Erwin Taets · 26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2012 · pagina 343 - 345
12. Zorgleedingen
Ronde 4
Erwin Taets
KATHO Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen Contact: etaets@telenet.be
De iKlas: een iPad of e-reader in de klas
In 2011 sloten 10% van alle Nederlandse onafhankelijke boekhandels de deuren. Uitgevers rapporteerden een aanzienlijke terugloop in de verkoop en riepen op om het aantal titels dat jaarlijks op de markt wordt gebracht in Vlaanderen en Nederland — momenteel zo'n 20 000 per jaar (ruim 50 per dag) — drastisch terug te brengen. Ook bibliotheken kampen met een gelijkaardig probleem: in Nederland daalde volgens Leesmonitor het aantal ontleende boeken tussen 2004 en 2010 in openbare bibliotheken met 27%. Op een enkele uitzondering na, zagen kranten en tijdschriften hun oplages dalen en van de twaalf grote Vlaamse uitgeverijen sloten er slechts twee (Lannoo en Van Halewijck) het boekjaar 2011 af met winst. In het geval van Lannoo was die nog maar de helft van het jaar daarvoor. In 2011 zagen Vlaamse uitgeverijen hun omzet gemiddeld met 7,9% slinken; Nederlandse uitgeverijen gingen zelfs 9,7% achteruit.
Â
Het gaat niet goed met het boek. En daar zijn veel redenen voor. Een hele belangrijke is ongetwijfeld dat een aantrekkelijke eigenschap van het boek, die eeuwenlang het succes ervan heeft gegarandeerd, sinds een aantal jaren niet langer het alleenrecht is van het boek: mobiliteit. Sinds de boekdrukkunst is geen enkel ander medium er ooit in geslaagd zo mobiel, zo draagbaar, zo meeneembaar te zijn als het boek. Voor theaterstukken had je een podium met acteurs nodig, voor films een bioscoop, voor tv- series een televisie met dvd- of Blu-ray-speler en voor computerprogramma's en games een pc met muis, toetsenbord en scherm. Al een aantal jaar is dat niet langer het geval. En was het niet vanzelfsprekend dat kinderen pakweg vijf jaar geleden in de auto op weg naar een verre bestemming film keken of hun favoriete tv-programma zagen, dan is dat nu ineens, dankzij tablets en andere draagbare mediaspelers, wél het geval. Moest de kinderkamer vroeger nog worden uitgerust met een tv en een kabelverbinding opdat zoon of dochter zelf naar films of tv-programma's kon kijken, dan kan dat nu al op de goedkoopste iPod met kleurenschermpje. Het boek, dat eeuwenlang bij uitstek hét draagbare kennis- en ontspanningsmedium was, heeft in nog geen vijf jaar tijd die positie moeten afstaan aan tal van goedkope toestellen waarop je óók kunt lezen, web- sites bezoeken en je mails beantwoorden. En in een handomdraai bekijk je er miljoenen filmpjes mee via YouTube en download je er hele films en tv-programma's mee. |
|
12 |
343
ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Je kunt het natuurlijk ook anders bekijken. In een mum van tijd is een hele generatie jongeren zich aan het voorzien van krachtige, draagbare toestellen die ze altijd en overal bij zich hebben en waarmee ze toegang hebben tot bibliotheken van kennis waar koning Ptolemeus II met zijn bibliotheek van Alexandrië alleen maar van kon dromen. De technologie van de allereerste iPhone moest niet onderdoen voor de computerkracht van de Apollo 11 die in juli 1969 Neil Armstrong en Buzz Aldrin op de maan zette. En toch verbiedt het schoolreglement van menig Vlaamse en Nederlandse middelbare school nog altijd het gebruik van een mobiele telefoon tijdens de lessen en vaak zelfs ook tussen de lessen of tijdens de pauzes, in tijden dat andere scholen hun leerlingen massaal gebruik doen maken van iPads en andere tablets in plaats van papier.
De alom aanwezige iToestellen zullen de komende jaren niet alleen voor een enorme paradigmaverschuiving zorgen op het gebied van lezen en wat betreft de toekomst van het boek, ze zullen onderwijs transformeren zoals nog maar zelden het onderwijs veranderingen heeft gekend. Daar zijn tal van redenen voor, waarvan de belangrijkste is: de nieuwe technologie wordt omarmd door de jongeren die voor ons in onze klassen, auditoria en aula's zitten. En ondanks een grote digitale kloof, wijst recent onderzoek uit dat de acceptatie en het gebruik van deze toestellen door jongeren groter en wezenlijker lijkt te zijn dan over het algemeen intuïtief door lesgevers wordt aangenomen en dat de verspreiding ervan, juist door een aantal inherente kenmerken die niets met school te maken hebben, minder wordt gehinderd door sociale klassenverschillen dan bij eerdere vormen van technologie het geval was. Tegelijk kunnen scholen, gemakkelijker en toegankelijker dan ooit, een belangrijke rol spelen in het dichten van die kloof, door de digitale wereld in het klaslokaal van glas en beton binnen te laten. Dat kan uiteraard alleen als alle partijen — leerlingen, studenten, ouders én hun lesgevers — het nut ervan inzien en bereid zijn de ongekende nieuwe mogelijkheden aan te boren en ze een plaats te geven in hun lessen, niet als gadget of nieuwerwetse marketingtool voor de schoolgemeenschap, maar als een instrument dat deel uitmaakt van de leefwereld van de leerlingen en de studenten en onvermoede en onverwachte kansen biedt tot leren, het opdoen van vaardigheden, ervaringen en zelfs kennis. En net zoals we van onze leerlingen kennis van, vaardigheden in en een positieve attitude voor ons vakgebied mogen verwachten, mogen onze leerlingen van ons, hun lesgevers, coaches, tutors, docenten, ook een kennis van, vaardigheden in en een positieve attitude voor de technologische mogelijkheden van hun generatie verwachten. Het begint met het weghalen van alle verbodsbordjes voor mobieltjes uit de school. Hoe het daarna kan verdergaan, krijgt u te zien en te horen in deze sessie.
En dat de noodklokken luiden voor het boek en de uitgevers hoeft ons geen zorgen te baren. De nieuwe technologie stelt ons in staat om zelf uitgevers te worden en prachtige, interactieve e-boeken samen te stellen. Honderdduizenden gratis apps maken het nu al mogelijk om op een tablet of smartphone dingen te doen die vroeger alleen maar konden in overbevolkte computerklassen of met dure software met jaarlijks te hernieu-
344
12. Zorgleedingen
wen licenties. En als de antwoorden op de vragen op onze examens sneller op Google gevonden kunnen worden dan de tijd die nodig is om ze uit het hoofd te leren, dan moeten we onszelf ook de vraag durven stellen of we leerlingen niet beter in de eerste plaats heel erg goed met Google moeten leren werken. En dus: of we zelf in de eerste plaats niet heel erg goed met Google zouden moeten kunnen werken. Want net zoals de iToestellen in een mum van tijd de wereld van boeken en uitgevers hebben veranderd, zullen ze nu — op hun beurt — onze wereld — die van het bord, de rode balpen, de boekenpakketten en de geruite cursusblokken — veranderen. En dus is het niet ondenkbaar dat wij wellicht ook — een beetje en stapje voor stapje — mee zullen moeten veranderen.
Erwin Taets (iLuisteren, iKijken, Onderwijs en sociale media, Schooldocumenten voor leerlingen met dyslexie, WikiWiki — onderzoeksvaardigheden in de praktijk, De toekomst van lezen, Visuele geletterdheid) is docent en onderzoeker aan KATHO Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, werkt met iPads in zijn lessen en vertelt in deze sessie over de tablets als e-reader en hoe zulke toestellen individueel ingezet kunnen worden om leerlingen en studenten met leer- en functiebeperkingen te helpen. Tegelijk demonstreert hij een aantal nuttige apps en toepassingen die hij en zijn collega's van KATHO Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen actief gebruiken.
Bent u in het bezit van een iPad, iPhone of iPod, dan kunt u interactief deelnemen aan de sessie door de gratis app Nearpod in de App Store te downloaden en te installeren op uw device. Registeren is niet nodig.
Ronde 5
Pieter Van Biervliet
KATHO-RENO, Torhout
Contact: pietervanbiervliet@katho.be
Wat nu met de LEESKIST?
Â
1. Inleiding Sinds meer dan 15 jaar is de Leeskistin Vlaanderen een van de meest succesvolle instrumenten om leesproblemen te onderzoeken en te remediëren. De vraag stelt zich: 'Hoe moet het nu verder met de Leeskist?' Vooraleer op die vraag te antwoorden, staan we eerst stil bij de (ontstaans-)geschiedenis van het instrument. |
|
12 |
345