Basiswoordenlijst vmbo door lezen, lezen en lezen

Mirjam Kooijman  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 309 - 310

Download artikel

10. En verder nog...

Bottema, J. (2013). “Interactief onderwijs via het web” In: Bolhuis, E. & A. van der Hoeff (red.). Onderwijs met ICT, leren en lesgeven met ICT. Bussum: Uitgeverij Coutinho, z.p.

Hoogeveen, M. (2010). “Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis”. In: SLO Context PO Magazin, oktober 2010. Enschede: SLO, z.p.

Knulst W., M. Kalmijn & P. van Beek (1988). Van woord naar beeld? Onderzoek naar de verschuivingen in de tijdsbesteding aan de media in de periode 1975-1985. Rijswijk: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Spitzer M. (2013). Digitale dementie. Amsterdam: Uitgeverij Atlas.

Ronde 3

Mirjam Kooijman

Stelle College, Amsterdam

Contact: M.Kooijman@stellecollege.vova.nl

Basiswoordenlijst vmbo door lezen, lezen en lezen

Het ITTA – Instituut voor Taalonderzoek en Taalonderwijs Amsterdam – heeft, in opdracht van de gemeente Amsterdam, de basislijst ‘schooltaalwoorden’ samengesteld. De lijst bevat 1600 woorden die essentieel zijn om de lessen op het vmbo (= voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) te kunnen begrijpen. Als vmbo-leerlingen die lijst met woorden aan het eind van de brugklas kennen, zullen ze de lesstof van het vmbo sneller en met een beter resultaat verwerken.

Docenten uit het vmbo zochten naar manieren om de woordenlijst op een speelse en spannende manier bij hun leerlingen te introduceren en kwamen uit bij fictielezen. Lezen is immers de aangewezen manier om woordenschat te vergroten. Voor leerlingen op het vmbo met weinig leeservaring, een beperkte algemene kennis en een kleine woordenschat, zijn er weinig geschikte boeken. De boeken die voor hun leeftijd geschreven zijn, vinden ze meestal moeilijk en te dik. De onderwerpen van eenvoudigere boeken zijn vaak kinderachtig.

Een leerkracht kwam op het idee om de basislijst ‘schooltaalwoorden’ te verwerken in gemakkelijk te lezen boekjes die gaan over onderwerpen die een brugklasleerling aanspreken. Dat plan is inmiddels uitgevoerd. Ervaren schrijvers, zoals René Appel, Jan Terlouw en Charles Den Tex, hebben docenten geholpen bij het schrijven van aansprekende, op de doelgroep gerichte verhalen of bij het bedenken van een plot. De boek-

309

10

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

jes gaan over het leven van pubers en zijn – ook door de minder goede lezers – in enkele lesuren uit te lezen. De twintig boeken zijn, evenals de schooltaalwoordenlijst van het ITTA, ingedeeld in de vakken ‘biologie’, ‘wiskunde’, ‘natuurkunde’, ‘economie’ en ‘mens en maatschappij’. Daarnaast bevat de lijst algemene schooltaalwoorden. In elk verhaal zijn gemiddeld 80 woorden verwerkt. Door schooltaalwoorden in de context van een boek aan te bieden, bouwen leerlingen impliciet hun woordenschat op. Achter in elk boekje staat een woordenlijst. De woordenlijst geeft leerling en leerkracht de mogelijkheid om ook expliciet aandacht aan de woorden te besteden. In de workshop worden u enkele mogelijkheden hiervoor aangereikt.

De workshop wordt gegeven door Mirjam Kooijman, docent vmbo en schrijfster van één van de boekjes.

Ronde 4

Hans Cohen de Lara

Sardes, Utrecht

Contact: h.cohendelara@sardes.nl

Het Utrechts Taalcurriculum 2-14 jaar.

Inspiratiebron voor een effectieve doorgaande lijn in het Utrechtse taalonderwijs

1. Wat is het Utrechts Taalcurriculum?

De Utrechtse schoolbesturen en de gemeente Utrecht hebben de handen in elkaar geslagen en het CPS, CED en Sardes een instrument laten ontwikkelen om de doorgaande lijn in het taalonderwijs voor de Utrechtse leerlingen te versterken. Het instrument heet het Utrechts Taalcurriculum (UTC) en biedt inspiratie aan scholen voor primair en voortgezet onderwijs om effectief taalonderwijs te geven met vloeiende, functionele overgangen tussen groepen en schoolsoorten. Het UTC bestaat uit een document met inzichtelijk geformuleerde nationale taaldoelen, richtlijnen voor de didactiek en een implementatiedeel met hulpmiddelen om het eigen onderwijsaanbod te analyseren en te optimaliseren. Dat levert niet alleen een standaard op voor wat kinderen zouden moeten kunnen op bepaalde overgangsmomenten, maar biedt ook een

310

Labels

domein
leesonderwijs
woordenschat
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013