Jozefien Loman · 27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013 · pagina 43 - 46
2. Lerarenopleiding Basisonderwijs
Â
Ronde 2 |
2 | ||
Jozefien Loman Centrum voor Taal & Onderwijs, KULeuven Contact: Fien.Loman@arts.kuleuven.be |
G-START. Studenten voorbereiden op het creëren van een stimulerende geletterde omgeving bij jonge kinderen (2,5 tot 7 jaar)
Om te kunnen functioneren in onze samenleving vol geschreven communicatie hebben we een welbepaalde sleutelcompetentie nodig. Die sleutelcompetentie noemen we ‘geletterdheid’. Geletterdheid opent deuren voor de verdere schoolloopbaan, voor het beroepsleven en het privéleven. Geletterdheid maakt leren mogelijk, zowel in een schoolse context als daarbuiten. Het is dus uitermate belangrijk om de ontwikkeling van geletterdheid al op jonge leeftijd te stimuleren. Veel leerkrachten in de kleuterschool en het eerste leerjaar (groep 1 tot en met 3) ondernemen een heleboel acties die de vroege ontwikkeling van geletterdheid stimuleren. Vaak ontbreekt echter het bewust, doelgericht en functioneel werken aan die vaardigheid. Hoe kan het anders?
Jonge kinderen beschikken over een natuurlijke nieuwsgierigheid om de wereld te ontdekken. Door van die nieuwsgierigheid gebruik te maken en dagelijkse activiteiten uit te werken met een ‘geletterde bril’ op, wordt geletterdheid de hele dag door gestimuleerd. Dat gebeurt binnen leersituaties die betekenisvol, relevant en interessant zijn voor kinderen. Kinderen zullen geleidelijk achterhalen wat de rol is van geschreven taal en hoe geschreven communicatie werkt. Dat besef komt bij de meeste kinderen tegen de leeftijd van vier jaar. Vanaf dan kunnen ze zich ook toespitsen op de meer technische kant van de zaak (Verheyden 2008) en kunnen activiteiten die specifieker op letters en klanken gericht zijn, een plaats krijgen.
Onderstaande figuur geeft schematisch weer hoe je aan de competentie ‘geletterdheid’ als geheel kunt werken. In een ‘geletterd huis’ worden de bouwstenen voor een krachtige geletterde omgeving gepresenteerd (gebaseerd op werk van Verheyden 2008).
Dit zijn de bouwstenen van het geletterde huis:
1. Het modelgedrag van de leerkracht is het fundament van ons huis. De leerkracht haalt, als geletterd persoon, de wereld van de geschreven communicatie binnen in de klas. Hij leest het mopje van de scheurkalender voor, schrijft een boodschap voor de ouders in het heen-en-weerschriftje, leest de bijsluiter van het medicijn van
43
ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS
Yoeri... De hele dag door ontdekken de kinderen op die manier waarvoor geschreven taal allemaal dient en hoe handig en prettig het is om te kunnen lezen en schrijven. Het modelgedrag van de leerkracht is dus de basis voor de ontwikkeling van geletterdheid bij kinderen.
-
Binnen een krachtige geletterde leeromgeving komt het kind veelvuldig in aanraking met visuele boodschappen: de naam van het kind (gevolgd door een symbooltje) maakt duidelijk van wie een knutselwerk is, er hangt een kalender omhoog, er is een knusse boekenhoek, er zijn heen-en-weerschriftjes, er is een aanwezigheidsbord met foto’s en namen, het weer wordt elke dag weergegeven met een weerkalender, pictogrammen geven het dagverloop weer, illustreren de hoeken en tonen de klasafspraken...
Er zijn tal van mogelijkheden om de klasruimte een geletterde uitstraling te geven en de bouwsteen in te vullen.
Bij oudere kinderen kan het geschreven woord nog meer aandacht krijgen: de namen van de kinderen zijn in letters geschreven, dozen met spelmateriaal krijgen etiketten, de belangrijkste woorden van een belangstellingscentrum worden toegevoegd aan de thematafel... Ook het gebruik van stappenplannen met pictogrammen in combinatie met woorden en werken met het toetsenbord van de computer komt steeds meer voor.
-
De derde bouwsteen van het huis wordt gevormd door het aanbieden van een variatie aan schrijf- en leesmaterialen. Het kind kan met die materialen zelf schriftelijke boodschappen ontwerpen en proberen om boodschappen te ontcijferen. Je kunt papier voorzien in alle maten en vormen, een krijtbord, karton... Maar ook schrijfgerief in verschillende materialen, met verschillende vormen en in verschillende kleuren, intrigeert kinderen. Daarnaast kan je ook magneetletters, stempels en tijdschriften (waar ze letters uit kunnen knippen) aanbieden. Met touwtjes, blokjes, stokjes of plasticine kunnen kinderen letters namaken. In een knusse boekenhoek kun je verschillende soorten boekjes voorzien: prentenboeken, tijdschriften, strips, informatieve boeken... De kinderen kunnen dan doen alsof ze lezen, naar de prenten kijken, een ingesproken versie van een verhaal beluisteren of zelf een verhaal bedenken. Ook de andere hoeken kan je verrijken met schrijf- en leesmateriaal: een agenda en een kookboek in de poppenhoek, een automagazine in de autohoek, foto’s van mogelijke bouwconstructies in de bouwhoek of boodschappenlijstjes en een rekenmachine in de winkel.
44
2. Lerarenopleiding Basisonderwijs
-
Interactie tussen de leerkracht en de kinderen rond het onderwerp ‘schriftelijke communicatie’ bepaalt in grote mate de kracht van de leeromgeving. Deze bouwsteen is dan ook onmisbaar in het geletterde huis! Enkele belangrijke kenmerken van een goede interactie zijn: veel spreekkansen bieden, open vragen stellen, hulp bieden bij het verwoorden... Twee soorten interacties komen veelvuldig voor bij gesprekken over geletterdheid: bevestigende interactie en duidende interactie.
-
De laatste vier bouwstenen betreffen het activiteitenaanbod in de klas. Verschillende soorten activiteiten kunnen de ontwikkeling van geletterdheid bij jonge kinderen stimuleren.
-
De deur die de toegang vormt tot het kleine huis is werken met boeken. Boeken zijn voor jonge kinderen de meest bekende, verspreide en vertrouwde dragers van schriftelijke taal. Activiteiten met boeken zijn daarom ideaal om te werken aan de geletterdheid. Dat geldt voor kinderen van alle leeftijden. Je kunt verhalen voorlezen, een verteltafel maken, vertellen met de kamishibai (Japans verteltheater), een boeken- of luisterhoek inrichten, zelf boeken maken met foto’s, tekeningen en tekstjes... Het herhaald vertellen van hetzelfde verhaal uit een boek op verschillende manieren biedt een grote meerwaarde op het vlak van geletterdheid: kinderen leren omgaan met boeken, ze ontdekken steeds nieuwe dingen in de verhaallijn en in de samenhang van de tekst en de prenten, ze leren dat verhalen een opbouw hebben, ze ervaren dat geschreven taal steeds opnieuw kan worden weergegeven, ze leren de typische boekentaal steeds beter begrijpen... Daarnaast kan je heel wat activiteiten doen waarin je de inhoud van een boek verdiept. Dramatiseren, kringgesprekken (in kleine kring) en een creatieve weergave van de kern van het boek zijn voorbeelden van goede verwerkingsactiviteiten. Kinderen ontdekken door die activiteiten steeds meer hoe een verhaal is opgebouwd, wat de relaties zijn tussen de verschillende elementen in een verhaal, leren hoofdzaken van bijzaken onderscheiden... Allemaal vaardigheden die van belang zijn wanneer ze (later) zelf zullen leren formeel schrijven en lezen. Naarmate kinderen ouder worden, kan je op een spontane manier meer en meer aandacht vestigen op de titel, op de weergave van bepaalde belangrijke woorden (vet gedrukt, grotere letters...), op duidelijk herkenbare en vaak voorkomende letters en woorden. Je kunt regelmatig typische termen als ‘woord’ en ‘letter’ gaan gebruiken, opdat kinderen de wereld van de schriftelijke taal diepgaander verkennen.
-
De tweede bouwsteen van het kleine huis vertelt ons dat kinderen een geletterd aanbod doorheen de dag moeten krijgen. Binnen activiteiten die niet specifiek gericht zijn op de ontwikkeling van geletterdheid, kan geletterdheid immers ook verwerkt worden als bijkomend aandachtspunt. Idealiter vloeit het gebruik van schriftelijke communicatie dan op een natuurlijke wijze voort uit de activi-
2
45
ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS
teit. De tekst van liedjes kan bijvoorbeeld visueel ondersteund worden met tekeningen als geheugensteuntje voor de kinderen. In de poppenhoek kunnen scenario’s van een verteld verhaal aan de muur hangen zodat kinderen het verhaal kunnen naspelen. Tijdens dergelijke activiteiten komt geletterdheid op een meer impliciete manier aan bod. Toch zijn die activiteiten belangrijk, omdat kinderen zo ervaren dat geletterdheid geen vakje apart is, maar een wezenlijk onderdeel van ons dagelijkse leven.
-
Functioneel lezen en schrijven vormen de derde bouwsteen van het kleine huis. Via functionele lees- en schrijfactiviteiten ervaren kinderen waarvoor geschreven taal allemaal kan dienen. Bij het maken van koekjes krijgen de kinderen een recept dat met pictogrammen wordt ondersteund. Kinderen kunnen wenskaarten maken om iemand te feliciteren of posters maken en ophangen om een verloren voorwerp terug te vinden, ze kunnen een kalender maken die aftelt naar de komst van de Sint, met streepjes de stand bijhouden van een spel om aan het eind te weten wie gewonnen heeft... Tijdens die activiteiten kan je expliciet met kinderen praten over de functies van lezen en schrijven, over de mogelijkheden om met beelden boodschappen weer te geven, over woorden en letters...
-
De laatste bouwsteen wordt gevormd door de momenten waarop kinderen spelen met technische aspecten van taal en die de leerkracht doorheen verschillende thema’s regelmatig aan bod laat komen. Tijdens deze kleinere activiteiten kunnen kinderen kennismaken met de meer vormelijke aspecten van schriftelijke taal. Hoewel de activiteiten eerder technisch van aard zijn, is het toch belangrijk om ze in te bedden in een functionele en motiverende context voor de kinderen. Voorbeelden van technisch georiënteerde activiteiten zijn: woorden- klankspelletjes, woorden nastempelen, activiteiten rond de letter- of cijfermuur, letters maken uit klei, het klappen op klankgroepen bij een liedje... Deze activiteiten zullen vaker en explicieter aan bod komen bij oudere kleuters en hebben ook een belangrijke functie in het eerste leerjaar (groep 3).
Referenties
Loman, J. & K. Vermeir (2012). G-start. Geletterdheid stimuleren bij jonge kinderen. Leuven: CTO.
Verheyden, L. (2008). ‘Ontluikende geletterdheid in het kleuteronderwijs: of hoe peu-
ters en kleuters schriftelijke communicatie kunnen verkennen’. In: F. Daems, K.
Van den Branden & L. Verschaffel (red.). Taal verwerven op school: taaldidactiek
voor basisonderwijs en eerste graad secundair onderwijs. Leuven: Acco, p. 61-100.
46