs nastreven, is één van de hardnekkigste problemen van het litera-
150