Het literatuurproject: een kleine literaire grand tour

Tom Verheyden, Luc Pierrart, Iris Van Duffel & Liesbeth Bresseleers  ·  22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2008  ·  pagina 199 - 203

Download artikel

Recognized HTML document

5. Literatuur

Barthes, R. (1966). ‘Introduction to the Structural Analysis of Narratives. In: S. Heath (ed.) (1977). Image-Music-Text. Glasgow: Wiley-Blackwell.

McFarlane, B. (1996). Novel to Film. Oxford: Oxford University Press.

Ronde 8

Tom Verheyden, Luc Pierrart, Iris Van Duffel, Liesbeth Bresseleers Sin t-Ritacollege

Contact: Tom_verheyden@yahoo.com

iris.van.duffel@skynet.be

luc.pierrart@telenet.be

liesbeth. bresseleers@telenet. be

Het literatuurproject: een kleine literaire grand tour

  1. Inleiding

Met het literatuurproject (LP) slaan we als leerkrachten Nederlands en moderne vreemde talen de handen in elkaar. Via Begeleid Zelfstandig Leren ontdekken leerlingen van het zesde jaar Latijn-Moderne talen grensoverschrijdende thema’s in de Europese letteren. Zo onderzoeken ze of we ook Romeo’s en Juliets tegen het lijf lopen in de Franse en Duitse literatuur, sporen ze antihelden op die het internationale literaire spectrum onveilig maken, etc. Het is een uitdagende trektocht doorheen een boeiende wereld. Onze reiservaringen willen we graag met u delen1.

  1. Doelstellingen

In eerste instantie willen we de leerlingen een vakoverschrijdend eindwerk aanbieden met een internationale dimensie. De Europese culturen hebben immers meer met elkaar gemeen dan jongeren vaak denken. Het loont dus de moeite om de literaturen uit de vier taalgebieden met elkaar in verband te brengen en de schotten tussen de traditionele taalcurricula te doorbreken. De leerlingen onderzoeken één gemeenschappelijk thema of motief – zoals ‘oorlog’, ‘onmogelijke liefde’, ‘antiheld’, ‘terreur’ – in een Nederlandse, Franse, Engelse en Duitse roman. Hun analyses worden uitgeschreven in die respectieve talen en vormen samen de hoofdstukken van één LP.

Met het LP kunnen we de stroom Latijn-Moderne talen ook sterker profileren. Een project als dit zorgt immers voor een duidelijke identiteit – analoog aan de grote eind-

5

199

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

werken voor de stroom wetenschappen of economie. Het markeert ook het belang van de verbreding en de verdieping van de taalstudie voor deze leerlingen. Tevens komt de culturele component van de stroom duidelijk tot uiting. Een gemeenschappelijk traject zoals het LP helpt bovendien een wildgroei aan parallelle literatuuropdrachten in de verschillende taalvakken te beteugelen.

Met de keuze voor een uitgebreide vergelijkende literatuurstudie hopen we de leerlingen ook een goede voorbereiding te geven op het hoger talenonderwijs. Daar zullen ze immers geconfronteerd worden met gelijkaardige opdrachten.

Last but not least willen we de leerlingen graag het plezier van lezen en onderzoeken bijbrengen. Het vertrekpunt van deze kleine literaire grand tour bestaat immers uit het enthousiasme voor boeken. Net zoals een reisgids, biedt het gemeenschappelijke thema een houvast.

  1. Wat verwachten we van onze leerlingen?

Eerst en vooral kiezen de leerlingen een onderwerp waarrond ze willen werken. Dat kan een literair genre zijn (‘de misdaadroman’, ‘de psychologische roman’, ‘de autobiografie’, ‘het reisverhaal’, etc.) of een bepaald motief (‘Romeo and Juliet’, ‘de antiheld’, ‘het muziekmotief’, etc.). Voor het einde van de maand november dienen ze ‘stap 1’ van het stappenplan in. Concreet omschrijft de leerling op een bondige en gestructureerde manier de eigen motivatie voor het thema. Daarna gaan de leerlingen op zoek naar één roman voor elk van de vier talen. Die romans staan per taal en per genre/motief geordend in een overzichtelijke leeslijst. Vervolgens schrijft de leerling een theoretische inleiding van een tweetal pagina’s in het Nederlands. De tekst is het resultaat van de zoektocht naar een concrete omschrijving van het betreffende genre of motief. De uitgebreide toetsing van de vier individuele romans aan de theorie – in de vorm van één hoofdstuk per taal/roman – vormt het hart van het LP. De inhoud van het werk wordt hier telkens toegepast op de vooropgestelde definitie, in een studie van ongeveer vier bladzijden per roman. Het slotgedeelte van het LP wordt opgesteld in het Nederlands en omvat de algemene conclusies van het onderzoek.

  1. Hoe sensibiliseren we onze leerlingen voor het project?

Begin november reserveren we één vrijdagnamiddag voor de leerlingen van het 6e jaar in de studierichting Latijn-Moderne talen. Op dat moment krijgen ze van de vier taalleerkrachten een algemene introductie op het project. Met behulp van een PowerPoint-presentatie tonen we hen in een notendop een overzicht van de belangrijke literaire, culturele, filosofische en maatschappelijke tendensen van de 19e en de 20e

200

Recognized HTML document

5. Literatuur

eeuw. Vervolgens gaan de leerlingen zelf aan de slag. Als smaakmaker krijgen ze enkele losse fragmenten en titels van romans. In groepjes gaan ze op zoek naar het thema of het motief dat de romans met elkaar verbindt. We verwachten dat ze hun antwoord ook beknopt beargumenteren.

Met deze introductienamiddag willen we de leerlingen tonen hoe ze het best aan het werk kunnen gaan. Ze krijgen een syllabus waarin ze de voorbeelden die tijdens de presentatie aan bod kwamen later nog eens rustig kunnen nalezen. De bundel bevat ook concrete richtlijnen en afspraken, een stappenplan, de leeslijsten, een inhoudstafel en een bibliografie.

 

5. Hoe verloopt de procesbegeleiding?

 

De begeleiding van de leerlingen loopt over verschillende sporen. In eerste instantie is er de permanente ‘coaching’. Op die manier proberen we leerlingen zo goed mogelijk te helpen bij de afbakening van hun onderwerp. We leren leerlingen ook kritisch om te springen met het bronnenmateriaal.

 

Om greep te houden op het hele proces én met het oog op rapportage aan de leerkrachten, maken leerlingen gebruik van het al eerder vermelde stappenplan. Drie keer per jaar wordt een ‘werksessie’ georganiseerd (i.e. een lesvrije namiddag waarop leerlingen de kans krijgen om aan hun LP te werken). De eerste werksessie vindt begin februari plaats, de tweede halfweg maart en de laatste eind april. Bij aanvang van de eerste werksessie in februari rapporteren de leerlingen wat ze tot dusver gelezen en onderzocht hebben. Alle geraadpleegde bronnen moeten in een overzichtelijke bibliografie weergegeven zijn. Voorts informeren ze de vakleerkrachten over wat ze tijdens deze werksessie concreet gaan doen. Het kan gaan om opzoekwerk, citaten ordenen of een stukje tekst uitschrijven. Als laatste maken ze hun verdere planning bekend: welke richting willen ze uit; welke koersverandering wensen ze eventueel door te voeren? De tweede werksessie in maart ziet er ongeveer gelijkaardig uit. Ook hier volgen we de leerlingen op hun trektocht doorheen de romans en het secundaire bronnenmateriaal. We bieden hen ondersteuning en sturen bij waar nodig. Eind april vindt de derde werksessie plaats. Tijdens deze laatste lesvrije namiddag bewijzen de leerlingen dat ze de grote lijnen van hun LP uitgezet hebben. Alle bronnenmateriaal is nu verzameld en gestructureerd. Het theoretische kader moet duidelijk zijn. De analyses van de verschillende romans kunnen ze nu verder uitwerken. Sommigen zijn al toe aan het uitschrijven van hun conclusie.

5

201

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

  1. Evaluatie en feedback

De vorderingen van de leerlingen worden telkens gequoteerd. Het cijfer telt mee voor het dagelijks werk van elk taalvak en vormt zo een directe neerslag van de permanente evaluatie. Voor de begeleidende leerkrachten is er een aparte evaluatiefiche per leerling, waarop ruimte is voorzien voor commentaar. Dankzij die fiches krijgen we zicht op het leerproces van de leerlingen en kunnen we hun vorderingen van nabij volgen. De evaluatie van dit proces vormt tevens het voorwerp van verscheidene tussentijdse ‘LP-briefings’ tussen de vakleerkrachten.

De quotering van de verschillende werksessies houdt als een barometer de vorderingen van de leerlingen bij. Tijdens het mondelinge examen van enkele taalvakken blikken we terug op hun ervaringen en bespreken we het uiteindelijke product.

De leerlingen krijgen op een evaluatiefiche uitgebreide schriftelijke feedback omtrent de vorm, de structuur en de inhoud van hun LP. Er wordt een gemiddeld totaalcijfer toegekend, met een gelijk aandeel van alle talen. Het eindresultaat telt mee voor 20 procent van het examen Nederlands, Frans, Engels en Duits in juni. Op het vakrapport is telkens een hokje ‘literatuurproject’ voorzien. Het cijfer dat wordt behaald voor het gedeelte ‘vorm en structuur’ is voor de vakken Engels en Frans meteen ook het cijfer dat wordt toegekend voor het aspect schrijfvaardigheid. Voor Duits gebeurt dit niet, omdat de leerlingen hier wat betreft schrijfvaardigheid minder ver staan. Voor het vak Nederlands neemt het LP de plaats in van het gedocumenteerde opstel. Zo komt een mooie integratie van onderzoeks- en literatuurtaken tot stand.

  1. Wat vinden de leerlingen ervan?

Uiteraard loopt niet alles steeds van een leien dakje. Eerder wezen we al op enkele aandachtspunten. Toch kunnen we algemeen stellen dat de meeste leerlingen goed tot erg knap presteren op hun LP. Hun enthousiasme is bovendien groot. Leerlingen appreciëren de keuzevrijheid die ze krijgen omtrent het onderwerp en de romans. Ze waarderen het ook dat ze het project zelfstandig mogen plannen en vormgeven. De intensieve procesbegeleiding zorgt voor een prettig en diepgaand contact tussen de leerkrachten en de leerlingen.

Van bij de aanvang zijn leerlingen zich bewust van de impact van het LP op hun totaalresultaat. Tijdens de evaluatiegesprekken achteraf getuigen ze ook over de meerwaarde van het project: ze beseffen duidelijk dat vaardigheden zoals het beheersbaar en inzichtelijk maken van omvangrijke inhouden, correct kunnen omgaan met bronnen, op een heldere en stilistisch hoogstaande manier kunnen rapporteren en kunnen reflecteren over het eigen leerproces, belangrijk zijn met het oog op verdere studies.

202

Recognized HTML document

5. Literatuur

Het is dan ook niet zonder enige trots dat ze hun eigenste LP aan het einde van de rit indienen.

Noten

1 Een uitgebreide versie van deze tekst verschijnt binnenkort in Vonk, het tijdschrift voor vakdidactiek Nederlands. In dat artikel gaan we dieper in op de doelstellingen, de methodiek, de aandachtspunten en de procesbegeleiding van het LP. U vindt er ook materiaal in zoals leeslijsten, stappenplannen en instructieschema’s. Bovendien toetsen we het LP aan de eindtermen voor Nederlands, Frans, Engels en Duits, alsook aan de Europese specifieke eindtermen.

5

203

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
literatuuronderwijs
land
België
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008