Het Common European Framework of Reference (CEF): last of zegen?

Karen Heij  ·  22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2008  ·  pagina 113 - 115

Download artikel

Recognized HTML document

4. Hoger onderwijs

6. Conclusie

Tijdens onze presentatie zullen we over ons lopende onderzoek over e-mail rapporteren. Daarbij willen we een aanzet tot best practices geven.

Referenties

Ad Rem (2003). “Special over e-mail”. In: Ad Rem, jg. 17, nr. 6. De Taaltelefoon (www.taaltelefoon.be).

Ducheneaut, N. & L.A.Watts (2005). “In search of coherence: a review of e-mail research”. In: Human-Computer Interaction, jg. 20, nr. 1&2, p. 11-48.

Michielssen, G. (2008 – in druk). “Verdrink niet in uw e-mail! Tips en tricks voor een efficiënter e-mailgebruik”. In: Ad Rem, jg. 22, nr. 5.

Song, M., V. Halsey & T. Burress (2007). Je e-mail de baas. Antwerpen: Business Contact.

Tegenbos, R. (2001). ‘www.surf- en klikgedrag.be. Onderzoek naar hoe de Vlaamse Internetgebruiker surft, en welke informatie hij op Internet opvraagt’ (http://www.tegenbos.be/roeland/index.html).

Ronde 5

Karen Heij

Bureau ICE

Contact: KHeij@bureau-ice.nl

Het Common European Framework of Reference (CEF): last of zegen?

1. Inleiding

Er is de laatste tijd veel te doen over het taalniveau van leerlingen binnen het (beroeps)onderwijs. Als we de kranten mogen geloven, is het slecht gesteld met de taalvaardigheid van leerlingen in het Nederlandse (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs, kortweg: (v)mbo. Of, en in hoeverre dit wijdverspreide gerucht of deze breed gevoelde ‘waarheid’ gebaseerd is op feiten, is voor deskundigen nog de vraag. Er is geen onderzoek beschikbaar dat aantoont dat de taalvaardigheid van leerlingen in het (v)mbo drastisch achteruit is gegaan. Wat is er dan wel aan de hand?

4

113

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

2. De invoering van het Raamwerk Nederlands

Met de invoering van een leerstofonafhankelijke meetlat voor taalvaardigheid, het CEF (het Common European Framework of Reference for Languages) (2001), is er één en dezelfde meetlat beschikbaar waaraan we het taalvaardigheidsniveau van leerlingen in verschillende vormen van onderwijs kunnen vaststellen. Sinds 2007 bestaat een daarvan afgeleid Raamwerk, het Raamwerk Nederlands. Op basis van het Raamwerk Nederlands kunnen we doelen vaststellen voor het onderwijs. Dat laatste is reeds in april 2007 gebeurd voor het beroepsonderwijs. De staatssecretaris voor Onderwijs heeft in het Addendum Leren, Loopbaan en Burgerschap aangegeven wat de te realiseren eindniveaus zijn voor taalvaardigheid van zij die deel uitmaken van het beroepsonderwijs. Met meetinstrumenten kunnen we nu vaststellen of leerlingen dat niveau daadwerkelijk halen aan het eind van hun opleiding. Ook kunnen we met diezelfde instrumenten vaststellen wat het taalniveau is dat leerlingen hebben bij hun instroom in het mbo. Zo weten we van bij de start welke groei ze, wat betreft hun taalvaardigheid, moeten doormaken.

Dezelfde meetlat van het CEF maakt het mogelijk om ook het niveau van teksten – en dus van lesmateriaal – vast te stellen. Mensen hebben een taalniveau en teksten ook. Op het moment dat mensen met een bepaald taalvaardigheidsniveau een tekst voorgelegd krijgen van een (veel) hoger niveau, ontstaat er een probleem, namelijk: ze begrijpen die tekst niet. Bij een dergelijk geval is er sprake van een ‘mismatch’ tussen het niveau van een lezer en het niveau van de tekst. Als er sprake is van zo’n ‘taalkloof’ leren mensen niet veel. Niet veel in het kader van hun vak, maar ook niet in het vergroten van hun taalvaardigheid. Alleen als het lesmateriaal op of nét boven het niveau van de leerling is, zal de leerling de vakinhoud kunnen begrijpen en tegelijkertijd aan zijn taalgroei kunnen werken.

Het CEF wordt op steeds meer plaatsen gebruikt als meetlat voor het vaststellen van het taalvaardigheidsniveau van taalgebruikers. Hoe zit het CEF in elkaar? Kan het CEF daarvoor gebruikt worden? Welke consequenties heeft de invoering van het CEF? Welke ervaringen hebben we ermee opgedaan? Wat betekent het CEF voor de (taal)docent in de klas?

In de workshop bekijken we aan de hand van een aantal praktische toepassingen (normbeschrijvingen, onderzoeksuitkomsten, analysemodellen) hoe bruikbaar het CEF is. Welke toepassingsmogelijkheden biedt het CEF voor het onderwijs? Gezamenlijk stellen we vast of we veel baat hebben bij de invoering van het CEF of dat het CEF ons van de regen in de drup helpt.

In de workshop verwijzen we naar gebruiksmogelijkheden c.q. uitkomsten van de volgende toetsinstrumenten, onderzoeken, onderzoeksrapporten:

114

Recognized HTML document

4. Hoger onderwijs

  • ‘Toolkit Onderwijs en Arbeidsmarkt’ (TOA): ‘webbased’ toetsinstrumentarium voor onder andere het meten van taalvaardigheid (alle deelvaardigheden) op alle niveaus van het Raamwerk Nederlands (Bureau ICE oktober 2007).

  • ‘Taalniveau in het mbo’: verslag van een onderzoek naar leesvaardigheid bij instromende deelnemers in het middelbaar beroepsonderwijs (Bureau ICE januari 2008). De uitkomsten van dit onderzoek zijn gekoppeld aan het Raamwerk Nederlands.

  • ‘Taalkloof in het mbo?’ Een analyse van het lesmateriaal in de opleidingen Techniek, (Bureau ICE september 2008). De uitkomsten van dit onderzoek zijn gekoppeld aan het Raamwerk Nederlands en gebaseerd op analyses met het instrument TEXAMEN (Bureau Taal 2006).

  • ‘Leesvaardigheidsniveau van eindexamenkandidaten havo- en vwo’ (Bureau ICE. Rapport verschijnt najaar 2008).

Referenties

Council of Europe (2001). The Common European Framework of Reference for Languages: Learning, Teaching, Assessment (http://www.coe.int/T/DG4/ Linguistic/ Source/Framework_EN.pdf).

Ronde 6

Hans de Vries & Wilma van der Westen SLO, Enschede / De Haagse Hogeschool Contact: h.devries@slo.nl

w.m. c. vanderwesten@hhs. nl

Talige startcompetenties in het hoger onderwijs

1. Inleiding

Steeds meer studenten ervaren problemen met taalvaardigheid tijdens hun studies aan een hogeschool of een universiteit. Docenten in het hoger onderwijs, stage-instellingen en werkgevers constateren dat studenten gebrekkig schrijven. Die onvrede heeft geleid tot een vraag naar standaarden die bepalen welk minimumniveau van taalbeheersing studenten die het hoger onderwijs instromen zouden moeten hebben. Die standaarden zouden moeten leiden tot een beter toegeruste instroom in het hoger onderwijs en tot meer realistische verwachtingen van het hoger onderwijs over de taalvaardigheid van eerstejaarsstudenten.

4

115

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
Nederland
onderwijstype
volwassenenonderwijs
voortgezet/secundair onderwijs
thema
beoordelingsinstrumenten
onderwijsleermateriaal
papier
doelstellingen
referentiekaders

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008