Heide De Niel & Lies Houben · 22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008 · pagina 290 - 292
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 1
Heidi De Niel & Lies Houben
Centrum voor Taal & Onderwijs / Steunpunt GOK
Contact: heidi.deniel@arts.kuleuven.be lies.houben@arts.kuleuven.be
Ook anderstalige “Ouders in (inter)Actie!”
Een communicatieprobleem tussen de school en haar ouders
De school en de ouders van de kinderen die er school lopen, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er bestaat een constante interactie tussen beide partijen. School en ouders wisselen voortdurend informatie uit, de school rekent op de ondersteuning van de ouders en de ouders rekenen op de inzet van de school.
De laatste tijd is er in Vlaanderen echter discussie over de ‘beperkte betrokkenheid’ van anderstalige ouders bij het onderwijs van hun kind: ouders die niet naar oudercontacten komen, niet reageren op briefjes, nooit deelnemen aan activiteiten op school, kinderen die nooit in orde zijn, geen huiswerk hebben gemaakt, etc. Leerkrachten en directies hebben geregeld te maken met dergelijk ‘schijnbaar onconstructief’ oudergedrag. Dat betekent echter meestal niet dat ouders niet begaan zijn met de schoolloopbaan van hun kind. Er zijn immers verschillende redenen waarom men niet opdaagt voor het oudercontact of de briefwisseling niet volgt. Talrijke drempels verhinderen de communicatie: problemen met mobiliteit, problemen met de combinatie werk en gezin, angst voor slecht-nieuws-gesprekken, een gevoel van onkunde inzake onderwijs, etc. Onderzoek (zie: Samaey 2006) toont aan dat ouders wel willen, maar vaak niet kunnen.
Een – soms bijkomende – factor die bijdraagt tot een moeizame communicatie tussen anderstalige ouders en de school van hun kinderen, is het feit dat een deel van hen onvoldoende Nederlands kan om de informatie die hen vanuit de school bereikt, te begrijpen en er adequaat op te reageren. Het taalgebruik dat binnen de context van de school wordt gehanteerd, is immers heel specifiek. Algemene taallessen alleen lossen dan ook het communicatieprobleem tussen school en ouders niet op. Anderstalige ouders hebben immers nood aan taallessen met een specifiekere inhoud. Bovendien moet men, indien men men écht iets aan het communicatieprobleem wil doen, ook de communicatie vanuit de school toegankelijker maken. Een beweging van beide kanten dus, een gedeelde verantwoordelijkheid.
Het project ‘Ouders in (inter)Actie’ stelt een aanbod Nederlandse taallessen voor dat in de school van de kinderen wordt georganiseerd. Verankering in de school is nood-
290
9. Taalgericht vakonderwijs
zakelijk om zo goed mogelijk op de specifieke vragen van school en ouders te kunnen inspelen. De inhoud van de lessen is volledig afgestemd op het schoolleven van de school in kwestie. In de lessen krijgen de ouders activiteiten aangeboden die zich toespitsen op briefjes lezen, zich voorbereiden op een oudercontact, een rapport begrijpen, informatie begrijpen over de schoolreis, etc. Dergelijke NT2-modules, die in de scholen worden aangeboden, kennen meer succes dan het algemene, bestaande NT2- aanbod. Er is immers een betere transfer waardoor de ouders meer gemotiveerd zijn. Bovendien spelen de lessen rechtstreeks in op de behoefte om meer te begrijpen van alles wat met het kind en de school te maken heeft.
Naast deze specifieke inhoud die is afgestemd op de schoolcontext, voorziet het aanbod ‘Ouders in (inter)Actie’ ook projectwerk. Met projectwerk bedoelen we een activiteit die wordt aangestuurd vanuit de NT2-lessen, die binnen de NT2-lessen wordt voorbereid en nabesproken, maar die samen met andere Nederlandstalige ouders, schoolpersoneel, kinderen, partners uit de buurt uitgevoerd wordt. Een aantal voorbeelden van interessante taal(leer)rijke activiteiten zijn: de organisatie van een ontbijt op school, een kijkdag in de kleuterklas, een tentoonstelling over de school, een fotowedstrijd, etc. NT2-cursisten die aan een dergelijk project deelnemen, worden uitgedaagd om een grote hoeveelheid talige handelingen uit te voeren die relevant zijn voor het adequaat functioneren in talige schoolsituaties. Door het projectwerk komen de cursisten effectief in contact met directie, personeel en andere ouders en wordt de mogelijkheid gecreëerd om mensen (op een andere manier) te leren kennen.
Door het projectwerk verschilt het aanbod ‘Ouders in (inter)Actie’ van het reeds bestaande aanbod school en ouders. Het biedt een meerwaarde aan het bestaande aanbod:
-
het bevordert de transfer van het geleerde naar het dagdagelijkse leven;
-
via het projectwerk wordt zelfstandig leren bevorderd;
-
projectwerk biedt ook kansen voor netwerking met moedertaalsprekers;
-
projectwerk verbetert contacten tussen ouders en de school;
-
projectwerk biedt mogelijkheden tot flexibiliteit en om om te gaan met heterogeniteit.
Het projectwerk vervangt de contacturen die afgestemd zijn op het schoolleven niet. Het opnemen van projectwerk binnen een gedeelte van het behoeftegerichte aanbod biedt wel een substantiële meerwaarde ten opzichte van de huidige inhouden van de NT2-modules voor ouders. De combinatie van contacturen en projectwerk brengt een heel nieuwe dynamiek op gang.
9
291
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Het aanbod voor ouders en de regelgeving van het volwassenenonderwijs
Eén van de doelstellingen van de overheid is dat anderstalige ouders via het NT2-aanbod in de school van hun kinderen de weg vinden naar het reguliere NT2-aanbod van de Centra voor Volwassenenonderwijs (hoger geschoolden) en de Centra voor Basiseducatie (lager geschoolden).
Lesgevers zijn daarom vaak bezorgd over de koppeling van specifieke rolgebonden activiteiten aan de einddoelen voor het NT2-onderwijs aan volwassen anderstaligen. De ervaring leert immers dat, als de inhoud van de taalles binnen één context – i.e. de school – gehouden wordt, je de einddoelen van een module kan halen. Ook de taken die bij het projectwerk aan bod komen, kunnen moeiteloos gekoppeld worden aan de einddoelen van de profielen moderne vreemde talen van de Entiteit Curriculum van het departement onderwijs.
De doorstroming naar vervolgcursussen was echter geen criterium voor het toetsen van het succes van het project ‘Ouders in (inter)Actie’.
De doelstelling van het project was wel om te werken aan een optimalisering van de communicatie tussen de school en haar ouders én om bij te dragen aan de positieve beeldvorming van anderstalige ouders. Uit de evaluatie die op basis van gesprekken met alle betrokkenen werd gemaakt, blijkt dat dit project in beide opzichten is geslaagd. De combinatie van taallessen en projectwerk hadden een enorme impact op de communicatie tussen de school en de ouders en op de beeldvorming over de anderstalige ouders van de school en de andere ouders.
In het schooljaar 2007-2008 brachten verschillende Centra Voor Volwassenenonderwijs en Centra Voor Basiseducatie dit concept in praktijk. In deze presentatie wordt gekeken naar het verloop van de projecten ‘Ouders in (inter)Actie’ tijdens het experimentjaar. Getuigenissen en een beeldverslag geven een overzicht van de praktijk en brengen bovenstaande theorie tot leven.
Referenties
Samaey, S. (2006). Onderzoeksrapport: ‘Ouderbetrokkenheid in Nederlandstalige scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest’. Leuven: Centrum voor Taal & Onderwijs.
292