Karoo Beheydt & Petra Verreth · 22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008 · pagina 55 - 58
2. ‘Brussel’
Ronde 4 |
2 | |
Karoo Beheydt & Petra Verreth Taalvaart-Bits? Contact : taalvaart@vgc.be |
ICT als leermiddel in een krachtige taalleeromgeving
-
Inleiding
ICT is één van de leermiddelen die kunnen bijdragen tot het versterken van de krachtige leeromgeving. Om ICT zinvol in te zetten in de onderwijspraktijk is het in de eerste plaats noodzakelijk om na te gaan wat je met dat onderwijs wilt bereiken en welke rol ICT in het leerproces kan spelen.
Als ICT-ondersteuner is het dan ook cruciaal om met de school en met de leerkrachten vanuit een gedeelde visie op onderwijs te werken. Dat zorgt er immers voor dat de dingen die je aanbrengt, passen binnen een groter geheel, dat er aanknopingspunten zijn voor de leerkracht en dat alle activiteiten in de klas gericht zijn op één gemeenschappelijk doel. Aangezien Brussel ons werkgebied is, zetten we hoofdzakelijk in op het verhogen van de taalvaardigheid van de leerlingen.
Wij kozen er bovendien voor om klasintern te werken, omdat we zo het aanbod beter kunnen afstemmen op de noden van de leerkrachten en meer aansluiting kunnen vinden bij de eigenheid van de school en bij de specifieke klasrealiteit..
-
ICT als leermiddel binnen taalvaardigheidsonderwijs
We integreren ICT als leermiddel binnen taalvaardigheidsonderwijs. Dat betekent dat we taal als een middel beschouwen en niet als een doel op zich. In taalvaardigheidsonderwijs confronteert de leerkracht de leerlingen met taken, waarin ze zich talig moeten weten te redden.
Leerlingen worden taalvaardig door taal in een positief en veilig klasklimaat functioneel te gebruiken in interactie met en dankzij ondersteuning van anderen (i.e. medeleerlingen en leerkracht). Het is een harmonisch samengaan van die drie begrippen: ‘positief en veilig klimaat’, ‘betekenisvolle taken’ en ‘gerichte ondersteuning’. Op die manier wordt een krachtige taalleeromgeving gecreëerd.
55
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
3. ICT in betekenisvolle taken
ICT kan op een functionele manier worden ingezet om efficiënt en doeltreffend te leren en heeft zo een meerwaarde voor de klaspraktijk. ICT kan ervoor zorgen dat het onderwijsleerproces boeiender en aantrekkelijker wordt voor de kinderen, nodigt hen uit om actief en met een zekere zelfstandigheid in confrontatie te gaan met een stukje wereld, zorgt ervoor dat er nieuwe mogelijkheden tot interactie ontstaan en dat de leerlingen vertrouwd raken met enkele computervaardigheden.
3.1 Motiverend
Een betekenisvolle taak moet boeiend en aantrekkelijk zijn en aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen. Ze wordt motiverend in de mate dat ze voor de leerlingen functioneel is. Een relevante taak kan gemakkelijker de interesse van de leerlingen opwekken en kan er bovendien voor zorgen dat ze zich engageren in het leerproces. Precies dat engagement zorgt ervoor dat ze ook effectief tot leren komen. Als in het leerproces realistische contexten en problemen aan bod komen, wordt de kans groot dat leerlingen de transfer maken die nodig is om echt te leren en zich kennis en vaardigheden eigen te maken. Relevantie en realisme gelden dan niet alleen voor de aangeboden leerinhouden, maar ook voor de ICT-vaardigheden.
Bijvoorbeeld: De leerlingen krijgen de opdracht om een Vlaamse kermis te organiseren. Om te kunnen nagaan of elke leerling aan elke activiteit op die kermis deelneemt, wordt er besloten om voor een beurtenkaart te zorgen. Die maken de leerlingen aan op de pc zodat ze gemakkelijk in grote aantallen bezorgd kunnen worden, omdat dat professioneler is en om namaak tegen te gaan.
3.2 Activerend
Leerlingen gaan bij betekenisvolle taken actief in confrontatie met een stukje wereld. Via de taken die ze uitvoeren, zijn ze onbewust met het leerdoel bezig.
Bijvoorbeeld: Leerlingen moeten in een eenvoudig tekenpakket een fantasiedier tekenen. Hiervoor maken ze gebruik van de beschrijving die een duo medeleerlingen eerder maakte. Terwijl de leerlingen zich verdiepen in de verschillende kenmerken van dat dier en het proberen te tekenen, maken ze gebruik van tal van functies van het tekenpakket die hen niet vooraf expliciet aangeleerd werden. Doordat ze hun doel willen bereiken, benutten ze onbewust de mogelijkheden van het pakket.
3.3 Kloof
In een betekenisvolle taak zit ook een overbrugbare kloof ingebed. De leerlingen moeten zelfstandig iets nieuws leren. Dat kunnen ze bijvoorbeeld door terug te vallen op kennis die ze eerder hebben opgedaan.
56
2. ‘Brussel’
2
Bijvoorbeeld: De leerlingen maken in hun gemeente een fotozoektocht voor hun ouders. Ze nemen met een digitale camera foto’s in hun buurt. Op een digitale plattegrond duiden ze met nummers de plaatsen aan waar ze die foto’s genomen hebben. Ze doen dit in een presentatiepakket en krijgen daarvoor een instructieblad. Later moeten ze ook de route die de ouders moeten volgen, aanduiden op die plattegrond. Hiervoor krijgen ze geen instructies meer, maar voeren ze de opdracht uit op basis van de ervaringen die ze hebben opgedaan bij het maken van het presentatiepakket. Een dergelijke kloof kan de leerling ook aanzetten om zich bewust te worden van en na te denken over zijn eigen leerproces.
3.4 Interactie
Niet alleen in de ondersteuning is interactie belangrijk. Ook de taak zelf kan interactiebevorderend zijn. Interactie tussen leerlingen bevordert het natuurlijke leerproces. Die interactie is een vorm van ‘peer-teaching’ en lokt het zelfontdekkend vermogen van de leerlingen uit. Als leerlingen met z’n tweeën voor de pc zitten, wordt de interactie op een natuurlijke manier gestimuleerd.
Bijvoorbeeld: De leerlingen moeten voor wereldoriëntatie te weten komen welk klimaat China heeft. Daarvoor kunnen ze op de website van het KMI klimatogrammen raadplegen (zie: http://www.meteo.be/meteo/view/nl/139844-Klimatogrammen.html). Concreet kan je er van China zeven opvragen, onder meer het klimatogram van Hong Kong, van Peking en van Shangai. Die klimatogrammen zijn heel verschillend. Zo ontdekken de leerlingen samen aan de computer dat er in China – afhankelijk van het gebied waar men zich bevindt – verschillende klimaten zijn. Dat lokt bij hen de vraag uit hoe dat komt en zo worden ze gestimuleerd om er over na te denken en om te overleggen om uiteindelijk tot een beter begrip te komen.
Het overleg tussen leerlingen is per definitie talig. Zo draagt interactie tegelijkertijd bij aan het verhogen van de taalvaardigheid van de leerlingen.
4. Tijdelijke leerkrachtnabije ondersteuning
Opdat leerkrachten op een geslaagde manier ICT in de onderwijspraktijk zouden kunnen implementeren, moeten ze van heel nabij de nodige ondersteuning krijgen. Het is immers via ondersteuning dat je leerkrachten de nodige procesbegeleiding kunt geven. Zo leren die leerkrachten om kritisch met hun manier van onderwijzen om te gaan en om waakzaam te blijven voor de leerdoelen in hun lespraktijk.
Bovendien worden ze op die manier vaardiger in het begeleiden van hun leerlingen tijdens het complexe leerproces met ICT. Om dat te bereiken is het belangrijk om zoveel mogelijk ondersteuning te bieden op maat van de school. Daarom helpen we de leerkrachten ideeën vorm te geven, door naar de school te stappen met een doos vol ideeën. Terwijl sommige ideeën bruikbaar zijn in een welbepaalde klas, zijn andere dat
57
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
veel minder of zelfs helemaal niet. Geen enkel idee is kant-en-klaar. Aan alle ideeën moet dus nog geschaafd worden. Het ruwe materiaal moet geoptimaliseerd worden in een klasgerichte aanpak. Dat is een proces dat we samen met de leerkracht doorlopen.
Daarnaast noteren we ook in overleg met de leerkracht waar we ons op concentreren bij de ondersteuning van de taak in de klas. Daarvoor kiezen we één taalaspect en één ICT-aspect. Een betekenisvolle taak brengt de leerling immers in een complexe situatie waar hij verschillende vaardigheden en allerlei kennis door elkaar zal moeten gebruiken. We willen dat de leerkracht het leerlinggedrag heel gericht en systematisch gaat opvolgen. Zowel het vastleggen van de leerdoelen voor de hele taak als het kiezen van een ondersteuningsfocus voor de klas helpen om de waarde en de kwaliteit van de taak op een adequate manier in te schatten.
In onze presentatie geven we een hele resem voorbeelden van ondersteuningsmomenten, zodat we ook heel concreet kunnen tonen hoe een geslaagde ICT-implematie er kan uitzien.
Ronde 5
Martine de Clercq
K.U.Brussel - H. U. Brussel
Contact: martine.declercq@kubrussel.ac.be
Nederlands als brug voor multiculturele dialoog!
Op 26 september 2008 werd de dag van de meertaligheid in Brussel gevierd. Het jaar 2008 werd geproclameerd tot het jaar van de Interculturele Dialoog door de Europese Unie. De Directorate-General for Education and Culture (DG Onderwijs en Cultuur) is er de grote trekker van en organiseert de zogenaamde “Brussels debates”.
58