Naar een taalkrachtigere lerarenopleiding

Mieke Lafleur & Johanna van der Borden  ·  25ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2011  ·  pagina 124 - 129

Download artikel

VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Ronde 2

Mieke Lafleur & Johanna van der Borden Hogeschool Utrecht / LEONED

Contact: mieke.lafleur@hu.nl

johanna.vanderborden@hu.nl

Naar een taalkrachtigere lerarenopleiding

  1. Aanleiding

In de kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren 2008-2011 (Krachtig Meesterschap) nodigde de staatssecretaris de lerarenopleidingen uit tot “het vastleggen van het eindniveau van de opleidingen, alsmede de ontwikkeling van de hiermee samenhangende toetsen”. In reactie hierop startte de HBO-raad in oktober 2008 het project Werken aan kwaliteit, waarin onder andere is voorzien in een beschrijving van de kennisbasis Nederlandse taal voor het tweedegraads gebied.

In juli 2009 is de kennisbasis Nederlands officieel vastgesteld (Neutelings 2009). Vanaf dat moment is de Hogeschool Utrecht gestart met de implementatie van die kennisbasis in de tweedegraads lerarenopleiding Nederlands. Behalve de eisen van de kennisbasis heeft ook het Referentiekader Taal en Rekenen (2009) als leidraad voor de curriculumherziening gediend. Dat Referentiekader is gebaseerd op het rapport Over de drempels met taal en rekenen (Expertgroep Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen 2008) en vraagt lerarenopleidingen te werken aan doorlopende leerlijnen taal en de mogelijkheden van taalontwikkeling bij alle vakken.

  1. De praktijk op school

Alle docenten hebben te maken met (taal)heterogene klassen. Enerzijds levert dat problemen op bij het overdragen van de (vak)lesstof, anderzijds biedt dat mogelijkheden om niet alleen aan vakdoelen, maar ook aan taaldoelen te werken tijdens de vaklessen. Vakdocenten zoeken naar manieren om aan taalontwikkeling van leerlingen te werken, maar missen vaak de expertise om dat op een adequate manier te doen en hebben het idee dat dat ten koste van de vakleerstof gaat. Binnen een school worden veel taalproblemen op het bord van de docent Nederlands gelegd. In het kader van werken aan taalbeleid krijgen en/of willen docenten Nederlands vaak de rol van taalexpert. Bovendien heeft werken aan taalontwikkeling meer effect als het zich niet alleen beperkt tot de lessen Nederlands, maar als het ook in de vaklessen gebeurt (Hajer 2009). Docenten Nederlands krijgen dan – eveneens in het kader van taalbeleid – de

124

5. Taalbeleid hoger onderwijs

rol van taalcoach: ze ondersteunen en begeleiden de collega’s van andere vakken in het geven van taalgericht vakonderwijs.

3. Onderzoek Van Taalexpert naar Taalcoach 3.1 Het onderzoek

Door de bovengenoemde ontwikkelingen verandert de rol van docenten Nederlands in het onderwijs. De lerarenopleiding Nederlands van Hogeschool Utrecht vindt dat studenten Nederlands hier tijdens hun opleiding op moeten worden voorbereid.

Er is van oudsher al veel aandacht besteed aan de rol die de vakdocent zou moeten spelen, maar relatief weinig aan die van de docent Nederlands, terwijl in de onderwijspraktijk heel vaak een beroep op hem/haar wordt gedaan. Dit gegeven en het feit dat de kennisbasis Nederlands de kennis van de docent Nederlands op het gebied van taalbeleid, taalgericht vakonderwijs en taalcoaching expliciet benoemt, vormt de input voor een onderzoek naar de rol van de docent Nederlands in taalgericht- en taalontwikkelend (vak)onderwijs dat wij sinds september 2010 vanuit LEONED uitvoeren bij de lerarenopleiding Nederlands van de Hogeschool Utrecht. Centraal in het onderzoek staat de vraag hoe studenten Nederlands competenties kunnen ontwikkelen die nodig zijn voor hun toekomstige rol als taalexpert en taalcoach. Daartoe hebben we eerst een literatuuronderzoek gedaan naar de noodzaak en het nut van taalontwikkelend (vak)onderwijs, naar de opvattingen over de rol en de taak van de docent Nederlands, naar de afbakening in rol en taken met docenten in andere vakken en naar de competenties die nodig zijn om als taalexpert en taalcoach te kunnen fungeren.

3.2 Noodzaak en nut

Uit diverse publicatie komt naar voren dat het – nog steeds – nodig is om expliciet aandacht te besteden aan de taalontwikkeling van leerlingen, zowel in het voortgezet onderwijs (Hajer 2009) als in het middelbaar beroepsonderwijs (Hoffman 2009; Onderwijsraad 2006; Bolle 2009). Op alle fronten wordt een verlaging van het niveau van taalvaardigheid geconstateerd, terwijl het belang van taal steeds meer onderkend wordt. Taal is cruciaal, zo luidt de titel van een Deltaplan dat de beleidsdirectie BVE geschreven heeft en in het voorjaar van 2009 aan de staatssecretaris van OCW gepresenteerd heeft. Taal is immers cruciaal om te kunnen functioneren in de samenleving en als toegangsticket voor succes in studie en beroep.

Taalontwikkelend onderwijs wordt steeds vaker gekoppeld aan didactiek. Sinds enkele jaren wordt op verschillende instellingen en scholen in Nederland gezocht naar manieren om taalontwikkeling en vakonderwijs te integreren in activerend onderwijs. Sleutelbegrippen van die taalgerichte didactiek zijn ‘contextrijk vakonderwijs’, ‘interactie’ en ‘taalsteun’ (Hajer 2009).

5

125

VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

3.3 Rol en taken

We hebben ook docenten en studenten Nederlands gevraagd naar hun visie op de rol en taken van de docent Nederlands en naar de afbakening van hun rol en taken ten opzichte van docenten van andere vakken. Wat opviel, was dat zowel uit het literatuuronderzoek als uit de enquêtes naar voren kwam dat veel (aankomende) docenten Nederlands – net zoals docenten van andere vakken – schrik hebben dat ‘hun vak’ eronder lijdt als ze te veel aandacht moeten besteden aan taalontwikkeling in het algemeen. Ze zijn bang dat er dan onvoldoende tijd is voor zaken zoals spelling en grammatica. Ze gaan hierbij uit van een smalle definitie van het vak Nederlands en niet van de brede rol die taal speelt in opleiding, maatschappij en beroep. Wel vinden ze dat docenten van andere vakken ook op taal moeten letten. Het gaat dan eerder om aandacht voor correct taalgebruik dan voor taalontwikkeling in het algemeen.

3.4 Competenties

In diverse publicaties is een poging gedaan om de competenties van een taalcoach in kaart te brengen. Daarbij valt op dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen ‘taalexpert’ en ‘taalcoach’: steeds weer is sprake van een taalcoach, maar in de beschrijvingen wordt vervolgens wel regelmatig een onderscheid gemaakt in de expertise op het gebied van taal en in het coachen van teams en vakdocenten. Het is bovendien geen vaststaand gegeven dat de taalcoach de docent Nederlands is. Soms is hij taaldocent, soms een docent met affiniteit voor taal, soms de docent Nederlands. Wij focussen ons echter op de docent Nederlands, omdat uitkomsten van het onderzoek gericht zijn op invulling van het curriculum van de opleiding Nederlands. Dat betekent overigens niet dat alleen de docent Nederlands een rol en verantwoordelijkheden heeft voor de taalontwikkeling van zijn leerlingen.

Competenties die voor de rol van taalexpert genoemd worden zijn met name ‘deskundigheid op het gebied van taal’, ‘(tweede)taalverwerving’, ‘taalontwikkeling en taaldidactiek’, ‘visie op taal en taalleren’, ‘vaardigheden in het ontwikkelen van een taalleer- lijn en van taalontwikkelend lesmateriaal’ en ‘het beschrijven van taaltaken bij andere vakgebieden’.

De competenties van de taalcoach liggen vooral op het terrein van de competentie ‘samenwerken met collega’s’ uit de Wet BIO (2006): kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van draagvlak creëren, overtuigen, begeleiden, ondersteunen en strategisch handelen. Daarnaast worden opvallend vaak ‘geduld’, ‘doorzettingsvermogen’, ‘creativiteit’ en ‘enthousiasme’ genoemd.

126

5. Taalbeleid hoger onderwijs

  1. Curriculumontwikkeling

Op grond van de bovenstaande onderzoeksgegevens en met de kennisbasis als uitgangspunt is aan de Hogeschool Utrecht de cursus Van Taalexpert naar Taalcoach ontwikkeld en aan het curriculum Nederlands 2010-2011 toegevoegd. De theoretische grondslag van de cursus vormen de uitgangspunten die in Drieslag Taal (Bolle 2009) en in Open ogen in de kleurrijke klas (Hajer 2007) geformuleerd zijn. Op basis daarvan versterken studenten allereerst hun rol als taalexpert: ze ontwerpen een les poëzie volgens de principe van taalontwikkelend vakonderwijs en taalgerichte didactiek en ze analyseren lesmaterialen van andere vakken op mogelijke taaldrempels en -problemen. Daarnaast zetten ze de eerste stappen als taalcoach door coachingsgesprekken te observeren op de site van het Platform Taalgericht vakonderwijs en van LEONED. Ook schrijven studenten een artikel naar aanleiding van een interview met een expert op het vlak van taalcoaching. Ten slotte observeert elke student twee keer een student van een ander vak tijdens de les en voert hij na afloop een coachingsgesprek met hem. In de cursus scherpen studenten Nederlands zo hun expertise van taalverwerving, taalontwikkeling en taalgerichte didactiek aan en zetten deze vervolgens in om studenten van andere vakken hierin te coachen.

  1. Evaluatie

Voorafgaand aan en na afloop van de cursus hebben we de studenten vragenlijsten voorgelegd om hun visie, hun houding en hun eigen beeld van hun competenties in kaart te brengen. Na afloop van de cursus hebben wij bovendien met alle studenten een interview gehad om de opbrengst te evalueren. Op basis daarvan wordt de cursus bijgesteld.

Het was opvallend dat studenten zich bij aanvang van de cursus nog niet echt een expert op het gebied van taal voelden. Zij gaven aan dat ze nog steeds moeite hadden om manieren te vinden om leerlingen correct Nederlands te leren. Ook zij gingen hierbij uit van een smal beeld van het vak Nederlands. Gedurende de cursus is dat beeld bijgesteld en zag het merendeel van de studenten ook wel een bredere rol voor taal. Op grond van hun leeftijd en gebrek aan ervaring hadden ze moeite met hun coachende rol. Zeker bij het eerste coachingsgesprek was dit duidelijk zichtbaar. Toen bleek ook dat ze nog niet voldoende over het repertoire beschikten om de student van het andere vak duidelijk te maken hoe hij aan taalontwikkeling kon werken. Bovendien bleken de studenten van de andere vakken in eerste instantie te denken dat het bij de observatie ging om correctheid van hun eigen taalgebruik. Naar aanleiding van het eerste gesprek hebben studenten van de andere vakken eigen leervragen geformuleerd op het gebied van taalontwikkelend vakonderwijs. Dat leverde in de tweede ronde soms coachingsgesprekken op die al veel meer gericht waren op mogelijkheden voor

5

127

VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

taalontwikkeling en taalgerichte didactiek.

Tijdens de presentatie op de HSN-conferentie zullen we nader ingaan op de evaluatie van de cursus.

  1. Toekomst

Op grond van onze bevindingen zullen aanpassingen worden doorgevoerd in de cursus. Er zal in elk geval meer geoefend worden met het repertoire dat de taalcoach ter beschikking moet hebben om het doel van het coachingsgesprek duidelijk te kunnen maken en om taalgerichte feedback te kunnen geven. Daarnaast zal ook in andere cursussen explicieter gewerkt worden aan de expertrol van de student Nederlands.

Ten slotte gaan we op zoek naar mogelijkheden om studenten van alle lerarenopleiding van de Hogeschool Utrecht te betrekken bij taalontwikkelend onderwijs, zodat de studenten van meerdere vakken samen kunnen werken aan de ontwikkeling van een taalkrachtigere lerarenopleiding.

  1. Presentatie

In onze presentatie op de HSN-conferentie van 2011 doen we verslag van onze onderzoekresultaten, maken wij zichtbaar hoe we die resultaten verbinden met de kennisbasis en laten we de opbrengsten van de cursus Van Taalexpert naar Taalcoach zien. We gebruiken hierbij o.a. voorbeelden van opnames. Ook willen we een beeld geven van het vervolg op ons onderzoek. Ten slotte willen we met de aanwezigen inventariseren en uitwisselen welke mogelijkheden zij binnen de eigen opleiding hebben of zien om te werken aan taalontwikkeling bij alle vakken.

Referenties

Bolle, T. (2009). Drieslag Taal. Praktijkboek Taalbeleid Nederlands in het MBO. Amsterdam: ITTA.

Expertgroep Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (2008). Over de drempels met taal en rekenen. Enschede: SLO.

Hajer, M. & T. Meestringa (2009). Handboek Taalgericht vakonderwijs. Bussum: Coutinho.

Hajer. M. e.a. ( 2007). Open ogen in de kleurrijke klas. Perspectieven voor de onderwijs- praktijk. Bussum: Coutinho.

Hoffman, I. ( 2009). ‘De taalcoach als duizendpoot – taalcoaching in competentiegericht onderwijs. Onderzoeksverslag’. In: Onder de Loep 16. Opbrengsten uit het lec-

128

5. Taalbeleid hoger onderwijs

toraat Lesgeven in de multiculturele school. Utrecht: Hogeschool Utrecht.

Lafleur, M. & J. van der Borden (2009). ‘Kennisbasis Nederlands voor het tweedegraads gebied. Gebruiksmogelijkheden binnen de lerarenopleiding Nederlands’. In: S. Vanhooren & A. Mottart (red.). Drieëntwintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 168-175.

Neutelings, T. e.a. (2009). Kennisbasis Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, voor de lerarenopleiding voortgezet onderwijs. Delft.

(online raadpleegbaar op www.hbo-raad.nl/hbo-raad/publicaties/doc—view/1066- kennisbasis-nederlands-engels-duits-frans-spaans-voor-de-lerarenopleiding-voortgezet-onderwijs?tmpl=component&format=raw) .

Meijerink, H. e.a. (2009). Referentiekader Taal en Rekenen. Enschede.

(online raadpleegbaar op http://taalunieversum.org/onderwijs/spelling/downloads/referentiekader—taal—en—rekenen—referentieniveaus.pdf) .

Onderwijsraad (2006). Versteviging van kennis in het onderwijs. Verkenning. Den Haag: Onderwijsraad.

Van de Weerd, C. ( 2009). De Utrechtse Meesterdocent VMBO. Goed toegeruste enthousiaste professionals. Utrecht: Hogeschool Utrecht.

Van Hoyweghen, D. (red.) (2010). Naar taalkrachtige lerarenopleidingen. Bouwstenen voor taalbeleid. Mechelen: Plantyn.

Ronde 3

Lieve De Wachter & Jordi Heeren

ILT – K. U. Leuven

Contact: lieve.dewachter@ilt.kuleuven.be jordi.heeren@ilt.kuleuven.be

Talige begeleiding van eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs: eerst de kosten, dan de baten!

1. Inleiding: een taalvaardigheidstest als ijkpunt

Tijdens het academiejaar 2010-2011 legden 1200 eerstejaarsstudenten van de faculteiten Exacte Wetenschappen, Sociale Wetenschappen, Economie en Bedrijfswetenschappen en Letteren (enkel de richting Geschiedenis) aan de K.U. Leuven in hun eerste week aan de universiteit een test academische taalvaardigheid af.

5

129

Labels

domein
taalbeleid
land
Nederland
onderwijstype
lerarenopleiding

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

25ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2011