Tinneke van Bergen & Els Moonen · 28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014 · pagina 116 - 118
28ste HSN-CONFERENTIE
Ronde 4
Tinneke van Bergen & Els Moonen
Arteveldehogeschool, Gent
Contact: tinneke.vanbergen@arteveldehs.be els.moonen@arteveldehs.be
Aan de slag met de lestips voor Poëzieweek 2015 (basisonderwijs)
1. Poëzieweek 2015
Elk jaar is de Poëzieweek in Vlaanderen en Nederland dé hoogmis voor poëzie. In 2015 start de Poëzieweek op 29 januari met Gedichtendag en heeft ze als motto: ‘Met zingen is de liefde begonnen’, een zin uit een gedicht van Ilja Leonard Pfeijffer, die ook het Poëziegeschenk schreef.
Het thema is ‘liefde’, in al haar facetten: de moeilijke liefde, de onbeantwoorde liefde, de liefde in vervlogen tijden, etc. Een thema waar je ook in de klas alle kanten mee op kunt. Het is zo universeel dat iedereen er voeling mee heeft.
Stichting Lezen Vlaanderen, Stichting Lezen Nederland en Stichting CPNB moedigen alle leerkrachten elk jaar aan om rond poëzie te werken in de klas. Daartoe bieden ze concrete lestips aan, zowel voor basis/primair onderwijs als voor secundair/voortgezet onderwijs (waarvoor ze ook een light-versie voorzien). In elke bundel vinden leerkrachten tien uitgewerkte lessen, op basis van een gedicht. Op www.poezieweek.comzijn al deze lestips gratis, apart of als een geheel, te downloaden.
Tijdens deze workshop vertellen Tinneke van Bergen en Els Moonen je hoe je met deze lestips – en met poëzie in het algemeen – aan de slag kunt in het basis/primair onderwijs. Beiden zijn docent aan de lerarenopleiding van de Arteveldehogeschool in Gent en schreven mee aan de lestips voor de Poëzieweek.
-
Gevarieerde en geïnspireerde lestips
Het geheel van de lessen is een evenwichtige samenstelling van een gevarieerd aanbod aan poëzie rond het thema ‘liefde’: recente gedichten en klassiekers, verschillende vormen, korte gedichten en lange gedichten, poëzie van Nederlandse en Vlaamse dichters, moeilijke en makkelijke gedichten, etc.
116
4. Leesbevordering
De bedoeling van de poëzielessen is om leerlingen kennis te laten maken met poëzie en hen te laten genieten van gedichten, eerder dan ze zelf poëzie te laten schrijven. Uiteraard kan een schrijfopdracht een creatieve verwerking zijn, maar we willen een grote variatie aan verwerkingsmethodieken, aanpakken, werkvormen, etc. aanbieden. We vertrekken daarbij meestal vanuit de poëtische aspecten van het gedicht: de muzikaliteit, de dichterlijke bril en verbeeldingskracht, de emotionaliteit, het spelen met de taal, de verdichting (veel zeggen met weinig woorden), het filosofische, het taalbeschouwelijke en de lay-out. Deze aspecten worden meestal niet analytisch benaderd, maar vanuit de beleving van het gedicht.
In de meeste gevallen start de les niet meteen met het gedicht, maar met een activiteit die de leerlingen in de juiste mindset brengt. Via die activiteit wordt een poëtisch aspect van het gedicht intuïtief en vrij speels in de belangstelling gebracht. Zo krijgen de leerlingen voeling met het gedicht. De manier waarop het gedicht zelf aangeboden wordt, varieert per les. Na de kennismaking met het gedicht volgt telkens een korte activiteit om het gedicht te laten nazinderen. Het is zeker niet de bedoeling om het gedicht volledig te gaan analyseren. Tot slot bevat elke les tips om concreet met de leerlingen aan de slag te gaan, waarbij het gedicht dient als inspiratie. Op die manier kunnen de leerlingen de gedichten verwerken door middel van actieve werkvormen. Bij sommige lessen zit een werkblad.
-
Workshop
In de workshop krijg je de kans om meteen enkele tips uit te proberen, om materialen te verkennen, om te zien hoe andere leerkrachten met de lessuggesties aan de slag gingen en om ervaringen te delen om de Poëzieweek in de klas goed in te zetten.
-
Inspiratiebronnen 4.1 Publicaties
-
Boesman, K. (2008). Groot applaus. Drama-activiteiten met 9- tot 12-jarigen. SintNiklaas: Abimo.
-
Crul, K. (2013). Zeppelin. Didactiek voor muzische vorming. Kalmthout: Pelckmans Uitgeverij.
-
Daldini, R. & P. Decancq (2003). Méér met poëzie in de klas: muzische werkvormen bij ‘Mijn mond eet graag spinazie maar ik niet’. Neerpelt: Alamire.
-
Hansma, H. & M. Hansma (2002). Taaleducatie met versjes en gedichten: Praktijkboek kansrijke taal. Baarn: HBuitgevers.
-
Van Coillie, J. (2006). Poëzie ontdekken. Met duizend blote ogen. Averbode: Altiora.
4
117
28ste HSN-CONFERENTIE
-
Van Coillie, J. (2007). Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken? Leuven: Davidsfonds.
-
Vos, J. (2002). Het huis lijkt wel een schip: handleiding voor het poëzieonderwijs op
de basisschool. Baarn: HBuitgevers.
4.2 Websites
•
www.boekie-boekie.nl
•
www.dichterinhetweb.nl (een digitale wandeling door Nederlandstalige poëzie)
•
www.dichtvorm.nl (filmpjes, gebaseerd op klassieke of moderne gedichten)
•
www.doemaardichtmaar.nl
•
www.jeugdenpoezie.be (met onder andere vormingen voor het basisonderwijs, met
de publicatie Mijn armen zijn schoorstenen: didactische tips voor gebruik in kleu-
terschool en 1ste graad basisonderwijs)
•
www.moniquehagen.nl
•
www.pigmalion.be (Geert de Kockere)
•
www.plinternet.nl (poëziekaarten, poëzieposters, etc.)
•
www.poëziecentrum.be (met onder andere informatie over de Kinderpoëzieroute
in Gent)
•
www.poeziepaleis.nl
•
www.poetry.nl
-
www.tedvanlieshout.com
4.3 Andere
‘Van rijm tot rap’ (1998). [cd]. Amsterdam: Stichting CPNB. of www.apeldoornonderwijs.nl/rap/.
118