Marleen Lippens · 22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008 · pagina 240 - 246
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
de vluchtelingenproblematiek: ‘Blijf je of vertrek je met je hebben en je houden?’ Voor de tweede graad bso bleef promotie het onderwerp. Daar ging men vakoverstijgend werken met maatschappelijke vorming en informatica. Leerlingen kregen de opdracht om een toeristische brochure te ontwerpen voor een land uit ex-Joegoslavië. Daarbij verzamelden ze realia over het gekozen land, die werden aangevuld met toeristische info.
Het vak Nederlands speelde ook een rol bij het slotinitiatief. Aan het einde van de projectweek kregen alle leerlingen immers een krantje waarin foto’s en artikels werden opgenomen die betrekking hadden op de gebeurtenissen en activiteiten van de afgelopen week. Het voorblad van de krant van 18 april 1958 sierde de voorpagina.
Ronde 2
Marleen Lippens
Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst, Brugge Contact: Marleen.lippens@vsko.be
‘Frisse blikken kijken verder’. Vakoverschrijdend werken: Nederlands ... kunst en reclame?!
1. Inleiding
In Vlaanderen kiezen heel wat scholen voor vakoverstijgende lessen. De uitbouw van een lessenreeks (of project) verhoogt vaak de motivatie bij zowel leraren als bij leerlingen. Die manier van werken is niet nieuw, maar het aanbod van materiaal is eerder schaars. Vanuit het vak Nederlands zijn heel wat aanzetten mogelijk om met andere vakken samen te werken. In de presentatie komen twee lesmodellen aan bod die voor diverse doelgroepen gebruikt kunnen worden. Die modellen focussen op kunst en reclame. Vakken als cultuurwetenschappen, media, plastische opvoeding, etc., kortom vakken met aandacht voor ‘beelden’ en ‘kijken’, kunnen hier aan gelinkt worden.
‘Beeldopvoeding’ of een ‘leerlijn kijken’ komt in het secundair onderwijs, binnen het vak Nederlands, zeker nog niet altijd gestructureerd in de lessen voor. We kunnen de leerlingen leren kijken, beelden leren interpreteren, de gedachte en de boodschap achter het beeld leren begrijpen, etc. Maar welke bedoeling heeft de zender, welke middelen zet hij daarvoor in en welke effecten bereikt hij bij de ontvanger?
Op scholen gaan leraren van verschillende vakken wel eens samen zitten om iets gemeenschappelijks uit te werken. Dat kan dus zeker ook voor het aspect ‘kijken’. In meer dan één vak vinden we binnen leerplannen (en eindtermen) een opstap naar ‘kijken’.
240
7. Nederlands en vakoverschrijdende projecten
Op school worden tussen vakleraren wel eens afspraken gemaakt. Maar hoe kunnen leraren en vakgroepen dat structureel aanpakken? Brengen leraren wel eens – zonder dat ze op de hoogte zijn van wat in een andere les gegeven wordt - eenzelfde onderwerp in verschillende lessen aan bod?
Het kan een uitdaging zijn om de leerlingen aan het werk te zetten binnen de vakgrenzen, maar ook over de vakgrenzen heen. Ga als leraren ook samen aan de slag!
2. Twee lessuggesties: reclame en kunst
Beide modellen zijn uitgewerkt vanuit onderstaande doelen:
Met de leerlingen gaan we creatief en didactisch-pedagogisch verantwoord werken aan kijkvaardigheid:
-
de leerlingen werken vanuit de gedachte van begeleid zelfstandig leren;
-
de leerlingen leren ‘kijken’;
-
de leerlingen verwerken de gevonden informatie op een creatieve manier.
Er worden ook vakoverschrijdende doelen gerealiseerd:
-
de leerlingen zullen in elk geval al voldoen aan enkele eindtermen van leren leren, sociale vaardigheden en aan de muzisch-creatieve vakoverschrijdende eindtermen. Afhankelijk van de onderwerpen waar ze rond werken, zullen nog andere eindtermen aan bod komen.
De lessuggesties nodigen uit tot samenwerken:
-
leraren en leerlingen kunnen samenwerken over de verschillende vakken heen;
-
leerlingen kunnen intern samenwerken, afspraken maken, etc.
De leerlingen gaan de eigen grenzen verleggen:
-
wie goed voorbereid is en volhoudt, kan meer bereiken dan hij denkt.
3. Mogelijke aanpak: een stappenplan
Om een geslaagd resultaat te bereiken, kan onderstaand stappenplan ondersteuning bieden bij de voorbereiding.
a. Welke doelen uit de verschillende leerplannen stel je voorop? Aan welke doelen zullen de leerlingen uiteindelijk gewerkt hebben?
7
241
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Je screent leerplannen en zoekt gemeenschappelijke items. Je maakt een keuze en zoekt een mogelijke invalshoek.
b. Misschien zul je als leraar eerst de tijd moeten nemen voor eigen professionalisering.
Om bepaalde delen – thema’s – van het leerplan echt te doorgronden kun – of beter: moet – je als leraar ook zelf ‘expert’ worden door:
-
vorming te volgen
-
in de niet-onderwijswereld op verkenning te gaan om inzicht te krijgen in bepaalde ‘items’
Bijvoorbeeld: Om inzicht te krijgen in hoe de reclamewereld werkt, op welk vlak je van die wereld kunt leren en hoe er gedacht wordt, kan je een bezoek brengen aan een reclamebureau. (met dank aan Piet Coucke van AB Creations uit Waregem waar we terecht konden voor de nodige feedback en ‘individuele vorming’- zie ook op www.abcreations.be of www.ab.be voor mooie, bruikbare voorbeelden).
-
etc.
c. Tijd voor afspraken
-
met de collega’s over bv. de werkvorm.
-
welke afspraken maak je met de leerlingen?
d. De uitwerking van de lessen.
Wie maakt welk deel? Of werk je alles samen uit?
Het is altijd interessant om de leerlingen een vaste aanpak voor het uitvoeren van kijk-, luister- en leestaken aan te beiden.
242
7. Nederlands en vakoverschrijdende projecten
Kiest de school voor enkele aaneensluitende lesuren of wordt het gewone lessenrooster gevolgd? In welke klaslokalen is er een pc ter beschikking? Etc.
Als de lessenreeks achter de rug is, kunnen de leraren de lesontwerpen bijsturen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met eerdere ervaringen. Een volgende keer kunnen de lessen dan aan de actualiteit getoetst worden en kunnen de leerlingen er eventueel weer mee aan de slag.
4. Voorbeelden van samenwerking met andere vakken
Bv. Voor de tweede graad: Nederlands samen met het vak cultuurwetenschappen in de richting Humane Wetenschappen.
Er worden modellen aangereikt om met bzl (begeleid zelfstandig leren) aan de slag te gaan. Het zijn echter geen pasklare lesbundels, maar ze nodigen uit om die voor jouw leerlingen en schoolcultuur om te zetten. Zie ze als een mogelijk ‘sjabloon’. |
7 |
Gebruik bijvoorbeeld de OVUR-aanpak (oriënteren – voorbereiden - uitvoeren – reflecteren).
-
Oriëntatie op de taak Om wat voor tekst/beeld gaat het?
Hoe moet je kijken/luisteren/lezen?
|
Waarover gaat de tekst/het beeld (voorkennis activeren)? Wat verwacht je er van? Wat wil je te weten komen?
Begrijp je de inhoud: de woorden, de tekstverbanden, de belangrijkste informatie? Begrijp je de bedoeling van de zender?
Heb je de tekst/ het beeld begrepen? Heb je voldoende informatie gekregen? Heb je de lees-, kijk- of luistertaak goed aangepakt? |
243
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
De lesmodellen
De bzl-opdrachten zijn als volgt uitgewerkt: Elke bundel bestaat uit vier delen:
1. toelichting
2. doelen (kunnen/kennen)
3. tijdsinvestering
4. leerstof
De opdrachten zelf volgen onderstaand stramien:
-
opdrachten en werkwijze
-
toetsing en beoordeling
-
tips en valkuilen
5. De taak van de leraar en de leerlingen tijdens deze lessen
De leraar fungeert als begeleider, als coach. De leerling neemt de touwtjes zoveel mogelijk zelf in handen. De leraar treedt enkel op als hij merkt dat het echt nodig is voor een goed verloop van de opdracht. Het belang van zelfredzaamheid mag immers niet onderschat worden. Het is één van de taken van de leraar om leerlingen zelfstandiger te leren werken en leren. Naast de vakgebonden leerdoelen, oefenen leerlingen ook sociale vaardigheden (in team werken, afspraken maken en naleven, compromissen sluiten, etc.) en trainen ze andere leervaardigheden zoals plannen, informatie selecteren, reflecteren, evalueren ...
6. Lesbundels over kijkstrategieën
Onderstaande lesbundels over kijkstrategieën komen tijdens de presentatie aan bod. Hier volgen de titels en de doelen voor de leerlingen.
6.1 Laat je zien of je bent gezien a. Wat moet je kunnen?
Je kunt:
-
het effect van de ‘stopping power’ verwoorden;
-
het communicatieschema op een reclameboodschap toepassen;
244
7. Nederlands en vakoverschrijdende projecten
-
met een kijkwijzer enkele zaken over reclame verzamelen en vastzetten;
-
de verzamelde info op een gestructureerde manier aan de anderen doorgeven;
-
de gepaste kijkstrategie inzetten (transfer via lees- en luisterstrategieën);
-
informatie uit verschillende bronnen vergelijken;
-
de functie (en het effect) van (bijgeleverde) visuele informatie vaststellen;
-
een gefundeerd antwoord op de gestelde onderzoeksvraag geven.
b. Wat moet je kennen? Je kent:
-
het belang van het beeld bij de boodschap;
-
enkele belangrijke aspecten van reclame (zoals slogan, logo, baseline, etc.);
-
enkele belangrijke reclamestrategieën;
-
waarden die je in reclameboodschappen terugvindt.
6.2 Kunst in de kijker a. Wat moet je kunnen? Je kunt:
-
verwoorden wat kunst voor jou is;
-
feiten en meningen onderscheiden;
-
het communicatiemodel op een kunstvoorwerp toepassen;
-
de taal van de kunstenaar decoderen;
-
kunst van kitsch onderscheiden. Bovendien kun je je mening met argumenten staven;
-
een kunstvoorwerp ‘volledig’ beleven. Vooroordelen (bv. over de samenleving vroeger en nu) kun je opzij zetten;
-
een kunstvoorwerp nauwkeurig observeren en beschrijven;
-
een kunstvoorwerp aan de hand van een kijkwijzer bespreken;
-
een mondelinge boodschap duidelijk inspreken;
-
een gesproken tekst van een medeleerling evalueren;
-
je eigen ingesproken tekst kritisch beluisteren en aanpassen;
-
het eindproduct van een medeleerling beoordelen;
-
je eigen inbreng in het groepsgebeuren beoordelen en bijsturen.
7
245
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
b. Wat moet je kennen? Je kent:
-
de verschillende disciplines in de kunstwereld;
-
de nodige woordenschat om op een gefundeerde wijze over kunst te spreken.
Ronde 3
Patrick Bernauw
Vzw De Scriptomanen
Contact: patrick.bernauw@skynet.be
‘RSearch’. Een interactief multimediaal detectivespel
1. ‘RSearch’ & ‘Springtij’
Rebecca Rademaekers en haar collega’s van het detectivebureau ‘RSearch’ zijn op zoek naar Lotte Geerinckx en Gino Bruscetti. Die twee jonge mensen verdwenen onder verdachte omstandigheden en alles wijst erop dat ze zich in grote moeilijkheden bevinden. Daarom stelt Rebecca het dossier dat ze aanlegt over deze zaak ter beschikking van iedereen die bereid is om haar te helpen met de speurtocht naar Lotte en Gino. Voel jij je aangesproken? Aarzel dan niet langer, want de tijd dringt...
‘RSearch’ is een interactief multimediaal detectivespel dat wordt georganiseerd door het departement Industriële Wetenschappen en Technologie van de Karel de Grote-
246