O Mundo – een kleine wereldbibliotheek

Eva Devos, Hans Hendriks & Joyce Loir  ·  28ste Conferentie Onderwijs Nederlands  ·  2014  ·  pagina 112 - 115

Download artikel

28ste HSN-CONFERENTIE

8. Lees als docent ook zelf een boek.

Referenties

Broekhof, K. (2003). Meer lezen, beter in taal – vmbo. Effecten van lezen op taalontwikkeling. Amsterdam: Stichting Lezen (reeks: Kunst van Lezen).

Kernteam de Bibliotheek op school (2013). Gids voor bibliotheken en provinciale serviceorganisaties. Online raadpleegbaar op: http://www.siob.nl/media/ documents/gids-low-res-1.pdf.

Mediatheek & Bibliotheek (2014). ‘Mediatheek & bibliotheek: sleutel tot succes!’ Verslag congres op 5 juni 2014. Online raadpleegbaar op: http://dcr.bibliotheek.nl/binaries/content/assets/vo-bibliotheek.bibliotheekopschool.nl/home/20140703_verslag-conferentie-dbos-vo-5-juni-2014_2.pdf.

Ronde 2

Eva Devos, Hans Hendriks & Joyce Loir Stichting Lezen Vlaanderen

Contact: evadevos@stichtinglezen.be

O Mundo – een kleine wereldbibliotheek

  1. Inleiding

O Mundo – een kleine wereldbibliotheek is begonnen als een droom van Majo de Saedeleer, voormalig directeur van Stichting Lezen. Zij wilde graag een leesbevorderingsproject gestalte geven met een internationale dimensie; in eerste instantie voor kinderen in multiculturele klassen. Dankzij de toekenning van de Filson Steers Marimanprijs voor opvoeding in 2011 aan Majo de Saedeleer en haar beslissing om met het prijzengeld projecten van Stichting Lezen te financieren, kon deze droom gerealiseerd worden.

  1. Wat en voor wie?

Met O Mundo – een kleine Wereldbibliotheek wil Stichting Lezen de mooiste prentenboeken uit de hele wereld binnenbrengen in (multiculturele) klassen. Door een dege-

112

4. Leesbevordering

lijke omkadering wordt het mogelijk om deze boeken in de originele versie te gebruiken in een Nederlandstalige klas. We richten ons daarbij in eerste instantie op kinderen tussen 5 en 12 jaar en betrekken in ons project uitsluitend prentenboeken – omdat we kinderen niet alleen hun en andermans taal en verhalencultuur willen laten zien, maar ook omdat we de visuele cultuur een belangrijke plaats waard achten. Ons project is inpasbaar in de werking van basisscholen en van openbare bibliotheken.

3. Waarom?

Door de jaarlijkse bezoeken aan de Internationale Kinderboekenbeurs van Bologna en de vele internationale contacten via de International Board on Books for Young People (IBBY), een netwerk van kinderboekenmensen over de hele wereld, weten we al jaren wat voor moois er in de wereld verschijnt. In het Nederlandstalig gebied verschijnt er gelukkig een grote vertaalde productie – iets waar buitenlandse jeugdliteratuurspecialisten, in het bijzonder uit de Angelsaksische wereld, jaloers op zijn. Toch zijn er heel veel prachtige verhalen die niet in het Nederlands worden uitgegeven wegens commercieel niet interessant, cultureel te verschillend of gewoon omwille van onbekendheid.

Tegelijkertijd is België de laatste decennia een superdiverse samenleving geworden. Bij uitstek leerkrachten worden in hun professionele context met de positieve en negatieve kanten hiervan geconfronteerd. Nieuwkomers en anderstalige kinderen worden in een Vlaamse klas ondergedompeld in onze taal, gewoonten en cultuur en – dat hopen we dan toch – in onze boeken. Dat is goed en nodig. Maar soms blijft het daarbij. Met O Mundo – een kleine Wereldbibliotheek wil Stichting Lezen deze kinderen de kans geven om iets over zichzelf en hun eigen achtergrond te vertellen aan hun klasgenoten. Door de culturele bagage te belichten die zij meebrengen uit hun land of leefwereld willen we hen welkom doen voelen, waardering uitdrukken voor de rijkdom van hun cultuur en hun zelfbeeld positief stimuleren. Het Bulgaarse jongetje in de klas dat als nieuwkomer het Nederlands nog niet voldoende beheerst en daardoor achterophinkt, maar dan plots als enige van de klas de cyrillische letters kan lezen op het Bulgaarse boek (en zo de status van deskundige krijgt), kan een kantelmoment zijn in de dynamiek van een klas.

Daarnaast stimuleert O Mundo ook de ouderbetrokkenheid bij de school, door de mogelijkheden van het boek mee te geven met het kind naar huis, of liever nog, door ouders uit te nodigen op school om het boek te komen voorlezen. Dit alles draagt bij tot het emotioneel welbevinden van de kinderen op school en dat heeft zonder twijfel een positief effect op schoolinzet en/of -resultaten. En tegelijk hopen we natuurlijk het blikveld te verruimen van alle kinderen door de ontdekking van cultuuruitingen uit andere landen.

4

113

28ste HSN-CONFERENTIE

  1. Verloop

In september 2013 lanceerden we het project in 5 pilotscholen in Gent, Brussel, Mechelen, Antwerpen en Genk, met een boekenpakket bestaande uit 13 boeken (10 kernboeken in veelgesproken thuistalen in Vlaanderen en 3 boeken voor de achtergrondbibliotheek – waarover later meer). Al gauw werd duidelijk dat de vraag om het eerste O Mundo-pakket aan te kopen bijzonder groot was. Op korte tijd kochten scholen, bibliotheken en andere instellingen de hele initiële voorraad van 80 pakketten aan. In oktober 2014 werd het tweede O Mundo-pakket voorgesteld: opnieuw 10 boeken (in grotendeels andere talen dan het eerste pakket) en opnieuw 3 boeken voor de achtergrondbibliotheek.

Voor het samenstellen van de boekenpakketten gebruikten we ons internationale netwerk. We zochten naar kwalitatieve boeken, met een aantrekkelijk verhaal en met mooie prenten. We richtten ons daarbij in eerste instantie op de talen die in hoge mate in Vlaamse en Brusselse scholen worden gesproken. We zijn ons bewust van het feit dat je, als je een klas met erg gevarieerde achtergronden hebt, met een selectie van 10 of 20 boeken zelden alle talen en culturen in een klas kan voorzien van een eigen boek. Bovendien is het voor sommige talen en culturen onmogelijk om in een boekenaanbod te voorzien, vanwege het feit dat bepaalde talen geen schriftelijke traditie hebben, zoals bijvoorbeeld het Berbers, of omdat de boekproductie in een land lam ligt, zoals bijvoorbeeld in Afghanistan. Omdat een relatief groot percentage kinderen daardoor nog steeds niet bediend wordt, hebben we ervoor gekozen om telkens een achtergrondbibliotheekje van drie boeken aan het kernpakket toe te voegen. Met bijvoorbeeld een atlas of een liedjesboek in verschillende talen verbreden we zo het bereik van het project.

Bij de uitwerking van het project konden we rekenen op de steun van een werkgroep, bestaande uit mensen uit betrokken sectoren: jeugdliteratuurspecialisten, mensen uit de bibliotheek- en onderwijspraktijk, mensen uit de integratiesector, etc. Daarnaast toetsten we regelmatig af bij de scholen die participeerden aan het pilotproject.

  1. Concreet

Een selectie van boeken aanbieden, is uiteraard maar het halve werk. We omkaderen dit project met een uitgebreide website, www.omundo.be. Hier zijn verschillende onderdelen te vinden:

  • gratis downloadbare achtergrondinformatie over werken met boeken in multiculturele klassen;

  • de audioversie van de boeken, ingesproken door een native speaker in de oorspronkelijke taal;

114

4. Leesbevordering

  • gratis downloadbare lestips (gelinkt aan de eindtermen) en filosofische inspiratie bij elk boek van het kernpakket;

  • bestelinformatie voor de boekenpakketten.

Wat betekent dit nu concreet? Hoe ga je als leerkracht met O Mundo aan de slag?

Erika Vandeplas, één van de leerkrachten die intensief betrokken waren bij het pilot-project, neemt ons mee naar haar school. De leerlingen van De Kriek in Schaarbeek, waar Erika zich inzet als OKAN-leerkracht en zorgondersteuner, spreken een 20-tal verschillende thuistalen. In een enthousiasmerend verhaal vertelt Erika je meer dan alleen over de methodieken. Je hoort ook hoe de klas erop inspeelde en hoe je via kleine ingrepen leerlingen volop kunt betrekken bij verhalen in (on)bekende talen. Erika trekt dit verhaal door tot de ouderwerking, waar de verschillende talen geen obstakel hoeven te zijn en de boeken zelfs een brugfunctie spelen. De tolken van dienst zijn niemand minder dan de leerlingen en de gemeenschappelijke taal is het Nederlands. Ten slotte trekt Erika het verhaal open naar de schoolcultuur, waar een meertalig beleid niet staat of valt met een overtuigde directeur alleen. Ook de collega’s kijken over elkaars schouders mee om een klankbord te kunnen zijn.

www.stichtinglezen.be www.omundo.be

Ronde 3

Jos van Hest

School der Poëzie, Amsterdam Contact: vanhestjos@gmail.com

Poëzie in huis halen

Door gedichten te lezen en te schrijven, ontdekken leerlingen de zeggingskracht van taal. Poëzie lezen en schrijven geeft hen inzicht in zichzelf, stimuleert hun zelfvertrouwen, vergroot hun belangstelling voor de ander/het andere, zorgt voor plezier in de saaiheid, verlicht het verdriet en maakt de wereld ruimer. Veel gezegd misschien, maar ik ben ervan overtuigd. De bedoeling van deze flitsende schrijfworkshop is bij de deelnemers het plezier, de ervaring, het inzicht en de passie over te brengen, zodat zij met poëzie kunnen en willen werken in hun eigen onderwijssituatie. Het motto luidt: ‘poëzie laat zien waar taal werkelijk voor bedoeld is’.

4

115

Labels

doelgroep
NT2-leerlingen/cursisten
domein
intercultureel onderwijs
leesonderwijs
leesbevordering
land
België
onderwijstype
basisonderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014