Gerda Geenens · 22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008 · pagina 4 - 7
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 1
Gerda Geenens
Pedagogische begeleidingsdienst VSKO Contact: gerda.geenens@vsko.be
Werkvormen binnen mondelinge vaardigheden, vertrekkend vanuit prentenboeken
-
Inleiding
Werken met prentenboeken in de basisschool biedt veel kansen om de taalvaardigheid en de ontwikkeling van de literaire gevoeligheid te stimuleren. Prenten en prentenboeken kunnen kinderen immers uitdagen om op een speelse manier binnen te dringen in de belevenissen van anderen en om zo vertrouwd te raken met de wereld en de gevoelens van die anderen.
Warme, gevoelvolle prentenboeken creëren een bereidheid tot meevoelen zodat informatie overgedragen kan worden.
Vaak denk je bij prentenboeken enkel aan de kleuterklas en aan de eerste jaren van de lagere school. Echter, mits een goede keuze van prentenboeken, kan je ook in de hogere klassen zinvol taalonderwijs verstrekken. Werken met prentenboeken biedt leerkrachten uiteraard kansen om intens te werken aan de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen Nederlands. Daarnaast zijn er ook mogelijkheden om aan de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen voor ‘wereldoriëntatie’, ‘muzische vorming’, ‘leren leren’ en ‘sociale vaardigheden’ te werken.
Kinderen leren vooral taal door in interactie te treden met anderen. De kracht van het leerproces bij kinderen zit net in de combinatie van de inhoud van de prentenboeken en in de interactieve aanpak van de leerkrachten.
-
Vertellend voorlezen en voorlezen
Voorlezen heeft een goede invloed op de taalontwikkeling van kinderen. Dagelijks voorlezen is belangrijk in alle leerjaren. Het maakt kinderen vertrouwd met boekentaal, inclusief de taal van schoolboeken. Boekentaal is anders dan spreektaal: het is meer genuanceerd, heeft een rijkere woordenschat en telt een groter begrip van zinswendingen. Het laat kinderen genieten van een bijzondere woordenstroom. Ook wanneer kinderen zelf kunnen lezen, blijven ze voorlezen fijn vinden. Bovendien brengt de voorlezer hen in contact met een moeilijkere verhaalinhoud of met boeken die de kinderen uit zichzelf niet zouden lezen.
4
1. Basisonderwijs
1
-
Interactief voorlezen
Soms kun je het voorlezen wat interactiever maken. Je kunt bijvoorbeeld het verhaal tijdens het voorlezen onderbreken en de kansen benutten om niet begrepen elementen, verbanden, standpunten te verduidelijken, het verdere verloop te laten voorspellen, het verhaal kort te laten samenvatten, de aandacht te richten naar de hoofdlijnen, op een bijzondere prent, etc.
Op die manier betrek je de leerlingen actief bij het verhaal.
-
Kamishibai
Kamishibai is een traditionele Japanse vertelvorm (‘Kami’ betekent papier en ‘shibai’ betekent drama, papier-drama dus). Tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw was deze originele vorm van vertellen vooral heel populair in Japan. De vertellers reden rond op hun fiets en hadden een doos met snoep op het bagagerek bevestigd. Bovenop de doos bevond zich een minitheatertje waar de kinderen zich rond verzamelden om het verhaal goed te kunnen volgen. Het theatertje stond garant voor een goede klantenbinding.
In het huidige klein theatertje passen grote tekeningen. Het vertelprincipe is heel eenvoudig. Voor aanvang van de vertelling steek je alle tekeningen in de juiste volgorde in het theatertje. Tijdens het vertellen, verschijnen de prenten één voor één. Kamishibai is een mooi en handig instrument om kinderen in contact te brengen met de kracht en de magie van verhalen en tekeningen. Je kan dit poëtisch mini-verteltheater gebruiken in de klas, bijvoorbeeld bij het begin van een taalles, als aangename pauze tussendoor, om een thema in te leiden, etc., en dat voor kinderen van alle leeftijden.
-
Verteltafel
Een verteltafel is een plaats die door de kinderen en de leerkracht is ingericht met voorwerpen waarmee de kinderen al handelend een verhaal kunnen (na)spelen en (na)vertellen.
De naam verteltafel is een beetje misleidend. Het kan een tafel (of een zandtafel) zijn, maar ook een hoek in de klas die is afgeschermd met lappen, een tent of een paleis. In elk geval is een verteltafel een omgeving waar het verhaal van het boek zich kan afspelen.
Wanneer je gaat werken met de verteltafel is het handig om een bepaalde volgorde aan te houden, zodat de belangrijkste facetten van de verteltafel aan de orde komen.
5
TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Stappenplan:
-
Je leest het prentenboek voor.
-
Je vertelt het verhaal samen met de kinderen na en je bespreekt met de kinderen de attributen die in het verhaal voorkomen.
-
Je bouwt samen met de kinderen de verteltafel op. Dit neemt enkele dagen in beslag, omdat de kinderen de meeste attributen zelf maken of meebrengen.
-
Je leest het verhaal nogmaals voor en je introduceert de verteltafel.
-
Je geeft de kinderen de gelegenheid om met de verteltafel en de attributen te spelen en om alles te verkennen.
-
Je leest het boek voor en de kinderen voeren de handelingen uit. Dit, ter introductie, zodat alle kinderen weten wat de bedoeling is.
-
De kinderen ‘lezen’ het boek en jij voert de handelingen uit. (Bovenstaande twee handelingen kunnen ook omgedraaid worden.).
-
De kinderen werken in groepjes met de verteltafel. Jij observeert.
-
De kinderen werken zelfstandig met de verteltafel.
6. Verteltas
Een verteltas is een kleurrijke stoffen tas met een mooi prentenboek en met allerlei spelletjes rondom het boek. Eén van de thema’s uit het boek is uitgewerkt met behulp van een informatief boek, een cd, attributen, handpoppen, een spelletje, informatiebladen, een leeswijzer en een feedbackschriftje. De tas is versierd aan de buitenzijde, zodat kinderen en ouders kunnen zien welk prentenboek in de tas zit.
Doelstellingen van een verteltas:
-
Ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid. Het belangrijkste doel van de verteltasmethode is om ouders bij het onderwijs en bij de ontwikkeling van hun kind te betrekken.
-
Taalontwikkeling van ouder en kind. De verteltassen bieden veel materialen aan om op een speelse wijze de woorden, het taalbegrip en het taalgebruik van kind en ouder te bevorderen.
-
Lees- en voorleesplezier vergroten. Door de verteltassen wordt de leesbeleving van het kind en de ouder gestimuleerd en geprikkeld. Kinderen ervaren boeken op een plezierige, spannende manier. Dat stimuleert kinderen om meer te lezen en ouders om meer voor te lezen.
6
1. Basisonderwijs
1
-
Digitale prentenboeken
Het boek kan in het presentatieprogramma PowerPoint van Microsoft worden gezet, zodat de kinderen de prenten kunnen bekijken in de computerhoek. Aan de hand van die beelden kunnen ze het verhaal per twee aan elkaar vertellen. Door het verhaal uit het prentenboek te ‘digitaliseren’ (beeld en geluid via de computer) kunnen de kinderen het verhaal verschillende keren bebeluisteren en bekijken en werkt men aan de ‘taalvaardigheid ‘ van de kleuter. Dankzij het beeld en het geluid begrijpen de kinderen meer van het verhaal en leren ze nieuwe woorden en zinstructuren bij.
Een digitaal prentenboek of een sprekend prentenboek maken, is een vernieuwende manier om de computer in de klas in te zetten. Je scant of fotografeert (digitale camera) de prenten van een prentenboek, voegt deze in in PowerPoint en spreekt de tekst in. Bovendien kan je geluiden, foto’s en tekeningen van de kinderen invoegen. Uit een onderzoek naar de relatie tussen taalontwikkeling en multimediaondersteuning blijkt dat voorlezen, ondersteund door multimedia, effectief taalwinst geeft bij allochtone leerlingen (Verhallen, Bus & De Jong 2004).
-
Filosoferen met kinderen
Praten, filosoferen en lezen maken kinderen mondiger. Als ze weten dat je weinig tot niets fout kunt zeggen over een boek, durven kinderen zich gemakkelijker te uiten. Het is een deel van de opvoeding tot een democratische burger die kritischer leert te zijn en durft op te komen voor zijn eigen mening, die leert argumenteren, discussiëren, luisteren en respect hebben voor andere meningen. Boeken zijn dankbare instrumenten om ook heel gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken.
Referenties
De Hoogh, J.W. & E. de Groot-Yadgar (2005). Handboek Verteltassen. Amsterdam: Stichting Nederlands Kenniscentrum Verteltassen.
Stichting Lezen Vlaanderen (2004). “Leesbevordering, hoe doe je dat?” (http://www.jeugdboekenweek.be/2005/materialen.html).
Verhallen, M., A. Bus & M. de Jong (2004). ‘Elektronische boeken in de vroegschool-
se educatie’. Onderzoeksrapport in opdracht van Stichting Lezen Nederland.
7