Van belevend naar academisch lezen. Over het beoordelen van leerlingrecencies over gelezen literatuur

Willemijn van Kreel & Tanja Janssen  ·  22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2008  ·  pagina 190 - 192

Download artikel

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

  • herschrijf een sprookje vanuit een ander vertelstandpunt;

  • reconstructie van verknipte verhalen;

  • selectie maken uit een reeks sprookjes en je keuze verantwoorden;

  • publiceer je tekst op je eigen weblog.

Uiteraard gebruiken we tekstverwerking, het internet voor publicatie, enz. Door aan deze opdrachten te werken zal je als leerkracht heel wat leerplandoelstellingen bij je leerlingen kunnen realiseren. Bovendien leren we de leerlingen werken volgens de OVUR-methode.

Ik hoop met deze werkwinkel een bijdrage te leveren die leerkrachten laat zien hoe ze vertrekkend van een literair onderwerp kunnen werken aan taal.

Referenties:

Leerplannen Nederlands tweede graad (http://www.vvkso.be/).

Ronde 7

Willemijn van Kreel & Tanja Janssen

Universiteit Utrecht / Universiteit van Amsterdam Contact: W.vanKreel@students.uu.nl

T.M.Janssen@uva.nl

Van belevend naar academisch lezen. Over het beoordelen van leerlingrecensies over gelezen literatuur

Beoordeling en toetsing zijn ‘stiefkind en bottleneck’ in het literatuuronderwijs, zo schreef Wam de Moor 18 jaar geleden (De Moor 1990). Dat geldt eigenlijk nog steeds. Er rijzen onder andere vragen over de betrouwbaarheid van de beoordelingsmethoden die momenteel in het literatuuronderwijs gangbaar zijn. Vaak gaat het om een globale beoordeling van door leerlingen geschreven recensies, leesverslagen en boekverslagen. De beoordeling wordt meestal door één beoordelaar – i.e. de eigen docent – uitgevoerd.

Betrouwbaarheid is een elementaire eis die aan beoordelingen gesteld kan worden. Betrouwbaarheid houdt in dat een methode onder dezelfde omstandigheden bij elke volgende beoordeling hetzelfde resultaat oplevert. Hetzelfde boekverslag of dezelfde leerling-recensie mag dus niet het ene moment met een 8 en het andere moment met een 6 beloond worden. Vergelijkbare verslagen moeten van dezelfde docent een verge-

190

Recognized HTML document

5. Literatuur

lijkbaar cijfer krijgen. Kortom: men moet staat kunnen maken op de beoordeling.

Wij onderzochten hoe je leerling-recensies van korte verhalen op een betrouwbare wijze zou kunnen beoordelen. De recensies waren geschreven door circa 70 leerlingen uit het vierde leerjaar van het voortgezet of secundair onderwijs (4 havo/vwo), in het kader van een onderzoek naar literaire leesvaardigheid (Janssen & Braaksma 2007). De leerlingen waren afkomstig uit verschillende scholen in Amsterdam. Iedere leerling las twee korte verhalen – van o.a. Kader Abdollah, Cees Nooteboom, Primo Levi – en schreef over elk verhaal een korte recensie. De opdracht luidde als volgt:

Stel je voor:

Bij jou op school is het de gewoonte dat leerlingen een literatuurkrant maken. Daarin staat de rubriek ‘Lezen of niet?’ Dat is een rubriek met recensies over gelezen verhalen. Die recensies worden geschreven voor leerlingen door leerlingen. Zo help je elkaar bij het kiezen van schrijvers en verhalen om te gaan lezen. Met meningen van medeleerlingen kun je namelijk beter bepalen of je een verhaal wilt lezen, of liever niet. En bovendien is het leuk om de persoonlijke reacties van anderen te lezen.

Nu ben jij gevraagd ook zo’n stukje te schrijven...

In je recensie doe je drie dingen:

- je beschrijft het verhaal dat je zojuist gelezen hebt;

- je vertelt wat jij vindt van dat verhaal (jouw persoonlijke mening); - en je legt uit waarom je dat vindt (onderbouwing van je mening).

Bedenk dat je schrijft voor leerlingen die het verhaal niet kennen en die willen weten wat voor verhaal het is en of het de moeite waard is, of niet.

In totaal moet je recensie een halve pagina beslaan. Dat is ongeveer 200 woorden. Verander net zolang in je recensie tot je echt tevreden bent en hij volgens jou in de literatuurkrant gepubliceerd kan worden.

De leerlingen schreven hun recensies op de computer, zodat het handschrift de beoordeling niet zou kunnen beïnvloeden. Voor de beoordeling ontwierpen we een beoordelingsschema, gebaseerd op het coderingssysteem van Theo Witte (2008). Hierin worden zes niveaus van literaire competentie onderscheiden, van ‘belevend lezen’ (niveau 1) tot ‘academisch lezen’ (niveau 6). Hierbij is geprobeerd om iedere recensie bij één van de zes niveaus onder te brengen.

5

191

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Daarnaast is – op een meer analytische wijze – gekeken naar de argumenten voor literaire waardeoordelen die de leerlingen in hun recensies hanteerden (pragmatische, emotieve, realistische, morele en structurele argumenten). Onze verwachting was dat variatie in de gebruikte argumenten een indicatie zou kunnen vormen van literaire competentie: hoe gevarieerder, hoe beter.

Om de betrouwbaarheid te onderzoeken, is elke recensie door twee onafhankelijke beoordelaars beoordeeld. Vervolgens berekenden we de overeenstemming tussen beide beoordelaars.

In onze bijdrage lichten we aan de hand van concrete voorbeelden onze beoordeling van de recensies toe. Ook bespreken we de overeenstemming tussen de beoordelaars en gaan we kort in op de implicaties van ons onderzoek voor de lespraktijk.

Referenties

Janssen, T. & M. Braaksma (2007). “Literatuur leren lezen door vragen stellen. Effect op verhaalwaardering”. In: Levende Talen Tijdschrift, jg. 8, nr. 3, p. 11-19.

De Moor, W. (red.) (1990). Stiefkind en bottleneck. De toetsing in het literatuuronderwijs. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen.

Witte, T. (2008). Het oog van de meester. Een onderzoek naar de literaire ontwikkeling van havo- en vwo-leerlingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Delft: Eburon.

Ronde 8

Eva Devos

Stichting Lezen, Antwerpen

Contact: evadevos@stichtinglezen.be

Op zoek naar een boek voor jonge mensen? De Boekenzoeker 12-15 helpt

1. Inleiding

In 2008 werd de Boekenzoeker voor twaalf- tot vijftienjarigen gelanceerd. Nadat de kiem voor de Boekenzoeker in 2001 gelegd werd in de context van Fahrenheit 451, een leesbevorderingsproject voor leerlingen (16+) uit het BSO en het TSO, en enkele

192

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
leesonderwijs
begrijpend lezen
leesbevordering
literatuuronderwijs
land
Nederland
onderwijstype
hoger/universitair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008