Een vernieuwende leestraining voor adolescenten ter bevordering van de leescultuur vanuit het persoonlijk belang van boeken

Jurgen Tijms & Kaarmia van den Boorn  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 215 - 219

Download artikel

6. Literatuur

Referenties

Devos, F. (2007). XS: over kinderen, cultuur en communicatie. Brussel: Cultuurnet.

Ronde 8

Jurgen Tijms & Kaarmia van den Boorn

IWAL & Rudolf Berlin Center, Universiteit van Amsterdam Contact: jurgentijms@iwal.nl

Een vernieuwende leestraining voor adolescenten ter bevordering van de leescultuur vanuit het persoonlijk belang van boeken

 

1. Inleiding

Wij presenteren een innovatieve leesbevorderingstraining voor leerlingen in het voortgezet onderwijs met als doel om bij te dragen aan:

  •  een meer positieve leesattitude;

  •  een grotere motivatie om te lezen;

  •  het gebruik van literatuur ter bevordering van de persoonlijke ontplooiing.

 

6

De leestraining richt zich in het bijzonder op leerlingen uit sociaaleconomisch kwetsbare buurten (‘achterstandsleerlingen’). Het is een Nederlandse versie van een training die succesvol ontwikkeld is en uitgevoerd wordt op scholen in New York. Het afgelopen schooljaar is deze Nederlandse versie ontwikkeld (a), als pilot-onderzoek op Amsterdamse scholen uitgevoerd (b) en met een effectstudie geëvalueerd (c).

2. Achtergrond

Lezen is van wezenlijk belang om goed te kunnen functioneren in de hedendaagse informatiemaatschappij. Leerlingen die niet goed kunnen lezen, komen niet goed mee in het onderwijs. Het is een klassiek gegeven dat de leesatittude van leerlingen in de jaren na het basisonderwijs daalt (bv. McKenna e.a. 2012) en internationaal onderzoek laat zien dat Nederlandse adolescenten internationaal tot de minst gemotiveerden behoren (Mullis e.a. 2003). In het bijzonder blijken allochtone en autochtone jongeren uit sociaaleconomisch kwetsbare (grootstedelijke) buurten een negatieve leesattitu-

 

215

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

de te ontwikkelen. Leesattitude is één van de belangrijkste voorspellers van (begrijpend) leesvaardigheid (Van Diepen 2007; Taboada e.a. 2009). Bovendien blijken de (begrijpend) leesvaardigheden van achterstandsleerlingen, in het bijzonder allochtone jongeren, van een laag niveau (PISA 2009). Deze jongeren bevinden zich vaker in een omgeving en levensfase (jongadolescent) waarin zij op sociaal-emotioneel gebied kwetsbaar zijn. Zowel de sociaal-emotionele achterstand als de gebrekkige leescultuur onder deze groep maakt hen gevoelig voor voortijdig schooluitval en voor negatieve economische gevolgen. De Inspectie van het Onderwijs (2007) stelt over deze groep, die zich hoofdzakelijk op het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) bevindt, dat er een structurele verandering moet plaatsvinden die de leesvaardigheid doet vergroten.

3. De training

Een vernieuwende aanpak is ‘bibliotherapie’, een interventie om jongeren kennis te laten maken met het persoonlijk belang van literatuur. Dat betekent dat het gebruik van literatuur niet gekoppeld is aan schoolwerk of toetsen, maar aan hun eigen sociaal-emotionele ontwikkeling. Jongeren leren, door verhalen te lezen, kritisch te kijken naar de wereld en naar zichzelf. Door boeken op die manier in te zetten, maken leerlingen die weinig affiniteit hebben met lezen, op een laagdrempelige en betekenisvolle manier, kennis met literatuur. Ze verkrijgen inzicht in hoe karakters uit verhalen problemen oplossen en worden gestimuleerd om na te denken over hun visie en ideeën over de maatschappij (Polleck 2007).

In samenwerking met de Stichting Lezen (Nederland) hebben wij een Nederlandse versie van een Amerikaanse leestraining ‘bibliotherapie’ ontwikkeld en de opbrengsten ervan geëvalueerd. De leesbevorderingstraining, genaamd #BOOK, richt zich op:

  1. het stimuleren van leesattitude en -motivatie, door literatuur in te zetten als middel voor persoonlijke groei (los van schoolse leerdoelen) en door het lezen en bediscussiëren van literatuur met leeftijdsgenoten;

  2. het verbeteren van het begrijpend lezen, door te discussiëren over tekstinterpretaties en door het koppelen van de tekstinhouden aan persoonlijke ervaringen;

3. het gebruik van literatuur ter bevordering van zelfreflectie en sociaal-emotioneel leren door teksten te lezen die aansluiten bij de belevingswereld van adolescenten (immers, door een verwijzing te maken naar hun dagelijks leven, kunnen gedachten, situaties en zorgen besproken worden).

De training wordt wekelijks gegevens in kleine groepen van 5 tot 7 leerlingen. Door het lezen van de boeken en het converseren hierover tijdens de bijeenkomsten kan de jongere:

216

6. Literatuur

• zich identificeren met het karakter of verhaal;

  •  de betekenis en interpretaties van de tekst construeren;

  •  inzicht verkrijgen in en discussiëren over een problematiek die hen raakt;

  •  nieuwe normen en waarden opdoen;

  •  bewustzijn verkrijgen dat anderen met dezelfde problematiek te maken (kunnen) hebben;

  •  verschillende oplossingsmogelijkheden hiervoor opdoen.

Op een positieve, betekenisvolle en persoonlijke wijze wordt dus ervaring opgedaan met lezen (Polleck 2010).

In samenhang hiermee blijkt uit onderzoek dat wanneer jongeren verhalen meer op zichzelf en op hun leefwereld kunnen betrekken en meer in staat zijn om na te praten over het verhaal, dit een positief effect heeft op hun leesattitude (Nelck-da Silva Rosa & Schlundt Bodien 2004). Tegelijkertijd laat Amerikaans onderzoek naar bibliotherapie zien dat literatuur binnen de sociale context van de groepstraining een belangrijk middel kan zijn voor sociaal-emotionele groei en versterking van iemands zelfconcept (Sridhar & Vaughn 2000; Sullivan & Strang 2002; Polleck 2010). Met de training ontdekken en benutten jongeren op een interveniërende wijze de functionele en persoonlijke waarde van literatuur. Zodoende wordt met de training beoogd om enerzijds de ontwikkeling van zelfreflectie en sociaal-emotionele vaardigheden door gebruik van literatuur te versterken en anderzijds de leesattitude en -motivatie, alsook het leesbegrip te vergroten. Overkoepelend is het streven om hiermee de kansen te vergroten voor deze sociaaleconomisch kwetsbare jongeren om zich academisch en maatschappelijk te ontwikkelen.

4. Evaluatieonderzoek

De ontwikkelde training is uitgevoerd op een aantal scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Amsterdam. Het betrof hierbij leerlingen uit de eerste en tweede klas van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Het overgrote deel (70%- 95%) van de leerlingen op die scholen komt uit zogeheten APC (armoede probleem cumulatie)-buurten. In totaal werden 90 leerlingen (at random) toegewezen aan een trainingsgroep, dan wel aan een controlegroep. De trainingsgroep kreeg in groepjes van 5 tot 7 leerlingen wekelijks een lesuur de #BOOK-training, terwijl de controlegroep in dezelfde tijd de gebruikelijke les Nederlands volgde. De training werd gedurende een (korte) periode van 4 maanden uitgevoerd. Aan het begin en het einde van de trainingsperiode werden alle kinderen getest op begrijpend lezen (Van Vreckem e.a. 2010), leesattitude (globale attitude Bazar; Stokmans 2007), leesmotivatie (Förrer & van de Mortel 20 10) en zelfconcept (Smits & Vorst 2008).

6

217

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

De effectiviteit van de training is geëvalueerd met behulp van covariantie-analyses. Uit de resultaten komt naar voren dat de leerlingen die de training gevolgd hebben na afloop ervan significant beter presteren op leesbegrip, een significant positievere leesattitude hebben en een significant positiever zelfconcept hebben dan hun leeftijdsgenoten uit de controlegroep. Bovendien bleek de training even effectief bij jongens als bij meisjes.

5. Conclusie

In het onderhavige project is een nieuwe training ontwikkeld voor leerlingen in het voortgezet onderwijs die zich enerzijds richt op leesplezier en leesbegrip en anderzijds op sociaal-emotionele vaardigheden. In de training wordt een koppeling gemaakt tussen persoonlijke uitdagingen en literatuur. Het leesplezier wordt aangesproken door het persoonlijk nut van boeken te laten ontdekken en het leesbegrip door samen met leeftijdsgenoten het boek te interpreteren en te bediscussiëren. Persoonlijke groei wordt geprikkeld door de thematiek van de gelezen boeken te koppelen aan de persoonlijke uitdagingen waarmee leerlingen geconfronteerd worden. Ons eerste effectonderzoek laat bemoedigende, positieve resultaten zien van de training aan beide kanten van de medaille.

Referenties

Förrer, M. & K. van de Mortel (2010). Lezen... Denken... Begrijpen! Amersfoort: CPS.

Inspectie van het Onderwijs (2007). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2005/2006. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

McKenna, M., K. Conradi, C. Lawrence, B. Jang & J.P. Meyer (2012). “Reading attitudes of middle school students”. In: Reading Research Quarterly, vol. 47, nr. 3, p. 283-306.

Mullis, I., M. Martin, E. Gonzales & A.M. Kennedy (2003). PIRLS 2001 international report. IEA’s study of reading literacy achievement in primary school in 35 countries. Boston, MA: Boston College, International Study Center.

Nelck-da Silva Rosa, F. & W. Schlundt Bodien (2004). Non scholae sed vitae legimus. De rol van reflectie in ego-ontwikkeling en leesattitudeontwikkeling bij adolescenten. Dissertatie. Rijksuniversiteit Groningen.

PISA (2009). Resultaten PISA-2009. Praktische vaardigheden en kennis van 15-jarigen. CITO: Arnhem.

218

6. Literatuur

 

Polleck, J. (2007). Constructing identity, constructing community: Book clubs with urban adolescent females. Doctoral Dissertation. New York University.

Polleck, J. (2010). “Using book clubs to enhance social-emotional and academic learning with urban adolescent females of colors”. In: Reading & Writing Quarterly, vol. 27, nr. 1-2, p. 101-128.

Smits, J. & H. Vorst (2008). Schoolvragenlijst voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Pearson: Amsterdam.

Sridhar, D. & S. Vaughn (2000). “Bibliotherapy for all: Enhancing reading comprehension, self-concept, and behavior”. In: Exceptional Children, vol. 33, nr. 2, p. 74- 82.

Stokmans, M. (2007). De casus Bazar: Effectmeting van een leesbevorderingsproject. Delft: Uitgeverij Eburon.

Sullivan, A. & H. Strang (2002). “Bibliotherapy in the classroom”. In: Childhood Education, vol. 79, nr. 2, p. 74-79.

Taboada, A., S. Tonks, A. Wigfield & J. Guthrie (2009). “Effects of motivational and cognitive variables on reading comprehension”. In: Reading & Writing, vol. 22, nr. 1, p. 85-106.

Vreckem, C. Van, A. Desoete, L. De Paepe & H. Van Hove (2010). VTBL: Vlaamse Test Begrijpend Lezen. Gent: Academia Press.

 

6

219

Labels

domein
leesonderwijs
leesbevordering
literatuuronderwijs
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
evaluatie van onderwijsopbrengsten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013