Praktijkervaringen met het werken met de referentieniveaus

Bert de Vos & Geppie Bootsma  ·  22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2008  ·  pagina 86 - 88

Download artikel

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

7. Conclusies

De interpretatie aan de hand van de curriculumdomeinen leidt tot een aantal voorlopige conclusies. Een van de conclusies is dat de gang van zaken geen recht doet aan de heterogeniteit en het meertalige karakter van de groep, maar leidt tot ongelijke onderwijskansen, met name voor midden en hoger opgeleide anderstaligen van wie de taalontwikkeling nog volop gaande is.

Samenvattend kan worden gesteld dat er sprake is van een paradox met betrekking tot de positie van het Nederlands bij de doorstroom naar niveau 3. In de opleiding tot ‘Helpende Zorg’ op niveau 2 heeft het vak Nederlands geen enkele formele status en beperken de eisen voor taalbeheersing zich tot de mondelinge vaardigheden. Voor toelating tot de vervolgopleiding is het echter cruciaal dat de schriftelijke vaardigheden beheerst worden.

Referenties

Den Boer, P., J. Geerligs & T. Sjenitzer (2005). Kwalificatiewinst in de beroepsonder-

wijskolom. Tweede vervolgmeting: 3 jaar vergeleken. Wageningen: Stoas Onderzoek

(http://www.minocw. nl/documenten/beroepskolom-doc-kwalificatiewinst_ver-

volgmeting2.pdf) .

Goodlad, J., e.a. (1979). Curriculum Inquiry. The Study of Curriculum Practice. New York: McGraw-Hill Book Company.

Onderwijsraad (2005). Betere overgangen in het onderwijs. Advies nr. 20050411/827. Den Haag: Onderwijsraad.

Ronde 5

Bert de Vos & Geppie Bootsma APS, Utrecht

Contact: bdevos@aps.nl

g.bootsma@aps.nl

Praktijkervaringen met het werken met de referentieniveaus

Er bestaan grote zorgen over het taalniveau van leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs. Diverse inspectierapporten tonen aan dat het niet goed gaat met de taalvaardigheid van leerlingen: hun leesvaardigheid blijft achter bij het vereiste niveau, ze beschikken over onvoldoende woordenschat om schoolse vakteksten te begrijpen, hun

86

Recognized HTML document

3. Competentieleren

schrijfvaardigheid is onvoldoende, etc. Dat blijkt het geval voor alle onderwijsniveaus.

Taalvaardigheden worden tegelijkertijd gezien als het fundament voor een succesvolle opleiding en als een voorwaarde om succesvol mee te draaien in de maatschappij. Om gedegen te kunnen werken aan die brede taalvaardigheden heeft de commissie Meijerink in Nederland niveaus beschreven die leerlingen (dienen te) bereiken bij de diverse ‘drempels’ – overstappen – in hun schoolloopbaan: de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs, de overstap van vmbo naar mbo, van havo naar hbo, van vwo naar wo. Begin 2008 is het rapport van de commissie ‘over de drempels met taal’ verschenen.

In dat rapport geeft de commissie niveaubeschrijvingen voor spreken, luisteren, gespreksvaardigheid, lezen, lezen van literatuur, schrijven en taalbeschouwing. De commissie is bij de beschrijving ervan uitgegaan van het Raamwerk Nederlands. In dat raamwerk staan niveaus beschreven met behulp van de bij het Europees Referentiekader gebruikte niveauaanduidingen A1 tot en met C2. Die aanduidingen heeft de commissie niet overgenomen; de niveaubeschrijvingen zijn als basis gebruikt en aangevuld met niveaubeschrijvingen voor literatuur en taalbeschouwing.

De Nederlandse politiek heeft het rapport geaccepteerd. Men stelt zich tot doel om het rapport en de niveaubeschrijvingen de komende jaren te laten landen in scholen en om op basis van die niveaus een hoger taalvaardigheidsniveau te bereiken. Die operatie – inhaalslag genoemd – is van start gegaan. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk leraren de komende tijd geïnformeerd worden over het rapport, dat zoveel mogelijk scholen op de een of andere manier met het rapport aan de slag gaan en dat de resultaten voor taalvaardigheid snel op een hoger niveau komen.

Dit schooljaar (2008-2009) worden de eerste ervaringen met de referentieniveaus opgedaan op scholen. Het APS werkt met 3 pilotscholen en organiseert een aantal netwerken van leerkrachten, verspreid over het land. De ervaringen zijn nog vers, maar scholen hebben al de eerste activiteiten in hun school gedaan.

De eerste school, het Picasso Lyceum in Zoetermeer (school voor vmbo-t – gymnasium), zet het eerste jaar in op spreekvaardigheid. De school werkt veel met projecten – vaak vakoverstijgend – en van leerlingen wordt een hoge kwaliteit aan spreekvaardigheid gevraagd, omdat ze vaak moeten presenteren. Met behulp van de beschreven niveaus van ‘presenteren’ maakt de school zelf tussenliggende niveaus en zo ontstaat de leerlijn ‘presenteren’. Met behulp van die leerlijn gaat de school aan de slag om een hoger niveau spreekvaardigheid te bereiken.

Op het Cals College in IJsselstein (vmbo – vwo) staat leesvaardigheid centraal. De school besteedt veel aandacht aan leesbevordering en ondersteunt leerlingen intensief en op maat bij het ontwikkelen van hun taalvaardigheden. Echter, lezen van zakelijke

3

87

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

teksten blijft achter bij de wensen van de school. Tot nu toe hebben de leerkrachten die meewerken aan de pilot de niveaus voor leesvaardigheid omgeschreven naar leerlingentaal. Samen met leerlingen gaan de leerkrachten de niveaus bespreken. Ze hopen om op die manier aan de leesattitude van de leerlingen te kunnen werken en om leerlingen te motiveren om met teksten aan de slag te gaan. De gedachte erbij is dat, als leerlingen zelf weten waar ze aan moeten voldoen en ze hun eigen niveau kennen, de zin om aan de vaardigheid ‘lezen’ te werken stijgt.

Op ’t Noordik in Almelo bestaat al enkele jaren een taalbeleidgroep die werkt aan de invoering van taalgericht vakonderwijs. De school heeft reeds de eerste resultaten geboekt en wil nu verder. De school kiest ervoor om op basis van het rapport het taalbeleid van de school in de systemen onder te brengen. Daardoor evolueert ze van een school die succesvol taalrijk onderwijs inricht naar een school waar systematisch aandacht is voor taal. De werkgroep taalbeleid stuurt het proces, maar weldra zal het resultaat in de school en in de klas zichtbaar zijn.

Alle scholen gebruiken het rapport met de drempelniveaus om stevig in te zetten op taalbeleid of om daar gerichter mee door te gaan. APS werkt de komende jaren met deze scholen en legt de ontwikkelde instrumenten en werkwijzen vast. Ook zal worden beschreven hoe de processen lopen, zodat andere scholen er daarna hun voordeel mee kunnen doen.

In de workshop werken de deelnemers met een range aan teksten. We proberen in te schatten welk niveau deze teksten hebben en of de niveaubeschrijvingen er op van toepassing zijn. Het levert op dat leerkrachten met kennis van het te verwachten niveau naar teksten kijken, zodat ze beter kunnen inschatten welk niveau passend is en wanneer leerlingen uitvallen. Vervolgens kijken we naar mogelijkheden om op school met de niveaus te werken. Daarbij gaan het om de volgende vragen:

  • welke rol heeft het rapport bij het invoeren van taalbeleid?

  • hoe is het mogelijk om leerlingen actief met de drempelniveaus te laten werken?

  • wat kan de school doen om leerlingen aan een naast hoger liggend niveau te laten komen?

  • hoe is de verhouding tussen leerkrachten Nederlands en overige vakleerkrachten?

Referenties

Expertgroep doorlopende leerlijnen rekenen en taal (2008). ‘Over de drempels met taal. De niveaus voor de taalvaardigheid’ (http://www.minocw.nl/documenten/ http_www%20taalenrekenen%20nl_Algemeen-Nieuws_00002_Taalrapport. pdf)

Inspectie van onderwijs (2008). ‘De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2006/2007’ (http://www.onderwijsinspectie.nl/).

88

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
leesonderwijs
literatuuronderwijs
mondelinge taalvaardigheid
schrijfonderwijs
taalbeschouwing/argumentatie
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
doelstellingen
leerlijn

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008