Jordi Casteleyn · 25ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2011 · pagina 256 - 259
VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 4
Jordi Casteleyn
Universiteit Gent / Arteveldehogeschool Gent Contact: jordi.casteleyn@ugent.be
Prezi of PowerPoint? Of gebruik je liever niets?
-
Een cursus presentatietechnieken in het schoolvak Nederlands
In Vlaanderen beklemtoont het Ministerie van Onderwijs en Vorming sinds enkele jaren het belang van onderzoekscompetenties. De leerlingen moeten zich kunnen oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken. Ook moeten ze een onderzoeksopdracht kunnen voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Uiteindelijk wordt van hen verwacht dat ze de onderzoeksresultaten en conclusies kunnen rapporteren en die kunnen confronteren met andere standpunten. Die rapportage mondt altijd uit in een schriftelijk werkstuk, maar daarnaast moeten de leerlingen die onderzoeksresultaten ook vaak mondeling presenteren. Veel scholen vragen aan de leerkracht Nederlands om de leerlingen voor te bereiden op dat wetenschappelijk communiceren. Voor veel taallesgevers is het bijna vanzelfsprekend aan welke richtlijnen een goed schriftelijk verslag beantwoordt, maar toch bestaat er vrij veel onduidelijkheid over hoe een goede mondelinge presentatie eruit ziet. Nieuwe media hebben namelijk veel nieuwe mogelijkheden voor presentaties gecreëerd. De introductie van computers en beamers in het gemiddelde leslokaal heeft de klassieke schoolse voordracht in de richting geduwd van een presentatie met dia’s die levensgroot achter de spreker geprojecteerd worden. Maar is die software (bijvoorbeeld PowerPoint) werkelijk zo nodig om een presentatie te doen slagen? En als presentatie- software een meerwaarde biedt, hoe kan je de leerlingen er dan op voorbereiden? En moeten de leerkracht Nederlands dan niet het goede voorbeeld tonen en PowerPoint in de lessen verwerken?
-
PowerPoint: de populairste software bij presentaties 2.1. ‘Deathby PowerPoint’?
Voor veel lesgevers staat presentatiesoftware gelijk met PowerPoint en staat PowerPoint gelijk met negatieve resultaten. Toch moeten hierbij enkele bedenkingen gemaakt worden. Ten eerste zijn er vrij veel alternatieven op de markt waarmee je dezelfde resultaten als met PowerPoint kunt bereiken, bijvoorbeeld Keynote, OpenOffice Impress en Prezi. Ten tweede moeten de kwalijke gevolgen van PowerPoint genuanceerd worden.
256
8. Nieuwe media
Er zijn inderdaad talrijke voorbeelden op te sommen waarbij PowerPoint de presentatie in een vervelend verkoopspraatje veranderde: overvolle dia’s, storende animaties en sprekers die alles van op de dia aflezen. Toch kan de schuld hiervan ook bij de spreker gelegd worden. Niemand dwingt je namelijk om zulke slechte presentaties af te leveren. Bovendien toont onderzoek aan dat leerlingen PowerPoint in een les meestal appreciëren. Ze vinden dat de software de helderheid en organisatie van een les verhoogt en men zou ook meer gemotiveerd zijn om naar een dergelijke les te komen. Maar er is wel een verschil tussen motivatie en gedrag, want PowerPoint blijkt geen impact op de uiteindelijke schoolse resultaten te hebben. Ook worden video en inter- net in een les momenteel al hoger dan PowerPoint gewaardeerd. Bovendien verwachten de leerlingen dat de PowerPointpresentatie goed gemaakt is, maar wat betekent “een goed gemaakte PowerPointpresentatie”?
2.2. De richtlijnen voor goed PowerPoint -gebruik
Wie de effectiviteit van nieuwe media in presentaties bespreekt, verwijst meestal naar The Cognitive Theory of Multimedia Learning (CTML) (Mayer 2009). Informatie zou via twee aparte kanalen verwerkt worden (auditief en visueel), maar die kanalen hebben een beperkte capaciteit. Om die begrenzingen te omzeilen bied je informatie best aan volgens onderstaande principes:
Â
CTML kan in elke situatie ingezet worden waar meerdere ‘media’ (bijvoorbeeld: beeld en tekst) voorkomen. Als je de bovengenoemde principes toepast, stijgt dus de doeltreffendheid van PowerPointdia’s, maar ook hand-outs en omgevingen voor e-learning kunnen van die richtlijnen profiteren. Aangezien CTML zich op talrijke onderzoeksresultaten baseert, is er eindelijk een wetenschappelijke basis om feedback te geven op de presentaties van de leerlingen en om je eigen PowerPointpresentaties te verbeteren. 3. Prezi: de nieuwe leerling op de speelplaats 3.1 Het verschil tussen PowerPoint en Prezi Hoewel er geregeld kritiek op PowerPoint verscheen, dook er nooit software op die een duidelijk alternatief bood. In april 2009 verscheen er echter Prezi (N.N. 2011). Het |
|
8 | |
257
VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
werkt met een oneindig groot canvas in plaats van dia’s die slechts over een beperkte ruimte beschikken. Ook kan je in- en uitzoomen op delen van dat canvas en die onderdelen in frames groeperen. Kortom: je zou een Prezipresentatie kunnen vergelijken met een camera die continu naar andere stukjes van een landschap kijkt. Met wat knip- en plakwerk kan je een gelijkaardig resultaat via PowerPoint bereiken, maar Prezi kan nog een troefkaart op tafel gooien: het zou namelijk het gebruik van graphic organizers stimuleren. Graphic organizers zijn combinaties van woorden met niet-talige elementen (symbolen, pijlen, lijnen, kleuren...). De bekendste voorbeelden hiervan zijn mindmaps en concept mapping. Onderwijskundig onderzoek heeft aangetoond dat dat een uitstekende manier is om informatie te verwerken. Ook passen graphic organizers perfect bij de principes van CTML. Daarenboven heeft Prezi ‘flash’ als basis, waardoor de overgangen in de presentatie er indrukwekkend uitzien.
3.2. De impact van Prezi
Recent onderzoek bestudeerde de impact die Prezi op een presentatie heeft (Casteleyn e.a. 2011). 155 studenten uit de 2e bachelor ‘Pedagogische Wetenschappen’ werden in 2 groepen verdeeld: de ene groep kreeg een PowerPointpresentatie volgens CTMLprincipes voorgeschoteld; de andere groep kreeg een presentatie die ‘graphic organizers’ ten volle benutte. In de kennistesten achteraf haalden Prezi en PowerPoint dezelfde score, wat betekent dat men evenveel informatie uit de twee verschillende presentaties haalde. De deelnemers aan het onderzoek waren wel verbaal sterke studenten en graphic organizers zouden dan een beperkte invloed hebben. Ook vond men het even gemakkelijk (of moeilijk) om de presentatie te volgen en was er geen verschil in motivatie nadat men de presentatie gezien had. Wel bleek dat de deelnemers de presentatie via Prezi duidelijk meer appreciëren. Waarschijnlijk kan dat aan het novelty effect onder studenten gelinkt worden, waarbij het allernieuwste medium steeds de grootste voorkeur krijgt.
4. Conclusie: Waar moet de taalleerkracht op letten?
De impact van presentatiesoftware op de lessen is niet zo eenduidig. Leerlingen met een sterk ruimtelijk inzicht en weinig voorkennis van de leerstof zullen de positieve invloed ervaren, maar sterk talige studenten voelen dat minder. Uiteindelijk zullen de lessen met nieuwe media wel beter gewaardeerd worden en op lange termijn kan dat zelfs een positief effect hebben op de motivatie (en resultaten) van de leerlingen.
In elk geval kan men beter altijd de principes van CTML toepassen tijdens de lessen. Ook moet men erop letten dat presentaties door leerlingen die principes navolgen. Dat betekent dus dat het vak Nederlands, naast aan teksten, ook aandacht aan het gebruik van beelden zal moeten besteden. Voorlopig zijn er nog geen indicaties dat
258
8. Nieuwe media
Prezi betere resultaten levert dan PowerPoint, maar waarschijnlijk zal Prezi tijdelijk een grotere waardering oogsten. Bovendien zijn er sterke aanwijzingen dat taalzwakkere studenten van dat nieuwe medium zouden kunnen profiteren.
Referenties
Casteleyn, J., A. Mottart & M. Valcke (201 1). “PowerPoint vs. Prezi – The Impact Of Graphic Organizers on Learning From Presentations”. Submitted.
Mayer, R. E. (2009). Multimedia learning. New York: Cambridge University Press.
N.N. (2011). Prezi.
(online raadpleegbaar op www.prezi.com/about).
8
259