Met de Kennisbasis Nederlands op weg naar excellent taalonderwijs

Anneli Schaufeli  ·  24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2010  ·  pagina 112 - 115

Download artikel

VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Referenties

De Caluwe, J., D. Geeraert, S. Kroon, V. Mamadouh, R. Soetaert, L. Top & T. Vallen (red.) (2002). Taalvariatie en taalbeleid Bijdragen aan het taalbeleid in Nederland en Vlaanderen. Antwerpen: Garant.

Emmelot, Y.W. & E.J. van Schooten (2006). Effectieve maatregelen ter bestrijding van taalachterstanden in het primair onderwijs. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.

Hillman, J. (2009). Verraad en verlangen. Beelden uit de archetypische psychologie. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat.

Kuiken, R (2004). "Taalbeleid als uitdaging". Openbaar college, Universiteit van Amsterdam.

Teunissen, E (1992). Werken aan taalbeleid. Den Bosch: KPC.

Van den Branden, K. (2010). Handboek taalbeleid basisonderwijs. Leuven: Acco.

Ronde 8

Anneli Schaufeli

Expertisecentrum Nederlands

Contact: a.schaufeli@taalonderwijs.n1

Met de Kennisbasis Nederlands op weg naar excellent taalonderwijs

1. Maatschappelijke context

In Nederland liggen de lerarenopleidingen voor het primair onderwijs al jaren onder vuur. Aankomende leraren zouden over onvoldoende kennis beschikken. Ze zouden niet goed kunnen rekenen en hun taalvaardigheid zou ver beneden peil zijn. De opleidingen leveren onvoldoende kwaliteit af, was de conclusie. Onder regie van de HBOraad1 zijn de lerarenopleidingen in 2008 gestart met het project Werken aan kwaliteit (WAK). In hoeverre het, wat betreft taal, gaat om het verbeteren van de eigen (professionele) taalvaardigheid van de studenten of over het verhogen van het kennisniveau van het vak `taaldidactiek', blijft een punt van terugkerende onduidelijkheid. Van der Leeuw (2010) legt helder uit dat dat twee heel verschillende zaken zijn, die ieder om een eigen specifieke aanpak vragen. Voor vakgenoten is het een vanzelfsprekende zaak, voor beleidsmakers niet, zo is gebleken.

112

4. Lerarenopleiding Basisonderwijs

De eerste stap die in het WAK-project genomen moest worden, was het gewenste eindniveau vastleggen. Lerarenopleiders kregen de opdracht de `kennisbases' voor de vakken `rekenen' en `taal' (de vakken waar de publieke discussie in de media zich op toespitste) in kaart te brengen. De overige vakken zijn inmiddels in deel twee van het project van start gegaan met het vaststellen van hun kennisbases. In december 2009 resulteerde het project voor het vak `taal' in de Kennisbasis 1Vederlandse taal voor de pabo (Van der Leeuw e.a. 2009). De Kennisbasis is een verzameling van bijna 400 vakbegrippen (de zogenaamde kenniselementen). Ze zijn geordend in negen domeinen van taalonderwijs (zie figuur 1) en dekken de inhoud van het vakcurriculum `taaldidactiek> van de lerarenopleiding primair onderwijs. De Kennisbasis is bedoeld als opmaat voor een landelijke eindtoets Nederlands voor de Pabo die, zoals de plannen nu liggen, het ministerie voor het cohort 2011-2012 wil invoeren.

In het opleidingsveld is de Kennisbasis enthousiast ontvangen. Pabo-docenten Nederlands herkennen hun vak in de inhoud ervan en zien de bruikbaarheid van het instrument bij het doorlichten en verder ontwikkelen van het deelcurriculum `taaldidactiek>.

De 9 domeinen van de kennisbasilNederlandse

  1. Mondelinge taalvaardigheid

  2. Woordenschat

  3. Beginnende geletterdheid

  4. Voortgezet technisch lezen

  5. Begrijpend lezen

  6. Stellen

  7. Jeugdliteratuur

  8. Taalbeschouwing

  9. Spelling

Figuur 1: De 9 domeinen van de Kennisbasis Nederlandse taal.

2. Het project Het opleiden van excellente taalleraren

In oktober 2009 is vanuit het Expertisecentrum Nederlands het project Het opleiden van excellente taalleraren van start gegaan. De Kennisbasis Nederlands speelt hierin een centrale rol. Het doel van het project is om de kwaliteit van het taalonderwijs op de basisschool te verhogen door, aan de hand van de Kennisbasis, te werken aan kennisontwikkeling van zittende en aankomende leraren op het gebied van taaldidactiek. Het project omvat drie pilotlocaties: Pabo Groene-woud Nijmegen van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN), Pabo Hogeschool Rotterdam en de Katholieke Pabo

113

VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Zwolle (KPZ). Die instellingen werken ieder, samen met twee basisscholen, aan het opleiden van excellente taalleraren en leveren daarbij materiaal voor een digitaal kennisplatform.

De zes basisscholen die taalonderwijs voor de komende jaren als speerpunt in hun schoolontwikkelplannen hebben opgenomen, vormen het startpunt voor het project. Enkele voorbeelden van vragen waarmee men worstelt zijn: `Hoe verhoog ik de leesprestaties van de leerlingen in groep 3?', `Hoe brengen we een doorgaande lijn aan in ons leesbevorderingsonderwijs?', `Hoe laten we ons taalonderwijs en de gebruikte taalmethodes van groep 3 en 4 beter op elkaar aansluiten?'... Het beantwoorden van die vragen kost leraren veel tijd; tijd die ze maar beperkt hebben naast hun reguliere werk. Aan de andere kant zijn er vaak stagiaires die enorm veel kunnen leren door mee te werken aan zo'n ontwikkeltraject. Wanneer zij daarbij vanuit de opleiding worden begeleid en vakdidactisch worden gevoed, kunnen ze een waardevolle bijdrage leveren aan het verbeteren van taalonderwijs en nemen ze de drukbezette leraren werk uit handen.

Op ieder van de zes basisscholen zijn de beoogde doelen geformuleerd en is een plan van aanpak vastgesteld waarin studenten, opleiders en één zittende leraar een actieve rol hebben. Het begrippenapparaat van de Kennisbasis dient daarbij als middel om zittende en aankomende leraren basisonderwijs te professionaliseren. De manier waarop dat gebeurt, verschilt per locatie. Met die werkwijze snijdt het mes aan twee kanten: de schoolontwikkeling krijgt, gesteund vanuit de lerarenopleiding, een extra impuls en de stageschool wordt optimaal benut als leeromgeving.

Een van de projectscholen wilde het leesonderwijs in de onderbouw verbeteren en daarbij zoveel mogelijk rekening houden met de verschillen tussen kinderen (Pauw 2010). Een vierdejaars stagiaire van de KPZ en een van de onderbouwleerkrachten namen, onder begeleiding van de opleidingsdocent taaldidactiek, het voortouw en bereidden een studiemiddag voor over het domein 'beginnende geletterdheid'. Daarna zijn ze gezamenlijk aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een eigen observatiesysteem op basis van bestaande systemen en hebben ze gezocht naar nieuwe, speelse werkvormen. Een andere projectschool had een nieuwe taal- en spellingsmethode aangeschaft. De directie wilde, naast het implementeren van die methodes, de vakdidactische inzichten en vaardigheden van de teamleden actualiseren (Schaufeli 2010). Uit een nadere analyse bleek dat vooral de stelopdrachten in de taalmethode vakdidactisch gezien niet optimaal waren en dat het stelonderwijs zoals dat tot op dat moment werd uitgevoerd wel een kwaliteitsimpuls kon gebruiken. Nadat de opleider een workshop over stelonderwijs had verzorgd, zijn studenten aan de slag gegaan met het herontwerpen en uitvoeren van goede voorbeeldlessen en zijn hun mentoren in de stellessen meer aandacht gaan besteden aan de oriëntatie- en publicatiefase, stappen voorafgaand aan en volgend op het feitelijke schrijven.

114

4. Lerarenopleiding Basisonderwijs

3. Een kennisplatform als opbrengst

De ontwikkeltrajecten van de deelnemende scholen en de activiteiten van de individuele studenten worden in het project vastgelegd in documenten (lesvoorbereidingen, evaluaties, materialen...) en in video-opnames van de uitgevoerde taalactiviteiten. Met dat materiaal wordt gedurende de looptijd van het project het zogenaamde Kennisplatform naldi dactiek Primair Onderwijs ingericht. Het platform neemt de Kennisbasis Nederlandse taal als uitgangspunt en heeft als doel vakdidactische kennis in praktijkvoorbeelden zichtbaar te maken. Het eerste tussenresultaat is een website waarop de Kennisbasis Nederlands digitaal toegankelijk is gemaakt. Via links zijn de kenniselementen uit de Kennisbasis, de omschrijvingen en de verwante begrippen gemakkelijk te raadplegen. Bij de vormgeving van het platform is gebruikgemaakt van het ontwerp zoals dat in het project Leoned (Leoned 2009) tot stand is gekomen. Het Kennisplatform Taaldidactiek Primair Onderwijs is sinds kort toegankelijk via de site http://ww-w.leoned.nl onder de knop `Kennisplatform'.

Referenties

Landelijk Expertisecentrum Opleidingen Nederlands en Diversiteit (2009). Kennisplatform Twlontwikkelende Leraar. Utrecht/Nijmegen: Leoned.

Pauw, I. (2010). "Kennisbasis Nederlandse taal voor de pabo bruikbaar voor basisschool?" In: Taal Lezen Primair, jg. 2010, nr. 2, pagina's onbekend.

Schaufeli, A. (te verschijnen). "Het opleiden tot excellente taalleraren en het nut van de Kennisbasis Nederlands". In: Tij dschrífi-

Van der Leeuw, B. (2010). "Vijf uur taal per week is te weinig. Over professionele taalvaardigheid en de kennisbasis Nederlandse taal voor de pabo". In: Won, jg. 2010, nr. 3, pagina's onbekend.

Van der Leeuw, B., T Israel, I. Pauw & A. Schaufeli (2009). Kennisbasis Nederlandse taal voor de lerarenopleiding basisonderwijs. Den Haag: HBO-raad.

Noten

1 Overkoepelend bestuursorgaan voor alle hogere beroepsopleidingen met een adviserende functie naar het Nederlandse ministerie van onderwijs.

115

Labels

land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2010