Hans Bennis · 26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2012 · pagina 216 - 219
ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Slings, H. (2000). Toekomst voor de Middeleeuwen. Diss. UL. Amsterdam: Prometheus.
Slings, H. (2007). "Het waarom en hoe van historisch literatuuronderwijs". In: H. Goosen (red.). Forum of arena: opvattingen over literatuuronderwijs. Een stand van zaken in 2007. VON-cahier 1. (online raadpleegbaar op: wwwvoncahier.nl/voncahier-1).
Witte, T. (2008). Het oog van de meester. Diss. RUG. Delft: Eburon.
Noten
1 vwo = voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; vwo 5 = het vijfde leerjaar van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.
2 havo = hoger algemeen voortgezet onderwijs.
3 De reden dat de literair-historische component op de niveaus 1, 2 en 3 ontbreekt, is dat toen Witte tussen 2001 en 2005 docentcognities verzamelde, literatuurgeschiedenis niet verplicht was in het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en docenten aannamen dat voor het begrijpen van oude teksten niveau 3 vereist was.
Ronde 4
Hans Bennis
Meertens Instituut (KNAW Amsterdam) Contact: hans.bennis@meertens.knaw.n1
Het Korterlands
Onze taal kan op veel manieren gebruikt worden. Eén van de mogelijkheden is de inkorting. Die vinden we in allerlei vormen. Als de voormalige Nederlandse minister- president Balkenende, beroemd om zijn snelle taal, zei `nasjonale vranwoordekeden' wist iedereen waar hij het over had en werd niemand ongerust over de achteruitgang van het Nederlands. Maar zo gaat het niet altijd. Als jongeren via hun smartphone schrijven 'ff w88' maken veel mensen zich zorgen over de teruglopende kwaliteit van onze taal bij jonge Nederlanders. Maar moeten we ons ongerust maken? En vooral voor deze bijeenkomst, moet de inkorting uit het onderwijs worden verbannen?
In deze bijdrage zal ik nader ingaan op kortere vormen van geschreven taal. In het algemeen kunnen we stellen dat korter Nederlands gemotiveerd wordt door economische
216
8. Taal- en letterkunde
motieven. Die zijn er van een aantal soorten. Besparing van tijd, ruimte en geld zijn de voornaamste. In de middeleeuwen was perkament schaars en duur en dus was het voordelig om bij het overschrijven van manuscripten teksten af te korten. Het is nog steeds een heel zoekwerk om de geschreven teksten uit die tijd te decoderen, want men maakte veel gebruik van verschillende en niet-gestandaardiseerde afkortingen. De `sms-taal' van de middeleeuwse monnik wordt nu bestudeerd in het keurige vakgebied van de paleografie. In onze tijd kennen sms-pagina's en tweets een beperkt aantal aanslagen, waardoor het gebruik van inkortingen vaak noodzakelijk is. Ook tussen die uitersten van onze schrijfcultuur wordt er volop Korterlands geproduceerd. Bijna uitgestorven zijn het telegram (ruimte / geld):
goed aangekomen in Tromso - zonnig maar koud - noorderlicht gezien - morgen eerste dag van de conferentie
en de marconist (aantal aanslagen / tijd):
tks om ere nw nil bv cu 73
`thanks old-man here now nothing bon-voyage see-you best regards'
Springlevend daarentegen zijn krantenkoppen (ruimte) en advertentieteksten (ruimte / geld).
Oslo duurste stad ter wereld
Ardennen: groen en voordelig `Een raar verhaal, ik trap er niet in
aantr.m. 50+, 020 zkt bl vr
Tersch.comflung.uitzicht op duinen vrij sept.aantr. korting
Op de Olympische spelen treffen NED en GER elkaar, terwijl hun auto's de letterborden NL en D voeren en ze op hun paspoort NLD en DEU hebben staan. Waarom kunnen we Amsterdam afkorten tot A'dam, maar het Rijksmuseum niet tot R'museum. Waarom kun je wel door 'de Bilderdijk' lopen, maar niet door 'de Kalver'? Waarom heet het Centraal Station ook wel let Centraal', maar het Station Zuid niet let Zuid'? Ogenschijnlijk chaos en onoverzichtelijkheid alom in het Korterlands. Maar niet alleen van slordige kinderen die met hun telefoon spelen, maar ook van ambtenaren, krantenmakers, reclametypes en advertentieschrijvers, en ook u en ik maken er meer gebruik van dan u denkt.
Zelfs onze officiële spelling heeft te maken met het Korterlands. Om nogal onduidelijke redenen willen we niet twee dezelfde letters schrijven aan het eind van een woord. Duitsers (Gott, Sinn) en Engelsen (jazz, bill) hebben daar geen enkel probleem mee.
217
ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Wij schrijven 'hij wordt' maar niet 'hij korft af'. In het eerste geval schrijven we een `t' na een 'd', alleen maar omdat je ook een 't' aan de stam toevoegt in 'hij loopt'. In `hij loopt' is die 't' logisch, want je kunt hem horen, maar in 'hij wordt' is de 't', wat klank betreft, overbodig. Toch schrijven we hem vanwege analogie. Als de stam uitgaat op een `-t' dan zou het volgens dezelfde logica 'hij zen' moeten zijn, maar dan komt de Korterlandse letterdief die niet houdt van een dubbele letter aan het eind van een woord. Hezelfde zien we natuurlijk ook bij `zo' i.p.v. 'zoo', bij 'zij is ontmaagd' in plaats van 'ontmaagdd' en bij `na' en 'nu' in plaats van `naa' en 'nuu'. Maar erg consequent zijn we niet, want bij de 'e' mag het wel. We schrijven 'twee' en niet 't-we'.
Naast 'Brabo' en 'Limbo' zeggen en schrijven sommigen ook 'aso', 'dombo', 'bobo', `klojo', lullo', 'arm' en ook 'homo', 'lesbo', 'macho' en 'pedo'. Niet zo heel vreemd, want u en ik zeggen ook 'demo', 'porno', Tysio', 'video' en 'foto'.
Wat is eigenlijk beter: 'mede' of 'mee', 'moede' of 'moe', 'kade' of la', 'weide' of 'wen En kijk eens naar de apostrof in de volgende psalm:
Aardse machten, looft den Heer'! Geeft den Heere sterkt' en eer. Dat de lof van 's Hoogsten Naam, Aller groten roem beschaam.
Vorsten, 't voegt u, Hem, in 't midden; Van Zijn heiligdom t' aanbidden,
`t Voegt u, met de Godgetrouwen,
`s Heeren heerlijkheid t' ontvouwen.
De hierboven gegeven voorbeelden vormen slechts een klein deel van het enorme repertoire van het Korterlands. In deze lezing wil ik u laten zien dat het hier niet gaat om slordigheid en willekeur. Bij al deze verschijnselen, of het nu gaat om middeleeuwse monniken of hedendaagse leerlingen, zien we het taalsysteem in werking. Heel vaak volgens een buitengewoon subtiele regelmaat die gebaseerd is op een goede kennis van onze taal.
Het mooie van de meeste van deze gevallen van het Korterlands is dat ze zich onttrekken aan de normatieve regels van de taal. Onze schrijftaal heeft normen, de officiële spelling, die vastgelegd is in het Groene Boekje, en die iedere schrijver van het Nederlands geacht wordt te kennen. Die normen zijn alleen interessant als we proberen te doorgronden hoe het systeem werkt, zoals bij de letterdief hierboven, maar meestal is er weinig opwindends aan. Dat we 'lopen schrijven en niet loopen en `stopen' en niet 'stopen is raar en onlogisch, maar je kunt het uit je hoofd leren en dan stoort het niet. Ongeveer net zo interessant als dat een tafel 'tafel' heet en niet 'stoel'.
218
8. Taal- en letterkunde
Veel interessanter wordt het als mensen, net als in de gesproken taal, de normen naar hun eigen hand gaan zetten. Dan is de taal niet langer van de ministers van Vlaanderen en Nederland, en van de leraren Nederlands, maar van ons allemaal. De vraag die mij bezighoudt, is wat er gebeurt als mensen zich bevrijden van het keurslijf van de regels van de geschreven taal. Het lijkt erop dat er dan een natuurlijke systematiek ontstaat die veel gemeen heeft met de systematiek van de gesproken taal. Ik zal een aantal gevallen van het Korterlands in mijn lezing verder uitwerken en u laten zien wat de achterliggende structuur is van die vormen en wat de sociale context is waarin die verschijnselen zich hebben kunnen ontwikkelen.
Ik zal beargumenteren dat het Korterlands een buitengewoon boeiend verschijnsel is dat naast het Nederlands aparte bestudering verdienen. En niet alleen door wereldvreemde geleerden in ivoren torens, maar vooral ook door de mensen die het zelf gebruiken, onder andere via het onderwijs in de moedertaal. Onderwijs in het Korterlands zou de geschreven taal enigszins bevrijden van het normatieve karakter en het rode potlood. Het dictee hoeft niet te worden afgeschaft, maar een aanvulling met kennis over de fascinerende eigenschappen van onze schrijftaal zou de kwaliteit van het onderwijs in het Nederlands ten goede kunnen komen.
Ronde 5
Peter Debrabandere
Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Neerlandia/Nederlands van Nu
Contact: peter.debrabandere@khbo.be
Belgisch-Nederlands en de taalnorm in woordenboeken en taaladviseringl
1. Historisch overzicht
In het begin van de 20e eeuw beschrijven verklarende woordenboeken van het Nederlands bijna alleen maar het Nederlands zoals het in Nederland bestaat.
1.1 Van Dale
In Van Dak Groot woordenboek der Nederlandse taal wordt het Belgisch-Nederlands aanvankelijk als Zuid-Nederlands gelabeld. Geleidelijk aan labelt Van Dale het Belgisch-Nederlands nauwkeuriger:
219